cnRisTiLUK-nisTosuseii slid. 1 Het groots verschil Donderdag 23 Januari. :\iu. 39s. to Verschijnt eiken Maaydag, Woensdag en Vrijdag-i vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drib maanden francof 1,50 énkele nom roers- 0,05 P G. Uitgever W LJ TM AN, MIDDELBURG. Prijs der Advertenties: - i Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. II. De kerk behoeft aan den staat de heerschap pij over de school niet te ontwringen. Daarvan kan bijv. in België sprake zijn, maar bij ons niet. De school behoort aan de ouders, de meester is hun helper. Zorgen de dienaren tier kerk, naar den aard der zaak, meer JJbor het godsdienstig deel van het onderwijs, en de schoolmeester meer voor het maatschappelijk deel daarvan, maar steeds in de beste overeen stemming elkanders werk, dat geen bepaalde grenzen heeft, aanvullende, dan wordt het kind het best gevormd tot lid der christelijke nlaat- schappij. Op dit oogenblik is de toestand zoo, dat in de meeste gevallen de protestantsche kerk de bondgenoote der ouder3 is in den strijd tegen den staat, die zich de heerschappij aanmatigt. Dien staat vertrouwen wij onze kinderen niet foe, vooral nu niet, nu men, om in eere en aanzien in den staat te komen, met het chris tendom moet gebroken hebben. Dien staat ver trouwen wij niet, vooral nu niet, nu pas weder is gebleken, dat hij het christelijk schoolon derwijs vijandig is. Niets ontziet de staat om het christelijk onderwijs tegen te werken, zoo lang hij het niet dooddrukken kan en durft. Hij gaat zelfs een verhond aan met het onge- loovig gedeelte der kerk. Hij heeft den onge- loovigen dominé Moens tot schoolinspekt.-ur ge maakt, hij duldt dat hier in Middelburg een ongeloovig dienstdoend predikant niet alleen lid, maar ook president der schoolcommissie is. Geen enkel orthodoxe is er in de Middelburg- -sche plaatselijke schoolcommissie, ofschoon haar toezicht zich ook uitstrekt over drie christe lijke scholen, en dat in eene maatschappij waar belijders van alle gezindten hun verplich tingen en betrekkingen tegenover elkander hebben uit te oefenen" Dat zoo leert ons de ervaring bedoelt de staat onder het mooie woord neutraliteit. Maar gesteld er ware zuiver neutraal onderwijs mogelijk (en daarnaar zal men altoos in zeer kleine plaatsen met gemengde bevolking moeten streven) dan nog zou het onderwijs zeer een zijdig wezen. Fabriekwerk en stukwerk noem den wij het, omdat de ouderwijzer dan het kind slechts kan vormen voor deze wereld, en het, ondanks zich zeiven misschien, den indruk moet geven van eene wereldbeschouwing, die niemand anders dan een moderne of ongeloo- vige welgevallig zijn kan. Daarenboven moet hij zeer onvolledig de geschiedenis behandelen, omdat hy alles moet overslaan, wat daarin bij zonder op de leiding Gods met de menschheid betrekking heeft, want om ook geloovigen niet te ergeren, mag hij hetgeen God wrocht niet aan natuurlijke oorzaken toeschrijven; dus over slaan maarv Zie, in zulk eene staatsfabriek willen wij onze kinderen niet tot burgers van den modernen staat laten bewerken of bederven. Zegt nu de heer K., niet zonder recht, dat de voorstanders van modernisme en materialisme meestal voortkomen uit de deftige burgerij, die haar onderwijs genoot op kostscholen en par ticuliere inrichtingen, dan veroorloven wij ons de opmerking dat die scholen en inrichtingen doorgaans geen christelijke waren, en dat in elk geval christelijk onderwijs geen christelijk leven waarborgt. Het beste middel kan falen, maar toch is het geloof nit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods. Wat nu betreft het verschijnsel, dat onder de mindere burgers en de meer eenvoudigen, die toch van de banken der staatsschool kwa men, zooveel orthodoxen voorkomen, dat is toe te