GHRISTELIJR-lIST0R1SOH BLAD. .v. a» 2. Donderdag 10 Januari. VOLKSZONDEN. Middelburg, 15 Januari 1879. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- .vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen i Prijs per drie maanden francof 1,50 j Enkele noramers- 0,05 Uitgever P. Gr. W I J T M A N, TE AriDDELBURU. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1—6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. ii. Dronkenschap en hoererij gaan menigmaal hand aan hand. Telkens als kroeghouders open bare bals geven, strooien zy de zaden der hoe rerij. Zij lokken jongelieden van beiderlei kunne bij elkander in hunne holen. Verhittende drank, dartele muziek, wulpsche betvegingen, verleide lijke eu dubbelzinnige taal werken daar samen, om zinnelijke lusten aan te blazen. Vooral tegen christelijke feestdagen kondigen wereld- sche dagbladen zulke bals aan, tot schande des volks, tot schande der overheid, die zulke gelegenheden tot verleiding niet verbiedt, en ook tot hun eigen schande. Wij weten wel dat eene redactie niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor den inhoud van alle adver tentiën, maar ieder ziet dat, door het versprei den van uitnoodigingen tot wilde danspartijen, de onzedelijkheid bevorderd wordt. In Duitsckland gaat het nog veel grover toe dan bij ons te lande. Daar kan men de ge meenste dingen in dagbladen lezen. Dr. Brons veld deelt er ons in 't Wageningsch Weekblad voorbeelden van mede, die ons de haren doen te berge rijzen. Geneesheeren zelfs bieden, onder belofte van geheimhouding, aan dames een tijde lijk verblijf in hunne woning aan, om daar moeder te worden van een kind, dat, ja dat waar blij ven zal Er bestaat een bureau voor uithuwelijking van jonge dames", die zeer goed weten met wien ze spoedig zouden moeten huwen, maar die vlug en handig door tusschenkomst van dat bureau worden verpast aan >heereu", die 't zoo nauw niet nemen, en gaarne willen dat »hun" eersteling duizend gulden zal meêbrengen. Boeken en recepten tot genezing van kwa len, die 't gevolg zyn van ongebonden levens wijs, worden in de volkstaal geadverteerd. Bij ons doet men dat nog meestal in vreemde taal. Ontuchtige afbeeldingen en boeken staan er in winkels openlijk voor de glazen, of liever zij stonden er, want nu houdt de policie er groote opruiming. Bij één boekhandelaar werd voor eene waarde van duizenden guldens aan vuile drukwerken in beslag genomen. De Ting el-Tangel, kroegen, waar zangeressen Zedelooze liederen ten gehoore brengen, hebben het nu hard te verantwoorden. Wat hebben de mannen toch op hun gewe ten, die door zondagsche dubbeltjes-concerten, door zondagsche tooneelvoorstellingen ons volk den weg wijzen tot het opzoeken 7an luid ruchtig vermaak en dartelheid! Moet het hier zoo erg worden als in Duitsch- land, eer men tot beperkende maatregelen overgaat? Wij behoeven niet jaloersch te zijn op Duitsche toestanden, en ook niet op de Duitsche policie. 't Kan hier zachter gaan, maar dan moet men spoedig beginnen met het onderdrukken der pogingen tot bevordering van volksopwinding. Onze overheid heeft de macht niet, om zoo te werk te gaan als de Duitsche, en wij zoudeu niet gaarne zien, dat zij zich zulk eene macht aanmatigde, dat de wetgevende lichamen de policie vergunde zóó diep in het zedelijk leven in te grijpen. Wat echter aan den openbaren weg schandelijks gebeurt, kan en moet tegenge gaan worden. Vergunning voor ontzedelijkende vertooningen kan worden geweigerd, en aan allé hoererij dient de bescherming der wet ontzegd te worden. Dat de overheid stoomwerktuigen en middelen van vervoer op bepaalde tijden keurt, in 't belang der publieke veiligheid, is nuttig en noodig, maar dat zij publieke vrouwen laat goedkeuren, dat is schandelijk; er behoort slechts sprake te zijn van afkeuren en onschadelijk maken van verleidsters. Op de gladde straat moet asch gestrooid worden, maar op de gladde baan der verleiding wordt niets gestrooid. Wie eene straathoer, verontwaardigd om haar aanzoek, een oorvijg gaf, zou zelfs nog strafbaar worden