UIDENi GIRISTËLIJK'RISTORISGI BLAD. Dinsdag 2 December. 1\ DE TWEEDE KAMER. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 3 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever: p. (i. wijtman, TE MIDDBLBÜBO. Prijs der Advertentie^ tri Per regel 15 ets.; Familie-berichtsnts. regels ƒ1,Iedere regel meer 15' Liefdegaven 10 cents per regel. i. Vijf dagen duurden ditmaal in de Tweede Kamer de voorloopige beraadslagingen over de staatsbegrooting voor 1880. Daarna moeten de verschillende hoofdstukken dier begrooting een voor een door de zift, of liever die hoofdstuk ken op ééu na, want het eersteuitgaven voor het huis des konings, is, als naar gewoonte, zonder praten of beknibbelen aangenomen. Het is onmogelijk in ons klein blad alles te vermelden, wat zooal in vijf dagen door een aantal sprekers is gezegd, wij kunnen niet an ders dan hier en daar een greep doen in de menigte der redevoeringen, en daaruit slechts het een en ander aanhalen, dat ons het meest belang inboezemt. Door al de besprekingen heen is het telkens ge bleken, dat de kamerleden gemakkelijker aan den slag dan aan den gang komen, en wij verwach ten, als 't op de onderdeelen' aankomt, nog hevige woordenwisselingen. Het is ook telkens gebleken dat de minis ters van Lijnden en Six geen gemakkelijke taak op zich hebben genomen. De eerste zit tusschen twee vuren. Zijne oude vrienden hebben hem met scherpe verwijtingen overladen om zijn overloopen naar de liberale" partij, en de li beralen" twijfelen nog steeds aan de oprecht heid zijner bekeering tot hunne beginselen. De tweede wordt lastig gevallen van onze zijde om zijne belofte tot uitvoering der schoolwet, en van de andere zijde om het verschuiven dier uitvoering totdat er kans op is. Een minister moet tegen een stootje kunnen, want nooit maakt hij het ieder naar den zin, en als hij zich alles, wat hem gezegd wordt, moest aantrekken, dan sliep hij geen enkelen nacht. Maar zooveel als minister van Lijnden te slikken kreeg, is meer dan eene gewone por tie voor een minister. Zoowat niemand ver trouwt hem volkomen, en ieder laat hem staan, omdat niemand gaarne in zijne plaats zou wil len wezen. Zóó aangenaam is het, na den koning, de eerste te zijn! En de minister van financiën? Hij zegt: wat ik niet geven kan, beloof ik niet; aan ons, mi nisters, zal 't niet haperen, 't hangt van de Kamer zelve af, of hetgeen zij wenscht, ook tot stand komt. Dat is met andere woordenik zal voor de goedgekeurde uitgaven wel zorgen, als gijlieden maar zegt waar ik 't geld halen kan. De afgevaardigde uit Goes, de heer de Sa- vornin Lohman, behoorde onder de negen spre kers van Dinsdag 1.1. Hij betuigde zijn dank aan minister Six, omdat deze een schotje heeft geschoten voor het exerceeren van schutters op Zondag. Ondanks deze goede daad kan hij echter het ministerie niet bijvallen, omdat het niets doet tot demping der klove, die het gan- sche volk in twee deelen scheidt, omdat het niets doet tot verzoening der partijen, die, waar het de school geldt, vijandig tegenover elkander staan, en dat juist terwijl de heer van Lijnden, vroeger aan onze zijde staande, de onlangs tweedrachtige en in verwarring geraakte tegen standers thans de gelegenheid verschaft om zich te hereenigen, zij het ook maar ter bestrijding van hetgeen ons in de eerste plaats dierbaar is. Ook kwam de heer Lohman op tegen de slechte gewoonte om eene begrooting af te stemmen, al is zij op zichzelve goed, ten einde daardoor een minister het regeeren onmogelijk te maken, hem tot heengaan te dwingen. Heeft de heer v. Lijnden eene taak op zich genomen, die de een had nedergeworpen en de ander niet wilde opvatten, hij wordt nu reeds, volgens die kwade gewoonte, gedreigd met tegenwerking op alle punten, als hij niet aan den leiband der liberalen" loopt. Dit is, kort saamgevat in alledaagsehe taal, hetgeen de heer Lohman met aldaar gebruike- lijke woorden in de Kamer heeft gezegd. De Middelburgsche afgevaardigde, de heer J. L. de Jonge, drukte