GEMENGDE BERICHTEN.
ïl.'-f Irjr Schaamteloos ongeloof en den
V jordt ten spoedigste met Kerk en
r- I_,en ander getuige, een modern pre-
niet moei" an Maanen, had reed.s in 1875 gewe-
-WeLj f'eröWekleed des ongeloois, waarmede de
"Ml w' ilp r8 ZIC^ sieren-
iï&W Juk Treoot deel der onderwijzers behulpzaam is
y Jjerne beginselen van de kerk in de sehool
v)nfcyj)lanten, is een feit dat niet ontkend kan
Spreker herinnerde, dut op een vergadering
ten ei ^deruen te Amsterdam de opmerking was ge-
IiL<er(j|at gevaarlijk was om de kinderen der
at bjten naar orthoioxe predikanten te zenden, omdat
r|delbu^c^t zou kunnen gebeuren, dat zij niet zoo goed
ie moderne begrippen opnamen. Neen werd
eantwoord daar zorgt de openbare school wel
En in een der laatste nummers van de Vrijheid
oderne weekblad) werd gezegd: wij verwachten
ie handhaving van het liberaal beginsel op
jf£emenstig gebied, van de openbare school het meeste
r~p modernen zelf erkennen, dat er personen zijn,
I r narrit met het meeste succes doen. Spreker herinnerde
Lts 8 w. ,v. aan, hoe eenige jaren geleden een toespraak
nr en modern dominé werd opgedragen aan een
^jur eener normaalschool, in't Noorden gevestigd,
kenning voor de gewichtige diensten, door dezen
e moderne beginselen bewezen, een directeur ove-
die voor zijne beginselen uitkomt.
it nu vroeg spr. een neutraal onderwijs?
L rij dag 2»n ons gevorderd worden, van ons die aan an-
jV^higa+vaarheden gelooven, dat wij onze kinderen naar
I 'ijke meesters zenden
Zj NvSv Maekay had dan ook de overtuiging verkregen,
i.^-8 Mioister niet kende de groote meerderheid van
On. er<retjwyz,jrS' Zeeland zelf, waar de Minister 't laatst
I n 'de, beantwoorden ze niet aan 't ideaal dat hij
jue on^ijjg Qp een onderwijzers-vergadering in Zeeland
j van een beschrijving voorgelezen van een begrafenis,
VAn A 'n vef'kaald werd hoe die begrafenis plaats had
ie ein'digde met de woorden; ,en de coraedie is
,DU, vaiijinde.* Een schoon staaltje van kieschheid en eer-
j couvert et!
l2 f o de Minister dus slechts wil rondzien, dan zal
<2 Sun9tig oordeel over den onderwijzersstand wel
l e. I 5,|nderen.
f 1,-r zeide dc Minister tegen verkeerdheden
f 0 50 Schooltoezicht w ken. Spr. wilde aannemen
I dit zijn plicht naar behooren betracht. Maar de
I V. T\. I, j8> 0f bet; niet homogeen is met de richting der
-wijzers. En bovendien, over een bepaald feit, een
astering b. v., kan een klacht worden ingediend
E~~" wat het toezicht niet kan keeren, dat is de ge-
invloed van den onderwijzer op 't onderwijs,
^meende echter bij deze gelegenheid den Minister
I .oeten adviseeren, ernstig toe te zien op de be
prgeteel« jng van bet personeel vau 't toezichtdit toch
jstigd, ero belang niet alleen van 'topenba.r, maar ook
li°*in«riaei bijzonder onderwijs.
L:?..,0k op het personeel van de kweekscholen kon niet
[pzen^ "o £elet worden, wegens den invloed die daar
F aat), e toekomstige onderwijzers wordt uitgeoefend.
I verrom de minister nu heeft voorgesteld de kweekscho-
..y-VVfcftr.^ï^len -te beschouwen, waar de leerlingen
loïvJ overgegeven aan de leiding der Staats-
iP.C T/ijzers, begreep spreker niet. Evenmin begreep
jr ""laiom de bijzondere kweekschool voor onderwij-
"■a. en te Haarlem aan 't Rijk moest overgaan.