geacht. Een hoerenwaard kan voor zyn allerlieder- lijkst bedrijf een patent bekomen, als of zijne zaak met eene fatsoenlijke broodwinning gelijk stond In al die dingen moet verandering komen. De Standaard van 6 Januari gaf reeds vijftien punten op, die in eene wet tot beperking dei- hoererij behooren te worden opgenomen, en ons volk moet de regeering zedelijk dwingen tot handelen. De regeering moet weten, dat zij op de medewerking van alle fatsoenlijke, eerbare lieden rekenen kan. Het kwaad der ontucht is niet met goed gevolg te bestrijden, zoolang het ook niet als kwaad veroordeeld wordt. Zoolang één ambtenaar ambtshalve zich anders dan op afkeurende en straffende wijze met de hoererij te bemoeien heeft, zoolang drukt de schuld er van op de natie. Als de policie een stal mag binnendringen waar één beest aan besmettelijke ziekte is gestorven, en de overige verdachte" beesten mag dooden, dan mag zij zeker al de perso nen straffen, en streng ook, die op straat of in daaraangrenzende vertrekken door eenig woord, of lied, of teeken tot hoererij verledien De schoone taak der policie is immers in d< eerste plaats bescherming der onschuld? Intusschen blijve de Innere Missionde binnenlandsche zending, niet stilzitten. Aar haar is het om de gevallenen terecht te brengen, ze, hoe ook geknakt naar lichaam en geest, als menschen aan de maatschappij weder te geven, ze als brandhouten uit het vuur des eeuwigen verderfs te redden. Een buitengewoon noramer van de Staatscourant, maandag namiddag tegen 5 uur verschenen, behels? het volgende bericht /,'s Gravenbage, den 13 Januari 1879. I „Het beeft den Almachtige behaagd, heden morgen ten half vijf ure, na een ziekte van eenige dagen, tot zich te nemen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem Frederik Hendrik der Nederlanden, broedei van Zijne Majesteit den Koning. //Zijne Koninklijke Hoogheid overleed op^ Walferdauge in Luxemburg. Q* ffHet Koninklijk huis, maar bovenal flare K f lijke Hoogheid Mevrouw de Prinses Heudr zwaar getroffen door dit onherstelbaar verlies". Een enkel woord ter herinnering aan het léfl van den Prins, aan de Standaard ontleend, zijn'' onzen lezers nog schuldig Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, luiteij nant-adrairaal, opperbevelhebber der vloot, werd den 13den Juni 1820 geboren en trad den 19den Men 1S53 in 't huwelijk met Prinses Amalia van Saksen- Weimar-Eisenach, die hem den len Mei 1872 door den dood ontviel, in datzelfde oord waar hij het tijdelijke m^t het eeuwige verwisselde. Den 24en Augustus 1878 werd zijn nieuwe echtbond gesloten met Prinses Maria van Pruisen een band, onvoorzien spoedig thans geslaakt. Prins Hendrik had van der jeugd af een loopbaari gekozen, waarin ieder Nederlander hem zoo opreoh-' telijk geluk had toegewenschide zeedienst, waarin hij, onder de leiding vooral van een Rijk en een Pilaar de oefeningen van bespiegeling en"daad ver- eenigde en zich door reizen in de Europeesche gelijk in de verre Indische zeeën bekwaamde. De eer der vlag, met zoo roemlijk verleden, was roet hem een. En hoe hij met de eischen van 's lands zeedienst ook de belangen van handel eh scheep vaart en de koloniën van Nederland wist te bevor deren, daarvan kunnen zoovele ondernemingen, zoovele reeds gerijpte of nog ontworpen plannen getuigen. De aanknooping van de regelmatige stoomgemeenschap, met Indië en Groot-Brittanië, de vlucht in 't weten schappelijke en in de practijk aan Neerlands scheep vaart gegevende bescherming, aanwakkering en ondersteuning van handel- en nijverheids-onderne mingen: ziedaar zoovele onvergetelijke aanspraken op 's volks erkentelijkheid. a Als Stedehoudervan den KoningGroothertog in Huxer4a burg had de Prins de harten ook aldaar weten winnen, zooals bleek bij de 25jarige viering van jubilé zijner bewindvoering aldaar, gelijk onlangs de ontvangst met zijne Gemalin. De liefdadigheid, de deugd ons vorstelijk eigen, verloochende zich ook. in dezen Prin3 io| Het gesticht voor oude zeelieden moge daarv"

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1