CIIKISTILIJI-HISTORISGH BLAD.
V. 463.
Zaterdag* 3 Juli.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50
Enkele nommers- 0,05
Uitgever:
P. G. WIJTMAN,
te
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 4 Juli 187*J.
Dinsdag werden allerwege de zomervergaderingen
der Provinciale Staten geopend, schier overal met eene
herinnering aan de verliezen door het Vorstenhuis en
het Vaderland geleden. De commissaris des konings
in Zeeland opende de vergadering met de volgende
rede
Mijne heeren. Wij ontmoeten elkander /^maal
onder treurige omstandigheden. Ik geloof niet dat
ooit, in een tijdsverloop tusschen uwe vergaderingen,
zoo aangrijpende verliezen zijn geleden door het va
derland en door de provincie.
In het begin van dit jaar ontviel ons een vorst,
zoo geëerd, zoo algemeen bemind, dat zijn droevig
verscheiden nog van merkbaren iuvloed was toen,
drie maanden later, de koning en de koningin
plechtig werden ingehaald in de hoofdstad des
rijks en in de koninklijke residentie. De dood van
prins Hendrik wierp een sombere tint over die
gewichtige gebeurtenis. Maar, al was de feest
vreugde toen minder levendig, opnieuw werd bewezen
dat de Nederlandscbe natie hare prinsen niet slechts bij
hun leven waardeert. Het bleek dat de deugden van
den edelen vorst, aan wien ook de Zeeuwen zooveel
waren verplicht, voortleven in de dankbare herinne
ring van het volk.
De wond, door het heengaan van den onvergete-
lijken prins Hendrik geslagen, was dan ook nog ver
van geheeld toen, voor weinige weken, de prins van
Oranje geheel onverwachts, in deu bloei zijner jaren
te Parijs overleed. Aan hoe verlerlei verwachtingen,
M. H., is door die groote ramp voor ons vaderland
de bodem ingeslagen; hoeveel smart is daardoor
veroorzaakt! Wij denken met eerbiedige deernis aan
den koning en aan den hooggeschatten prins, dien het
verlies van zijn eenigen broeder met nieuwen wee
moed vervult.
Yan uwe deelneming in de herhaalde beproeving
van het koninklijk huis zult gij, M. H., wanneer u
daartoe zoo even het voorstel wordt gedaan, ongetwij
feld willen doen blijken.
Maar ook de provincie bleef, sedert uw jongste
samenzijn, niet van grievende slagen verschoond.
Mij treft de gedachte, nu ik u wederom mag ver
gaderd zieu, dat meer dan een uwer rouw draagt
over het verlies van geliefde naaste betrekkingen. Ik
betuig mijn warm medegevoel met het leed, daardoor
ondervonden.
En met u allen betreur ik het overlijden van drie
uwer geachte \uedeleden. Wij herdenken den waar-
digen Hermanns Gerard Hammacher, in zeer ver ge
vorderden ouderdom op het laatst vau Januari te
Groede gestorven. Na de invoering der provinciale
wet tot lid der staten van Zeeland gekozen bleef hij
daarin onafgebroken zitting behouden. In ernstigen
zin vatte hij steeds zijn mandaat op en wij weten
met hoe grooten ijver hij, tot het laatste toe, belang
stelde in onze werkzaamheden. Drie maanden later
bezweek te Zeist rar. Willem Phoenix Vis, sedert
1856 met het lidmaatschap der staten bekleed. Hij
was twee jaren afgevaardigd in het gedeputeerd col
lege, totdat hij in 1859 en van toen af jaar op jaar
werd gekozen om in de gevallen, bij de wet voor
zien, in die vergadering te zitten.
Bevordering van den landbouw was, ook in uwen
kring, inzonderheid zijn nuttig en vruchtbaar streven.
