GHRISTELIJl-lIST0RISH BHD, V. all, Saterdag 2£> October. WET. -1/ d- HET ZUIDEN, Verschijnt, eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- wond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele norniners- 0,05. P. G. (Jitgêver i W IJ X M A IS MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1- regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Er is niet veel te noemen dat den mensch meer eerbied afdwingt dan de wet. Voor welk land, welke stad, welke vereeni- ging zelfs, de wetten gemaakt zijn, hetzij ze verordeningen, reglementen, bepalingen of nog anders heeten, zij zijn van verbindende kracht voor allen, die er onder leven. Dat wil nu niet zeggen dat de Perzen en Meden gelijk hadden, die elke wet voor on herroepelijk hielden. Onder veranderde omstan digheden behooren ook de wetten te veranderen, en der Perzen en Meden wet behoort tot het lang verledene. Met wetten maken, herzien en afschaffen zal altoos een gedeelte der menschheid zich bezig houden, maar steeds is het bedenkelijk, ja on geoorloofd, zich in strijd met bestaande wetten te gedragen, tenzij om des gewetens wil. Strijd tegen eene slechte wet is ten allen tijde plicht, verzet tegen eene wet is slechts zelden plicht matig. Hoedanig eene wet ook wezen moge, zij kan slechts worden afgeschaft door haren maker of zijne wettige opvolgers, in elk geval ook door den meerdere van den wetgever, maar nooit door zijn mindere. Ergerlijke aanmatiging" is het dus, als een mensch eene goddelijke wet zou willen te niet doen. Wonderlijk, oin niets meer te zeggen, klinkt het ook als wij hooren, dat mannen, geroepen om zoowel vau hoogerhand gegeven, als met hnnne medewerking gemaakte wetten te hand haven, naar eigen goedvinden ze toepassen of' buiten werking laten. Wij werden daarop opmerkzaam gemaakt door den heer van Berlekora, die in de meer bespro ken raadszitting van 14 October de vraag deed, of ook uitvoering gegeven wordt aan art. 33 der verordening op den geneeskundigen dienst, betreffende het wekelijksch onderzoek der ge prostitueerde vrouwen. (Het zij hier gezegd dat wij volstrekt geen voorstanders van dat onderzoek zijn. De over heid mag het kwaad bestrijden en straffen, maar niet reglementeeren. Eene overheid die zegt daar en met deze kunt gij veilig hoe- reeren, is ons een gruwel.) Intusschen, de verordening bestaat. Art. 3 omschrijft wat publieke huizen" zijn, art. 5 vergunt alleen de oprichtinj^-daarvan, wanneer de burgemeester daartoe schriftelijke toestem ming geeft, en art. 25 bedreigt straf tegen de overtreding. Ontduiking van de wet moet wor den nagespoord, en niet door de vingers gezien. Dat meent de heer van Berlekom met hetzelfde recht, als waarmede de heer A. J. van Hoek zeidede verordening moet of worden nage leefd, of worden ingetrokken. Uit aangehaalde jaarverslagen der gemeente werd aangetoond, dat men in de zes laatste jaren somtijds geen bijzonderheden van publieke huizen wist, en somtijds aan de verordening de hand hield. Nu echter antwoordde de burge meester dat er groote bezwaren bestaan tegen de toepassing er van, omdat het zoo moeilijk is het benoodigde bewijs te leveren, nogtans wil hij, daartoe aangezocht, niet medewerken aan het intrekken der verordening. Zoo blijft de verordening, de wetvan kracht. En zoo wordt er mede geschipperd. In de bekende zaak der muziekuitvoeringen op Zondag had de heer Snijders gewezen op de Zondagswet, eene wet welke zelfs meester van Oijenl*^- al keurt hij het herbergbezoek op Zondag niet af toch niet gaarne afgeschaft zou zien. 1) De heer W. A. van Hoek antwoordde daarop: Mocht men hier de zondagswet in ernst wil len toepassen waartegen ik volstrekt geen be zwaar zou hebben -dan zou men de fraaie gevolgen daarvan te zien krijgen, de uitvoering van die wet zou slechts de noodzakelijkheid harer