CHRIST1LIJK'HIST0RISCI BLAD.
.V. 496.
Zaterdag 20 September.
HET ZUIDEN
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele noramers- 0,05.
Uitgever:
P. O. WIJTMAN,
te
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.Familie-berichtenvan 1 1
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 19 September 1879.
Nadat de heer van Lijnden aan de Eerste Kamer
ïeden had gegeven van de tegenwoordigheid van het
nieuwe kabinet (zie ons vorig nummer) kwam de
heer Duymaer van Twist, lid der Eerste Kamer, het
zijne voegen bij de geboortegeschiedenis van dit kabinet.
Zeer verzoenend kwam de premier verkondigen dat
het ministerie geboren was uit de omstandigheden,
en in zijn samenstelling reeds aangafin welken geest
zou geregeerd worden. Geregeerd worden met kracht,
natuurlijk, welke regeering zou beginnen met
zwakheid te belijden?
Of het ook door den drang der omstandigheden
was dat de heeren Heemskerk, van der Loeft' en anderen
gevraagd werden, maar weigerden, dat meldde de
president-minister niet.
De heer Duymaer van Twist, dezelfde die onlangs
van dezelfde plaats, een goed woord sprak tot behoud
van het ministerie Kappeyne, was nu de eerste, om,
ha de troonrede, dit ministerie welkom te heeten. Na
de vrijwillige aftreding der liberale, als rege
ringspartij, en bij het gemis aan regeerkracht van alle
andere partijen, is een verzoenend kabinet als het
tegenwoordige zoo meende de heer van Twist het
eenig mogelijke.
Met de samenstelling van het nieuwe kabinet was
de heer van Twist, omdat het 't eenig mogelijke was,
dus ingenomen. Maar wat zal het ministerie doen?
Dat was een vraag die in de hoogste mate de publieke
opinie in de laatste dagen bezig hield. En op die
vraag is een antwoord in de troonrede gegeven dat
voor spreker, zoowel als voor de liberale partij bevre
digend mag heeten. Vooral het kardinale punt, na
melijk de toezegging van de invoering der wet op het
lager onderwijs is zeer bevredigend.
Toch heeft bij al dien lof de liberale partij en
haar tolk iu de Kamer der hoogstaangeslagenen, nog
wel eenig bezwaar. Hoe zal het in de practijk met de
onderlinge samenwerking gaan. Zal het niet te meer
moeilijkheden opleveren, naarmate het kabinet van
meer verschillende zijden is samengekomen
De heer van Lijnden bracht wederkeerig, zijne be
leefdheidsbetuigingen aan "de Kamer. Er was een bijna
ongekende welwillendheid tusschen de liberale partij
en den premier. Hij verklaarde als hij 't oog ves
tigt op de mannen, die hem hebben omringd om
de moeielijke regeeringstaak met hem 1e deelen, en
op de verschillende zijden waaruit zij zijn voortgeko
men, en hij vraagt dan wijders of daarin op zich
zelf niet eene groote moeielijkheid is gelegen, te
•meeuen grond te hebben voor het antwoord, dat, als
hij de medewerking der Vertegenwoordiging meent te
mogen verwachten, die verwachting niet ijdel zal zijn,
zoolang er uitzicht bestaat op de goede verstandhou
ding en samenwerking tusschen de leden van het
kabinet onderling.
Onder de staatsstukkken die geheel vormelijk, zonder
eenige gedachte of waarde de wereld worden inge
zonden, behoort ongetwijfeld wel een adres van ant
woord als gisteren door de Kerete Kamer werd vast
gesteld.
De Troonrede heeft' gezegd -.
Mijn: heeren Het is mij. aangenaam, de vertegen
woordigers van het Nederlandsche volk weder bijeen
te zien.
De Eerste Kamer antwoordt
Sire
De Eerste Kamer der Staten-Generaal verheugde
zich, Uwe Majesteit weder te midden der Vertegen
woordiging te zien.
De Koning zegt
Mijne betrekkingen met de vreemde mogendheden
zijn van den meest vriendschappelijken aard.
en de Eerste Kamer
Aangenaam was het ons te vernemen, dat onze
betrekkingen met de vreemde Mogendheden van den
meest vriendschappelijken aard zijn.
In de troonrede heet het
Handhaving van de vrijgevige beginselen ten aan
zien van handel en nijverheid, waarbij het vaderland
steeds wel heeft gevaren, blijve, nevens de verbetering
onzer handelswegen, het middel om de veerkracht
des volks te steunen en de welvaart te bevorderen.
En in de Kamer
Wij wenschen even als Uwe Majesteit dat de hand
having der vrijgevige handelspolitiek, gepaard aan
krachtige verbetering onzer haudelswegen, het mid
del zal zijn om de veerkracht des volks op te wek
ken en de welvaart te verhoogen.
Op de koninklijke mededeeling
Ik stel mij voor de herziene wet op het lager ou
derwijs zoo spoedig in te voeren^ als de daartoe nog
noodige voorbereiding toelaat,
wordt geantwoord
Wij verwachten invoering van de door de wetge
vende macht vastgestelde en bekrachtigde wet cp
het lager onderwijs, zoo spoedig als de daartoe nog
noodige voorbereiding toelaat.
We zullen het hierbij laten. Onze lezers begrijpen
dat de overige deelen van het adres 7an hetzelfde ge
halte zijn.
