fill RIST it 11 HIS Tl) RIS TB BLAD.
Dinsdag* 16 December.
ft0. 1533.
HET ZUIDEN
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per oftie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
Uitgever
P. O. WIJTMAN,
te
MIDDELBURG-.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 15 December 1879.
Een inzender in de Standaard ft o. i. terecht
Zijne verbazing te kennen over het feit, dat het woord
van den Middelburgschen afgevaardigde de Jonge
over het gebeurde te Kotta-Radja, bij de stichting
van den aldaar van rijkswege te bouwen Moharoedaan-
schen tempel eenvoudig is doodgezwegen. Hij brengt
het in dergelijk geval in het Engelsche Parlement ge
beurde ter sprake.
Daar toch werd den 9den Maart 1843 door het
liberale Parlementslid *oor Nottingham, Verton
Smith, eene motie van afkeuring ingediend legen den
Britschen Gouverneur-Generaal, Lord Ellenborough.
Het gedrag van dien beambte werd daarin gebrand
merkt als onverstandig, onvoegzaam en afkeurens
waardig. En wel omdat hij, voorbijziende welke hooge
en gewichtige belangen hem waren toevertrouwd, en
niet lettende op het gemengde karakter der inlandsche
bevolking, zijne medewerking had verleend tot da
wederoprichting van een heidenschen Tempel. Door
niemand werd die motie met meer warmte verdedigd
dan door den beroemden EngelsehesctffijverMacauIy. Hij
zeide o. a.: Werd Lord Ellenborough beschuldigd van de
belijders van verschillende godsdiensten gelijkelijk be
schermd of de buitensporigheden beteugeld te hebben,
waartoe Christenzendelingen zich soms door bovenma
tigen ijver laten verleiden, ik had geen oogenblik
geaarzeld, hoezeer ik ook altijd in politieke inzichten
van hem verschilde, zijne verdediging te aanvaarden,
al ware ik ook de eenige .geweest, die daartoe van
zijne zitplaats oprees. Maar de aanklacht tegen Lord
Ellenborough is, dat hij den godsdienst van zijn eigen
vaderland heeft gehoond, door eer te bewijzen aan
een afgod. Het is een uiterst moeielijke vraag,
welke houding wij, Christenen, behooren aan te nemen
tegenover de bijgeloovige practijken onzer Indische
onderdanen. Wij konden gehandeld hebben als de
-Spanjaarden in de Nieuwe Wereld. Wij konden ge
poogd hebben, met geweld onzen godsdienst in te
voeren. Wij konden op Staatskosten zendelingen heb
ben uitgezonden. Wij konden bekeeringen hebben ge
lokt door het uitzicht op winstgevende betrekkingen,
en aan Mahomedanen en heidenen het volle genot
hunner burgerschapsrechten hebben ontzegd. Dit alles
deden wij niet en het was wijs, dat wij het niet'
deden. Onze plicht, als regeerders, was, met betrek
king tot alle vraagstukken van zuiver godsdienstigen-
aard de meest volstrekte onzijdigheid in acht te
nemen en voor zoover mij bekend is, hebben wij dien
plicht nimmer verzaakt, door proselieten te maken
voor ons eigen geloof. Maar het smart mij, het te
moeten uitspreken, wij zijn somtijds naar de andere
zijde afgeweken. Er zijn EngelscheD geweest, met de
aanzienlijkste posten bekleed, die vau meening schenen,
dat de Christelijke godsdienst de eenige is, die geen
aanspraak heeft op eerbiediging en verdraagzaamheid.
'Eiken Cbristenzendeling beschouwden zij met wan
trouwen en minachting. Wij versierden de tem-
,pels der valsche goden. Wij verguldden en beschilder
den de afgodsbeelden, waarvoor oaze verdwaalde
onderdanen zich nederbogenSommigen zien
hierin het toppunt van staatkundige wijsheid. Volgens
mijne overtuiging was geene staatkunde ooit zoo
oppervlakkig of zoo dolzinnig. Wij wonnen er niets
door: wij vernederden onszelven in de oogen van hen,
die wij wenschlen te vleien. Wij brachten hen in
den waan, dat wij geen gewicht hechtten aan het
verschil tusschen Christendom en Heidendom.