'idelijk kwam hij tot het beroep des° Ministers
P6 ft'diens edelen bloedverwant Van der Brughhen.
pet L wees er op, dat tusschen beiden nog al verschil
nat. De Minister kan zich geen openbaar onder-
r. ucr denken, die niet eerbiedigt het gevoelen van
•jSIirsdenkenden. De heer van der Brugghen zeide,
~"j te kunnen begrijpen een openbaar onderwijzer,
ontf ÜJn oprecht Christen was, ja te beklagen een
De waar dergelijke onderwijzer niet aan 't hool'd
^aarlij3erX' Kon Van der Brugghen nu eens zien, welke
laaroiGr "vv^zers staa" aan het ^oofd der scholen Wilt
El_. W onderscheid kennen, zeide sureker, tusschen
Brugghen en deu heer Six? De
-ig; voeruc u« wet van 1S57 in, maar hij was het
I Nu 4gst om Christelijke scholen en normaalscholen te
J Of rien, en offerde daarvoor op zijn krachten, zijn
nkelj-Aö zÜn talenten. De heer Six gaat zoover, der be
j de bijzondere school haar onderwijzers te willen
nen, en die voor 't openbaar onderwijs te willen
"de, jgen ffe onderwijzers dus, die op de met ons geld
r J tichte scholen arbeiden. Zulke onderwijzers zouden
w^Eter toch geen dag geduld wordeu óf' geen dag 't
iet v men uithouden op de openbare school, waar 't hun
niet vergund zou zijn te wijzen op Hem, die ge-
Yade, heelt^aaL kinderen tot mij komen
lat e<2pe minister gaf in zijn redevoering eer9t eene
ebt fre&ls ^oevree^ de invoering der nieuwe ouderwijswet
felc "het rijk eu aan de gemeente kosten zal.
\r£c^mmm -'kier de cijfers
i'hans komt op de rijksbegrooting f 2,000,000
r Ma r het lager onderwijs voor. Die som zal, bij alge-
,aug r e uitvoering der wet, ten slotte op f 8,000,000
inz" J**en
I 6* e kosten van het lager onderwijs voor de gemeen-
'e °PP-; bedragen voor 1880 f 10.000,000. Bij algeheele toe-
et woCjjng ff er wet zullen die kosten tot f 13,000,000
ei?van fen.
iicuon m die 13miIlioen bedraagt de uitkee-
J1.' ICieer Van der
e V n voerde de w
'atwiick 30 pet
1 ii de re uitgaven voor den Staat nog
plOogue>sten voor aanbouw enz
ecren
nhinet s Te zamen voor den Staat
de f 13,00u,000 der gemeentelijke
M r;n Oekomcn dezen 30 pet. a f 4,000.000
|_M.r JS r blijft dus voor de gemeenten.
gt b'
f 4,000,000
f 2,000.000
f 2,000,000
f 8,000,000
f 9,000,000
-vende een totaal voor Rijks- en ge-
i!e uitgaven voor het lager onderwijs
Igeheele uitvoering der wet van 1878 f 17,000,000
anneer zal de invoering der wet plaats hebben
derscheiden sprekers hebben op spoedige invoering
aangedrongen. De Minister verklaart dat het noemen
van een termijn van 1 Januari 1881 niet wil zeggen,
dat dit de dag is waarop de wet op zijn vroegst zal
worden ingevoerd, maar dat dit de uitersté termijn is.
Beter eene wèl voorbereide dan een verhaaste uitvoe
ring. En men schatte die voorbereiding niet gering,
vooral niet als men in aanmerking neeiut dat de be
kwame man, die hem vooralgegaau is, ook vertraging
en moeielijkheid heelt ondervonden. De Minister tree it
iu een overzicht van al de maatregelen die uit de
verschillende bepalingen der wet vau 1878 voortvloeien.
Nu zeide de heer Moeius wel er is zooveel voorbei ei-
ding niet noodig, maar de Minister antwoordt, dat hij
tijd noodig had om te onderzoeken of hij de voorbe I
reidene maatregelen van zijn voorganger voor zijne
verantwoordelijkheid mocht nemen.' ilij had tijd noo
dig voor onderzoek en beraad. En dat onderzoek" moest
te ernstiger zijn en te meer tijd vorderen naa mate hij
hoo6er opziet naar de buitengewone talenten vun dcu
man die hem is voorafgegaan. Het rapport der inspec
teurs over de uitvoering van art. 4 der wet zal wor
den overgelegd, vopveeröt om dat de heer Lobman dit
gevraagd heeft en ten andere omdat de Min.ster de j
publieke opinie wil voorlichten.
Hij acht met het oog op een en ander, het op dit
oogenblik zeer onwaarschijnlijk dat de wet in 'i mid
den van 188U zal kunnen worden ingevoerd.
Maar, indien het blijkt dat de invoeriig vroeger
mogelijk is, welnu dan zal het koninklijk woord in
de Troonrede gebezigd, houdende toezegging dat de
wet zoo spoedig zal worden ingevoerd als de nog noo-
dige voorb reiding dat mogelijk maakt, dan zul dit
woord zwaarder wegen dan ae moeiten en zorgen aan
de invoering verbonden.
Eindelijk antwoordt hij nog aan den heer Van
Nispen, dat de groote behoefte aan onderwijzend per
soneel toch bestaat, afgescheiden van de nieuwe wet,
zoodat hetgeen daarvoor op de begrooting aanvanke
lijk wordt bestemd geen vooruitloopen is.
