CHRISTELIJR-RIST0R1SGH BLAD. .V. 474. Doi de Britt dag 31 Juli. et dor HET ZUIDEN Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1»50 Enkele nommers- 0,05 Uitgever P. G. W IJ T M A N, te MID D ELBURG-. Prijs der jfe tot ^entiën; Per regel 15 ets. ;jjamilie-berichten van^hq regels ƒ1,Iedq^Rsgel meer 15 cents. Liefdegaven 10 c^fi per regel. l\ GOWS II WIK Van oudsher hebben de menschen zich bezig gehouden met het beoordeelen van het aan schijn des hemels. De vernuftige bewoners der onmetelijke Chaldeeuwsche vlakte zochten reeds zes eeuwen vóór onze jaartelling op hunne massive torens, heuvels van gedroogde en gebakken klei, in den loop der hemel lichamen de oplossing van geheel andere raad sels dan onze hedendaagsche waarnemers voorzien van groote en uiterst fijne werktui gen, met stalen volharding zoeken. Zonder twijfel hebben de Chaldeërs eh Magiërs het in hunnen tijd ver gebracht in de kennis van het weder, sene kennisvan het grootste belang voor hunne dagelijksche waarnemingen. Bij alle volken ontmoet men de zucht om het weder waar te nemen niet alleen, maar ook het verlangen om het naar 's menschen zin te regelen zelfs. Heidenen van de onbe schaafdste soort, in het heete Afrika, hebben priesters onder den wonderlijken titel van regen makers en de Chinees zet zijn afgod, dien hij te vergeefs om regen smeekte, eindelijk wan hopig buiten den tempel in de brandende zon, opdat hij eens recht gevoele hoeveel de mensch- heid lijdt bij verschroeiende zomerhitte. Bij het weder hebben dan ook alle menschen belang, de welvaart, het genot van ieder hangt er meer of minder rechtstreeks van af, en voor velen is het zeer wenschelyk, niet het minst voor den landbouwer en den zeeman, om te weten hoe het weder in de naaste toekomst Wezen zal. Niet gering zijn daarom de verdiensten van hen, die gewapend n^et over de geheele aarde Verzamelde waarnemingen, geholpen door de snelheid der electriciteit, waarschuwingen zenden van naderei;den storm aan den zeilrêe liggenden zeeman, en de waarschijnlijkheid van regen den landbouwer verkondigen. Nogtans, bij al de hulpmiddelen der weten schap, blijkt het maar al te" zeer dat de weer- voorspellers profeten zijn die brood eten". Niets is meer geschikt om den mensch zijne onmacht te doen gevoelen, dan de naspeuring der werking van natuurkrachten, en hoe hooger hij daarbij klimt op de ladder van oorzaak en gevolg, des te meer zal hij erkennen dat de hoogste oorzaak ligt boven het bereik van men- Schelijke waarneming, dat zij ligt in de hand Gods. Alle op waarnemingen gegrondde voorspel lingen omtrent hetgeen zal gebeuren in den dampkring, die weinig hooger dan het hoogste gebergte onze aarde omgeeft, al die voor spellingen herinneren ons de woorden des Hee- ren: »Als het avond geworden is zegt gij: Schoon weder, want de hemel is rood. En des morgens: Heden onweder, want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de teekenen der tijden niet onderscheiden?" Eene herinnering hieraan is niet overbodig. Van peilschaal, barometer, thermometer en donkere wolken hebben wij den blik af te wen den naar de doorweekte dijken, akkers en wei landen, en van de voorspellingen der feilbare menschen hebben wij af te zien, om op te zien tot God. Wij hebben te bedenken dat Hij, die Zijne ster den wijzen, aan Noach Zijnen boog ten teeken stelde, ook ons iets te zeggen heeft, als Hij Zijne wolken gebiedt den regen op on evenredige wijze op aarde te verdeelen. De knapste weerkundigen kunnen slechts mededeelen wat zy aanschouwen, wat hunne ge voelige werktuigen aanwijzen. Eene geringe slechts in de oogen der nietige menschen groote verplaatsing der wateren boven het uitspansel heeft ten gevolge dat ginds de rijst wegens watergebrek niet ontkiemt, en dat hier het voedsel voor mensch en dier wegdrijft en verrot. Eene verhitting of afkoeling, gering bij Hem, die de gloeiende zon schiep en de polen der aarde in ijs en sneeuw hulde slechts groot op het gevoel van zwakke stervelingen en allerlei krankheden stijgen op uit den