«HRISTELIJR-aiSTORISCH BLAD.
V. \W).
Zaterdag' 27 September.
HET ZUIDEN
Verschijut eiken Ma.a.nda.0, Woensdag en Vrijdag-
wond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele no miners- 0,05.
Uitgever
P. Gr. WIJTMAN,
TE
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1-
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
VEEKENNIN GE
ii.
De laatste verkiezing
Of rekent gij den uitslag niet? Wij voor ons reken
den zelfs den gang. Neen, gij boeit niet om gunst
van Katholieken, Conservatieven, in één woord Anti-
Liberalen. Gij hebt u die gunst niet gekocht ten
koste van eenig beginsel. Ook te midden van den
feilen verkiezingsstrijd hebt ge hun doen gevoelen
tegenstanders zijn en blijven we, al hebben we één
enkelen wen9ch gemeen. Gij hebt niet gecouliseerd
het louter toeval bracht hen tot u. Vergeet het niet,
christenlezer, net louter toeval is de hand van den
Ahnachtigen God, die u ook door uwe vijanden doet
dienen, of liever die Zijne zaak door goed- en kwaad
willigen doet trioinfeeren. En nu de uitslag zelve
waart gij niet klein onder zulk een zegen Zie 't
scheen een tijd lang, alsof de hemel daarboven en
't kerkhof beneden samen overeengestemd hadden, uw
strijd te vernietigen door uw druk te verhoogen en
uwe strijdkrachten te dunnen. Terwijl de liberalen al
stouter toon aansloegen, ohtvielen u uwe edelste man
nen en zoo het vertrouwen op God u niet gesteund
had, gij waart aan uzelf ontvallen. En thans? Elout,
uw edelman, de Savornin Lohman, uw rechtsgeleerde,
Keuchenius, uw wijsgeer, Elout, de rechterhand van
uw Groen, Lohman, de kampioen voor uwe vrijheid
en uw maatschappelijk recht, ook door den vijand
erkend. Keuchenius, wiens naam alleen uwen tegen
standers genoeg is ter herinnering, dat hij eenmaal
„uw hoofdman" was eu het nog kan zijn. Keuchenius
in wiens keuze Gocl u reeds bewijst, dat ge onder
het lijden geheiligd en ontwikkeld zijt, sinds den
tijd, dat dezelfde Keuchenius veroordeeld werd,
door u veroordeeld, door u miskend, omdat gij hem
niet begreept. In dat electedI submit" vergaf Keu
chenius u, in de stemmen van Gorkum toonde u God,
dat Hij ook het n vergeven had.
Let er op, mijn lezer! Hadt ge er op gerekend, dat
zij uw mandaat zouden aanvaarden Gaf het verleden
van liet drietal en hunne tegenwoordige positie u
eenigermate hcop, dit te vermoeden? Van waar die
bereidwilligheid, die zelfovergave bij den zeventigja-
rben grijsaard, bij den raadsheer, die vroeger zich
aan de keuze onttrok, bij een Keuchenius met zijn
verleden en lieden. „Elected, I submit," hadt ge het
bij allen niet tc danken aan uw druk, door
hen medegevoeld.
En nog meer. Er ontwaakt een beginsel van rechtsge
voel. Uwe krachtsontwikkeling werd door uwe heftigste
vijanden erkend, bijgevolg ook uwe kracht, ergo ook
uw bestaan. Bevreemdde uwe krachtsontwikkeling?
Had men er thans eerbied voor? En heugt het u
nog, hoezeer men vroeger uw beslaau ontkende, uw
getal bespotte? Hoe nu? Dwaalde men voorheen?
Men was anders bout genoeg, ooi anderen in den
waan te brengen, dat men niet dwalen kon Men
moest dan moedwillig dwalen, want meermalen werd
men voor die dwaling gewaarschuwd. Men begint
nu te gelooven, dat ge „acht plaatsen bezettende,
slechts acht, ten gevolg eener ongelukkige kieswet,
eigenlijk recht had op „minstens zestien."
Men vindt het tijd, dat de kieswet herzien, de kies
districten op nieuw geregeld worden. Men rekent met
u en met uw kalm verzet. Dat heeft men vroeger
niet gedaan. De gewetens uwer tegenstanders gaan
aanvankelijk met u getuigen. Veel hielp daartoe mede.
Allereerst de misrekening in het liberale kamp.
De ministerieele crisis.
Men had zich in zijn held bedrogen. De trotsche
tempel, op Kappeyne's studeerkamer geteekend en
een oogwenk te kijk gesteld voor de volksvertegen
woordiging, was o zoo mooi! Helaas, toen de bouw
heer daar buiten zou gaan bouwen, bleken de maat
schappelijke zuilen te zwak, om het trotsche koepeldak
te dragen. Moens was ontevreden, van Houten was
er gansch niet over gemutst, Kappeyne gevoelde zich
miskend. Het liberale kamp wes verdeelddoch uit
genade zou men dan toch den „mislukten held" nog
een poos steunen, om te zien, of hij beterschap be
loofde. Edoch, de held had genoeg van regeeren en
genoeg Jvan de liberale meerderheid en nog eens ge
noeg van al die minderheden. En Kappeyne liep weg,
eer hij nog cene minderheid onderdrukt had en nog
altijd heeft hij de mooie teekening op den ministe-
rieelen Schrijftafel laten liggen. Die last heeft ze te
aanvaarden't lijkt er op, of ze aan den meest
biedende zal verkocht worden
Doch wat was gebleken Dat ook de liberaal bij
uitnemendheid geen kans zag de eischen der liberalen
in overeenstemming te brengen met de eischen van
het practisch leven, omdat dit laatste zich kant tegen
de tirannie eener partij-regeering. Dat al het.drijven
en jagen der liberale club onzin was en alleen uit
partijwoede geboren werd. Zoo dacht men in stilte,
zoo prediken de afvalligen reeds in het openbaar.