Nog eens de vraag waarom dit Kabinet deze on
derwijswet invoert.
En hier staat nu de Minister voor de kwestie zelve.
Hij zou niets liever dan de klove willen dempen, die
de rechter- en linkerzijde nopens de schoolkwestie
scheidt, maar zoolang art. 94 der Grondwet niet is
gewijzigd, kan hij daar niets aan verhelpen.
Wat is de eigelijke kwestie- Het is de vraag of de
Regeering al, dan niet gebonden is de wet, die zij
bekrachtigd vond, eerlijk uit ie voeren. Welnu, de Re-
geering mag zich daaraan niet onttrekken op grond
van bezwaren die na de bekrachtiging zijn in 't
midden gebracht. Doch, evenmin als de linkerzijde
recht heeft de Regeering te verdenken van te willen
dralen om de invoering te verschuiven, evenmin heeft
de rechterzijde recht om te onderstellen dat de toe-
passiug der w t niet zal geschieden met eerbiediging
van ieders rechten.
Van verschillende zijden, zegt de Minister, heeft
men getracht hem over te halen om op de wet terug
te komen of daarin verandering aan te brengen. De
Regeering kan daar niet in treden. Indien wij deze
bekrachtigde wet opgaven om deze reden, eene andere
wet om weder andere bezwaren, dan past hij hierop
toe het juiste woord van Thoi becke, die over derge
lijke wijze van handelen vroeg ,/Waar blijft dan die
bestendigheid, dat heilzaam element waaraan iedere
Regeering, ieder Staatsgebouw zoo zeer behoefte heeft"
Die woorden van den grooten Staatsman zijn hem als
uit 't hart genomen.
Daarna volgde nog een woerd over het pelitionne-
meut in dezer voege
Hier zou de Minister veilig kunnen eindigen omtrent
de kwestie der invoering van de wet. Maar er is nog
een ander verwijt tot de Regeering gericht, het igno-
reeren namelijk van het volkspetitionnement van 1878,
den toeleg om dat petitionnement dood te zwijgen.
In de eerste plaats was dat petitionnement bij de op
treding dezer Regeering niet meer aanhangig. Het was
eene afgedane zaak.
De minister wil zeggen, dat hij dat petitionnement
betreurt omdat na de bekrachtiging der wet eerbied
waardige godsdienstleeraars, hun gewijde roeping mis
kennend, er toe medewerkten voorzeker te goeder
trouw om het goede volk van Nederland op een
dwaalspoor te brengen.
Het doet hem leed, dat liij geen zachter uitdrukking
kan bezigen. Immers wat toch werd in den zomer
van 1878 aan het volk gezegd Er werd gezegd dat
de nieuwe wet ten gevolge zou hebben dat de Bijbel
den Minister voor alles dierbaar zou geweerd
worden van de school. En nu vraagt hij in gemoede
Heeft de wet van 1878 iets gewijzigd, wat betreft het
gebruik van den Bijbal op de school
Maar. aangenomen al, dat de leiders in het petiti
onnement een gepast middel zagen om de bekrachti
ging der wet te verhinderen, dan mochten zij niet
vergeten, dat zij gewaarschuwd zijn door personen, die
niet van modernisme kunnen verdacht worden en die
het petitionnement afkeuren, gelijk blijkt uit het
opstel Ongevraagd Advies", voorkomende in het Ltr.
Dagblad van dien tijd. Waar niettegenstaande alle
waarschuwing en aantooning ven het onjuiste en on
ware der motieven, hebben zij het toch voortgezet.
Of dan het petitionnement geen indruk op den Minis
ter heelt gemaakt, is hem gevraagd. Onverholen zegt
hij ja. het heeft een diepen indruk op mij gemaakt,
maar een indruk van smart, over de dwaling waarin
zoovele mijner medebelijders zijn gebracht. Mochten
door deze woorden hier en daar de oogen geopend
worden, van de misleiden in 1878, het zou voor den
1 Minister verblijdend zijn. Mocht het gebeurde velen
I doen inzien, dat het den waren christen niet betaamt
voor den triomf der eeuwige waarheden steun te zoe
ken bij den Staat en bij Staats subsidie maar bij Hoo-
ger macht. Bij die onwankelbare overtuiging meent
de Minister, dat de ware christen, is het noodig, moet
toonen dat hij zelfs dulden kan wat hem als onrecht
toeschijnt.
De heer rar. van Lansherghegouverneur-generaal
vun Nedeilandscli-lndie blijft, hoewel zijn gewone
diensttijd verstreken is voorloopig den Buitenzorg-
sclien troon bezetten.
