A
lierk, ^diool en lending.
GEMENGDE BERICHTEN.
liet adres van rouwbeklag der Ticeede Kamer luidt
als volgt:
„Sire!
„Met ontroering ontving de Tweede Kamer der
Staten-Generaal de mededeeliug, dat het den Almach
tige behaagd heeft Zijne Koninklijke Hoogheid Willem
Nicolaas Alexander Frederik Karei Hendrik, Prins
van Oranje Uwer Majesteits beminden zoon, tot zich
te nemen.
„Zij gevoelt diep den zwaren slag, die op nieuw
het Koninklijk Stamhuis en in dat Stamhuis het
Vaderland getroffen heeft.
„Het is voor haar eene behoefte hare innige deel
neming te betuigen in de groote droefheid, die bij
dit treffend verlies Uwer Majesteits gemoed vervult,
in den diepen rouw der leden vau het Koninklijk
Huis, in de bittere smart van den hoog gewaardeer-
deerden Prins, die zijnen eeuigeu broeder beweent.
„Met U, Sire, betreurt geheel het nederlandsche
volk een Vorst, wiens uitstekende gaven de verwach
ting wettigden, dat Hij, eenmaal tot den Troon ge
roepen, het heil des lands krachtig zou helpen be
vorderen, die thans in den vollen bloei des levens
is weggerukt.
„Hirtelijk hopen wij dat de gehechtheid der Ne
derlanders aan het regeerend^vorstengeslacht ook nu
weder aan Uwe Majesteit en aan de leden van Haar
huis eenigemale tot troo9t moge strekken."
Het adres zal Z. M. worden aangeboden door de
commissie van redactie, bestaande uit de heeren Go-
defroi, Fransen van de Putte, van Kerkwijk, Lenting
en de Bruijn Kops, benevens door de heeren Kool,
Patijn en de Bruijn, met den voorzitter aan het hoofd.
De vergadering werd tot nadere bijeenroeping ge
scheiden.
ning en Uitspanning", van Kleverskerke„Nuttig
aangenaam en stichtelijk", van KoudekerkeJ en „Cres
cendo", van Middelburg. (Segeersweg.)
De uitvoering der zangstukken slaagde uitnemend.
De schrijver der Haagsche kroniek in de N. Gr.
Ct. meent thans de verzekering te kunnen geven,
dat de heeren Tak en Kappeyne hebben besloten
en dit aan den ministerraad meedeelden aan
's Konings weusch gehoor te geven en hun taak te
blijven voortzetten.
Door de gebeurtenissen van den laatsten tijd is
herhaaldelijk aangedrongen op 't sluiten van uitleve
ringstractaten met Amerika.
De minister van justitie deelde vrijdag in de
eerste kamer mede dat de regeering alle hoofdbe
zwaren van Amerika had opgelost en zich vleide, dat
dit rijk tot ooderteekeuing zou overgaan. Zelfs werd
beproetd het sluiten van een tractaat per telegraaf te
bespoedigen. Dit is echter niet gelukt. De bevreem
ding hierover verdween zaterdag morgen. Een uur
voor dsn aanvang der zitting ontving de legeering
mededeeliug van onzen gezant te Washington, dat,
tengevolge van het optreden van een anderen secretaris
van staat, de Amerikaatische regeering te kennen
heeft gegeven al het gedane te beschouwen als niet
gedaan. Zij heeft zich eenvoudig teruggetrokken ten
aanzien der grondslagen, door den vorigen secretaris
van staat omtrent het tractaat gelegd.
De mededeelingen betreffende de bemoeiingen der
justitie, in zake de vlucht van Pincoffs en Kerdijk
door de heeren Wesenhagen en Oldenkott gedaan
werden door den minister van justitie in de Eerste
Kamer bevestigd. In hoofdzaak bleek dat de
justitie reeds des avonds öp den dag der vlucht alle
uasporingen heeft gedaan, zelfs onder aanwending van
pressie; doch men bleef te Rotterdam gesloten als
een bus. Eerst Donderdags, des ochtends,
werden feiten bekend, doch de zekerheid van
het plegen van een misdrijf werd eerst later verkregen,
zoodat pas Vrijdag ochtend het bevel tot gevangen
neming door den hoogen raad kon worden uitgevaar
digd. Inmiddels had Piucoffs Donderdags Liverpool
verlaten, zoodat ook aanhouding in Engeland en uit
levering van daar onmogelijk was geworden. De mi
nister verklaarde zich bereid alle stukken over te
leggeo om de talrijke en ijverige bemoeiingen der
justitie te bewijzen.
