fill RIST EL IJ HISTORISCH BLAD.
iV. 227.
Dinsdag IB December.
1B7
ZUIDEN
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden francof 2,—
Enkele nonimers- 0,07
Uitgever
FV G. W IJ T M A IV,
te
MIDDELBURG 4.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 17 December 1877.
Wekelijksch overzicht van de
christelijke pers.
Onder de verschillende afdeelingen van de huis
houdingvan Staat, baart financiën thans wel de meeste
zorg. Het gaat met den Staat als met ons lichaam,
zoolang alles in orde is, houden ons de verschillende
lichaamsdeelen niet bezig. Maar komt er ziekte of
ellende dan wordt het geheele lichaam om het eene
kranke lid vergeten. Het kranke lid in ous Staats
organisme is thans ongetwijfeld financiën.
'«Verpen we aan de hand van de Standaard
een blik in 's Rijks schatkist.
Er is nu reads schuld, de inkomsten zijn afne
mende en de uitgaven klimmende. Ziedaar onze
toestand.
Ruim honderd en twintig inillioen zijn noodig tot
dekking onzer uitgaven. Uit de belasting op het
bezit van land komt even 10 millioen, een veel te
gering cijfer.
Personeel, gehaat om zijn inmenging in ons huise
lijk levea, en vooral om zijn lasten op ramen en
haardsteden, brengt, na aftrek van het 4/s aan de ge
meenten, aan het land drie millioen op.
Patentbelasting, die in ziju tegenwoordigen vorm
niet bestendigd kan blijven, brengt 4 millioen op.
Accijnsen brengen te zamen 40 millioen op.
Hiervan zullen al spoedig de accijnsen op suiker,
zout, zeep en geslacht moeten vervallen, suiker zou
anders al spoedig van onze markt verdwijnen, zout
en zeep is een belasting die de mindere stauden
drukt, en die op het geslacht doet een onzer eerste
levensbehoeften in prijs stijgen. De grootste som
brengt het gedistilleerd op. En wie zou niet wenschen
dat de macht des zedelijken levens dit cijfer deed
dalen
Twintig millioen komt in van de zegel-, regi
stratie-, hypotheek- en successie-rechten. Ook hier
is herziening dringend noodig. Van de grootste be
zittingen die een eeuw en langer in dezelfde familie
blijven worden geen overgangs- noch zegelrechten be
taald, de successie-rechten van groote kapitalen blij
ven uit en de hypotheek-rechten moedigen den wind
handel in vreemde staatspapieren aan.
In- en uitvoerrechten slinken steeds meer weg.
Nu brengen ze nog even vier millioen op.
Waarborg op goud en zilver brengt nog geen half
millioen op en daarmee is de lijst der vrije inkomsten
gesloten. Het overschietende moet worden gevonden
uit inkomsten voortvloeiende uit gedane uitgaven
z. a. posterijen, telegrafen, kanalen, spoorwegen enz.
Wél bezien, blijkt dus, dat bij een uilgaaf van
120 millioen in den tegenwoordigen vorm, die niet
altijd den toets van recht en billijkheid doorstaan
kan, slechts even 90 millioen inkomt. Het zal dus
een eisch voor het beheer van 's Rijks gelden zijn,
dat de belastingen aan een herziening worden onder
worpen, en nieuwe inkomsten tot een bedrag van
dertig millioen worden ingesteld.
Nog meer, de uitgaven zullen klimmen.
Voor het nieuwe schoolwezen, volgens het program-
~i Kerdijk c. s. zal tien millioen (op zijn matigst)
idigziju, een leening zal den rentepost met een
r millioen komen verhoogen, tractcmentsverhooging,
;r en vloot zullen binnen korte jaren p. m. vijf milli-
meer eischen, en tal van kleine posten, die zeer
uitzetting vatbaar zijD, nog een drie millioen
ven, en alzoo zou het jaarlijks tekort weldra
millioen zijn.
lië zal ons vooreerst wel niets opbrengen, de
[ften daar ziju groot en alles verslindend. Hoe
dus ook keere of wende de bodem van
1st is overal te zien, en //het kan niet meer
ons alom in het oor.