ook zijne voldoening uit over de beëindiging der schutterskwestie, en wenschte dat de minister van binnenl. zaken, in overleg met dien van oorlog, spoedig zou over gaan tot wijziging der schutterij wet, opdat de thans verkregen uitslag worde bestendigd, en niet alleen afhange van de welwillendheid van dezen of genen minister. De heer de Jonge was door ongesteldheid ver hinderd geweest 1) toen bij de beantwoording der troonrede gelegenheid bestond, om zijne ingeno menheid te betuigen met de toegezegde wet tot be teugeling van het misbruik van sterken drank. Hij vreest toch dat de zorgwekkende toestand der schat kist aan de voorstelling van zoodanige wet in den weg zal staan, want die beteugelingswet zou de inkomsten des rijks zeer doen dalen. Dagelijks wordt in Nederland door elkaar voor f 100.000 aan sterken drank uitgegeven, en daarvan vloeit f 60.000 in de schatkist. Mag de minis ter van financiën als mensch met zulk eene ontvangst niet ingenomen zijn, als man der schatkist moet hij zich, wanneer hij zich 's avonds ter ruste legt, verkneukelen in de gedachte: heden wederom f 60.000 in 's rijks schatkist Vreezende later met zijn aandrang, om spoedige voorziening in deze behoefte aan drankbestrij ding, van den eenen minister naar den anderen verwezen te worden, heeft hy thans daarvan het zijne gezegd. Uitvoerig bestreed hij de uitgesproken be- I qjne wering, dat onze partij uit haren dat tig en ongeschikt zou zijn tot he t der regeeringstaak. Is zij thans on:»^ is omdat zij geen meerderheid h en" 1 nog niet kan krijgen in de beide gevolge der slechte kieswet, waard., derheid der kamerleden geen zuivéi ling is van de meerderheid de§ vd de beschuldiging van ongeschiktheid art. 3 van het anti-revolutionair pt, waarin nadrukkelijk wordt gezegd^rin partij ook op staatkundig gebied beginselen van Gods Wooi;d belijd, n d ginselen juist zijn het, waaraan wij [ng< achtige beschaving te danken heblged geen dwaasheid, te streven naar een c ast] staat. Revolutionair is de uitdrukkii mie kent geen God, en mag er geen ke e is het er nog verre van daan, dat w, zouden bereiken, het is beter dat cfigej mogelijk te naderen dan het »den to keeren. Het is eene verkeerde gr«3o49 de mensch van nature goed is, *,'el kwalen der maatschappij slechts aan Val heid te wijten ziju, slechts door só'ive: wijs zijn te verhelpen. Het verlanget christelijken staat is geen wensch n.'tig uitgang en verouderde toestanden, pe] het algemeen welzijn in alle opzichfi va Ten slotte sprak de heer de Jtf ]A verontwaardiging uit over het gebeurd'_J waar een Nederlandscb christen, vert' diger der regeering, Gods besten zegen-M over een tempel, aan het Mohamme,0( wijd. »Wie wind zaait zal storm oogio God deelt Zijn eer met niemand", z<8( onze afgevaardigde zijne rede. 1) Wij spreken daarvan ook hier, omdat destijds in j de Middelburgsche Courant de afwezigheid van onzen l afgevaardigde op min vriendelijke wijze is vermeld. Middelburg, 1 December" Middelburg, 1 December. De op 'p0 diakenen der Nederduitsche Hervormde gehouden jaarlijksche wintercollecte heeft ,1 f 2908.38. &j De collecte op 2 December 1878 had;,;f, f 2504,43. Hoewel daartoe niet gemachtigd of ve^on nen we toch in den geest der armen en °j zorgers te spreken, als we onze blijdscL h over zoo groote milddadigheid. Zoo ooit., nu, bij een vroegen, strengen winter er tijdsomstandigheden reden tot zorg. Dat ij mededeelzaamheid onze arme stad-en gelf, c steun wordt verschaft, geeft on9 redend, baarheid. hiti n u Vlissingen, 1 December. Een onz<4> ten, algemeen bekend als een der laatste H.erti afstammelingen van onze beroemden adrift, de Ruijter, overleed dezer dagen alhier, iban heeft met eere in het leger gediend, en joon administrateur der garnizoens bakkerij, c De politie ontdekte hier ten huize yj" e kant gewichten met klei gevuld, die ,^'cen voortdürend werden gebruikt, tot schat de, nemers. De gebruiker zal nu het ge' are pj talen.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1