CII!U$mi.JHISTÖRIS(!H BLAD. V. 429. Zaterdag' 12 April. ITacht en Morgen. Middelburg, 11 April 1879. HET ZUIDEN Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50 Enkele nommers- 0,05 Uitgever P. G. WIJTMAN, tb MIDDELBUR( Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. BERICHT. maandag;, 2de* Paaschdag, zal geen uii in in cr van dit blad verschijnen. >En het was nacht," zegt Johannes zoo be- teekenisvol, toen Judas uitging om de snoode daad te volbrengen, de daad, die al wat hij vroeger deed uit de gedachte verbantdie ons doet vergeten, dat hij eens uitging met macht over onreine geesten, en om alle ziekte en kwale te genezen. Het was nacht toen de HEERE onzer aller ongerechtigheid op zijnen Zoon deed aanloopen. Het was nacht toen de bende met zwaarden en stokken uittrok, om den eenigen onschuldigen Menschenzoon gevangen te nemen. Het was nacht toen de hoogste vergadering van Israel's adel, toen mannen van naam in land en kerk vergaderden, om het snoodste aller vonnissen te vellen. De morgen grauwde toen de waarschijnlijk heid bestond, dat Pilatus het vonnis zou te niet doenen het was dag toen de radelooze landvoogd hoopte dat Galilea's vorst den besten •zijner onderdanen in bescherming zou nemen maar dikke duisternis kwam er over de gebeele aarde op den vollen middagtoen het snoodste verraad, het onrechtvaardigste vonnis werd be kroond door de onteerendste straf. Judas was teleurgesteld in de verwachting, dat zijn Heer het koninkrijk in Israël zou oprichten, hij verwachtte voldoening zijner begeerten in een koninkryk van deze wereld; in één nacht laat zijn leven zich samenvatten, den volgenden nacht beleefde hij niet meer. üe heer der schepping had zijne betrekking met den Schepper verbroken, en zich gebogen voor den vórst der duisternis, en zonder de nachtelijke worsteling in Gethsemane kon het Koninkrijk Gods op aarde niet worden hersteld. Waren alle Israel's oudsten drie jaar vroeger in den nacht, neen, bij vollen dag, tot Jezus gekomen met het woord: »wij weten dat gij zijfc een leeraar van God gekomen," de nachtelijke tocht der gewapende bende zou nooit gebeurd zijnen hadden zij gepeinsd over het raadsel der wedergeboorte, zij zouden geen drie jaar doorleefd hebben van wangunstig spionneeren, van heimelijk beraadslagen, van openlijke tegen werking, eindelijk uitloopende op het vonnis, dat geen daglicht verdragen kan. Van uit het oogpunt des rechts ziet zelfs de Romein, jaloersch op zijne macht, geen gevaar in een Koninkrijk, dat niet van deze wereld is, toch laat hij eindelijk den oproerling los, omdat hij bestuurder wil blijven van een gedeelte des rijks van zijn vriend" Tiberius. Herodes, wiens troon in zooveel bloed is gegrondvest, ziet geen reden om den Gezalfde te beschermen, maar ook niet om Hem ter dood te veroordeelen met spot maakt bij zich af van den Heilige. De priesters zijn het, do afvallige priesters, die zich niet willen laten verheffen tot burgers van het Godsrijk, maar den Koning van dat Rijk willen doen afdalen tot huns gelijke, tot hun werktuig wellicht; die priesters des stofs in plaats van des geestes, zij zijn het, die overal meegaan, naar Pilatus, naar Herodes en weder terug, om de staatsmacht in te nemen en op te zet ten tegen den Koning, wiens Rijk niet van hier is. En zoo wordt Barabbas de held van den dag, van den dag welks middag duisternis zal zijn. En als het pas begon te lichten", daalde daar als een bliksem een engel neder, beeld der toekomst van den Zoon des meuschen als wiens nederige dienaar hij zich neder- hurkte op den grafsteen. Voor de verschijning van dezen hemelgeest, voor de luistervolle opstanding des dooden vluchtten de wachters, als de onpartijdigste ooggetuigen het bericht overbrengende van het onloochenbaarste aller feiten. Had de majesteit van den stervenden Heiland een stervend moordenaar tot aanbidding ge noopt, had die majesteit een heidenseh krijgs man tot erkenning van van Jezus' rechtvaar digheid en goddelijkheid gebracht, de maje steit van den verrezen Heer, door meer getuigen gestaafd