Het zijn dus geen Haagsche, maar Roiterdamsche
vrienden, die het Piucoffs hebben mogelijk gemaakt
te ontsnappen.
Pijnlijk is dit bewustzijn in alle kringen- Ieder
voek, dat hier het recht in het aangezicht gesla
gen is.
Zaterdag overleed op zijn kasteel Lunenburg te
Neerlangbroek Jhr. GL. G. van Swinderen, sedert
30 jaren onafgebroken lid der Eerste Kamer, voor
Friesland zitting hebbende.
Het zangersbond Wcdclieren harl vrijdag Domburg ypor
de plaats zijner derde algemeene vergadering uitgekozen.
Acht zangvereenigingen namen daaraan deel, namelijk:
„Nut en Uilspanning", van Nieuw- en St. Joosland
„Nut en Vermaak", van St. Laurens„Eensgezind
heid", van Grijpskerke„Vooruitgaug zij ons doek',
Vau Gapiüge; „Harmonie" van Serooskerke„Oefe-
Dr. A. Kuyper thans te Vichy verblijf houdende,
heeft voor het beroep tot predikant bij de N. H. G.
te Amsterdam op raad zijuer geneesheeren, bedankt.
Uit den brief bij deze gelegenheid geschreveu, meenen
we de volgende passage, als van ineer algemeen
belang te moeten overnemen.
En wel weet ik, dat mij van een anderen kant
uitzicht is voorgespiegeld op een werkkring van be
perkter omvang, zoodat ik de predikautsbediening in
uw midden slechts zeer korten tijd zou kunnen be-
kleeden maar afgezien nog van de onzekerheid dezer
vooruitzichten, kan ik er, na ernstig zelfonderzoek,
toch niet toe komen, het goed voor God te vinden,
dat ik mij als leeraar aan de gemeente zou komen
verbinden, met de intentie en de berekening van haar
zeer spoedig weer te kunnen verlaten.
De eenige vrucht van zulk een schijnbediening zou
dan zijn, dat ik enkele malen op kon treden. Maar
liever dan dit voorrecht te koopen lot een prijs, die
mij voorkomt af te stuiten op de eischen der eerlijk
heid en van den eerbied voor de af te leggen belofte,
zal ik den toïgang tot den kansel, indien ik er weer
kracht loe mocht ontvangen, om er het woord te
voeren, mij dan laten ontsluiten door de broederlijke
welwillendheid mijner collega's.
Wijl het dus veiligst is, nooit iets tegen het ge
weten te doeny weersta ik den drang mijr.s harten
om tot u te komen en doe ik U mits dezen het
oöïcieele bericht toekomen, dat ik tot mijn leedwezen
de op mij uitgebrachte beroeping niet kan aanvaarden.
Toen mevrouw Groen van Prinsterer overleden was,
werd bericht, dat de boekerij van wijlen haar gemaal
aan de Koninklijke Bibliotheek zou werden geschon
ken. Dit is inderdaad geschied, en dezer dagen is het
geschenk overgenomen door het bestuur dier bibliotheek.
De Haarlemsche courant herstelde een cu-
rieuse fout. Zij had ui. in de Zaterdag medegedeelde
lijst van hen, die in de jongste algemeene vergadering
der maatschappij van letterkunde tot binnenlandsche
leden zijn benoemd 60 namen medegedeeld en daar
bij nog 13 benoemde buitenlandsche leden vermeld,
terwijl er inderdaad slechts 31 binnenlandsche en 6
buitenlandsche leden zijn benoemd. De oorspronkelijke
candidatenlijst was bij vergissing medegedeeld.
ITet gekeele Brusselschegarnizoen was heden opge
roepen om militaire eer te bewijzen aan het lijk van den
Prins van Oranje. Behalve de militaire autoriteiten zijn
ook alle burgerlijke autoriteiten totdat doel opgeroepen.
