MRISTlLUi'IISmiSM BLO. I .V. 412. Dinsdag* 4 Maart. HET ZUIDENJ Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden franco1,50 Enkele no miners- 0,05 Uitgever r». Gr. W IJ T M A N, te MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1- regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 3 Maart 1879. Onder den titel #een donker en toch weer moed- geveild vooruitzicht" leverde het Wageaiiugsch Weekblad een paar artikelen, voor de toekomst der anti-revolutionaire partij van uitnemend belang. Douker is het vooruitzicht. Het ziet. er met den staat van 's rijks financiën niet te best uit. Volgens de raming moet elke maand 8,242,000 opleveren. En Januari bracht slechts 5,921,073 op, dus ongeveer f 2.320,000 te weinig! Dat is om te schrikken, al neemt men ook in aan- merkiug, dat de eerste maanden des jaars altijd een tekort opleveren. Want Januari jl. bleef een half millioen beneden diezelfde maand in '78, eu dat terwijl volgens de raming elke maand dooreen een kleine 4 ton meer moet opbrengen dan ten vorigen jare. Nu heeft 178 wel l'/s millioen meer opgeleverd dan geraamd was. Maar ook wanneer het totaal der inkomsten dit jaar gelijk werd aan dat van 't vorige dan nog komt er ten slotte 3 millioen tekort. Vraagt men, waarop die hoogere raming dan rust, dan is 't antwoord tweeledig 1 op de geleidelijke stijging der inkomsten in de laatste jaren en vooral op de uitbreiding vau het successierecht tot de rechte lijn; 2 op de noodzakelijkheid aan hoogere inkomsten om het tekort dat onvermijdelijk komt, des te kleiner te maken. Doch dit laatstgenoemde argument houdt natuurlijk geen steek. Men kan op 't papier een begrooting van inkomsten wel opdrijven, maar in de werkelijk heid gelukt dit niet. Dit is zich verheugen met een doode mosch, een spel, ernstige staatslieden on waardig. Donker is het vooruitzicht, nog te meer wijl men nog altijd door steeds grooteren eischen aan de schatkist doet. Ous spoorweg net is nog lang niet voltooid de rotterdamsche waterweg is mislukt, en toch wil men dien ten koste van nog hoevele millioenen hebben straks komt de Minister van Waterstaat enz. met zijn ont- werpwet tot het aanleggen van zeker niet overbodige binnenlaudsche kanalen, waarnaar duizenden hunkeren naast hem staat de nieuwe Minister van Oorlog, wien een reuzewerk wacht, maar dat nooit kans van slagen heeft, dan tenzij met het opofferen van een nog onberekenbaar aantal millioenen en dan om niet meer te noemen moet de nieuwe Wet o. h. 1. Onderwijs nog in werhiog treden, die alweer millioenen eischt, eu dan niet voor eens, maar jaar op jaar. 't Is om van te duizelen. En als straks nog onver- ziene omstandigheden daarbij komen b. v. een mis lukte koflieoogst, of als in'70 een mobilisatie van ons leger, om onze neutraliteit zoo mogelijk te handhaven, of een water- of stormramp, zie, dan zitten we er Snancieël zoo diep onder, dat er aan uitkomen schier niet meer te danken valt. Donker is het vooruitzicht. Hoe brengen we de zaak in orde? Door meer belasting te heffen? Niets zoo moeielijk dau juist dat. Toen er gekikt -werd van een belasting op de tabak, kwam de han delswereld in rep en roer; de handel is de hoofdze nuw vaq ons volksbestaan, en zou men dien aan banden gaan leggen, de tabaksmarkt verwoesten gaan, gelijk reeds met de suikermarkt geschied is Neen, zoo wordt geroepen, wil ge uw land tot vernieuwden bloei brengen, schaf dan alle inkomende en uitgaande rechten af, leg spoorwegen en kanalen aandan eerst zal welvaart en rijkdom ous deel zijn! Weet ge wie ge treffen moet de