MRISTILUl-MSmiSCH BLAD.
fflffiï 1IS
.V. 409.
Dinsdag 25 Februari.
J. SAEDERS
HET ZUIDEN
Vers client eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50
Enkele nomuiers- 0,05
Uitgever
P. G. W IJ T M A N,
te
MIDD'EIJ'BTJRGK
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
J J
val een vertegenwoordiger naar de Provinciale
Staten van Zeeland moeten afvaardigen.
Het verheugt ons dat er zooveel politiek
leven is in onze vrienden in dat district.
"Wel wat laat maar niet te laat, stelde zij
de candidatuur van den heer J. Sanders, bur
gemeester van Heille, wonende te Sluis.
Al dadelijk zal men zeggen: dus een burge
meester, die buiten zijne gemeente woont.
De goede inwoners van Westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen weten al te goed, dat Heille wel
eene 'gemeente, maar geen dorp is. De gemeente
Heille, uit verscheidene buurtschappen en hof
steden bestaande, grenst aan Sluis, en in zijne
gemeente heeft de heer J. Sanders gewoond,
totdat hij korten tijd geleden, zijne hofstede
ten behoeve van zijn zoon verliet.
Wij kunnen den heer Sanders gerust aan
bevelen, niet alleen omdat niemand iets kwaads
van hem weet, maar- omdat elk die hem kent
hem heeft leeren waardeeren als een man met
een open hart, voor alles wat goed en
edel is.
Wij willen niets zeggen van den candidaat
die tegenover hem is gesteld, maar boven dezen
heeft de heer J. Sanders een leven van rijke
en rijpe ervaring voor.
't Kan ons niets schelen of onze dijken en
wegen op orthodoxe of moderne, op liberale of
anti-revolutionaire wijze worden behandeld, maar
't is schande dat bekwame mannen van onze
richting, van onze partij, steeds worden achter
uitgezet.
Waarom moeten het altoos heeren zijn, die
de belangen onzer landbouwende districten
voorstaan
Waarom moeten advocaten en notarissen al
toos het hooge woord voeren?
Zullen onze regeeringslichamen het volk ver
tegenwoordigen, dan moeten er mannen der
praktijk in zitten.
En zoo'n man is burgemeester Sanders.
Geen statenvergadering van enkel boeren!
Geen Statenvergadering van enkel heeren!
Geen statenvergadering van enkel advocaten
en openbare ambtenaren\
We hebben 't onlangs gehoord, hoe een ad
vocaat sprak over den grintweg van Hoofdplaat
naar den Nieuwlandschen polder.
Zijn Edel Gestrenge liet het voorkomen alsof
men dien weg wilde verfraaien.
Verfraaien
Een gedeelte van dien weg heette vroeger het
duivelsstraatje, en die naam begint weder in
gebruik te komen.
Burgemeester Sanders weet wat een land
bouwend district toekomt.
Hij heeft door ervaring verstand van ge
meente-begrootingen waarover de heeren te Mid
delburg het vonnis te strijken hebben.
Hij kent zijn district door en door, en heeft
een open oog voor algemcene belangen.
Als rustend landbouwer kan de heer J.
Sanders heel veel tijdzijne nog frissclie krach
tenen zijne jarenlange ervaring aan de be
langen van zijn district wijden.
Hij zal eene nobele figuur in onze Staten
vergadering zijn, en geen figurant.
Wij kunnen de verzekering geven dat de heer
J. Sanders de candidatuur heeft aangenomen.
Ieder, die op hem stemt, werpt zijne stem
niet in 't water.
Wie dus een edel en ervaren vertegenwoor
diger voor het district Sluis verlangt, hij stemme
op liberale wijze, naar de oude, goede bet.eeke-
nis des woords, en schrijve op zijn biljet:
Burgemeester van Heille te Sluis.
Middelburg, 24 Februari 1S79.
De Tweede Kaeoei» beraadslaagde vrijdag over
de bekende motie van den heer van Kerkwijk
De Rotterd m-Munstersche spoorwegmaatschappij
had haar verplichtingen niet kunnen nakomen de
concessie is daardoor vervallen en het waarborg-kapi-
taai van vier ton, door haar gestort, komt gevolgelijk
aan den staat. De minister van waterstaat heeft echter
in de memorie van beantwoording op het verslag
over zijn begrooting zijn voornemen te kennen ge
geven, om dat kapitaal aan de gefailleerde maatschap
pij terug te geven. De heer Van Kerkwijk nu komt
er, bij zijn motie, tegen op, dat dit zou kunnen
geschieden zonder medewerking van de wetgevende
macht.
