(illRISTELIJK-QISTORISGH BLAD,
„V.
Saterdag 23 Januari.
i a
- 11
1 11
Verschijnt el ken Maandag, Woensdag en Vrijdag-I
v o\o ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Vijs per drie maanden francof 1,50 j
énkele noraraers,- 0,05
Uitgever
G. W IJ T M A N,
te
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 11
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 24 Januari 1879.
Terwijl wij dit schrijven wordt langs onze Nedcr-
landsche spoorlijnen een kostbare last vervoerd, met
bestemming naar de plaats, waar Nederland in eere
bewaart, hetgeen het stoffelijks heeft overgehouden
van de leden van zijn vorsten- en heldengeslacht, die
door God uit hunnen aardschen werkkring zijn opge
roepen.
Terwijl dit blad in handen komt, richten zich in
Nederland en in omliggende landen aller blikken naar
die bewaarplaats in het oude Delft groot is het
getal der duizenden, die zich daarheen spoeden, om
getuigen te zijn van de indrukwekkende plechtigheden,
verhouden aan het bijzetten vau den .geliefden d ode
bij de overblijfselen zijner doorluchtige voorvaderen.
Kille pracht, tentoongespreid in duizenderlei afwis
seling van zwart en zilver, moge getuigen van den
vouw, in millioenen warme harten gevoeld door ter
halver stok uitgestoken vlaggen moge hulde gebracht
worden aan de nagedachtenis van onzen vorstelijken
zeeman,toch zal Nederland moeielijk de Luxembur
gers kunnen overtreffen in huldeblijken, bewezen aan
het stoffelijk overschot van den landvoogd, dien zij
van zoo nabij in al zijue vorstelijke en huiselijke
bemi[menswaardigheden leerdeü waardtereu.
Allen, die Prins Hendrik leerden kennen, had
den hem lief, en meer dan eenig ander lid
onzer vorstelijke familie, stelde hij het volk in de
gelegenheid tot de zoozeer gewenschte kennismaking.
Geen waardigheden en hofgebruiken waren voor hem
beletselen, om de man des volks te zijn; en zijn
persoonlijk afdalen tot het volk, zijn persoonlijk deel
nemen aan handels- en nijverheids-ondernemingen
was geen beletsel voor hem, on in vorstelijken glans
boven allen uit te bliiikeu, evenmin als zijne han -
dels uiderneming, zijn winkel aan het Suez-kanaal,
een beletsel was, om hem door het huwelijk te doen
opnemfii onder de leden der voornaamste vorsten-
familie. die van alle Europeesche vorstenfamiliën, het
meest aan hofgebruiken gehecht is.
Wij behoeven echter niet te blijven opzien tot die
prachtige uiterlijke teekeuen van rouw, niet te blijven
uitweiden over de aardsche deugden van den overle
den vorst, niet te blijven staren op den door zooveel
marmer gedekten, door zooveel herinneringen gekroou -
den grafkelder, want
Zelfs de zee zal hare dooden geven,
Als de Levensvorst hen wekt,
Die, wanhopig kampend om hun leven,
Door de golven zijn bedekt, -
Wie geen liefdeband het doodskleed spreidde,
Wie geen vriend ten grave begeleidde;
en daarom zien wij over dood en graf onzen prins
na, die aan deze zijde eene treurende weduwe, twee
treurende familiën, een treurend volk, een gezegenden
naaiu en vele schatten acbterliel, maar ook kennis
had aan hetgeen alleen waarde heeft, als alle dooden,
neen, alle herlevenden gelijk slaan, en de niet
gelijkstaande talenten worden gewogen.
Wij weten niet wat in de binnenkamer, wat in
den vorstelijken familiekring werd gebeden en gespro-
k n, maar er zijn redenen om te geloove.", dat voor
den troon zijns Gods, en voor den troon zijns broe
ders, Prins Hendrik niet zelden de dierbaarste be
langen van het Nederlaudsche volk warm heeft bepleit.
Maar al te dikwijls verspert aardsche grootheid den
weg tot hemelsche heerlijkheid, toch hebben wij cle
hope, dat, God aan Prins Hendrik de genade heeft
verleend, die voor alle vorsten en voor alle onderdanen
het ééne noodige is.
Van ganscher harte stemmen wij in met dr. Brons
veld, als hij zegt
Mijn volk, pleng tranen op het lijk
bes Edelen eu l'raven,
Die u bemind heeft en gediend
Met al zijn kracht en gaven.
Leg bloemen op dat dierbaar lijk,
Breng leliën en rozen
Want reine zin en trouwe min
Was 't deel, door hem verkozen.
En leg den Bijbel op zijn hart,
En vouw zijn handen samen
Want op des Heei-en heilig" Woord
Sprak hij ootmoedig Amen.
En dek hem toe met Neerlands vlag,
Met de oude, trouwe kleuren
Den band. die Prins en vlag verbond
Mig ook de dood niet scheuren.
Draag zoo hem henen naar het graf,
Te vroeg voor hem ontsloten
En vaak nog worde daar een traan
Van rouw en dank vergoten.
In den Haag is bij gelegenheid van de begrafenis
van Prins Elesidrik de geheele koninklijke familie,
uitgezonderd de Prius van Oranje, aangekomen.