Dezelfde eer zal aan het lijk bewezen worden te
Bergen en te Antwerpen.
Veler aandacht is in deze* dagen op den gang
der zaken in Rusland gevestigd, Kenmerkend voor
den toestand der Christenheid in dat Rijk is een ver
zoekschrift, dat volgens de Russische Kerkelijke Courant
onlangs bij de Synode aldaar werd ingediend. Daarin
wordt het volgende gevraagd: le. dat de nieuwe bis
schoppen voortaan slechts bij uitzondering beambten en
afgedankte soldaten tot diakenen moge wijden, en dat
lieden, die zoo min schrijven als lezen kunnen, geen
pastoors mogen worden 2e. dat de bisschop de be
dienden onder de godsdienstoefening in de kerk niet
moge mishandelen3e. dat hij, wanneer hij de Ge
meenten bezoekt, de postmeesters en postillons niet
met de zweep zal slaan, indien zij in bergachtige
streken langzaam rijden4e. dat hij zich meer met
de aangelegenheden der kerk dan met gastmalen inlate
wat voor de leeken op groote onkosten komt le
staan; 5e. dat het gevolg van den bisschop zich fat
soenlijk gedrage en voor dronkenschap zich wachtte.
Te oordeelen naar deze verzoeken ziet het er met
de geestelijkheid in Rusland niet best uit
onder kolonel Buller, die drie'dagei^B - ri-Tri' ,>:.T -T:
en gedurende welke men geen enkfl^|
moet had. =g|B
De Zoeloe-oorlog aldu3 schrijft c^B
heeft een slachtoffer geëischt, wiens dood n^B
deelneming vernomen zal worden, zooaL,
allen, dan toch door velen van de partij, l^B
het sterkst verzette tégen de pretensiën zijner^^J
lie. Hij mocht niet den dood vinden op hetl^B"
veld, den vijand onder de oogen ziende. De Zoel^H
volgens hunne gewone handelwijze, naderc^B
steelsgewijs, en toen men hen zag, was hun
ook volbracht. De assegai maakte het kort. 1
Voor 's priusens moeder, thans kinderlooze wedu^H
zal het eenige troost zijn als zij hoort, dat haar zo^|
niet gestorven is zonder dat soldaten tranen gest<^|
hebben over zijn tlood, en dat het lijk niet in onb^B
kende aarde zal rusten. Maar is dat einde eens leve^H
begonnen onder zulke schitterende vooruitzichte^B
voor haar een niet te vergeten wee, voor de gehee^B
wereld is het een kastijdende tragedie. Wat e^H
treurig en erbarmelijk contrast, waaraan alle elemeij^B
ten van grootheid ontbreken 's Prinsen geboori^B
was eene gebeurtenis, die eene groote natie m^H
vreugde vervulde en Europa belang iuboez mde. H^H
schijnt ons toe, alsof er nog slechts eenige weiuig^B
jaren verloopen zijn, sedert Frankrijk jubelde ovt^B
de geboorte van een zoon op de Tuileriën djB
Tuileriën, welke nu sinds acht jaren een ruïne ziji^H
eu velea hoopten dat de misslagen, die den grond^B
slag legden voor zijns vaders macht en val, bij zijn^B
troonsbestijging zouden zijn vergeten. De vader, nu g^H
vallen van zijn troon, stierf iu ballingschap, en de zoo^H
stierf nog voordat hij een man was geworden door d^|
hand van Afrikaansche wilden. i
De zoon was veertien jaar oud, toen de groote geB
beurtenis begon, die hem en zijn vader uit Frankrij'jB
verdreef. De oorlog, die deze ongelukkigs nutkoai^B
hadj mag gezegd worden ondernomen te zijn voo^|
dezen jeugdigen prins. Men weet dat zijn vader hedB
medenam in 't veld, en met hoeveel ophef het werB
aangekondigd, dat hij den vuurdoop had ontvangenB
Toen de keizer de eerste hinderpalen ontmoette, werB
hij naar Parijs teruggezonden, en een paar maandejB
later vergezelde hij de keizerin op hare vlucht naafl
Engelauds strand. Hoe, na des vaders dood, diei^l
rechten over gingen op den zoon, en met welk eei^f
bescheidene rustigheid hij zich als student aan dB
militaire school te Woolwich onder zijne mede-leerB
liugen gedroeg, weten wij allen. Zijne moeilijke, -efl
wat gezegd kan worden, zijne lastige positie droeeüiB
met eenvoudigheid eu waardigheid, zoodat zijn JÊË
gang, afgescheiden van staatkundige sym|n Siën,
aangenaam was. Maar een leven van nietsdoen*'
hooge pretensiën moet wel uren van bittere verve1
in zijn nasleep hebben, en zoo nam de prins
opgewekt gemoed dienst als vrijwilliger in dene
tegen de Zoeloe's. Zijne moeder vergezelde hem
de haven van inscheping, en hij verliet En gel avaf
kust vervuld met de schitterendste hoop.
