CHRISTILIJR HISTORISCH BLAD.
Eerbied voor de Wet.
IV\ S3 2.
Zaterdag* 13 Itecember.
HET ZUIDEN,
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten v
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cent
Liefdegaven 10 cents per regel.
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
P. Gr.
Uitgever
WIJTMAN,
MIDDELBURG.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant zou gaarne
onze woordvoerders een slot op den mond
hangen.
De schoolwet is op 17 Augustus des vorigen
jaars onderteekend, en nu moesten alle Neder
landers, uit louter eerbiedmaar de handen
ineenslaan om haar in- en uit te voeren. Al
deu aandrang van liberale" zijde tot invoering
dier wet komt uit niets anders voort dan uit
eerbied voor de wetui» vaderlandsliefde, uit
oprechte zucht om de agitatie (de beweging
tegen die wet) tot bedaren te brengen. Wat
praten die kwaadaardige, tergende en bijtende
anti-revolutionairen toch zonder parlementaire
omhulsels, zoodat lieel het volk ze verstaan
kan, wat praten ze toch dagelijks alsof de wet
nog gemaakt moest wordenDe wet is er (op j
't papier), de tegenstand zou zoo goed in den
doofpot voegen, maar 't ontbreekt die lastige
tegensprekers aan eerbied voor de wetaan va
derlandsliefde.
Een mooi praatje!
Waarlijk, een praatje voor de vaak.
Kort en goed, voor de schoolu;e£ van 1878
gullen we nooit vau ons leven eerbied hebben,
en voor die van 1857 ook niet.
Die van 1857 ergert ons meer dan genoeg,
die vaii 1878 behoeft er niet bij te komen.
Minister Six heeft ons eens voorgerekend wat
de wet van 1878 jaarlijks kosten zal, als zij,
wat God verhoede, en dat kan Hij, wordt uit
gevoerd, namelijk aan den Staat acht millioen
en aan de Gemeenten negen millioen, dat is
aan de burgers zeventien millioenof nagenoeg
vijf gulden per hoofd, armen en zuigelingen
meêgèrekend.
Vraagt gij nu, lezers: wat zal zij kosten aan
mij, en mij, en mij?
Dat weten we nietmaar toch aan het hoofd
van een gezin uit den middelstand jaarlijks zoo
tusschen de dertig en veertig gulden zeker.
De liberalen" (milden of vrijgevigen betee-
kent die naam) hebben er ons gedurig een
verwijt van gemaakt, dat wij van de school
kwestie eene geldkwestie zouden gemaakt hebben.
En nu roepen ze ons toe: weest bedaard,
spartelt niet tegen, burgerbuis vaders. Voor het
onderwijs onzer liberale" kindertjes vragen we
van u dertig a veertig gulden, wij geven zei ven
ook zooveel, gij de helft en wij de helft, dan
zijn wij geholpen, en gij kunt dan beginnen met
voor de uwen te zorgen, maar geen cent kunt gij
van ons branden. Verbeeld u niet dat gij zelfs een
dankje van ons krijgt omdat gij uwen last
alleen draagt, neen, onze hoogereburger-
jongens zullen wij ook voor een groot deel
laten studeeren op uwe kosten, opdat zij spoedig
al de zegeningen van het liberalisme over het
vaderland brengen. Elk van die heertjes kost
aan de burgerij een groote tweehonderd gulden,
en gij, protestantsche en roomsehe clericalen,
zult daaraan zeker de helft bijpassen, en dat
moogt gij wel over hebben voor het genot ze
later als ambtenaren, burgemeesters en officieren
boven u te zien staan. Zij zullen dan voor
u denkenwant gij behoort van nature tot het
niet-denkend deel der natie, zij zullen dan uit
maken wat recht is, beter nog dan wij, die
ons nog niet geheel kunnen ontworstelen aan
de verouderde zeden en spreekwijzen.
Zóó redeneert de liberale" partij, en dan
durft ze zeggen dat wij de geldkwestie uit den
hoek hebben gehaald!
In het bestrijden dier hatelijke bedoelingen
blijkt ons kamerlid Lohman een meester te
zijn. Men verwijt hem dat hij niet deftig ge
noeg spreekt, zijne woorden niet genoeg in
kamertaai inkleedt, en wij meenen daarentegen
dat hij nog iets duidelijker spreken kon.
Hij toch schrijft den haast, waarmeê de tegen
partij ons wil plaatsen voor een fait acconvpli
(een toestand, waaraan niets meer te veranderen
valt) hij schrijft dien haast, om aan een vol
tallig stel staatonderwijzers te komen, terecht
toe aan vrees voor een revirement bij het volk.
