ZUIDEN dHRISTEL1JK-9IST0RISCH BLAD. .V 443. Zaterdag 17 Mei. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke f „stdagen Prijs per drie maanden francof lf50 Enkele no miners Uitgever F». G. WIJTMAN, MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van d6 sgels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Xy Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 16 Mei 1879. Een financiëele ramp welker gevolgen voor dit oogenblik nog niet te overzien zijn trof gisteren onzen handelsstand. De Afrikaansche Handelsvereenigïng eene uitgebreide coraraercieele instelling, wier zetel ie Rotterdam is, staakte hare betalingen. Deze vereeni- ging werkte met een kapitaal van 9 millioea aan obligatiën. De directeuren dezer vereeniging, aanzienlijke wel bekende uameo, de heeren Pincoffs en Kerdijk wor den verdacht zeven jaren lang de balans te hebben vervalscht. Zij zijn thans voortvluchtig. Aanzienlijke handelsondernemingen zagen gisteren hunne papieren belangrijk dalen, en er heerschte eene hevige ontsteltenis ter beurze. Talrijke familiën zijn bij deze ramp betrokken. Ernstig en waardig was de les die de beer van Houten gisteren de Tweede Kamer, ouder den pijnlijksten indruk samengekomen, voorhield. „Laat ons ook uit die ramp leering trekken," sprak de heer van Houten, „Vlissingen heeft ons millioenen gekost. Met welk nut? Zouden wij die millioenen ooit hebben besteed, als wij de renten daarvan te be- talen hadden gehad? Ik betwijfel niet of Vlissingen heeft, wat zijne ontwikkeling betreft, eene toekomst. 1 Maar laten wij niet te snel vooruit willen gaan. De ernstige tijding; die ous allen bedroeft waarin .vindt, zij hare grond-oorzaak? In de speculatie op den snellen aanwas van handel en verkeer. De vruchten zijn niet gekomen in den tijd. die men Hg wachtte. En wat wil men nu hier? men wil den laten speculeeren, hetgeen nog veel erger is. Men rekent ook daarbij op een verkeer, dat kan uit blijven, en als dat verkeer uitblijft, dan zal het ock hier blijken, dat de millioenen, die men heeft gevo teerd, niet winstgevend zijn besteed". In de ernstigste stemming en met de diepste smart werd de vermaning van den heer van Houten gehoord. Het kanaal door de Geldersche vallei, nog steeds het onderwerp van behandeling in de Tweede Kamer, werd heden door de re^eering verdedigd. De Minister van Waterstaatbegon als feit voorop te stellen, den achteruitgang van Amsterdam's Rijn— handel. Ook hij weet de vermeerdering in 1878 aan zeer toevallige, plaatselijke omstandigheden. Maar in de laatste 25 jaar was de Rijnhandel verminderd en de algemeene handelsbeweging niet toegenomen, in die mate als dit in de ons omringende landen het geval is. Wel had nu Arasterdam meer spoorverbin dingen rr.et Duitschland, maar ook met 't oog op mo gelijke ditferentieele spoorwegtarieven, moest men zekerder grondslagen hebben voor 't verkeer en die lagen in een betere waterverbinding met den Rijn en wel de veiligste en kortste. Verbetering van de Keulsche vaart was ondoelmatig, voor den Rijnhandel niet wen schel ijk, ook niet uit een finantieel oogpnut, daar deze weg door degrootere onleigeningskosten veel duurder zou blijken te zijn. Dat Stieltjes steeds een verbinding via Utrecht ge- wenscht had, was een misvatting. Hij had het Vallei- kanaal krachtig voorgestaan. Dat bij den aanleg van dit kanaal Amsterdam twee waterwegen naar den Rijn zon hebben is onjuist. De vaart AmsterdamRot terdam is eene verbinding van de hoofdstad met de Maas. En terwijl men zoo sterk tegen de Keulsche vaart ijverde, omdat de vracht daarop IS cents per ton hooger zou zijn dan op het Valleikan; al, zou de omweg over Rotterdam minstens even aanzienlijk de vrachten verhoogen. Het Valleikanaal zou niet alleen Amsterdam, maar geheel 't land ten goede