ClieiSTBLIJK-9IST0RISCB BHD. 460. Zaterdag- 28 Juni. Op de Plaats Rust. UIDEN, Verschij ut eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten S ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50 Enkele nommers- 0,05 Uitgever: G. W IJ T M A N, te MXDDEr/BTJR-G-. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. i Aan eenige rust hebben wij na den strijd behoefte, en in dat wij sluiten we een aantal onzer vrienden in, die in de laatste dagen zichgedrougen gevoelden tot meer dan gewone krachtsinspanning, tot vergaderen, bespreken, schrijven, verzenden, bezoeken en wat niet al meer, dat buiten den gewonen kring der dagelijksche bezigheden valt. Maar de uitslag van den strijd heeft dan ook de moeite beloond, en wij zijn er dankbaar voor. 't Is wel waarschijnlijk dat het courantenle- zend publiek, dus bijna iedereen, recht blij is dat de dagen van spanning vooreerst voorbij zijn, en de postambtenaren zullen daarover ook niet treuren. Een woord van waardeering van dit zoo nuttig personeel mag wel eens worden uit gesproken. Er zijn vrachten papier aan tiendui zenden adressen verzonden. Vermoeiend is het telkens uiteenzetten en bestrijden van beginselen, die, hop meer bet beslissend oogenblik nadert, in bepaalde perso nen eeue gestalte verkrijgen, zoodat, zonder dat iemand het helpen kan, meer dan aange naam is, de strijd een persoonlijk karakter aanneemt, en gaat gelijken op eene worsteling man tegen man. Tegen het nadeel, aan zulk een strijd onaf scheidelijk verbonden, weegt echter ruim het voordeel op, dat het werkelijk denkend deel der natie zich uitbreidt. Meer en meer leert het volk nadenken over de waarde der strijdende beginselen, als belichaming daarvan zijn voor stellingsvermogen te hulp komt, als het ziet hoe die beginselen zich uitspreken in de daden van bekende mannen. Voor velen was de verkiezingsstrijd niet meer dan eene weinig vermoeiende wandeling ter stembus, en, sprak hun hart zich uit in dien enkelen geschreven naam, zij hebben toch met hart en ziel den tijd van spanning mede doorleefd, die voor ons, Zeeuwen, altoos een dag langer duurt dan voor de meesten onzer landgenooten. Voor velen ook waren de laatste dagen, dagen des gebeds, en is de uitkomst eene verhooring. Daardoor zijn wij aangemoedigd tot voortgaan. Wij konden onze wenschen brengen voor onzen God, en dat sterkt. Aan het nederleggen der wapens, aan een terugtocht, aan een rusten op lauweren is geen denken. Zullen de mannen, die ons in den Haag ver tegenwoordigen, eenige honderden slapers ver tegenwoordigen Zij zouden wijs doen, door voor zulk eene eer te bedanken. Hebben wij allen voor één gestemd, opdat die ééne alles voor ons doen zou De kracht der bestuurders onzer kiesvereeni- gingen is niet opgegaan in het werk van drie of vier weken, en de kracht onzer kiezers is niet verbruikt in een of twee gangen naar 't raadhuis. En de kracht van 't volk achter de kiezers, dat voor zoo'n groot deel tot de onzen behoort Er is veel te doen. Onze party is in eer en aanzien gestegen. Wij bereikten een hoog stemmencijfer. Meer en meer gevoelt het volk, dat het recht aan onze zijde is. Het aanzien, dat onze partij geniet, vinde minder zijn grond in een cijfervinde dien grond meer in toenemende krachtin veldwin nende overtuiging. Toen professor Buys in Januari 1.1. Kappeijne duchtig de les las, heeft hij ook ons een ern stig verwijt toegevoegd. Wel niet geheel ver diend, maar wij zouden 't nog verder kunnen verdienen. Hij zeide ongeveer het volgende: Waarom hebt gij, die zoo talrijk zijt, er niet voor gezorgd, toen de Bijbel geen plaats meer vond op de school, dat hij plaats vond in het hart van den onderwijzer? Gij hebt schatten over voor