En toch, hoe ontzaglijk groot is dit verschil
Ik onthoud mij van alles wat behoort tot het ge
bied der Theologie. Ik spreek slechts als een Staats
man, wien de zedelijke ontwikkeling en de tijdelijke
Welvaart zijner medemen'schen ter harte gaat. En dan
verklaar ik luide, dat, den afgodendienst in de hand
te werken en het gezag te ondermijnen van dien god
dienst, die zooveel heeft gedaan om recht en verge
vensgezindheid en vrijheid en kunsten en wetenschap
pen en een goed bestuur te bevorderen die de boeien
van den slaaf heeft verbroken die de gruwelen van
den oorlog heeft gelenigd die de vrouw van een
voetveeg of een speelpop tot de trouwe gezelline en
raadgeefster van den man heeft verheven, niets
minder is dan het plegen van hoogverraad tegen de
beschaving.!"
Dit krachtig getuigenis deed eenmaal de beroemde
Macauly hooren in het Engeische Parlement. In de
Nederlandsohe Tweede Kamer zwegen allen stil
op één na.
Naar aanleiding van de mededeeling des Ministers
dat het openbaar onderwijs, bij uitvoering der nieuwe
wet 17 millioen per jaar kosten zal, Iaat het
Wageningsck Weekblad zich op de volgende wijze uit
„We vinden geen woorden om onze verbazing, maar
ook onze smart en verontwaardiging hierover uit te
drukken. Een bevolking van nog geen 4 millioen moet
alleen voor de godsdienstlooze staatsschool 170 tonnen
gouds per jaar opbrengen, ongeacht nog wat voor de
bijzondere, gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde scho
len en verdere benoodigheden besteed wordt. Wel mogen
we hier 't woord uit de heidensche oudheid aanhalen
„Jupiter verdwaast heu, die hij wil verderven." Is
men dan in den Haag ja, laat ons het rechte
woord gebruiken krankzinnig? Meent de heer Six,
meent de heer van Lynden, meent de liberale kliek,
dat het geld ons op den rug wast? Atjeh heeft mil-
lioenen bij millioenen verslonden en, hoewel de oorlog
geëindigd heet, zal het nog jaren lang een drukkende
lastpost op het budget blijven. Dringender en drin
gender worden de eischen om hulp, die uit onze
overzeesche bezittingen tot ens komen, zoo zelfs dat
een wat al te vurig redacteur openlijk verklaard heeft,
dat als we de Oost niet anders en billijker gaan
besturen, het wenscbelijk zijn zal, dat ze in andere
handen overgaat. Onze vestingwerken zullen nog vele
millioenen verslinden, eer we kunnen zeggen, dat onze
linie van defensie werkelijk te verdedigen is. De
levende krijgsmacht heeft driügend reorganisatie noo-
dig, zullen we onze vestingen en forten met hoop op
goed succes kunnen verdedigen, wat alweder millioenen
vereischt. Spoorwegen en kanalen zijn in de maak of
worden ontworpen, waarvan het de vraag is, of ze
renten zullen afwerpen en in elk geval niet tot stand
kunnen komen dan ten koste van vele millioenen. Ons
krijgsvolk is voor een zeer groot deel gehuisvest in
kazernen, die alweder millioenen aan verbouwing
en restauratie behoeven. Onze handel kwijnt gelijk
nooit voorheen en deze voornaamste bron van
welvaart raakt meer en meer verstopt, niet
het minst doordat Duitschland onze voornaamste af
nemer, zijn grenzen voor ons bijna geheel sfsluit.
Met de nijverheid staat het al even slecht gesteld.