Hoe moeten de anti-revolutionairen de opbrengst
van gelden aan den Staat beschouwen
De Staat mag geen assurant'e-maatschappij zijn, die
een deel van de belangen der burgers behartigt tegen
behoorlijke betaling. Het deel goeds ons, toekomende
is ook een deel van de nationale bezitting, waarover
den bezitters, onder verantwoording aan God, het
beheer, en waarvan hun onder gebondenheid aan
de nationale eischen het vruchtgebruik toekomt. De
H. Schrift noemt den mensch rentmeester van het
hem toevertrouwde. Naar zedelijk recht en niet vol
gens contract heeft dus de Staal het recht, zooveel
als voor een goed bestuur van 's lands zaken noodig
is, tot zich te nemen.
Het gewin wordt in een welgeregeld land niet weinig
bevorderd. De fabriek, de winkel enz. heeft immers
daardoor waarde, dat ze te vinden is in een plaats waar
afvoer van producten mogelijk is, waar arbeiders en
koopers te vinden zijn. Bovendien een Staat is een
organisme dat in meer dan een geslacht leeft. De
bronnen van inkomst mogen dus voor een volgend
geslacht niet in waarde afnemen.
De Staat bevordere het zelfstand'g leven in de ver- i
schillende levenskringen, bevordere het zedelijk leven j
der natie, roove den nooddruftige niet wat hij noodig j
heeft, neme niet meer dan hij behoeft en bezige nooit
het geld tot machtsoverschrijding.
De Standaard verheugde zich de vorige week om
dat een D u i t s c h opvoedkuudige, dr. Horn, rector j
te Orsoy, tot de overtuiging gekomen is dat de
openbare school in Nederland noch voor de nationa-
liteit, noch voor het christelijk geloof is wat ze
wezen moet.
Wij zullen het schrijven van dr. Horn niet opne
men, omdat wat hij zegt, reeds duizenden malen door
onze landgenooten is gezegd, en niet omdat we met de
Middelburgsche courant zouden meenen dat die Duit-
sche geleerde niet weten zou wat onze nationaliteit
behoeft. Een Amerikaan, Motley, wist wel onze ge
schiedenis te schrijven op een wijze, ook door de
liberale pers, onovertroffen genoemd. Een Edmondo
de Atnicis, hoewel Italiaan, beschreef wel ons volks
leven op een, voor menig Hollander, beschamende
wijze, en waarom zou dau een deskundige uit het
buitenland niet over onze scholen kunnen oordeelen
Met 1 Januari a., zal iu de residentie, een week
blad van anti-revolutionaire richting worden uitgege
ven, ouder den titel //Haagsche Stemmen." Het
proefnommer werd ons toegezonden. Wij verblijden
ons natuurlijk in dit getuigenis voor onze beginselen,
in het middenpunt van ous nationale leven. Het
blad ziet er uit, alsof het levensvatbaar is iets wat
niet van elk opkomend orgaan kan gezegd worden.
De Tweede liasues» ging Vrijdag en Zaterdag
voort met de behandeling der begrooting voor het
departement van waterstaat enz.
Hei belangrijkste der besprekingen betreft het con
tract door de regeering met de stoomvaartmaa'schappij
Zeeland gesloten. De vorige minister van financiën
heeft gedurende tien jaren aan de maatschappij Zee
land een schadeloosstelling van l'/a ton gouds's jaars
voor het brievenvervoer toegezegd.
Een verbintenis voor zoo langen tijd achtte de
de heer Goeman Borgesius zeer onvoorzichtig. En
deze grief was niet de grootste. De vraag doet zich
voor: iu hoever is rekening gehouden met de rechten
de volksvertegenwoordiging Moest de volksverte
genwoordiging niet gehoord zijn als de staat tot uit
gaven wordt verplicht? Reeds in 1876, in Novem
ber, terwijl de kamer bijeen was, is deze zaak in
't geheim door de regeering behandeld, het heeft dus
al den schijn, alsof de Regeering de Kamer voor een
voldongen feit heeft willen plaatsen.