afschaffing bewijzen." Hier erkent dus een raadslid, tevens rijks advocaat, dat eene rijkswet, door den koning uitgevaardigd, doodeenvoudig niet toegepast wordt. Hij spreekt van eene toepassing in ernst er dus ook toepassing van de wet zonder ernst. Hij spreekt van willen toepassen, er is dus ook bij gemeentebesturen onwil te vinden tegenover eene koninklijke wet. Zoo wordt er met de wet geschipperd. Wij zien dus een burgemeester, die in 1878 (het jaartal staat in de Middelb. Courant) eene verordening op publieke huizen toepast, en vóór en na dat jaar van geen publieke huizen weet. Wij zien een raadslid toepassing eener wet van wil of onwil afhankelijk achten. Wat moeten wij van die heeren denken? Aan de schoolwet, die kant en klaar ligt, en in haar slotartikel bepaalt, dat zij op zeker tijdstip door den koning in werking zal worden gebracht, is nog geen uitvoering gegeven. Alle Nederlanders hebben zich te gedragen naar de Zondagswet, en voor alle Middelburgers 1) Ik zou niet gaarne zien, dat men in Nederland de Zondagswet afschafte, en aan de inwoners, even als in België, vergunning gaf om op dien dag de gewone dagelijksche werkzaamheden te verrichten. Er ligt bepaald iets hinderlijks in voor het gevoel, wanneer men des Zondags in Gent of Brussel door de straten wandelt, en door velen het dagelij ksch werk ziet ver richten, terwijl anderen in ifondagskleederen naar de Kerk gaan. Weekbl. v. Z. V. W. D. geldt de verordening op de publieke hihi daar ter plaatse, maar de schoolwet i 1878 is nog in 's konings hand. En nu zijn die burgemeester en dat raad; juist de voornaamste personen, die, voon loopende op de' schoolwet, begonnen zijn op school A het schoolgeld met f 30 's ja te verlagen, omdat, als de nieuwe wet in werki komt, die school in eene goedkoope meisjessch zal worden veranderd. Hoe staat nu zoo iets tegenover de in w king zijnde wetten op de zondagsv"st en publieke huizen?? Nu weten we bovendien dat voor die schot] toen 't schoolgeld f 80 bedroeg, de opbreng,. w|rd geraamd op f 2933, dus van 36 a i leerlingen. De heer van Hoek heeft den rai voorgespiegeld dat bij afslag op f 50 (f lÖb' neden het schoolgehl op de christelijke meisje, school) de gemeente geen schade zou lijde door het toenemend aantal leerlingen, en n durft men de opkomst niet hoogÊr ramen d| 45 leerliugen, betalende samen f E5rm De gemeente lijdt dus door het voorproef der toekomstige schoolwet alvast f 683 schad En dat om gegoede ouders in 't schoolgeld i gemoet te komen Alleen aan tractementen voor het onderwijzen personeel kost die school aan de stad f 5201 aan schoolbehoeften, vuur en licht nog f 37( Reken nu maar eens uit hoeveel de. burgerij op toelegt onder de oude schoolwet van 185' en gevoel diepen eerbied voor de heeren die e schipperende met de wet, nog een kleine f 7( hebben bijgedaan uit den zak der burgerij, te behoeve van hoogstens 45 jongejuffertjes. Met alle macht dringen de liberalen" bij de nieuwe ministers op aan, om de schoc wet in werking te brengen; ze hebben er zei de mannen voor aangewezen, die de ministei als op dit punt niet volkomen betrouwbaar hunne oogen, tot spoed moeten aanzetten, en 't geld is er niet voor. Is dan strijd tegen de schoolwel geen pitch Te meer als wij zien hoe slof de»liberale: zijn met toepassing van wetten, die minder hunne kraam te pas komen? Ook omtrent andere maatregelen van 1 Middelburgsche gemeentebestuur zou heel w te zeggen en te vragen zijn. Op 't gymnasium (de latijnsehe sehool) l voorbeeld wordt voor 36, of zeg 40 leerlingf voor f 250 aan brandstof vereiseht, en op sch( F, in den Langen delft, zal men voor omtn 420 kinderen van minvermogenden slechts vc f 77 brandstof noodig hebben. Wie rekent dat na? Rekent men bij de minder goed gevo<;

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1