schrijveu aan de macht der traditie der in de gezinnen voortlevende overlevering, die niet zoo bestreden is onder de schoolwetten van 1806 en 1857 als nu te verwachten is van onderwijzers, gevormd onder de wetten van 1857 en 1.878 door mannen, die in den ongun- stigen zin des woords met hun tijd zijn meê- gegaan. Zijn er nu onder de eenvoudige lieden, die orthodoxer kunnen genoemd worden dan va-1 ir Bogerman, dan is dit de zeer verklaar bare reactie, de tegenstand, die wordt uitgelokt door de niets ontziende ougeloovigen. Ondanks alle opgedrongen verdraagzaamheid, die de modernen en ongeloovigeu prediken en inroepen, zal de klove met den dag dieper worden. Laat de staat recht doen, en alles komt terecht. Dat de staatsschool »te zeer bemind" was, is öf eene uitdrukking van den heer K zeiven, of eene samenvatting zijner woorden 1). Wij schreven met hem instemmende dat in den eersten tijd van het optreden van onzen Groen van Prinsterer, de staatsschool »te zeer bemind" was, om haren grooten bestrijder ge hoor te doen vinden. Mogelijk ware het beter gezegd: te veel opgehemeld door de nutsmanuen, door de wegbereiders der tegenwoordige staats school. Wij weten nu dat Groen niet heeft misgezien 1) Wij hebben zijne brochure niet bij de hand, zij gaat rond in een leesgezelschap, dat het voor cn tegen opneemt. Van kerkelijke scholen verwachten wij n den heer X. geen heil, als hij daaronder v staat de scholen van de >broêrkens der chi telijke leering" in België. In vroeger eeuv waren in ons land de kerkelijke scholen niet volmaakt, maar toen was het on den overal gebrekkig, met het tegenwoordige v geleken; dat bewijst echter volstrekt niet het christelijk onderwijs nu niet goed zou ki nen zijn, al zijn de oprichters der christeli scholen hier en daar kerkeraadsleden. Wij geven het toe, onder ons koren is kaf. Dat gaat zoo in tijdperken van strijd wording. Niet alle geuzen waren doordrong van den geest des evangelies, niet alle ha; preekers uit den hervormingstijd, niet alle af» scheiden dominés uit den tijd der synodale kett jagerij waren knappe godgeleerden. De christeli school moet den grond der kennis leggen, G geeft den wasdom. Men kan ons zelfs verwijl dat de heer Vorsterman van Oijen, dien 'wf ons N". 371 tegenover den heer K. stelden, het onderscheid in fatsoen tusschen staatsond wijzers te doen uitkomen, zijne opleiding noot aan de christelijke normaalschool te ïs megen. Hoe meer onze tegenstanders lett op het gehalte onzer onderwijzers en van hi onderwijs, hoe beter het er bij ons zal ga uitzien. Hoe meer vrijheid er bestaat tot scheidi en splitsing naar geloofsovertuiging, hoe mine de kefcterjagerij een jachtveld vinden zal. dwongen samenwoning bevordert eerder ru: dan verdraagzaamheid. Wij schreven in No. 375: »er behoort me gecatechiseerd te worden," en wij zullen d predikant, die zich meer aan dat werk wijd kan en wil, er des te meer om achten,'ev als wij de schare zondagschoolonderwijze en onderwijzeressen waardeeren, die naar h vermogen in het te kort trachten te voorzie Meermalen, al is het niet in artikelen, a; den heer K. bekend, hebben wij gezegd d de onderwijzers doorgaans een te groot aan1 leerlingen, en daaronder van zee»* verschillendi leeftijd en zeer uiteenloopende kennis, aan hun leiding zien toevertrouwd, dat leert de ervari] reeds op eene eenvoudige zondagschool. Dat het bezoldigen van onderwijzers nit staatskas gelijk zou staan met het uitkeer van tractement aan predikanten en pastoors, ki nen wij niet beamen. De staat heeft eenma zonder dat de staatslieden van den huidig dag het helpen kunnen, aardig wat kerkelij goederen ingeslokt. Wij wenschen maar c de staatslieden nu spoedig verhelpen, wat hun

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1