En hadden wij ons gevleid, na het afsterven van
die twee verdienstelijke mannen, voor eenigen tijd
althans het graf gesloten te zien, die hoop is verij
deld. Den lOen der vorige maand stierf te Middel
burg ook mr. Thomas Adriaan Lambrechtsen. Gij
kent de uitnemende gaven van verstand en hart, die
met hem voor ons zijn verloren gegaan. Yoor gede
puteerde staten, in wier midden hij veertien jaren
lang uw welverdiend en vol vertrouwen had, is zijn
gemis zeer groot, door hen, door velen uwer, door uw
voorzitter niet het minst, wordt hij betreurd als een
vriend.
M. H., zal onze levensmoed verflauwen onder al
het leed, waarvan ik u gewagen moest? Neen, wij
trachten ook uit pijnlijke ervaring te leeren, en gij
vergunt mij wel u het schoone woord van Beets te
herinneren
„Gedenkt te sterven/' ruischt langs zerken en
zoden ons in 't ooi „Gedenkt te leven en te werken,
klinkt daar met nadruk door.'
Door den gemeenteraad van Middelburg zijn de
volgende heeren tot leeraars aan het gymuasium be
noemd of herbenoemd
Dr. H. Polman Kruseman als rector, dr. J. G.
Voegler als conrector en de heer P. H. van Moer
kerken als leeraar in de Engelsche taal allen bij
voortduring.
Dr. W. A. Lehman de Lehnsfeld te Middelburg,
als leeraar in de oude talen, en dr. B. J. Goedhart,
te Utrecht, als leeraar iu de oude talen eu de Ned.
taal en letterkunde.
De heer B. H. Steringa Kuyper, doctorandus in de
letteren te Utrecht, als leeraar in de geschiedenis en
aardrijkskunde.
Dr. P. A. Knottenbelt, leeraar te Delft, en de heer
A. A. Beekman, le luitenant-ingenieur te Utrecht,
als leeraar in de wiskunde.
De heer F. G. de Liefde te Middelburg, als leeraar
in de Hoogd. taal.
De heer D. van Oostveen te Middelburg, als lee
raar iu de Fransche taal eu de lagere klassen der
Ned. taal.
Dr. J. J. Couvée te Middelburg, als leeraar in de
natuur- en scheikuude.
De heer H. Gerth ven Wijk te Middelburg, als
leeraar in de natuurlijke historie.
De heer P. B. Oost Lievense te'Middelburg, als
leeraar in de gymnastiek.
Aan de rijks-universiteit te Leiden is bevorderd
tot doctor in de rechten de heer C. Lucasse, van
's Heer Arendskerke, met een academisch proefschrift
Over liet huwelijk bij volmacht
De heer G. J. W. Berghuijs, provinciaal Veearts te
Middelburg, herdeukt heden de dag zijner 25jarige
ambtsvervulling.
De talrijke vrienden van den heer Berghuijs lieten
deze dag niet onopgemerkt voorbijgaan, maar bereid
den den jubilaris in het Schuttershof een feest dat
zoowel voor de gastheeren als voor den gast getuigde.
Woensdag is te 's Hage overleden het lid der
Tweede Kamer voor Leiden Jhr. Mr. J. L. Cvan
den Berch van Heemstede. Reeds sinds geruimen tijd
was de heer v. d. Berch ernstig ongesteld, maar had
de ziekte daarna een eenigszins gunstiger aanzien ver
kregen. De heer van den Berch was, vóór hij lid
der Kamer werd, ook als lid der gedeputeerde staten
van Z. Holland zeer nuttig werkzaam in 't algemeen
belang en was door Z. M. dan ook met de ridderorde
van den Neder]Leeuw begiftigd.
De overledene had zitting voor het district Leiden
en behoorde tot de christelijk-historische of anti
revolutionaire partij.
De Provinciale Staten van Groningen hebben gis
teren tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal gekozen den heer mr. J. J. Cremers, oud-lid
dier Kamer, bij tweede stemming met 24 van de 42
stemmen.
De heer Geertsema kwam niet meer voor op de lijst
der hoogstaangeslagenen, vandaar de vacature.
