CHRISTELIJK HISTORÏSdH BLAD.
IV". 517.
Zaterdag 8 November.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
Uitgever:
J?. d. WIJTMAN,
te
MIDDELBURG-,
Prijs dep Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1-
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 7 November 1879.
De Arnh. Ct. heeft met de donkere herfstdagen
geen helderder levensbeschouwing gekregen. Of het
de November vlagen zijn, die wellicht op haar bureau
zeer duidelijk hoorbaar zijn en hare redactie ontstem
men? 't Is niet onmogelijk. Maar zij gelooft zelve
niet dat het daarvan komt. Zij ziet de toekomst voor
den //redeneerenden, verstandelijkeD, wetenschappelijken
mensch" maar duister in, en dat niet van wege de
Noverabervlagen. De „kerk" heeft hare troepen uitmun
tend georganiseerd, wint, (zegt de Arnh.) slag op
slag, en zal zeker nog wel heel wat meer winnen
en, al zal ten slotte de overwinning nog wel weder
aan „de rede, het verstand en de wetenschap" ver
blijven, voor dat dit heuchelijk tijdstip nadert, kan
het er nog droevig genoeg gaan uitzienStel eens
een oogenblik dat er een „kerkstaat" wordt gevestigd,
die i/de rede, het verstand en de wetenschap loochent
en uitbant,en waarin voor „den redeneerenden, ver
standelijken, wetenschappelijken mensch geene plaats
is," waar zal dan deze „redeneerende" redactie
blijven?
Waarschijnlijk zal de Arnh. wel gansch zeer weinig
notitie nemen van wat Het Zuiden denkt en schrijft.
Immers wie nog met „de kerk'' niet gebroken heeft,
hij mag overigens zijn wat hij wil, verstand heeft hij
niet. De kerk toch bant de rede, het verstand, de
wetenschap uitHoor slechts
„In deze Kerk die de rede, het verstand en de
Wetenschap loochent en uitbant, is voor deu rede
nerenden, verstandelijken, wetenschappelijken mensch
geene plaats. Hij moet haar uit zijn leven uitsluiten,
even als zij hem uitsluit. De Kerk-Staat kan voor
hem geene Kerk zijn en geen Staat ook."
Wanneer het niet al te vrijpostig ware, zouden wij
Wel van de Arnh. willen weten of de kerk éérst de
rede „loochent en daarna „uitbant", of eerst „uitbant"
en daarna „loochent." Ons dunkt, het een is al even
dwaas van die kerk als het andere. Immers iets te
gaan „uitbannen" dat gij niet erkent, is toch nog al
gek, en omgekeerd iets uitbannen en daarna looche
nen is al niet ,veel beter. Maar wat kan men van
Zulk een „kerk" ook al niet verwachten
Intusschen, het pleit niet voor „de natie", voor den
omvang en de kracht van haar „denkeud deel" in
het bijzonder, dat de „kerk" in haar midden zoo
groote kracht uitoefent, zonder rede, verstand of
wetenschap! zijzelve heeft het er, volgens de Arnh.
naar gemaakt. Immers
„de politieke partijen hebben zich in onvruchtbare
proeven om te regeeren uitgeput 1) en allengs partij
digheid in de plaats van partij-beginselen gesteld."
Hebben die politieke partijen misschien ook al
„rede, verstand en wetenschap" uitgebannen of „ge
loochend?" Intusschen; wat daarvan zij, hier erkent
de Arnhzelve dat de „zuiver politieke" partijen
(waaronder zij toch haar partij wel mede rekenen zal!)
otis land nog niet zoo bijzonder ver hebben gebracht.
We kunnen niet anders dan haar dankbaar zijn voor
deze openhartige bekentenis. Niet ieder geeft dat
Zoo gulweg toe maar ook niet ieder heeft van die
neerslachtige buien.