Wat is nu een revirement
Dat is overstag gaan of wenden, bet vaar
tuig in bijna tegenovergestelde richting brengen,
zonder dat het daarom achteruitgaat, opdat het
zijn doel naderkome.
De gedachte van den heer Lohman is veel
te mooi, om ze achter zoo'n vreemd woord te
verbergen.
De man op uitkijk ziet dat het vaartuig vau
den staat in de tegenwoordige richting gevaar
loopt, maar de denkende man aan hef roer wil
halzen noch wenden. Het scheepsvolk wil
vooruit, maar tevens het gevaar ontzeilen, het
eene zeil wordt vol, het andere tegen gehaald,
en zoo is er van vooruitgang geen sprake, zoo
klinken de stemmen verward, zoo is de eene
stuurman vóór de andere na machteloos.
Niet voor dat het groote volksbelang bij
uitnemendheid, niet voor dat de schoolzaak in
der minne zal geschikt zijn, is er aan samen
werking voor andere groote volksbelangen te
denken.
Wat de wijze N. Rotterd. Ct. ook zegge,
wat de liberale" partij ook voor uitgemaakt
houde, van onze zijde zal gedurig de stem
verheven worden tegen de staatsschool, tegen
de secte-school der modernen. Even als de groote
Romeinsche staatsman elke redevoering, over
welk onderwerp ook, besloot met den uitroep
Carthago moet verdelgd worden, zoo zullen ook
wij telkens, na het verwerpen van elk voorstel
tot bemiddeling zelfs, niet nalaten te zeggen:
de staatsschool moet vallen, het rech
ders moet gehandhaafd worden.
Voor de tiende of twintigste maal c
de liberalen" uit, om te wederleggen
heer Lohman schreef over de vrije sch
ze hem wederleggen, inplaats van hem
laden met hunne beschimpingen
Doodsbang zijn de liberalen" voor
tering der openbare meening, of lie
het zich uitspreken der reeds gekenterde
nog onderdrukte openbare meening
Ware er aan onze zijde niet zoo vee
voor de wetdie kentering zou zich i
staanbare kracht doen gevoelen. W
dat de tegenpartij geen macht over
hebben, als haar die niet van boven
ware, maar daarom is haar machtsbe
geen recht.
De wetvoor welke de liberale"
eerbied afeischt, bestaat uit niets
hare wets uitlegging, en daarop voort<
partijdige bepalingen.
Wie zou daarvoor een oo/mnblik
hebben A£5ïSl
Middelburg, 12 December'
Nadat de heeren Roëll, van der Kaay, dl
Heydenrijck, Moens en van Berkhout woens
bezwaren tegen hooger- en middelbaar
voornamelijk bestaande in booge opdrijving
ten, hadden ingebracht, en de heeren de Joi
en de Vos ongeveer op dezelfde, wijze ove-j
bouwschool te Wageningen hadden gespr$
gisteren bij de artikelsgewijze behaudelinj
grooting van Hoofdstuk V (binneulaudsche
strijd over het lager onderwijs nogmaals he
Art. 36 der wet van 1857 bepaalt dat
wege gelden kunnen worden toegestaan aar
ten, voor wie de kosten van het onderw
zwarend zijn. Tot nu toe werd daartoe 2
zonderd, deze minister wilde nu die som
tot 4'o ton. De heer Lohman stelde voor
met 2 ton, de heer Moens met 1 ton te vei
De heeren Lohman en van Nispen zagm in
som voorbereiding tot invoering der schi
heeren Moens c. s. zagen daarin den toe]
inrichtingen volgens de oude wet nogverde
te houden. Beide voorstellen werden met ai
meerderheid verworpen. De heeren Moei
andere leden, waaronder ook de afgevaar
Middelburg, de heer vau Eek, wilden op tl
ting een memcrie-po3t tot iuvoering der n
nog in den loop van het volgende jaar bren
uit wantrouwen tegen den minister, maa
drukking van den wensch der liberale pari
is als 't geldt de invoering der onderwijswet
Keuchenius bestreed dezen memorie-post a
gende wijze
Hij zal na de aanneming der motie
heer v. d. Oije, tot sluiting der algemeei
slaging over het onderwijs niet meer in di
terugtreden, maar hij zegt, dat de rede
Minister op hem den indruk heeft geraaak'
een rnenscbenleven lang heeft doovgebrat
land waarin de beoefeuing der Ned r.audscl
denis en de lezing van het Bijblad verbod<>
En dan moge men de tegenpartij toeroepen
loovigen hebt overwonuen, maar wij mind