grondbezitters die rijkaards kunnen 't missen die hebben al tal van jaren veel te weinig betaald De Regeering zal 't dan ook niet over een andere boeg wenden. De renteniers zullen er aan, de coupon- nenkuippersen een belasting op de bezittingen in de doode hand, al levert die dan ook slechts een ton of zes, kan er^ wel bij. Doch al giugen die wetten er door, dau zijn we er immers nog lang niet? Maar 'tis bovendien zoo goed als zeker, dat men juist over die effecten-belasting moord en brand zal roepen. En geenzins zonder redeu. Niet allereerst omdat er be taald moet worden, maar omdat het dan publiek wordt wat ieder bezit, tenzij men die geheimhouding koopen wil óf met een valscheu eed, óf om zich grooter te houden dan men is, met 'u. r. 't dubbele aan te geven van wat men werkelijk bezit. Vraag het maar aan de Auisterdammers, hoe plezierig ze hun inkomsten belasting vinden. Eu 't zou ons dan ook ten zeerste verwonderen, indien de Minister van Finantiëo deze wet er doorhaalde, al maakte bij ook van haar niet- aauneming de niet uitvoering der wet op het lager onderwijs afhankelijk. De directe belastingen gaan van de stelling uit: ieder evenredig te laten betalen naar wat hij werkelijk bezit. Eu dat klinkt heel mooi en 't zou dit ook werkelijk zijn, mits onder deze voor waarden 1 dat dan alle andere belastingen vervielen, en 2. dat men allen noodzaken kon volkomen eerlijk te handelen. Maar nu aan deze twee hoofdvereischteu onmogelijk kan voldaan worden, nu is daarmee 't stelsel zelf geoordeeld 't zal ten onzent nooit po >u- lair worden, en men zal tegen wil en dank bij de indirecte belasting heul moeten zoeken, of de wagen loopt spaak. Neem daarbij in aanmerking, dat ge niemand boven zijn draagkracht belasten kunt. Eisciite alleeu 'tRijk ons geld, 't zou nog gaan. Maar ook de provincie en nog meer de gemeente vordeen 't brengen van groote offers. Vooral in de groote steden en ook in menige plattelandsgemeente zijn de lasten, inzonderheid om in de kosten van 't enderwijs te voorzien, schreeuwend hoog opgedreven en ze worden dit nog steeds meer. Deze wil een verbeterden weg, gene overvloediger kunstlicht, een derde meer politie, een vierde on schadelijke afvoer van fccaliëu, een vijfde meer scholen een zesdeMaar hoe alles op te sommen En wanneer het op betalen aankomt, wil- icdar dat zijn buurman het doe. In één woord, we leven boven onzen staat, verteren meer dan ons inkomen is, we vragen niet wat kan, maar wat wij in onze kortzichtigheid meenen wat moet. En al heeten we dan ook een rijk volk te zij a en al zijn we 't betrekkelijk, ook aan de grootste fortuinen is opkomen. Maar het donkere vooruitzicht wordt moed gevend als we bedenken dat op die wijze aan dit hunkeren naar de staatsruif een einde moet komen; de stroom der fatsoenlijke bedelaars, die dag aan dag naar den Haag trekken, om daar bij de ministers posten en gunsten te gaan afsineeken, moet binnen zeer enge grenzen worden beperkt. Eu wie in 't vaderland geen behoorlijk bestaan kan vinden want we lijden aan overbevolking trekke naar elders, liefst naar onze overzeesche bezittingen, waar talloos velen die werken kunnen en willen, overvloed van brood zullen vinden. Aau wezenlijk knappe, ener gieke en eerlijke mann n is nog altijd gebrek. Maar ook nog uit een ander oogpunt komt het geldgebrek ons uitnemend te stade, ja achten we dit een beschikking te zijn van Hooger Hand, om ons tegen de tirannie der liberalistische//in-de-wac-stuur- ders" te beveiligen. We hebben jaar-uit jaar-in ver zocht, gebeden, gesmeekt om recht. Eu