bijzondere scholen, maar waarom hebt gij, bij het bestaande gebrek aan onderwijzers, niet meer jongelingen uit de uwen op allerlei wijzen aangemoedigd tot het kiezen van die roeping, waarom hebt gij ze niet meer gesteund? Gij zoudt dan veel meer onderwijzers op uwe zijde hebben gehad, en een levend bolwerk hebben opgeworpen tegen uwen vijand. Daar is veel waars in die woorden, de oude Christelijke normaalschool te Nijmegen is veel te weinig gesteundin elke provincie had er al lang zulk eene moeten zijn. Wij moeten de beschuldiging van prof. Buijs nog breeder opvatten, en zeer spoedig zorgen dat ze dan ook niet worde verdiend. Over 't algemeen hebben protestanten te veel op met hun akker, met hunne koopmanschap. Het geld uit de openbare kas, waarover de liberalen" te beschikken hebben, lokt nu vele protestanten, die hnnne richting zijn toegedaan, tot wetenschappelijke betrekkingen. Naar diezelfde mate worden orthodoxe pro testanten afgeschrikt. De roomschen vinden in den steun hunner kerk een voldoenden waarborg, om zich aan haren dienst te wijden, zij hebben voor onder richt, opvoeding en leiding der geesten perso neel genoeg. Wij echter trekken aan het kortste eindje. Wij laten ons te zeer afschrikken, omdat wy door de poort van het staatsonderwijs niet kunnen en niet mogen ingaan. 't Is echter nu bij vernieuwing gebleken dat J onze party een toekomst heeft. Van onze zijde moet men zich voorbereiden op het innemen der plaats, die ons in de maat- schappij toekomt. De oude schrik moet niet blijven vastzitten, Er is bij ons tamelijk wel gezorgd voor gods- dienstige leiding. Voor zondagschool en christe- lijke school heeft ons volkje een warm hart, van deze inrichtingen wordt een goed gebruik 1 gemaakt, en zij, die daaraan werkzaam zijn^.| kunnen zich zeer verdienstelijk maken, door 1 nog meer dan tot dusver de lust tot studie by de kinderen van den beginne af aan op te wekken. Met lofEelyken ij ver loopen personen en vereeni» f gingen als het ware elkander in den weg, bij de pogingen om te voorzien in de open-T staande predikantsplaatsen, en 't is nogi's^^fC uit te rekenen, wanneer die behoorlijk z #8 bezet zijn. - geT^Vyftp, Maar kan onze party waardiglijk optrede. als zij in al hare onderdeelen voldoende voorzi(yieinl is van onderwijzers en predikanten? k hev< De pogingen om haar daarvan te voorzit^^- moeten slechts de belofte zijn van hetgeen Napoleon wenscht tot stand te brengen, uook Gaat men echter even buiten school en kentra" en vraagt men wat de niet ver daarbuiten,eft liggende jongelingsvereeniging voor de maat-ikt schappij belooft, dan zien wy, bij een blik in^e de bibliotheek alleen, dat de vriendelyke gevers eerder de leden tot degelijke kerkeraadsleden dan tot degelijke mannen in de maatschappij willen zien opgroeien, en dan zien wy bovendien dat vele ouders voor hunne zonen Igeen ander onderricht verlangen dan dat der lagere school en der catechisatie, dat zij op hoogere oplei ding al heel weinig prijs stellen. Hoe ver is het er nog van daan, dat wij in ons vaderland de plaatsen zouden bezetten, die ons naar onze getalsterkte toekomen Wij moeten ons minder hechten aan akker en koopmanschap, en over de muren der kerk heenzien. Waarlijk, de vensters onzer kerken staan wat te hoog. N Ieder die kinderen heeft, ieder die op jonge lieden invloed kan uitoefenen, beseffe te dezen opzichte zijne dure roeping. Gaat onze partij vooruit, het zij ons reden van dank, en geen aanleiding tot rust. Hebben wij iets gewonnen,toch nog niet zooveel als billijk is. Onze leuze is vrijheid. Welnu, als de gewenschte vrijheid ons eens ten deel viel, zouden wij dan genoeg onder-

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1