tilRISTLIJK'üIST0R18dH BLAD.
.V. 444,
Dinsdag 20 Mei.
AARDENBURG.
Middelburg, 19 Mei 1879.
*iüT DUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond teil -S ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1»50
Enkele hommers0,05
Uitgever
P Gr. WIJTMAN,
tb
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1—
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. v
Liefdegaven 10 cents per regel.
Uit Aardenburg zijn ons bijna ongelooflijke
dingen ter oor-en gekomen, die, als zij waar
zijn, een verachtelijk brandmerk drukken op de
Aardenburgsche liberalen. Wij%rengen ze ter
sprake, niet om de liberalen in den lande voor
deze drfad verantwoordelijk te stellen. Over
zulke dingen', door geestverwanten gepleegd,
althans door hen, die onder één vlag met hen
scheep zijn gegaan, zullen alle eerlijke en waar
achtige liberalen zieh diep schamen, en met ons
dezelfde verontwaardiging daarover uitspreken.
Is het niet waar, wat men ons mededeelde,
dan moet de leugen, omtrent Aardeuburgs ker-
keraad en de liberalèn aldaar verteld, weerspro
ken en mannen in eere hersteld woerden, die
nu door zoovelen als ketterjagers en inkwisi-
teurs beschouwd worden.
Is het wel waar, dan is het noodig, dat de
publieke opinie zich uitspreke, en aan zooveel
onrecht perk en paal worde gesteld.
De geschiedenis is ongeveer deze
Aardenburg is rijk door allerlei fondsen,
waarover beschikt kan worden tot allerlei doel
einden. Zoo is daar o. a. een fonds, waaruit
jaarlijks duizenden worden gegeven aan ver
schillende diakoniën, en, zooals wij hoorden,
ook aan het burgerlijk armbestuur, om aan be-
hoeftigen te worden rondgedeeld. De Hervormde,
de Mennonieten, de Roomsch Katholieke ge-
meeute, Ntar" angen elk hun aandeel, waarvan
dat der Hervormde gemeente enkele duizende
guldens moet beloopen.' Het is er dus wel op
aangelegd, dat elke arme, van welke gezindte
of gemeente ook, in het voorrecht der ondersteu
ning zou kunnen deelen. Ja, mochten er zijn,
die tot geen gemeente behooren, dat zij er
toch ook niet van zouden worden buitengesloten.
LiberaalUitnemendNavolgenswaardig
Althans tot dusver.
Doch hoe zijn nu de verdere mededeelingen,
door ons ontvangen
Te Aardenburg bestaat eene Evangelisatie,
die een gebouw bezit, waarin eiken Zondag een
Evangelist voorgaat voor allen, die geen vrede
hebben uiet de prediking van den modernen
predikant aldaar.
- Ons dunkt in het vrije Nederland volkomen
geoorloofd. Wie zou naar zijne godsdienstige over
tuiging niet mogen handelen en hooren En heeft
iemand bezwaar, om bij een modernen dominé ter
kerke te gaan, waar hij in zijne heiligste overtui
ging wordt aangerand, wie zou dan niet daarheen
mogen gaan, waar overeenkomstig de behoeften
van zijn hart wordt gesproken? Mag ik ongeloovig
zijn, zonder dat iemand mij bemoeielijkt, mag ik
dan niet evenzeer orthodox wezen Mag ik niet
even vrij en ongehinderd gaan naar een evan-
geliesatielocaal, als een ander naar de kroeg?
Met uw welnemen Lezers! mogelijk aan veel
plaatsen, doch (nog eens, als het waar is) niet
in Aarden burg.
Hoort, wat men ons verhaalde. Armen, dood
armen, die dezen wiuter broodsgebrek hebben ge
leden en vroeger ondersteuning genoten, heeft de
diakonie of de kerkeraad onbarmhartig onder
steuning geweigerd. En waarom Omdat die
armen gingen naar liet Evangelisatielokaal
En toen men zich gewend heeft tot het
burgerlijk armbestuur, is men onder een gelijk
luidend voorwendsel teruggestooteu.
Het geld was toch gegeven voor alle armen,
zonder onderscheid van geloof, of niet geloof.
Het was aan allerlei diakenen toevertrouwd,
opdat het zijn algemeene bestemming bereiken
zon. En nu durft de diakonie der Hervormde
gemeente zóó handelen met gelden, niet in haar
kerk gecollecteerd, maar ter nitdeeling haar
toevertrouwd! Nu stelt het burgerlijk armbestuur
zich ook partij in geloofskwesties, en onthoudt
aan een deel der burgers onderstand, omdat zij
orthodox zijn
Waarheen moeten nu de orthodoxe armen,
om een deel te ontvangen van het geld, ook
voor hen gegeven?
Als het waar is, is het gruwelijk, en hebben
wij hier een geloofsvervolging, die wij allerminst
van zich noemende liberalen zouden wachten.
Als het waar is, hopen wij dat deze zaak
zal worden gebracht ter plaatse, waar de ver
schillende aanklachten behooren.
Is het evenwel niet waar, dan stellen wij de
kolommen van ons blad open, om zoo schan
delijken laster te weerspreken.
Ernstig en breedvoerig heeft de Twee-te Kamer,
gedurende verscheidene dagen het kanalenplan van
den minister van waterstaat onderzocht.