De heer Borgesius, hoewel anders uiet bestemd tot
bescherming van onzen handel en nijverheid sprak
dezer dagen iu de Tweede Kauier, om de buitenge
wone malaise onzer nijverheid toch er voor. Aange
naam is bel te vernemen dat ook aan de Neder-
landsche S.'oomboot-maatschappij op Feijenoord even
als aan de fabriek de Schelde te Vlissiugen, de
vervaardiging zal worden opgedragen van vier torpedo-
booten, ten behoeve van het Departement van marine.
Er is onder den naam Nationaal Belangeene
maatschappij iu Nederland gssticht.
Het doel dezur Maatschappij islo. de aan
vraag om concessie tot beplanting van bermen langa
spoorwegen, onenbare rijwegen en vaarten en vau
andere gronden, die daarvoor geschikt zijn de ex
ploitatie dier concessie 30. de opwekking en aan
moediging van gemeentebesturen, zoowel door sehrift
en woord, als door voordeelige aanbiedingen tot aan
leg van plantsoenen, parken en dreven 4o. de aan
leg van plantsoenen, parken en dreven tegen billijke
vergoeding.
Ten gerieve van de Vlissingers en Middelburgers,
die door het slaken van den stoombargedii-.nst zijn
ontriefd zal te beginnen met heden tot nader
order, ten behoeve van het publiek, een extra
trein loopen van Vlissingen naar Middelburg en van.
Middelburg naar Vlissingen.
Vertrek Vlissingen 7.V, M.
Aankomst Middelburg 7.10
Vertrek Middelburg 7.40
Aankomst Vlissingen 7.50
De Schelde van Antwerpen tot Vlissingen,
behalve de reede en de zeegaten, is, zoo ter
het oog reikt, overdekt met ijs, dat zoo zwaar
is dat zeilschepen in 't geheel niet meer en
stoombooten zich er uiterst moeilijk door kunnen
werken. Het kanaal door Zuid-Bevelaud zoowel als
het Walchersche is dicht. Te Hansweert liggen een 30-
tal en te Wemeldicge omstreeks 150 zeil- en stoom
schepen in winterlaag. Onnoodig te zeggen, welk een
vertier dit voor deze plaatsen oplevert
De Engelsche stoomboot Euxvnete Vlissingen met
graan binnen, i9 gisteren morgen begonnen de lading
te lossen. Ruim 100 man hebben daardoor voor
eenige dagen werk. Zoo brengt dezelfde strenge win
ter die ellende en ontbering veroorzaakt, toch ook
weer verzachting aan. Als de vorst nog wat aanhoudt
dan kunnen er meer schepen te Vlissingen verwacht
worden.
Men wil Zaterdag te Goes indien het weder
daartoe gunstig is, eene hardrijderij op schaatsen or-
ganiseereu.
Uit Apeldoorn meldt men van 7 November aan
de Nieuwe Rotterdamse/te Courant: Heden was aan
ieder, die daartoe aanvraag gedaan had, een toegangs^
bewijs verschaft, om schaatsen te rijden op de vijvers
van bet Park. Tusscbeu de schaatsenrijders in bewogen
zich HH. MM. de koning en de koningin, die zich
ook vermaakten met sledevaren op de banen der
veldvijvers.
Naar men verneemt, heeft de landbouwer
Smookers te Sleeuwijk f 500 uitgeloofd aan den per
soon, die den moordenaar zijner dienstmaagd aanwijst,
Tot dusverre i9 er nog uiets omtrent den dader bekend,
hoewel de politie alles in het werk stelt, om hem te
ontdekken.
Men leest in het Vaderland-.
Het bericht, in ons nummer van Zaterdugavond
over de fabriek van de heeren L. J. Enthoven Co.,
heelt tot minder juiste gevolgtrekkingen aanleiding
gegevenvan bepaalde sluiting der fabriek is geen
sprake, slechts tijdelijk werdt het werk gestaakt, om-
dal het voorhanden werk gering is; door met tusscben-
poozeu te laten werken, hoopt de firma het uiterste
te voorkomen. In geen geval kan er sprake zijn, dat
voor deze werklieden een beroep op de algemeene
liefdadigheid behoeft te worden gedaan, want de heeren
Enthoven gaan evenals in vroegere benarde tijden
voort, ook wanneer er niet gewerkt wordt, hun werk
lieden te ondersteunen.
Door de strenge vorst zijn op één na al de
aardappelmeelfabrieken (Veendam qlleen bezit er 11)
in de veenkoloniën gesloten. Er heeft zich bereids
eene commissie gevormd, teneinde de te verwachten
ellende te verzachten.
Zaterdag avond is een persoon, die voor twee
jaren in de cellulaire gevangenis te Utrecht zat, ont
snapt. Hij had de ijzeren roeden van het raam weten
te verbreken en was uit de tweede verdieping naar
beneden gesprongen zonder letsel te bekomen. De
binnenplaats overgaande, was hij op den muur ge
klommen en deed ook hier den sprong, maar bezeerde