OIIRISTILIJR-HISTORISGII BLAD.
473
llinsdag* 29 Juli.
ET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50
Enkele nommers- 0,05
Uitgever:
P. O. WIJTMAN,
te
jVEIDDELBTJRA
Prijs der AdvkrtenTiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten 'van 1-^
regels ƒ1,leder '1 egel meer 15 cents. 1
Liefdegaven 10 cel °7.'per regel.
CRISIS.
Toen zij dagen achtereen niets dan lucht en
water gezien hadden, zei de zoon van een kof
schipper tot zijn vader: als moeder nu eens
wist waar we zijn. Met een zucht antwoordde
de oude de kaptein is altoos de ouwe
ach, wisten we 't zelf maar
Het gesprek, daar op die afgedreven kof tus-
schen vader en zoon gehouden, wordt in aller
lei vormen herhaald in allerlei politieke kringen;
niet alleen in de kringen der politieke tinne
gieters, maar onder de mannen, ervaren in de
hoogere staats-stuurmanskunst. Vraagt men hun
waar zijn we? dan is 't antwoord: ver van den
goeden weg. Vraagt men hun: waar gaan we
heen? dan is 't antwoord: wie weet? wie weet
Ieder spreekt tegenwoordig over crisis. In
't plat hollandsch heeft dat woord nog al uit-
eenloopende beteekenissen zooals: beslissende
wending, keerpunt, bedenkelijke staat der om
standigheden, scheiding eener ziekte, beslissende
verandering in den ziektetoestand.
Zien wjj nu op ons vaderland, dan is er nu
nog meer recht om te spreken van een beden-
kelijken staat der omstandigheden, dan van eene
beslissende wending, ofschoon deze laatste wel
licht zoover niet verwijderd is, als wij kunnen
voorzien.
Tot voor korten tijd werd door duizenden
monden in allerlei toon den lof der liberale"
partij verkondigd. Zij alleen kon regeeren, zij
alleen bezat de wijsheid, zij alleen had de be
kwame mannen onder haar vaandel.
De uitdagende pocher Kappeijne was de man,
die met één arm zeven man den kop zon af
slaan, antirevolutionairen en roomschen zouden
weldra gebonden aan zijne voeten liggen, aan
de conservatieven zou hij den genadeslag geven.
Op de schouders der voornaamste liberale"
partijmannen werd hij voor 's konings "troon
gedragen met het luide geroepgeen ander
minister willen wij dan hembuiten de kamer
zullen wij onder zijne leiding in gezellig samen
zijn alles afdoen, om dan in de kamer voor den
vorm aan de anderen te vertellen wat wij be
sloten hebben, om dan daar nog even de tegen-
spartelende achterblijvers onder het gewicht
onzer meerderheid te verpletteren.
Kappeijne heeft nauwlijks een jaar geleden
zijn kunststuk, de schoolwet, afgeleverd, of hij
gevoelt zich onmachtig haar uit te voeren, en
is blij dat hij, onder gezochte redenen, minister
Tak bij diens jas kan vasthouden, en door de
zelfde met geweld half geopende deur zijn vriend
kan volgen. Weder naar binnen gezonden door
den koning, die terecht meent: wat Kappeijne
beter dan anderen zegt te kunnenmoet Kap
peijne ook voltooien, weet hij zich uitkomst te
verzekeren door den onzinnigsten aller eischen
omkeering van de door alle liberalen" sedert
1848 hooggeprezen, druk gebruikte en door
velen zelfs misbruikte grondwet. Terwijl de
meerderheid der 'kiezers pas verklaard heeft
met Kappeijnes beleid niet gediend te zijn, zou
hij met één maatregel nog eens terwijl hij nog
hoopt op eene meerderheid, op welke hij niet meer
rekenen kan er eene verandering willen door
slepen, waarvan sommige zijner ambtgenooten
niets wisten, waarover zij niet geraadpleegd
zijn, behalve enkelen in de gauwigheid. Eene
grondwetsverandering, en dat nu, en dat alleen
om zelf overeind te blijven staan! Is het blijven
van Kappeijne aan het roer van het land zoo
veel beroering van het volk waard? Er zouden
drie kamerontbindingen kort na elkander dus
drie algemeene verkiezingen het gevolg van
zijn! Ach, heel de hooge eisch van Kappeijne
bleek slechts eene 7raag om het thans onmo
gelijke te zijn, opdat de koning zou weigeren, en
ten slotte de schuld zou kunnen geworpen wor
den op den koning. Op den koning, die liem
in de dagen tusschen 21 Juli en 3 Augustus
des vorigen jaars de hand boven 't hoofd hield,
toen wij als smeekelingen voor den troon ston
den, en hij met den vinger onder de schoolwet
wees, duidelijk genoeg aan Z. M. te kennen
gevende: hier onderteekenen, of
Totaal is de toeleg van Kappeijne mislukt.