Het belangrijkste der voorgestelde werken, het
kanaal door de Geldersche vallei, een werk van 18
millioen, werd, en niet zonder reden, door de leden
bekeken en onderzocht van alle zijden.
Als we de verschillende redevoeringen der vele
sprekers die zich tegen het voorgestelde werk ver
klaarden docrloopen, dan blijkt dat hoofdzakelijk twee
hoofdbedenkingeu bestaan, nl. de technische en de
finantieéle. De technische. Waarom een weik dat 9
jaren duren zal en 18 millioen kosten zal, -indien op
andere wijze, in korteren tijd en voor minder mil-
lioencn Amsterdam aan een betere verbinding met den
Rijn te helf en is? Deskundigen zijn het nog niet
eens dat het dure Geldersche-Valleikanaal de eenige
weg is welke in te slaan mogelijk is.
Waterstaat en handel zijn het nog niet eens over de
vraag of het kanaal aan de verwachting zal kunnen
beantwoorden.
Zoolang dat niet het geval is, zal de Kamer wel
verplicht zijn, ondanks de verregaande prikkelbaarheid
van Amsterdam, en de Amsterdamsche leden der
kamer, zich wel te bezinnen eer zij eeu grooten
geldelijken last op de natie legt.
Een groote geldelijke lastHet financieel-
bezwaar was het krachtigste. Een onbekend aantal
millioenen zal de natie ten gevolge van de nieuwe on
derwijswet opbrengen, zonder dat de middelen tot dekr
king der uitgaven daartoe aangewezen zijn. Het %getal
millioenen voor de kanalenwet benoodigd, i9 bekend
(althans bij benadering, denk aan de koninklijke
strllen) maar ook voor de uitvoering van dit werk
zijn nergens de middelen aangewezen. Ook al worden
de ontworpen nieuwe belastingen (effecten en doode
hand) aangenomen, dan is daardoor volstrekt nog geeifr»
enkele cent verkregen tot het betalen van de renten
en de aflossing van het kapitaal dat voor de ui'voering
dezer werken zal moeten worden opgenomen. De waar
heid van deze beweering kan worden gestaafd door de
woorden van den minister van Waterstaat op 28 April
gesproken: „meer dan een jaar geleden, heeft de regee-
„ring verklaard, dat zij te zijner tijd, bij de uitvoering
z/dier wet, de noodige voorstellen zal doen tot aanwijzing
„der fondsen om de daaruit voortvloeiende uitgaven
„te dekken. Een jaar later is eene andere wetsvoor-
„dracht docr haar ingediend, die strekt om de inkom
sten der schatkist te versterkeu maar dat geschiedde
„niet icegens de uitgaven der kanalenwetgelijk*
„uit de in het afgeloopen najaar door mijnen
„genoot van finantiën gedane mededeelingen
„Kamer is gebleken."
De middelen zijn niet aangewezen, dus, dat rente
en aflossingen uit nieuwe belastingen zullen moeten
gevonden worden is zeker. Maar uit welke? Ze zijn
nog niet uitgedacht, veel minder voorgesteld, aange
nomen en opgebracht.
Dat de Kamer zoolang dit bezwaar niet opgelost
is, de kanalenwet verwerpen zal, hopen we en blijven
we gelooven ook.
De beraadslagingen over het le gedeelte van art,
1 der kanalenwet (kanaal Amsterdam, waterweg Mep-
pel-Zuiderzee, Amsterdam-Rotterdam) is ten einde
gebracht. De behandeling van het laatste gedeelte,
(kanalen in DreDthe en Overijsel) bleef tot heden
bewaard.
De heer Fransen van de Putte stelde vrijdag als
amendement op art. 3 voor
„De aanleg van alle in art. L en 2 genoemde wer
ken wordt aangevangen en voortgezrt nadat de daar
voor benoodigde gelden op de Staatsbegrooting zijn
toegestaan."
Het aanvangen en voortzetten der voorgestelde wet
zou daardoor afhankelijk worden van de jaarlijksche
vaststelling der staatsbegrooting. Dit amendement werd
met 38 tegen 37 steramen verworpen.
(jescnieaae
lij^gd.
en
Een ernstig woord van protest moet ons van het
hart tegen een paar dingen, voorkomende in De Heraut
van 18 Mei.
Hel feuilleton moge, nu het aanhalingen uit Pierre
du Moulin bevat, voor den liefhebber van oude taal
eenige aantrekkelijkheid hebben, het hindert ons ah
wij lezen, wat daar staat in het begin van het hoofd
stuk Ydelheid der Menschelicke Natuere. Zouden de
heeren Pierson en van den Bergh er vrede med«
hebben, dat het daar geschrevene in christelijke ge
zinnen wordt gelezen
Verder vinden wij een ingezonden stuk van B.
IJzerman uit N. Beierland. Wij gelooveq rl Kjjf
schrijver tot de naaste familie van schipper L
staak behoort. Hij trekt hevig te velde tegeiv^
vorming van leeraars en tegen zondagscholen, jonjfl
lings- en jongedochtersvereenigingen, zendingsvereeni-
gingen en dergelijke „clubs", en dat onder grooh
woorden, aan het gereformeerd woordenboek ontleend