G H RIS Tl L IJ K-HIS T O ft IS G H BLAD. V. 48a. Dinsdag' 2 September. tSolheit - maar met dlüereit randen. Middelburg, 1 September 1879. HET ZUIDEN. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden franco f 1,50 Enkele nommers- 0,05 F\ O. Uitgever WIJTMAN, MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1G regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Wolken pakken zich samen. Donkere wolken. Daar hangt een zwarte onweerslucht boven het kamp der anti-revolutionairen. [En, eerlijk willen wij het erkennen, bange vrees vervult ons hart met het oog op de dingen,die komen zullen. Het aftreden van het Ministerie Kappeijne was voor ons een tijd van ademhalen. Het was ons als onze vaderen, toen er matiging kwam in het uitvoeren der bloedplakkaten. Maar dat gevoel van verlichting is voorbij. Een angstige nachtmerrie beklemt ons de borst. Met klim mende spanning zien wij de toekomst tegen. Wat rustte, zal ten uitvoer gelegd worden. Onverbiddelijk en meêdoogenloos zal het drei gende Damocleszwaard neervallen. Hoe zullen wij het Ministerie van Lijnden karakteriseeren? Wij kunnen dat niet, omdat het geen kleur en geen karakter heeft. Dit alleen weten wij, dat het zal trachten te doen, wat aan een Ministerie Kappeijne onmogelijk was den tegenstand der anti-revolutionairen te breken, vooral door verwarring, zoo mogelijk, in hunne gelederen te brengen. En daar is eenige kans op. Enkele der onzen zullen in het tegen over ons liggend kamp, de kleuren onzer party, al is het verbleekt en slechts in een enkelen vederbosch, zichtbaar, meenen te herkennen. En, best mogelijk dat een of twee van de leden van dit Ministerie op godsdienstig ge bied staan aan de zijde der orthodoxen. Zeer adker dat er zich achtenswaardige personen onder bevinden. Denkelijk dat zij op zedelijk gebied voorstellen zullen doen, die weerklank vinden ook in het hart der onzen, b. v. om de prostitutie tegen te gaan en den drankver koop te bemoeielijken. Het zal ons zelfs niet verwonderen als dit Ministerie zal trachten een einde te maken aan hetgeen duizenden in den lande met weerzin vervultschutters gevangen te zetten, die op den Dag des Hoeren weigeren te exerceeren. Alles best mogelijk. En ook, dat zij daar door het hart van velen in den lande zullen stelen, vooral van de gemoedelijken, die minder naar beginselen, maar meer naar zicht- en tastbare dingen zullen vragen en daarom dit Ministerie hemelhoog zullen verheffen. Maar wat ook gedaan zal worden om den hoofdaanval te verbergen en enkelen van de onzen te misleiden en in te nemen, wij wen- schen op den uitkijk te blijven staan en niet tegenstaande alle vuurwerk rondom ons, ons oog te blijven vestigen op de donkere onweers- j wolk boven ons, die zich steeds verzwaart en op het onverwachts kan losbarsten. En die onweerswolk is de vreeselijke school wet van 1878, door Kappeijne gereed gemaakt, maar angstig weggeborgen, doch die nu onder het Ministerie van Lijnden zal worden uitge voerd. O, bij al het ontzettende, dat voor ons en onze kinderen in de uitvoering is dier school wet en ons hart van angst en vrees doet ineen krimpen, is dit bovendien het diepsmartelijke en grievende in deze zaak, dat de eerst zoo welsprekende kampioen voor Christelijk onder wijs, thans het schavot bouwt en de guillotine in werking zal brengen, die dat onderwijs zal moeten onthoofden. Laat toch niemand zich gerust stellen, of troosten met de gedachte, dat onder v. Lijnden zoo iets nooit zal gebeurendat er geen geld zal kunnen worden gevonden, om de schoolwet ten uitvoer te brengen. Aan de uitvoering dier schoolwet is, menschelijker wijze gesproken, geen twijfel meer. En het geld zal worden ge vonden, in werkelijkheid of op papier, t v. door hier of daar op de begrooting bezuiniging aan te brengen, door andere dingen te laten rusten, die