De minister van Oorlog wil de gelegenheid open-
slellen voor de militairen om te sparen. Dit is zeer
te prijzen jammer maar dat de militairen zeiven zoo
weinig gelegenheid hebben om van die gelegenheid
gebruik te maken.
De ongehuwde onderofficieren hebben 18 cents
daags te verteren en daarvan moeten zij eene uniform
pet en handschoenen koopen, omdat (volgens X in
het R. N.) de handschoenen welke zij ontvangen, niet
te gebruiken zijn, als zij de sabel moeten trekken.
De gehuwde sergeants krijgen hoogstens 112 cents
daags. De soldaat 13 cents, waarvan hij nog koffie
eu boter koopen moet.
Bij zulke tractementen is het te verwachten, dat de
spaarkassen bij den troep geen te drukke administra
tie zullen eischen. 't Is echter mogelijk dat wij -orrs
bedriegen, en met belangstelling zien wij daarom het
eerste rapport te gemoet over den maatregel, wanneer
die ingevoerd en een jaar in werking zal zijn.
{Arnh. cour.)
Woensdag jl. had op het landgoed Wolphezen het
16e Christelijke Nationaal Zendingsfesst plaats. Hetl
feest werd door circa 9000 raenschen bezocht. Hetl
weder in den morgen niet geheel ongeschikt tot eeo^l
verblijf in de open lucht werd in den namiddag guur. 1
De regen deed de bezoekers onder het dicht geboomte^!
schuilplaats zoeken. De slotrede kon daardoor nies^
gehouden worden.
De Arnhemsche Courant meldt:
De minder gunstige weersgesteldheid was oorzaa
dat het zendingfeest te Wolfhezen niet zoo druk w%jil
bezocht als vroegere jaren. Althans zij, die er som7®'
tijds voor genoegen heen gaan, ontbraken grootendeels.
De regen van den vorigen dag had het terrein door
weekt en de wind was vrij hinderlijk. In den middag
brak een onweder los en begon het te regenen, wat
vooral onaangenaam was, daar heinde en ver geen
schuilplaats was te vinden. De eenige schuur die
daarvoor dienen kon was afgesloten, en het spoorweg
stationnetje bevat slechts een kleine wachtkamer. Als
altijd kenmerkte ook dit feest zich door een rustigen
geest de toespraken werden met aandacht aangehoord
waar het weder dit niet belette.
Ds. Schuurman van Batavia sprak de openings
rede uit. Hij leidde de schare terug naar Jeru-*
zalem om daar de pinksterbelofte te doen hooren
in de wereld hebt gij angst, maar hebt goeden moed,
ik heb de wereld overwonnen" (Luth. vertaling).
Spreker gedacht „den weenenden Koning achter het
lijk van zijnen Zoon* met de herinnering dat sedert
den zondeval angst en droefheid hun tenten in deze
wereld hadden opgeslagen. Het tekstwoord intusschen
gold met zijn angst* de uitverkoren discipelen, die
vervolgd worden om den naam van Christus. Voor
hen lag de bron van angst in toenemende eigenge
rechtigheid der wereld, in de spotternij met het hei
lige, in de wassende staatsmacht, die dreigde staats-
almacht te worden, met haar onderwijs buiten den
godsdienst om, en met. hare sociale hervormingen
waarbij men' alleen heil verwacht van het materia
lisme die angst kwam ook voort uit den strijd der
kerk in eigen boezem, uit gedoopten in het Westen
op de heidenen in het Oosten ten nadeele der zen
ding ook uit die zendelingen zeiven, die aan gees
telijken hoogmoed lijden.
Voor vaderland en koloniën stof tot angst te over.
golven gelijk, die door de zielen heengaan*. Toch
moesten wij goeden moed houden naar het woord van
den Heer. „Al zijn wij gelijk drenkelingen in den
„oceaan der zonde. Hij strekt de hand uit; wij wijzer!'
„haar af, maar Hij laat zich door ons treliken in
„de diepten des doods, om door den weg des doods
„ons terug te brengen ten leven.*