komen, daar het meerdere handelsverkeer gepaard gaat met meer verdiensten in alle takken van bedrijf. Omtrent het Valleikanaal waren de gehoorde ingenieurs een parig gunstig gestemd; evenzoo de n«aste belang hebbenden in den haudel. De Minister weersprak de geopperde technische bedenkingen, vooral tegen den overgang van den Nederrijn en de doorsnijding van de Betuwe. De bedenkingen van den heer Waldorp tegen den overgang golden het oorspronkelijke, niet het gewijzigde plan. Stroomleidende dammen beston den reeds op eeu moeilijker punt van de rivier en voldeden zeer. De raming der kosten kon dan ook niet tegenvallen. De bezwaren van den dijkstoel der Betuwe waren geheel opgegeven. En zelfs als men de meerdere kosten nu op circa 3 ton raamde, zou het nieuwe kanaal nog 1 ton minder kosten dan de 18 millioea door de Regeering steeds geraamd. Een naderzoek van het plan door de Staatscommissie was noodeloos tijdverlies. Utrecht en de Vechtstreek wor den niet door 't kanaal benadeeld. Waarom dan nu uitstel der beslissing, waar de noodzakelijkheid van 't kanaal vast stond, de technici de plannen goedkeur den en de Regeering met overtuiging het plan voor stond en de verantwoordelijkheid der keuze op zich nam? De minister hoopte en vertrouwde dan ook, dat de kamer uitspraak zou doen in welken zin dan ook, en niet door uil stel of onthouding twijfel zou doen rijzen of 't wel mogelijk was, op dit oogeablik zulk een belangrijk vraagstuk met onderlinge samenwer king van regeering en vertegenwoordiging tot oplos sing te brengen. Daarna verdedigde de minister van oorlog het kanaal uit 't oogpunt der defensie. Als tijdelijke stel ling was het kanaal zeer nuttig het was een belang rijke terreiuhiudernishet geeft gelegenheid de inun daties te stellen en zal deze zeker niet benadeelen. Het zou dus meer voor- dan nadeelen opleveren voor de defensie. Bijzondere werken ter verdediging er van waren niet noodig. Eenig geschutsemplace- meut was voldoende, en de verkoop van gronden zou kunnen maken, dat het in plaats van kosten te veroorzaken aan de defensie nog een batig saldo op leverde. Na de verdediging der ministers kwam de opposi tie opnieuw aan 't. woord, het waren de heeren Roëll, van Kerkwijk, de Jong, van der Linden en van Houten. Hoogstwaarschijnlijk zal het heden reeds blijken, dat de oppositie verpletterend voor tiet regeeringsontwerp is geweest. De heer van Houten vooral sprak krachtig. Ik treed niet sprak de Groningsche afgevaardigde in eene vergelijking tusschen de verschillende vaartenregeeringsplan, verbetering der Keulsche vaart, plan Waldorp. Ik heb geen voorkeur. Moest ik kiezen, ik koo3 het plan der regeeiing. Doch de vraag is niet; welk vaarwater is noodig? De vraag is is in het geheel een vaarwater noodig, zóó noodig, dat wij er 20 mi'lioen voor zullen uitgeven Ik blijf zegjen verbetert de vaart tusschen Amsterdam en Rotterdam, en Amsterdam is geholpen. Er heeft zich te Amsterdam een verkeerde overtuiging „vastgenes- teld". Zoo gaat het in deu regel in groote steden. Men praat elkander na, en zoo ontstaat de meest ongerijm de publieke opinie. Als men op eene zaak zijne zinuen heeft gezet, argumenteert men weinig. Wederom heeft de heer Holtzman in zijne repliek de autoriteit van de Amsterdamsche kamer van koophandel aan gehaald. Ik hecht niet aan autoriteiten, maar aan ar gumenten. Het adres dier kamer argumenteert niet. En daarem wil ik argumenteeren. Wat zeide de heer Rutgers? Men heeft niets aan een vaarwater door het kanaal van een ander. Als mercantieel ar gument heeft dit niet de minste waarde. Rotterdam, Antwerpen gaan nu door het kantoor van Dordrecht. Als het vaarwater maar goed isdaarop komt het aan. De kwestie van eer kunnen wij laten rusten. Voor eene eerekwestie behoeven wij de beurzen