anders aan de orde zouden zijn, door kunstig gecreëerde en becijferde saldo's, door nieuwe be lasting, of op wat wijze ook. En is dan eenmaal de schoolwet in werking, welnu, dan moet het geld er zijn, het kome \an waar het wil, om het eens bestaande te doen voortduren. De moei lijkste stap is de eerstehet ten uitvoer leggen der schoolwet. Is dit eens werkelijkheid, dan moet men geld zien te kloppen uit de steeds platter wordende beurzen der Nederlanders. En die beurzen, eens zoo goed gevuld, zijn in de laatste jaren, door allerlei oorzaak, voor het grootste gedeelte van huh id houd ontledigd. Eerst zijn de effectenhouders van honderden millioenen beroofd. Daarna zijn de handelaars ingeteerd en verarmd. En nu heeft eindelijk de landman een drie of viertal jaren doorleefd, die dezen stand met armoede bedreigt. Daarbij is de weelde in gemeente-uitgaven in alle gemeenten, maar bovenal in de grootere steden verbazend toegenomen en is in de laatste jaren een schuldenlast in het leven geroepen, die niet alleen nooit meer zal kunnen worden gedelgd, maar waarvan de rente eindelijk niet meer zal kunnen worden betaald. Wij staan overal voor geldelijke ai gr on den en dreigende bankroeten. En, niettegenstaande dat, de invoering van een schoolwet, die de jaarlijksche uitgaven met eenige millioenen zal doen stijgen En boven dat alles, voor de Christenen in Nederland, het onderhoud hunner eigene scholen Waar moet het heen als in vele gemeente] reeds nu meer dan de tiende penning word geheven? r Voorzeker de hemel is met zwarte wolkèi bedekt. Doch, hoe dreigend ook, die wólkèi hebben zilveren randen Daarboven is het licht en blijft het licht, er dat licht kleurt de randen der onweerswolk. Daarboven woont en troont onze God, bi Wien uitkomsten zijn. Hjj heeft eens Achi- tofels raad te schande gemaakt en kan nog verlossing doen dagen. Dan draagt de druk en dreiging de heerlyiTl vruchten. Nooit was er onder de Christei&l zooveel aaneensluiting, zoovéél eenheid, zoovt geestkracht. Broeders, die vroeger gescheid waren, reiken nu elkaar de hand. Tegen'aar de doodelijke stilte van weleer, is nu een g getuigen in dag- en weekbladen, waarvan mei vroeger niet droomde. De verbleekte vaandel* zijn vernieuwd en de kleine bende, die vooi weinige jaren nog schuchter wegschool, is tot een legertros aangegroeid, die den vijand niét ontrolde banieren te gemoet durft treden. Hef schijnbaar kwaad is ons ten goede geweest. Nog nooit is er zooveel geofferd en het is alsof de gemeenschappelijke nood velen er toe drijft, om, waar geen geld meer kan worden gegeven, dan de gouden versierselen in de offerkist t€ werpen. O, waar wij bevend opzien naar de donkere wolken, daar is het toch tevens dankende voor de zilveren randen, die Gods genade daar om heen ons te aanschouwen geeft. En die randen verblinden ons oog niet voor de donkerheid der wolken, maar doen ons ho pen op Hem, die hooger is dan alle wolkei' en machtiger, dan al wat zich hier beneden tegen Hem verzet. Het Wageningsch Weekbladdat aanvankelijk dit Ministerie gunstiger beoordeelde dan de Standaard plaatst zich in zijn laatste nummer geheel aan de zijde van laatstgenoemd Dagblad. Het geeft hiervan reken schap in de woorden: „er schijnen achter de coulises dingen te gebeuren en aanvallen beraamd te worden, die 't daglicht niet mogen aanschouwen." Daarop lezen wij in genoemd Weekblad het vol gende: „In hoofdzaak stellen wij ons solidair ruede aansprakelijk voor wat de Standaard ten deze doet en zegt. Komt uit wat bijna zekerheid heeft, dan is het moeielijk zijn verontwaardiging geen lucht te geven in onparlementaire vormen. Dat de liberale bladen voor deze dingen geen oog en hart hebben, is even verklaarbaar als immoreel? Het bedrag der collecte voor de school met den

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1