Ziet ge wel, dat we ^zedelijk winnen, schrede voor
schrede Regeeren scheen kinderspel en wie speelde
zulk een spelletje? Het veelbelovend ministerie der
hooggeloafde liberalen. Kappeyne zou weer blijven-
Neen, hij zon aftreden, 't Is weer veranderd, hij blijft
als't Volk kreeg er genoeg van, spotte er mede
en de liberalen haastten zich hun held te verguizen.
Eeue opdracht tot Kabinets-formatie ging uit en
scheen al weder dom genoeg, alleen rekening te
houden met de „liberale meerderheid". Zij werd
bijeengeroepen, met haar werd beraadslaagd. Slechte
spelers Men liet te veel den aap uit de mouw ste
ken. Al weder gevoelde het gansche volk, dat de
regeering eene zekere partij naar de oogeu wilde zien.
De schuld der liberalen werd in de oogen der natie
vermeerderd en men riep er wrake over. Zoo sterk,
dat de liberalen zich genoopt gevoelden, de handeling,
op zijn zachtst genomen, als „onvoorzichtig" te
karakteriseeren.
'tWas dan ook gewaagd, zoo te beginnen. In die
hooggeloofde, ontwikkelde, denkende, alles-durvende
en alles-wagende meerderheid der natie scheen geen
Stal mannen te zijn, die den moed hadden, Kappeyne's
erfenis te aanvaarden. Waarlijk, indien hij zelf niet
weggeloopen ware, we zouden eerbied voor hem kun
nen hebben. Doch, armzalig beginsel, dat slechts man
nen van de theorie kweekt en arm land, naar zulk
een beginsel geregeerd.
Eindelijk, daar werd gefluisterd, daar liepen ge
ruchten. De wind waaide uit zekeren bekenden hot
en wij fronsten de wenkbrauwen. Heemskerk
van Lijnden och, 't was lood om oud ijze
Helaas, dat het ons zoo onverschillig zijn moest, dot
we kenden beiden. Eindelijk kwam er zekerheid. Va
Lijnden was met de aanvulling der minister-zete
belast. Van Lijnden, treuriger gedachtenis Het v.oo
heen anti-revolutionaire kamerlid, van wien thatfs
anti-revolutionaire kamerleden niets wachten. Vï
LijndeD, de oud-minister, die den broeder ten ovei
staan der vijanden in het aangezicht sloeg en de zat
der broederen met een glimlachendNgelaal hielp-a
breken. Van Lijnden, de zwalpende candrt^aj^vt
Goes, die liever over zijn verleden in de kamer spra
dan over zijn gewraakt heden en de vragen voor
toekomst afsneed met een „Hoe kunt ge ande
van mij wachten
RECTIFICATIE.
In ons vorig artikel, kolom 1 regel 2 van ond
staat: ,voor den dood", moet zijn: voor de daad".
Middelburg, 26 September 1879.
Nadat gedurende eenigen tijd in (k TiïïëM&~XÈmm
was gesproken over onze handelspolitiek, en nadat!
minister van financiën de vrije handelspolitiek ht
verdedigd was de schoolwet-paragraaf aan de ord
Door den heer Elout was voorgesteld bij de uildru
king van vertrouwen der aanstaande invoering d
wet te voegen ook met toekenning der rechten v>
een aanzienlijk deel der natie.
De heer Elout wenschte door deze bijvoeging, m
aanvaarding der plichten om zorg te dragen voor b
hoorlijk onderwijs, de vrijheid der ouders voor
keuze van onderwijs aau hunne kinderen te doen et
biedigen. De heer Scliiramelpenninck van der O
stond het krachtigst den voorsteller ter zijde. I
betoogde dat de ministers van Golstein en van
den in GS en 69 dergelijke amendementen hadd
voorgesteld of gesteund. l)e heer Schiramelpennin
meende ook eenige woorden tot den minister v
Lynden te moeten richten. Om het belang der za
laten we hier het woord van den heer Schimmelpt
ninck zoowel als dat van den minister volgen
De heer Schimmelpenninck
De minister heef; in de Eerste Kamer een bert
gedaan op de welwillendheid der Volksvertege
woordiging, dus ook van de anti-revolutiona
partij. De heer Van Lijnden heeft behoord tot
school van den heer Groen, hij heeft zich eenmaal i
een Christen Staatsman genoemd. Waar zulk i
Staatsman verklaart de positie van Minister niet v
langd te hebben, moet men hem gelooven. Als all
plichtbesef zonder beginselverzaking hem tr toe b
gedreven, dan, zoolang de goede Hollandsclie trc
niet geheel verdwenen was, heb ik de overi
ging, dat nooit de heer Van Lynden, een man,
de wet van Van der Brugghen door de motie-Wa:
naer had veroordeeld, die gestreden en gestemd 1
voor onze rechten, klakkeloos een wet zou uitvoe
die verder gaat dan de door hem veroordeelde
van den Minister Van der Brugghen. j
De heer baron van Lynden van Sandenburg:
„Eén woord mag ik niet met stilzwijgen voorl
gaan. Ieder, die hecht aan positief geloof, zeide de 1
Van der Hoeven, moet de.zijde kiezen van de te°
standers der schoolwet. Er' zijn zaken, die men
het Parlement niet gaarne, bespreekt, maar er zijn
oogeublikken, waarop men niet moet terugdeinzen,
te zeggeu, wat men gelooft. Ten aanhoore mi.
vrienden (de Minister zag rechts), wil ik ééns vo