De minister van waterstaat verklaarde zich tegen
eene met alle antecedenten strijdig zijnde verklaring
dat de teruggave van dergelijke kapitalen onderge
schikt zou zijn aan de goedkeuring der wetgevende
macht. ln dit bijzondere geval was de minister ech
ter voornemens die goedkeuring te vragen daar
om te eer kon hij verklaren dat het geld niet
teruggegeven zou worden voor dat een beslis
sing over de zaak bij de aanstaande behandeling
van het wetsontwerp op de concessiën genomen zal zijn.
Eene motie van den heer van der Hoeven waarbij
akte genomen wordt van die verklaring werd aange
nomen met 51 tegen 5 stemmen, waarna de heer
van Kerkwijk zijne motie introk.
Nu de moderne richting drie predikanten in de
Kamci' telt, t. w. de heeren Moens, De Meyier en
Lieftinck, begint metterdaad het vraagstuk, of anders
dan bij hooge uitzondering, dit brengen van dienaren
der kerk in politieke vergaderingen, aanbeveling ver
dient, afmetingen aan te nemen, die tot bespreking
uitlokken.
De Hervorming is met de verkiezing van den heer
Lieftinck hooglijk ingenomen:
z/Met vreugde hebben wij de verkiezing van Lief
tinck, predikant te Kinswerd, tot lid var
Tweede Kamer gezien. Wij meenen in hem tem
begroeten een man, die weet wat hij wil, di>
zeggen durft ook en wat niet 't minst betee
die het zeggen kan. Dit is veel, maar meer
is, dat zijn hart warm klopt voor godsdiens
deugd, en zijn op'reden in de Tweede Kamer
anderiiig zal brengen in zijn werkkring en lev
manier, maar niet in zijn levensdoel, niet in
gene wat zijn hart zoekt en lief heeft. Waa
regeering optreedt tot het behartigen ook va:
zedelijke belangen des volks, daar zal zij in
steun vinden waar zij op dit gebied zich
wagen durft, daar we zijn er vast van o
tuigd zal Lieftinck den moed hebben tot
initiatief. Van ganscher harte wenschen wij_
toe, dat ook in de Ilaagsehe kringen zijn prakt
idealisme hem nooit begeve en het hem gek
velen te overtuigen, dat de bij ons aangeno
scheiding van kerk en staat niets afdoet van
heilige roeping, om levende godsvrucht hoe lai
zoo meer te maken tot het bezielend beginsel
van ons maatschappelijk en staalkundig leven
Dit zij zoo.
Voor dengene, die gelijk de moderne, niet van
levenden God, maar van zijn eigen godsdienstig
het heil wacht, is dat eer bezadigd dan te kras.
Maar de Hervorming laat het hier niet bij.
Ze laat toch aan het slot van haar stuk dit
volgen -as
Maar wel voelt men terecht, dat waar de b®
doxe predikant staat buiten liet gewone leven,
dat voor hem tusschen geestelijk en wereldlijk
bied een klove ligt, de moderne die scheiding
kent en dus, zal hij zijn betrekking goed beklee
een goed voorganger zijn van de Christelijke
meente in onzen tijd, de maatschappelijke en s
kundige belangen ook tot de godsdienstige rek
moet, daarvoor vanzelf meer hart heeft, en dus
meer oog krijgt dan zijn rechtzinnige ambtsbn
en dus ook in de Tweede kamsr op zijn plaats
voelen kan.
Dit nu is onwaar.
o, Zeer zeker indien bet afvallig modernisme e
ontkerstende regeering er eerst in geslaagd waret
de natie los van den Christus te maken, dan ja,
de moderne predikant op nationaal terrein thui
orthodoxe er een vreemdeling zijn.
Maar nu het Volkspetitionnement toonde ln
dit er nog van is, nu is omgekeerd de orthodoxe
beter dan de moderne in staat, tolk der natie,
tegenwoordiger des volks te zijn.
De moderne kan tolk der bonrgeoisie, vertegenv
diger van een deel der ontwikkelden zijn, vai
volk als volk nooit.
En doelde men op den tweestrijd tusschen gees
en wereldlijk leven; dan zou liet als regel gene
zoo tegen den een als tegen den ander getu
indien de, 't zij dan moderne of orthodoxe, 1<
afdaalde tot het zedelijk peil van onze laag gezc
Staten-Generaal. {Heraut.)
De heer N. M. Fcringa. benoemd tot li
commissie om Z. M. voor te lichten bij de uitvc
van art. 4, 2e lid der wet op het lager onderwijs,
en inlichting van scholtn) geeft in de Stan
rekenschap, waarom hij gemeend heeft, die benoi
niet te mogen afwijzen.
Hij beschouwt namelijk die benoeming a!
welwillende poging van Z. M., om ook in de:
zem van die commissie het gevoelen van de 1
standers der wet aan het woord te laten kon;
de nad( elen, voor lien uit dé wet voortkomende
veel doenlijk bij de uitvoering te verzachten.
De heer Feringa heeft dit blijkens de Sta
openbaar gemaakt, ten einde allen schijn van c