Zijn dood is eene gebeurtenis, waarvan liet staatku.
dig gewicht niet geloochend kan worden, ook al heeft
die voor dit oogenblik niet de beteekenis, die hij op een
anderen tijd zou hebben gebad. De imperialisten in
Frankrijk bleven vereenigd om zijnen naam. De groote
kracht van het keizerrijk onder het Fransche volk
was in 1870 gebroken, bijna zonder hoop op herstel.
Maar met dit al was het mogelijk, dat eene natie, de
verwarring en het twisten moede, te eeniger tijd zich
in de armen wierp van den vertegenwoordiger van
een naam die verbonden was aan een goed
deel van Frankrijks roem, zij het dan ook tevens
met eenige zijner tegenspoeden. Dat gevoel van be
hoefte aan terugkeer tot de dynastie had zich tot
nog toe niet geopenbaard, en de prins was ook le
jong, om eenig vertrouwen in zijn staatkundig talent
in te boezemen. Maar hij heeft niets gedaan, dat aan
de mogelijkheid van eene herleving der Napoleonti
sche populariteit afbreuk kan doen, eu zijns vaders
vrienden verbonden hunne toekom=f
Door zijn dood
Prius Lonb Napoleon
is dood. De zoon van Napoleon lit, de hi
Bonapartisten in Frankrijk is gesueuveld
op wreede wijze gedood in het hart van Afril
klonk dezer dagen de mare.
Het was den lnn Juni, dat hij het kamp van
raai Wood, bevelhebber van het Eugelsche le<
Zoeloelaud, verliet, om op eene kleine verkenning
gaan. Nadat het detachement een eindweg was voc
rukt, stegen de prius en de officiereu, die met hem
uitgegaan, van hunne paarden. Men had geen Zoeloe'
zien. Doch daar kwam de vijand onverhoeds, al kruipt
te voorschijn en viel het detachemeut met hunne a
gaien (spietsen) aan. De prius werd doorboord,
zwarten hebben hem niet minder dan zeventien ste
toegebracht. Een daarvan was door het linken
gegaan. De vijand heeft het lijk laten liggen, m. aa°
de kleederen meedegenomen.
Toen de prins de verkenning had ondernomt ,n
was hij pas teruggekeerd van eene andere verken nii
aan zijn ns
3op der
neen
'ca, zoo
gece-
?er in
uit te
ortge-
varen
s ge
ïnde,
rlo rj ••««ft, uit kracht van de erf™
de Bonapartistische familie. - P
de erfgenaam
prfus^eeTTkidel als lelefz'eri
-i kwalijk^ Bo.
het keizerrijk,
pnns Napo
en deze prin
erfgenaam
kans voor de duurzaai
veel grooter geworden,
t'T:Msüsche
kunnen zweren aan den-
de Bgnaa
preterj
w repuftjjêk is
5&ijk da d^Jk?
opleveren. TO°r'aan mil"ir
A,, het blad van*fe,ac
Sse- dat de keizerlijke prins éSi fötgfUdag te half d
De I waarbij hy zijne rechten M&aK
eon ictor. passeerde, waren a,'j
eze Pnns is de oudsten
en prinses Clotilde, dochter
nuel. Hij is 17
ken
Louis,
een
jaar
die een jaar jor
opvoeding, welk