Hij gaat weg, beladen met de minachting zijner
tegenstanders, wier tegenstand hij niet brak.
Hij gaat weg, gevolgd door de verwijtingen
zijner medestanders, eerst nog wanhopig ver
dedigd door de Middelburgsche Courant, die er
zelfs nu ook toe overgaat om hem met steeds
loonier schreden het valies met onuitgevoerde
en onuitvoerbare plannen na te dragen.
Vreemd is het, en weinig getuigend van
politiek doorzicht, dat men in 't Middelburgsche
blad zoolang nog bij kris en kras Kappeijne
heeft verdedigd, en vreemder nog, dat men in
den Middelburgsclien raad nog voortgaat Kap-
peijnetje te spelen, door vooruit te loopen op
de schoolwet, die over 't heele land niet in
werking treden kan, en hoogstwaarschijnlijk ook
niet in werking treden zal. Dat geschiedt onder
toelating der kiezers voor den gemeenteraad.
Verreweg de meesten hunner weten, zoo min
als de kofschipper, waar ze zijn. De helft bleef
t'huis uit onbegrijpelijke onverschilligheid, en
van de andere helft was het meerendeel of nog
verblind door de ondergaande j> liberale zon",
of te bang, misschien zelfs te onnoozel, om
't poesje de bel aan te binden. Wanneer zullen
de oogen hier eens opengaan voor de gevolge
der clubregeering van de liberalen!"
Na Kappeijnes roemloozen aftocht moe3t hi
met van de Putte geprobeerd worden, het eeni
beschikbaar, het eenig bekwaam hoofd der al
mannen van talent bezittende, der uitsluiter
uit het denkend deel der natie bestaande »libi
rale" partij. De man, die ons volk roekeloos aa
de schoolwet gewaagd heeff, moest worde;
opgevolgd door den man, die het roekeloi
waagde aan den Atchin oorlog.
Van de Putte scheen zich nog te hernmw
dat de liberalen", in 't begin van Kappeiji
tijd, buiten de Kamer alles onder elkana
zouden afdoen eer 't in de Kamer kwaï
Hij wilde ook eens beproeven hoever dat lukk<
zou, en of hij, door bijzonder eerbewijs, vle|
zouden wij haast zeggen, de liberale" kan
leden op zijne hand kon krijgen. Gebr
makende van 's konings naam riep hij zei
om een apartje met hem te hebben in de kan
van de Kamer. Daar zou nu eens scheep-
gehouden worden door de uitverkorenen w
het denkend deel der kiezers, door 1
korenen uit de uitverkorenen zelfs want
dachten dat er meer liberale kamerleden war
dan van de Putte er samenriep daar z
de crisis worden eene beslissende zoendingma
jawel, de stuurlui van den staat konden evenir
zeggen waar we zijn en waar we heen moet
als de kofschipper en zijn zoontje.
't Blijkt niet alleen dat, zoo als een d
ministers onlangs zei, de kracht van Kappejjr
ministerie ondermijnd is, neen 't blijkt dat h(
de kracht der liberale" partij ondermijnd
Wij kunnen op dat punt niemand beter gele
ven dan de Middelb. Courant, de vurige aa
bidster van al wat liberaal" heet, al is ?t d
maar klatergoud. Zij zegt vergeefs uit te zi
naar mannen van eenigen naam en invlc
onder hare partij, om nog een tweede, lil
raai" ministerie te vormen, dat waarborg
van levensvatbaarheid bezit. Zij erkent" x
hare partij niet zooveel verschot heeft van
duidende staatslieden, om in de tegen woord
omstandigheden met kans op goed gevolg
teugels van het bewind te aanvaardeM.
Dus, nu nog geen dozijn liberale" staats
den, na alles in de war gestuurd te hebt
zijn afgetreden, is de voorraad van lib en
staatslieden op. Kunnen zij op 't jong ge
der hoogere burgerschool nog niet rekel
't is erg jammer voor de liberalen" dat zi
dorheid en onvruchtbaarheid moeten erken
van alles wat zij gezaaid, gepoot en geënt1
ben in de twee laatste menschenleeftijden.J