iDsteê van verlichting gewerd ons verzwaring vau lasten. Ein delijk hebben we met honderdduizenden gepeiition- neerd, ons beroepen op 't edel hart onzes Konings. Ook dit heeft door de misleiding onzer vijanden niet gebaat. De Wet werd geteekend en verscheen in 't Staatsblad. Zie, zoo redeneerden we, nu is er niets meer aan te doen, nu ook deze vergroote ellende in de mogendheid onzes Heeren gedragen. Maar daar zijn meer wetten in 't Staatsblad opge nomen, die onuitgevoerd bleven. Was de Wet roekelooze halstarrigheid doorgedreven, zonder te v gen naar de grootte van deu fioanciëelen last, d haar op de schatkist gelegd, thans komt het hink< paard achteraan. Voor de mannen die met God goddelijke zaken niet rekenen, is geld de ziel negotie, alles. En vanwaar dit bekomen den zak der burgerij. Maar die zakken diep. En kon men een wet maken, die all ons, weerstrevers van de zegeningen van 't liberalis trof, o dan zou men zich over ons klagen eu jami ren niet bekommeren. Maar nu de blinde volgeliD; van de helden van den vooruitgang mee betalen, i betalen, moeten, nu krijgt de zaak eene andere daante. Wel heeft Kappeyne beloofd, dat hij al wat in~i vermogen is, doen zal om de Wet 1 Januari li in werking te brengen, maar dit kan niet zonder de begrooting de daarvoor benoodigde sommen brengen. En vanwaar deze gehaald? Dat toch de niet-liberalisten eenpariglijk elke zullen afstemmen, die strekken moet om den om on hals geworpen strik nader toe te halen, spreekt vanz Wie daaraan kon meewerken zou niet slechts stakker, erger, een misdadiger zijn. En dan bel ven er slechts enkele zelfstandige of malcontente li ralen bij te komen, om elke zoodanige wet te d buitelen. Eerst zult gij, liberalisten, ons recht d< ous op gelijke voet behandelen als uwe -yajr.ers. vraagt dan wat billijk i9 en noodig. Doch z&o haalt dan 't geld waar ge 't krijgen kunt, maar uit onze zakkeu. Onze vaderen wisten oudtijds door de koor hunner beurs vast in handen te houden, were potentaten tot reden te breDgen. Wij zullen I voorbeeld volgen tegenover de pygmeën onzer daj Point d'argent point de Suisses, zeide men oudtj Wij zeggen geen recht, geen geld. De algemeene beraadslagingen over de procurer wet zijn in de Zitting der Tweede Kamer vrijdag afgeloopen. Heden worden de artikelen behandeld. De verkiezing van een lid der Tweede Kan in het hoofdkiesdistrict 's Bosch, ten gevolge 1 'het overlijden van mr. P. J. E. van Zinnie<\. Bei mann, zal plaats hebben op Dinsdag 25 Maart herstemming zoo noodig, op Dinsaag 8 April a staande. Het Comité uit Middelburg, dat aan den afgev de uit dat district mr. U. vauEck, een blijk erkentelijkheid bij zijn dertigjarig lidmaatschap Kamer heeft aangeboden, ontving van ZEd. volgende schrijven 's-Gravenhage, 26 Februari 1871 Mijne lieer en! U en allen, die mij met streclende betuiging genegenheid een sluffelijk blijk van belangstel hebben aangeboden ter herinnering aan de vervul van mijn deriigjarig lidmaatschap iti de Tw Kamer der Stateu-Generaal, breng ik mijn harteli dank toe. Dat blijk van belangstelling heeft voor mij te i waarde, omdat verschillenden, die er tevens uitkwamen dat zij tot mijne politieke tegenstari behoorden, uit achting voor heigeen gij de goed hebt eerlijkheid in het staatkundig levende noei gaarne daar deel aan hebben genomen. Ook van velen, elders wonende en insgelijks scbdleude politieke richtingen toegedaan, moet dezelfde verklaring ontvangen. Ik ben dus juist grepeu. Vergunt mij echter eene kleine toelichtin

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1