Weet ge hoe 't ongeveer zal gaan (Altijd volgens
de ArnhemscheDe kerk als eenheid zal vele nulier.
1) Wij cursiveeren.
tot zich trekken, en „hoe meer nullen zich achter de
cijfers aansluiten" (wij zijn jaloersch van het beeld
dier „zich aansluitende nullen" „des te grooter
wordt de kracht van het getal", „en zoo kan het, bij
volhardenden ijver, met betrekkelijk weinig moeite
gelukken, aau de orthodoxie in den gemeenteraad en
het gemeentebestuur, d. i. in de gansche geraeente-
regeering, de overhand te verschaffen. Dan is een
groot doel bereikt, ook met het oog op de school, en
kan de laatste definitive veldtocht, ter verovering van
den Staat, begonnen worden. Maak van den gemeen
tekiezer een algemeenen Landskiezer, en de verove
ring van den Staat is slechts eene vraag van tijd en
gelegenheid meer. Voordat de Staat weder op de Kerk
heroverd en de heerschappij van rede, verstand en
wetenschap over het geloof en de kerkleer weder ge
vestigd is, kunnen alsdan vele jaren verloopen."
Wanneer het al weer niet te onbescheiden ware,
zouden wij wel gaarne aan onze Geldersche zuster
gevraagd willen hebben, door wie dan toch in dat
geval de „Staat op de kerk heroverd zal worden
Door die burgers, voor wie geen plaats was in den
Kerk-Staat en die onverbiddelijk waren uitgesloten
't Kan aan ons liggen, maar wij kunnen waarlijk niet
vinden dat de Amhdie haar „verstand, rede en
wetenschap" nog niet „uitgebannen" zal hebben, zeer
verstandig, redelijk en wetenschappelijk redeneert.
Waarlijk het kost ons moeite om niet bitter te wor
den. Is het dan een zéé voortreffelijke wijze van
redeneeren om van uw tegenstander eenvoudig te
verzekeren dat hij alle rede loochent, het verstand
uitbant, de wetenschap eigenlijk nooit heeft gekend
maar dat aan Uwe zijde deze drie te vinden zijn en
alle op hunne plaats Waarom acht toch de liberale
partij het telkens noodig van zichzelve te verzekeren,
dat zij tot het „denkend deel der natie behoort?
Wanneer wij in het dagelijksch leven iemand ont
moeten die ons telkens kwam verzekeren dat hij
heuseh dacht; wij zouden er het onze van denken!
En dat doen wij nu ook. Wij denken het onze
van de verzekering dat de kerk „de rede, het verstand,
de wetenschap loochent en uitbant." En ieder die de
kaart van het land kent, zal er ook het zijne van
denken. Zeker, de kerk, en zoo ge wilt de „ortho
doxie," heeft tegenover de wetenschap wel eens een
toon aangeslagen, die twee tonen te hoog was. Maar
zij heeft, ook in de dagen van haar grootste macht,
nog nooit verlangd dat men op haar autoriteit ver
zekeringen zou aaunemen, waarover het gezond ver
stand zoozeer de schouders ophaalt als over de ver
zekeringen der Arnh. Ct- van 3 Nov. IS00 negen en
zeventig.
Neg ééne opmerking. Voor den „redeneerenden"
enz. mensch der Arnhemsche is, zegt zij, in de kerk
geene plaats. Nu daarmede zijn wij het eens. Wie zéé
over deze dingen redeneert behoort in de kerk nog
nietmaar wel op de catechisatie. Wanneer hij daar
eens eerst deugdelijk onderwezen is, en van dat on
derwijs goed partij zal hebben getrokken, zoo keere
hij weder en spreke mede over de beteekenis der „kerk"
en van den strijd der geesten. Maar dan zal hij nooit
meer beweren dat ooit aan ééne zijde uitsluitend de
rede, het verstand en de wetenschap zijn noch ook
aan „kerkelijke gezagsaanmatigingen" toeschrijven wat
in de diepste behoeften der menschelijke natuur zijn
oorsprong heeft en zijn weerklank vindtmaar erken
nen dat de mensch zonder „geloof" niet kan 1»
en dat deze behoefte zal blijven, ook wannee
Arnh. Ct. en Het Zuiden misschien beiden reeds
vergeten zullen zijn.