Onze groote etablissementen moeten de werklieden bij
honderden tegelijk gedaan geven. Landbouw en vee
teelt, in de laatste jaren voorname bronnen van wel
vaart, zien zich plotseling tot een achteruitgang gedoemd,
die honderdduizenden met kommer vervult, en dat
zonder eenig vooruitzicht op beterschap, wijl de Ame
rikanen de beste onzer markten, Engeland, ons zoo
goed als ontnomen hebben. Door dit alles en zooveel
meer is het nationaal vermogen met 30 en meer ten
honderd in den loop van één jaar verminderd. Voeg
daaraan toe een zeer schralen oogst en een harden
winter, die. de inspanning van alle krachten vareischt,
om een groot deel der bevolking te beveiligen voor
honger en gebrek. Voor éen betrekking zijn honderd
en meer sollicitanten. Ons land is overbevolkt, de een
verdringt den ander. Ieder, die oogen gekregen heeft
om te zien, staat de zorg voor do donkere toekomst
de angst om 't hart, vooral wijl de groote menigte
in de laatste tijden in weelde geleefd heeft en daar
door de noodige veerkracht mist, om zich in de ver
anderde omstandigheden te schikken, er zi.cÊ
heen te slaan. f i
En desniettemin heeft het Ministerie, hev
bijzonder de heeren van Lijnden en Sb'Dd&n
een wet te willen uitvoeren, die een jaarlijkse!
van 6 a 8 millioen van de schatkist vordert,' dl
kosten vau de moderne secteschool tot 17 mb<
in 't jaar doet aangroeien. -±
De heer Six laat zich op zijn christendom
voorstaan. Hij spreekt in 's lands raadzaal vai*
ook hem „boven alles dierbaren Bijbel." Maq
Bijbel leert ook hem, dat rentmeesters eenmaq
hun rentmeesterschap verantwoording zullen n
afleggen, niet aan een liberale, verblinde en<
Bijbel hatende coterie, maar aan Hem, die den
drukte recht doet en die gesproken heeft
eeren, die mij eeren." De vrienden en geestverw.;
van den heer Six vindt hij niet in de Kam^j
de linker- maar aan de rechterzijde en one41
Goddank nog honderdduizenden, die geleerd hel
„geeft Gode wat Godes is." En van die tri
en geestverwanten keert hij, en ook de hee:
Lijnden, zich af, om zich te laten begoochelen";
hen, die zich barweg ongeloovigen durven nefc
Beide heeren zouden onder 't luid geschal der b
van mannen als Moens, Lieftink en De Meijuj
woord van een groot man zich dienen te herin
„Vertrouw uw vijand nooit, zelfs als jiij u,r
ken toevoegt."
Wanneer de vijanden van Christus ons i
dadep toejuichen, is er alle reden om zichzt^l
't aangezicht Gods af te vragen: „Heer, ben
in uw weg Waarom juichen dan uw vijandv
toe
De Tweede Kamer heeft Vrijdag en Zaterd
begrootingen voor Marine eu financien aangent
De begrooting voor Marine leverde niets merk
digs op. Slechts éen amendement werd voorgel
tot het schrappen der tractementen van twqe
danten, vroeger dienende bij wijlen Prins He:
thans overgeplaatst bij Z. M. den Koning. Dit!
dement, voorgesteld door den hetjr Viruly, werd
worpen met 29 tegen 26 stemmen.
Bij hoofdstuk financiën werd aangedrongei
spoedige indiening van belastingvoorstellen, 1
tot nadere regeling van onze financieële verho
met Indie. De treurige toestand van onze nijv<
leidde eenige sprekers er toe van onze regeerin^
scherming te vragen tegen de buitensporige
in het buitenland.
De minister meende, dat de toestand door pï
tie niet te verhelpen zou zijn.
De minister zal eerst eene nieuwe belasting
stellen tot dekking van het tegenwoordig t
daarna eene wijziging vau de zegel- en registra
in den geest der voorstellen van den ministei
der Heim, terwijl inmiddels de patentbelasting
eene bedrijfsbelasting vervangen zal worden. I
zal de regeling der financieele verhouding tua
de gemeenten en het rijk volgen. Bij later'ou
meerdere behoeften zullen nieuwe inkomsten noodi
Aan de debatten over deze begrootingen nam
enkele der anti-revolutionaire leden deel.
De leden van de Kerste Kamer der Stateu^Ge
zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Don<
18 December a. s., 's avonds ten 8 ure.
Was aan het eiode der maand October de
onzer rijksmiddelen bij de raming nog lV-t
ten achteren, dit nadeelig saldo was blijkens 1
zicht der middelen over de maand Ncvemb^
maand later tot 7„ millioen gekomen/Tegenover de
over de elf maanden van f 90,666,181,10 st
opbrengst van f 90,148.964,35. Er (is kans,