Ook een groot aantal veriegenwoo.digers van
buitenlandsche hoven zijn aangekomen, die namens
hunne vorsteu de begrafenis-plechtigheid zullen bij
wonen.
Luxemburg bereidde Woensdag zijnen land
voogd een zeer pleehtigeu uitvaart.
Niet alleen in de straten, door wolke de stoet trek
ken moest, maar aan ieder huis waren zinnebeelden
van rouw aangebracht met naamcijfer en witte bloe
men; in de hoofdsiraat zijn dwars over den weg
reusachtige met zwart en wit omze'te vanen en ver
sieringen aangebracht. De balkons en andere voor
uitspringende gedeelten der huizen zijn met zwarte
kleeden behangen. In het paleis in de stad zijn alle
vensters bedekt, zwart met goud, en overal met het
naamcijfer H.
Deze droevige versiering mankt een diepen indruk
bewoog zich niet een groote menigte langs de straten,
men zou de s ad voor een reusachtige rouwkapel
houden. Ook het groote raadhuis is aan alle zijden
van boven tot beneden in rouwkleureu gehuld, op
de groote Markt ver. ijst een kollossale katafalk met
de kroon van den stadhouder des groothertogs, een
waar kunststuk dat in eeu uur tijds is verrezen. Aan
de hoeken der straten ziet men groote masten met
in het zwart gehulde, vlaggen.
De stemming der bevolking is geheel overeenkom
stig den toestand. Stil en ernstig beweegt de menigte
zich op den weg naar Walferdauge en de grenspalen
der stad, om den stoet te begeleiden men hoorf
anders spreken dan van Prins Hendrik den Goee
Hoe verder men door de stad wandelt, hoe d,
de indruk wordt van de algemeene deelneming,
verscheidene gruote huizen leest men op zwart j
of fluweel het opschrift Honneur au Prince Hi
aan een ziet men tien kransen van milten eu
rozen oin de beeltenis van den Prins. De lantj
zijn alle met zwart omgeven, de winkels zijn ge?
of van boven tot beneden in rouw.
l)e deelneming is nog oneindig grooter d;
Parijs bij de uitvaart van Thiers. Uit alle de
des lands stroomen belangstellenden toe. Opmerl
is het, dat men, ook bij het verkoopen...v/y
progamma's der pleehtigheid op straat, geen geschi
zelfs geen luid gesprek hoort.
Daar komt langs den weg uit Walferdan»
lijkwagen, met zes paarden bespannen en gedekt
het zwarte, met zilver omzette, kleed. De hofbean
volgen met het dienstpersoneel, mannen eu vroii
Aan de grenspaal van de stad wordt de wagei
gewacht door wellicht 10,000 personen, waart
van deputatien en burgerlijke eu militaire autorili
en 30 muziekkorpsen.
Ook hier werden weder eeoe menigte bloeme
kransen geoffird, waarbij een bijzonder groote,
hulde van Luxemburgers die te Parijs wonen eu
studenten, die daar op kosten van düu
studeerden.
liet was een indrukwekkend ooge: blik toen
stoet zich in beweging zette. Alles trok iu de P
orde voort; de schitterende koperen helmen
brandweer, de groene uniformen der leden van
schillende corporatiën staken af bij de zwarie k
derdracht der geestelijken en rechters, den zwa
lijkwagen en de met sneeuwwolken bedekie lucht'
Het getal corporatiën, dat in het programma op
geschat was, steeg tot 102. Zoo trok de stoet, rr
dau een mijl lang, door de straten, te midden
vele duizenden, die allen met ontblooten hoofde
stoffelijk overschot zagen voorbijtrekken.
Achter honderden schoolkinderen deden de
muzienkorpseu treurtnarschen hooren.
Aan het spoorwegstation werd het lijk in de wa«"
kamer geplaatst, d.e in een rouwkapel was hersc
pen. De lijkkist werd op eene verhevenheid neergp
waar. na gezang en zegening, de predikant Neumar
eenige treffende woorden van afscheid sprak.
Negen leidertafels hieven voor het station tri
zangen aan, terwijl de leden der hofhouding hi
waarts keerden. De duizenden toeschouwers verspr.
den zich, het klckkespel en het kanongebulder
stonaden. l)e plechtigheid was geëindigd.
Een treffend bewijs van de uitzetting ot
Sttititsiiiiff.'fcTCsi leverde de Standaard dezer da;
Ziehier het lijstje van de uitgaven voor eiken tak
dienst in 1850 en in 1878
1850.' 1878. Vermeerd.
Huis d K nings f 800,000 f 950,000 f 150.
Hooge Collegiën 550,000 615,000 65,
Buitenl. Zaken 520,000 639,000 119.
Justitie 2,270,000 4,410.000 2.140^
Biunenl. Zaken 4,200,000 29.000,000 24.800,
Marine 5,325,000 14,000,000 8,675',
Financien 8,000,000 17,330,000 9,330,
Oorlog 11,000,000 22,560.000 11.560.
Koloniën 120,000 1,700,000 1,580,
Dat alles te zamen geuomen maakt eeue verir
dering van p. ra. 49,000,000. Zegge negen en vet
millioen.
Slechts een hoofdstuk wijst vermindering aan,
van Nationale schuld, in 1850 geraamd
f 36,425,000 ec in 1878 op f 27,175,000.