blootgelegden boden van meer en plas, de wor tels verdorren in het dunne bovenlaagje der aarde, dat alle schepselen voedt, of de bloesem valt af, de wijnstok weigert zijne vrucht, de zijderups sterft, de zomer geeft geen geuoeg- zamen voorraad voor den na korte afwezigheid wederkeerenden winter, geen grondstof genoeg voor den handenarbeid van beele bevolkingen. Als in onze dagen de kennis steeds hooger vlucht neemt, de voortbrengende kracht van den bodem tot in het uiterste wordt becijferd, komt God oüs herinneren dat Hij den wasdom geeft, dat het gerijpte en gemaaide nog in Zijne hand is. Hij dwingt ons om ons zei ven af te vragen, of wij doen hetgeen recht is in Zijne oogen, 'waarom Hij ons den staf des broods breekt. Uit menig bezwaard gemoed steeg in de laatste dagen de bede O Godbewaar het veldgewas, Dat d'akkers ons voorspelden Het ligt als in een waterplas Op onze drassche velden. O Gij die onzen koranier ziet, Gebied de wolken dat zij niet Des landmans hoop verwoesten. Wij hebben de wisse belofte, dat al de dagen dezer aarde, dus zoolang de tegenwoordige be deeling duurt, zaaiing en oogst niet zullen ophouden, nogtans zijn de zeven jaren des hong< in Egypte en omliggende landen, de drie jar der droogte in Israël bij herhaling gevo) door tijden van gebrek in alle landennu hi dan daar, opdat de mensch verschrikt wor als God Zijn aangezicht verbergt. En als ons weder met ontferming aanziet, met wari zonnestralen het half verdronken land verkwil met zegenrijke hand ons meer mededeelt d wij nog durfden verwachten, dan past het o dankend neder te knielen, en tevens ëene be op te zenden voor land- en natuurgenoot* Middelburg, 30 Juli 1879. De verkiezing van een lid der provinciale stal van Zeeland, ter vervanging van wijlen den heerl M. Hennequin, in het hoofdkiesdistrict' Sluis, a ingevolge besluit van Gedeputeerde staten, plaats fcl ben Dinsdag 12 Augustus aanstaande en de herstel raing zoo noodig Dinsdag den 26en dier maail De concessie voor den stoombootdienst denYlake, waartoe in de laatste zitting vinciale Staten van Zeeland besloten is, Gedeputeerde Staten gegund aan J. Smi*^ Diepenveen en van der Bent, tegen een subsidie f 11000 in de 4 jaren. Mr. J. A. van Iloek is tot lid van den Middel burgschen gemeenteraad gekozen met 123 stemmer Op mr. D. G. van Teijlingen waren 59 stemme uitgebracht. Het aantal kiezers bedraagt 835 Bij voortduring komen treurige berichten van d oevers der rivieren Maas, Waal en IJsel. Uit Linden schrijft men Omstreeks één uur Maandag nacht was men óratren den toestand vrij zeker. Vooral bij de Lindensct sluis stond in den vorm van een halve maan, m< de sluis als middenpunt, een flinke bekading vanriji werk en aarde en het was in den stillen zomernacl een fantastisch gezicht, een honderdtal lichten- öp watervlakte te zien zweven, terwijl de rivier, die i zoo verraderlijk kalm uitzag, tot den rand der vei schausiDg gestegeD, als 't ware met de hand ko worden gegrepen. De luitenant-kolonel kommandant van het garnizoi was omtrent dien tijd in persoon op het bedreigt puut aanwezig, om zich aangaande den toestai zij ik r manschappen te overtuigen. Omstreeks één uur in den nacht rukte een tweei detachement ook sterk 160 onderofficieren en rhai schappen, onder bevel van de luitenants Mansfeld Poulust, naar den bovenmond bij Cuyk, tèneindeot daar hulp te verleenen. Te Cuyk aaugekomen, w deze niet meer noodig, daar omstreeks half tien i bekading op twee punten was bezweken en de rivi bovendien over een lengte van 300 M. en 32 c2 verval over de bekading liep. Het volk, door ei arbeid van driemaal vier en twintig uren uitgepi had den strijd opgegeven. Gisteren ochtend omstree 10 uren waren de beide detachementen in het g nizoen terug. De doorbraak werkte met ongeveer 80 cM. I overige gedeelte der bekading te Cuyk en de aan de sluis bij Linden bleven weerstand bieden. I opzichter van den waterstaat was dag en nacht óp b punten zooveel doenlijk tegenwoordig.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1