der ingezetenen niet te belasten. „Van den gedrukteu toestand van Amsterdam is ons eene voorstelling gegeven, maar iemand, die de buitenwijken van Amsterdam bezoekt, eene stad, die zich vooral daar steeds uitbreidt zal er niets van merken. Wat is het kwaad? De hoofdelijke om slagen zijn er steeds hooger opgedreven. En nu die niet meer verhoogd kunnen worden, nu moet de groeikracht van Amsterdam worden vermeerderd ten koste van het geheele volk. „De uitwinning van kosten. Men heeft gesproken van een verschil van 20 cent per 1000 kilogram. Op zulk een verschil let allen de theoreticus, de practicus niet. Bij de meeste artikelen wordt op de prijsno- teeringen daarop zelf niet gelet. Op den ganschen koffie-oogst van 1 millioen picols bedraagt het geheele verschil f 12,000. De fluctuatiën iu de prijzen éxC vrachten zijn veel te groot dan dat een verschil van 20 cent per 1000 kilogram daarop iets kan afdoen. Fantastische denkbeelden hebben Amsterdammers zich van het toenemend verkeer gemaakt. Maar als men ons eene „trekschuitenpolitiek" verwijt, dan doen wij ten minste niet mede met de fantasie, die luchtkasteelen bouwt, die vergeet, dat goederenvervoer, wat consumiie en productie betreft, aan vaste regelen is gebonden, dat het goederenvervoer zich niet op gelijke wijze vermenigvuldigt, als het personen-vervoer. „De Minister van finantiën heeft gezegd dat ook hij vroeger in den roes der brooddronkenheid heeft verkeerd. Dat hij deze wet verdedigde, bewijsfJM die periode voor hem nog niet geëindigd is; en w.W te zeggen van den lieer Rutgers, die dien roes opze/w telijk doet voortdvren? „Mijne oppositie is mijn persoon en mijne antece denten onwaard" zeide de heer Rutgers. Mijne ante cedenten hehben altijd gewild, dat iedere uitgaaf eene waarde vertegenwoordigde, en dat iedere opoffering geëvenredigd behoorde te zijn aan het doel, dat men zich daarbij voorstelt. Het heeft mij moeite gekost tegen dit ontwerp te spreken. Ik heb de consideratie van Amsterdam te ontstemmen, moeten overwinnen. Ik heb mijne aan vankelijk sterke neiging om vóór de wet te stemmen, eveneens moeten overwinnen, maar mijn verstand is in deze zaak niet beheerscht door mijn wil. Lucht* hartigheid is aan de zijde van den heer Rutgers, wanneer hij aan de fantasie toegeeft. Werden ook met mijne medewerking vroeger fouten begaan, ik wensch niet ér eene fout bij te voegen, die het her stel van andere fouten zooveel moeilijker maakt. Wat dan van den hesr Rutgers te denken Het liefst dit, dat hem is overkomen, wat eenmaal een beroemd advocaat, Berrver, overkwam, namelijk bij toeval uit een verkeerd dossier te pleiten. Het gewichtige feit was het voorstel van den heer Sandberg. Door hem werd een amendement voorge steld om uit de wet art,. 1, het kanaal door de Geldersche Vallei weg te nemen. Waarschijnlijk heden beslissing. De Standaard heeft het voorstel gedaan om de anti-liberale partijen en een deel der liberalen 9amen te doen gaau bij de aanstaande verkiezingen. Die samen werking «zou ten doel moeten hebben eene wijziging van de kieswet., op dezen grondslag de census op het platte land overal f 20 in steden van 25,000 50 000 inwoners f 25, iu andere steden f 40. Uitslui ting van tappers er.z. van kiesrecht, door hen in plaats van patent een vergunning te laten betalen. Invoe ring van eukelvoudige districten, ook in groote ste den verkiezingen voor de Provinciale Staten op d$n zelfden dag, als voor de Tweede Kamer, om zooveef- mogelijk op de Eerste Kamer te werken. Daarop zou dan Kamerontbinding mceten volgen. Voorts zou de nieuwe onderwijswet voorloopig ciet uitgevoerd moeten worden en zou men zich tot op de totstandbrenging van deze reformbill, van alle ingrijpende verandering

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1