De heer Goeman Borgesius vraagt zal deze han
deling zonder protest biijvcn. De termijn, bij contract
bepaald, is reeds lang verstreken. Daarom onderwerpt
genoemde heer aan den minister van Waterstaat de
volgende vragen
1. Is de minister alsnog bereid aan de maatschap
pij een nieuwen termijn te stellen, binnen welken
de dienst behoort gereed te zijn op straffe van terug
neming der bevoegdheid tot het vervoer van brieven
2. heeft de minister bezwaar dezen post thans
met f 111.000 te verminderen, om dat bediag zoo
noodig later weder aan de kamer voor te dragen
De heeven van Delden en van der Loeff waren het
met den heer Goeman Borgesius eens, dat buiten de
vertegenwoordiging om een subsidie aan „Zeeland"
was toegestaan. De heer van der Loeff meende dat
deze vergadering behoorde uit te spreken dat zij der
gelijke handelingen niet kan goedkeuren en stelde
daarom de volgende motie van orde voorDe
Kamer, van oordeel dat de overeenkomst op 3 Octo
ber 1876 met de vennootschap „Zeeland" getroffen,
niet had behooren gesloten te zijn, zonder dat wette
lijke vaststelling der aan die overeenkomst verbonden
uitgaven uitdrukkelijk voorbehouden of voorafgegaan
ware, gaa* over tot de orde van den dag."
De heer Wintgens wees op bet groot belang dezer
motie, waarbij het gold de gewichtige vraag van den
omvang der bevoegdheden van de wetgevende tnacht
en stelde voor, de beraadslagingen tot heden te ver
dagen, gelijk ook besloten werd.
Dat de Kamer in een moeilijke positie verkeert
betreffende deze zaak. onze lezers zullen begrijpen
als we zeggen, dac indien de begrootingspost vermin
derd wordt, een kostbare en langdurige procedure voor
den Staat zeker niet zal uitblijven.
Volgens het contract moest uiterlijk op 15 Oct. 1877
aau de verplichtingen voldaan worden,welke bij overeen
komst waren bepaald. De Maatschappij was met den
bouw harer stoomschepen op dien datum niet gereed, de
Regeering was dus bevoegd om de o\ereeukomst als
niet gesloten te beschouwen, maar de afgetreden minis
ter van financiën schreef aan de maatschappij dat hij
van die bevoegdheid geen gebruik zou maken. Nu
doet zich natuurlijk de vraag voor is deze brief rechts
geldig, of kan een brief van dezen minister dien van
den vorigen te niet doen
De afloop van dit belangrijk geschil deden we in
ons volgend notnmer mede.
Er bestaat een grondwettig voorschrift, bepalende
dat elke vijf jaren de kiestabel, naar welke de
verkiezingen voor de volksvertegenwoordiging worden
geregeld, moet worden herzien, opdat het getal volks
vertegenwoordigers gelijken tred houde met. de bevol
king, m. a. w. opdat er op iedere 45.000 zielen één
volksvertegenwoordiger btëjve.
In de handen van iedere regeering is deze herzie
ning een wapen dat beurtelings, al naar de partij tot
welke zij behoort, geeërd of gevreesd is. In het
Noorden van ons land is de macht schier uitsluitend
in de handen der liberalen, iu Noord-Brabant en
Limburg in handen der ultramontanen, in die streken
is dws weinig verlies of winst te behalen. Maar in 't
midden van ons land en het Zuiden voor een groot
deel, daar is door een weinig te schikken en te
plooien, door hier wat bij en daar wat af te doen,
door dit district vierdubbel en dat dubbel en een
ander enkelvoudig te maken, heel wat te winnen of te
verliezen voor iedere partij.
De geschiedenis van de herziening der kiestabel
die nu weldra herzien zal zijn, zullen we niet op
halen. De minister Heemskerk heeft een en ander
maal een poging beproefd om aan het voorschrift der
wet te voldoen, en alzoo vijf vertegenwoordigers
meer te doen verkiezen, maar stuitte telkens af op
de kleingeestige berekening der liberale partij, die
meende te zullen verliezen of althans niet te winnen.
De tweejaarlijksche verkiezingen brachten dezei