dan »van noode" waren, bleef zonder uitwerking op de verharde harten eener pries terschaar, wier dogma was: Hij kan Gods zoon niet zijn. Maar hun ongeloof staaft nog altoos het woord des Heeren: »al ware het dat er iemand uit de dooden opstond, zij zouden zich niet laten gezeggen." Pilatus wordt bedrogen door omgekochte wachters, Herodes eu hei, volk gelooven deu verspreidden leugen, en laager dan de biddende apostelen wellicht meenden »zijn tegen Jezus vergaderd beide Herodes en Pontius Pilatus, met de Heidenen en de volken Israels." Al is de rei lang der inet goud en purper bekleedde mannen, die door de eeuwen heen het licht des Evangelies hebben willen dooven, toch schijnt het, en langer is de rei der getuigen en martelaren, en nog groeit de schare, die niemand tellen kan" voortdurend aan. Nog sluiten de ongeloovigen zelf hunne magazijnen, kantoren en raadsvergaderingen op het Paaschfeest, en gaan zij al niet op met de gemeente, zij moeten toch in de natuur het uitspruitende groen, de zwellende bloemknoppen, de door de zwarte aarde, zonder dat de zaaier zelf weet hoe, zich een weg banende zaadlobbetjes aanschouwen, die hun prediken van herleven, en meer dan vier maanden .te voren berekenen zij reeds, wanneer de velden wit zullen zijn om te oogsten. Blijven zij er blind voor, dat dit beelden zijn, ook door den Heer gebruikt tot aanduiding van geestelijke zaken, van heerlijke waarbeden, het is de schuld van henzelven, die zeggej^ wij zien," en daarbij in hunne zonden blijven. Voor den geloovige, die in de natuur, in de Schrift, in het volbrachte verlossingswerk, in het werk van den Geest aan de harten het werk ziet van den drieëenigen God, is alles één schoon geheel, en blijde stemt hij in, ook in donkere dagen, mét het lied Wees gegroet, gij eersteling der dagen, Morgen der verrijzenis Bij het in werking treden der tegenwoordige wet op de calamitense polders was er, van achterstallige bijdragen van achterliggende polders, nog meer dan een tonne gouds in kas. Gedeputeerde Staten wensch- ten die gelden te besteden tot het doel waarvoor zij betaald warenverbetering der zeeweringen van cala- miteuse polders. De minister dacht er anders over en wilde die gelden annexeeren ten bate van het Rijk. Dezer dagen vereenigde de Tweede Kamer zich in haar sectie-verslag met dit laatste denkbeeld. Wi; leven dan ook iu een tijdperk van het recht van den sterkste. De provincie Zeeland op wier ingezetenen den last van zoodanig besluit zal drukkn, moet er in berusten. Maar wanneer men dan ziet wat de calamiteuse polders moeten opbrengen voor hunne oeververde diging tot 40 gulden, zegge veertig gulden 's jaars per bunder, behalve nog de bijdragen der eerslaan- grenzende polders, en behalve de ruim 20, zegge twintig opcenten op de grondbelasting, zoowel voor gebouwde als ongebouwde eigendommen, en men ziet dan wat er elders gekermd wordt o\ er enkele guldens, dan dringt zich de vraag op, wordt ook in d;t opzicht in Nederland wel met ééne maat gemeten Volgens beweri"g van sommige deskundigen moei de Noorder-Lekdijk verhoogd en verzwaard worden, om 200,000 bunders land met de steden Amsterdam. Haarlem, Leiden, 's Hage enz. teg.n mogelijke over- stroomingeu bij zwaren ijsgang te beschermen. De kosten dier verhooging en verzwaring van den Lekdijk worden geraamd op 2 millioen. Om die te vinden wordt eeu. agitatie gekweekt als of Nederland op hel spel stondHet Rijk, de Staat eu weder het Rijt moet daarin voorzien Ons komt het voor dat waar men in Zeeland wé. tot. f40 'sjaars laat betalen, het niet meer dan billijk is, die 200.000 bunders voor eens f 10 per buudei extra te laten betalen. Dan was alles is eens gevonden. N. G. C. Door den geaiiecuieraacl vasa iSSSddelSMii*!» zijn de verschillende concept-besluiten en verorde ningen betrekkelijk de reorganisatie van het gymnasium door burgem. en weth. in overleg met curatoren voorgedragen, eu meerendeels overeenkomende met de reeds vroeger te dezer zake door den raad genomeq

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1