Uit ons laatste nommer hebben onze lezers ge
dat de heer N. J. Bastert in Utrecht is gekozen me
stemmen boven zijn tegenstander. Neemt men nu in
merking dat de bus uit Harmelen 83-briefjes bev
dan is er geen twijfel aan of deze verkiezing zal
de Tweede Kamer op nieuw te niet worden geda
Immers dezelfde reden waarom de vorige verki
is te niet gedaan bestaat nu? De kiezerslijst
Harmelen, bij de vorige verkiezing onwettig verk
heeft op nieuw dienstgedaan, en de verkregen
derheid, in verband met de volgens die onwe
kiezerslijst uitgebrachte stemmen is alweder zoo g
dat deze de verkiezing beheerscht.
De verkiezingen van 1879 in het district U
kunnen een uitstekend middel zijn om der k
geduld en ijver te oefenen
i.
Eenige dagen geleden werd te 7 \nelo
vergadering van Burgemeesters gehouden, ari~
uitgemaakt, dat men zich per adres tot de
wenden zou, indien er sprake van moebt
voortaan alleen een ingezetene der gemeente
meester dier plaats konv worden, ben^oid-*^*^
zouden met zulk eene beslissing geSstegen n
als strijdende tegen hun belangen, o. ook
dan geen promotie meer mogelijk was.,-rr^i
gens het oordeel dier heeren het gemeente-b
ondergeschikt aan het persoonlijk belang der B
meesters. Grooter aanmatiging is zeker wel niet
baar. Wij voor ons kunnen niet begrijpen dat ve
dige lieden blijven beweren dat een ingezetene
vacante plaats niet beter als Burgemeesters iwk
een vreemdeling. Wij vatten echter wel -
beweren gegrond is. Natuurlijk op niets
op de onderwijs-kwestie. IB
Gemeenten die van de liberaliteit d—Noordw
gediend zijn, kunnen alzoo toch^ RuI*rkr>
dwangjuk gebracht of gehouder f
echter mis loopen als de geraeenteriu3tenmarkr
gemeester in hun geest aanstelde. -
Onwillekeurig denkt men bij het 5^
nige mededeelingen, aan het streven t
sonen door „meester van Oijeu" val
Bes eh
Hoe tyranniek onze te wachten
ook zij, de wetgever durfde het to' M A Sf
leerplicht onder hare bepalingen o^ordstraat.
gelijke dwang in het „klassieke
en die dwang ingevoerd door hen,
ralen, de „mannen der vrijheid." noemt.
inderdaad al te bar hebben geklonkm. 1*6
daar de Staat, van wien de dw*-'1***" moe\ëi
gaan, overal slechts één soort vf!)E.\ en
loovige liberale school, opricht, 'euwlantT
deze leerinrichting tevens reehtstrec
dwang zou zijn. 'aos
Intusschen, wat de algemeene wetgeveDES
dat zal thans in het meest liberale, lv?i St.
heidlievende" gedeelte des lands in de
Groningen, langs den weg der gemeentelijk]
ving beproefd worden. Een Yereeniging van'i
meesters in genoemde provincie heeft nl. een 011
verordening opgesteld van den volgenden inhot
Art. 1 Het is verboden tuin-, veld- of huis-]
te laten verrichten door kinderen, die den oud
van 12 jaren nog niet hebben bereikt.
Art. 2 Aansprakelijk en strafbaar wegens O'
ding van art. 1 zijn zij, door wie het kind m
beid of eenige dienstverrichting is belast, of hi
wieri het dien heeft verricht.