In de redevoering door professor Scholten uitge
sproken bij de overdracht van het rectoraat aan de
Leirhche Iloogeschool werd o. a. gezegd dat de heer
Modderman, thans Minister van Justitie, zijn hoog-
leeraarsambt niet zal nederleggen, ,/maar na zijn
diensttijd, aan de algemeene belangen des lands ge-
wij 1, te hebben volbracht volgens besluit van 6 Sep
tember 11. in ons midden zal wederkeeren".
Het is nog niet bekend, welke regeling er getroffen
is om voor den heer Modderman, totdat hij zijn taak
als Minister niet langer meent te moeten voortzetten,
den leerstoel aan deze academie open te houden.
De heer mr. JV. II. Dullert voor de elfde maal tot
voorzitter der Tweede Kamer door Z. M. benoemd,
aanvaardde dit ambt met de volgende rede:
Mijne heeren
Opnieuw door uw vertouwen en 's Konings keuze
geroepen tot de eervolle taak ora als uw voorzitter op
te treden, beschouw ik het als mijn plicht u daarvoor
mijnen dank te betuigen. Een beroep op uw steun en
medewerking doe ik niet, daar eene langdurige onder
vinding mij de zekerheid gegeven heeft, dat ik daarop
rekenen mag.
„Bij een terugblik op het afgeloopen zittingjaar kan
niet ontkend worden, dat daarin op wetgevend gebied
niet zooveel tot stand is gekomen, als wij geweuscht
hadden en verwachtten.
„De reder, daarvan wijst zich als van zelve aan in
de aftreding van de vorige raadslieden der kroon."
„Onvruchtbaar mag echter het afgeloopen jaar niet
geuoemd worden, want daarin is veel voorbereid, dat,
bij medewerking der regeering, binnen korten tijd tot
vaststelling van verschillende wetsvoorstellen kan
leiden.
„Behalve de afdoening van aanhangig gebleven
wetsontwerpen, kunnen wij rekenen op de indienii
van andere, waarop de Troonrede doelt, en wacht o
bovenal de behandeling van het nieuwe Wetboek v;
Strafrecht. Zullen wij dat wetsvoorstel doelmatig
met spoed behandelen, dan blijft het mijne overtu
ging, dat wijziging van meerdere bepalingen in oi
reglement van orde dringend noodig is. Een daart
strekkend voorstel is bij u aanhangig, en ik hoop i
Kamer spoedig in de gelegenheid te stellen daaroi
trent te beslissen.
„De taak die ons wacht is dus weder veel omva
tend en gewichtig. Laat ons die met moed en opg
wektheid opvatten.
„Bij den vasten wil, dien ik bij u onderstel
's lands belangen boven alles te bevorderen, rekent
er op dat gij allen, ook bij verschil van sAeenins^J
gewichtige punten, bereid zult bevonden wor'ctenS
mede te werken tot vaststelling van al datgeen, v
door u voor het vaderland nuttig en goed gekeu
wordt. Tot die samenwerking roep ik u met vertro
wen op.
„Ik verklaar het voorzitterschap van de Twee
Kamer te aanvaarden."
Naar aanleiding van de bezwaren ingebracht teg
de verkiezing van den heer du Tour in Utrech schrij
de Standaard
Of een kieslijst goed is of niet, houdt op een vr,a
te zijn, zoodra ze in „staat van ggs-'jvbW |g
en dat is ze, zoodra de termijn voor protest
protest is voorbijgaan. 'ƒ1
Zelfs al vond de Kamer goed, de gedaoe verk:
zing te vernietigen, dan zou bij de nieuwe verkiezi
toch weer volgens diezelfde foutieve lijst gestel
moeten worden; en indien de burgemeester van Hi
melen aan de 7 gewraakte personen de gelegenhi
tot stemming onthield, zou de aldus gedane verkiezi
ongeldig en onwettig zijn.
Is er verzuim geweest, dau kan de Begeering d
wege den Burgermeester op zijn vingers tikken,
dat ware raadzaam. Maar Du Tour's verkiezing er i
ongedaan maken, dat kan de Kamer niet.
Ook het Vaderland is van dezelfde meening.
Het behoort o. i. geconstateerd te worden, -
geen der leden van de antirevolutionaire partij iie
Tweede Kamer gekozen is tot lid der commissie
redactie voor het adres van antwoord op de troonre
Die commissie bestaat uit 5 leden, 3 liberalen,
Delden, Moens en Viruly) 1 Conservatief (Wintge
1 Boomsch (Luijben.)
Onder de vijf voorzitters der afdeelingen kon
3 liberalen (van Delden, Crerners, Lenting) voor
twee conservatieven (Witgens en Corver Hooft).
Een staaltje van de vrij zinnigheid der kamerled
of vanonbekwaamheid in auderer oog
de anti-revolutionaire leden, waaronder ook El(
van der Hoop en Lohman b:hooren.
Met korte woorden gaven we iu ons vorig norm
den indruk weder, dien de troonrede op de voornaar
organen der liberale en antirevolutionaire partij
gemaakt. Nog een enkel woord over de houding
Boomschen tegenover dit kabinet.
We geven daartoe het woord aan de Tijd. jno
„Het is volkomen overbodig, onze verhoudi^
de Begeering verder te teekeuen. Wij zoudeningQ
spraak komen met al hetgeen het katholieke kn
landsche volk sinds jaren in woord en daac
beleden, wat. het nog laatstelijk in zijn adresse^,
bevestigd; wij zouden het Mandement, onzer biss.^
pen niet langer als onzen regel en onze wet erke
indien wij met het oog op de verklaring (der Schoo
aan deze Begeering niet openlijk ons vertrouwen
zeiden. Andere punten van verschil mogen een onzijj