GHRISllLiJR HIST0Ï .V. 220. Zaterdag lo December. 1077 Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden francof 2, Enkele nommers- 0,07 Uitgever P. O. W IJ T M A IV, te MIDDELBURG 4. Prijs der A_dvkrtentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1- regels 1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. BERICHT. Zij die zich met lief bcgi» des volgende» jaar§ oj> deze Courant alionaeeren, ontvaugen «Be nog in dit kwartaal vee- schijnende nommers G U A ÏI S. Middelburg, 14 December 1877. De Tweede liamcr (jhr. W. A. vau der Feltz, in het district Assen gekc.zen, zal eerstdaags mede zitting nemen) heeft met 68 tegen 2 stemmen de be grooting van Oorlog aangenomen. De minister de Roo had een scherpe kritiek, vooral van den heer Stieltjes, te höoren over de aanvrage van 13 ton gouds voor den aankoop van kanonnen. Gisteren was de begrootiug van het departement van waterstaat enz. aan de orde. Bij de behandeling van de begrooting voor het kanaal door Walcheren werd door den heer de Jonge, de brug over het voormalig marinedok te Vlissingen ter sprake gebracht. De heer de Jonge drong aan op het maken van een brug over het voormalig Marinedok te Vlissingen. Hij gelooft, dat hiertoe voor het Rijk een zedelijke verplichting bestaat naar aanleiding 7an vroegere overeenkomsten, en vraagt den minister of in zijn schriftelijk antwoord ligt opgesloten, dat de brug niet van Rijkswege zal worden gebonwd. De Minister antwoordt dat hem uit de stukken niets is gebleken van de zedelijke verplichting, welke ten deze op het Rijk zou liggen. Dit neemt niet weg, dat wanneer het algemeen belang het aan leggen van de brug mocht vorderen, hij daartoe het. voorstel zou doen. Maar tot dusver is van niets meer dan van lokaal belang gebleken. Met ongelooflijken en ongewone» spoed is het eind verslag over de K'estabel verschenen, zoodat zeer spoedig de behandeling aan de orde zal kunnen ge steld worden. De gemeenteraad van 's Gravenhage heeft besloten een bezwaarschrift tegen deze regeling bij de Kamer in te dienen, omdat Rotterdam volgens het nu ingediende ontwerp een vierdubbel district zal worden, terwijl naar de raeening van den iïaagscben gemeenteraad de residentie meer aanspraak op een drie dubbel district kon maken. Beciocmd tot leeraar aan de rijks hoogere bur gerschool te Middelburg de heer dr. J. J. Couvee leeraar in de scheikunde en natuurlijke historie aan de H B. S. te Breda. Nog zijn benoemd tot lid van het bestuur der visseherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen, voor het district Goeroe en Overflakkee, de lieer .1. Elaaaol Aniesnaet, burgemeester van Oude Ton- ge en van Nieuwe Tonge te Oude Tonge, en tot ont vanger der regis'ratie en domeinen ie Groenlo, G. ft. L. Graatlnsid, 'hans ontv. der registr. en dom. te Kortgene te Kortgene. .B. ter Pclkwijk, thans v surnumerair der registr. en domeinen. j^vHet Nieuws van den Dag deelt aangaande de ^■erkzaamheid van den heer Schouw ftaaiil voort, Hue gelijk wij in ons vorig nommer meldden, tenge- Hmlge van het doodelijk klimaat is overleden, het ■Voegende mede F ïwen 13en Januari 1877 met de heeren Veth en OflejBleman per stoomschip Conrad van Nieüwediep 'ejl^fcokken, kwam hij den 23en Februari te Padang zich de heer van Hasselt, controleur te Soepa- als chef der expeditie voor het terrein-onderzoek glauden van Midden-Sumutra, hij hem voegde, er Schouw Sand voort was door het comité voor de expeditie bijzonder opgedragen de rivier van Djambi te verkennen en te onderzoeken. Te dien einde ondernam hij een voorloopige ver kenningstocht dwars door de nog onbekende binnen landen van Midden—Sumatra tot aan het eeuige punt aan de Batang Hari, vanwaar hij dezen linker boven arm van de Djarabirivier met een inlandsch vaartuig zou kunnen afzakken en alzoo de hoofdplaats be reiken Ongewapend, van geen enkelen Europeaan verge zeld, alleen begeleid door een inlandsch hoofd, had de stoutmoedige reiziger ruim een maaud later zijn reis dwars door Sumatra naar Djambi en Palembang reeds volbracht. Deze reis te midden van achterdochtige, onafhan kelijke bevolkingen, door een onbekend woest land, waar de roofdieren zoo menigvuldig zijn, dat zij den mensch over dag bespringen, waar hij gevolgd werd en voorafgegaan door lieden, die zijn doocl in het schild voerden, is reeds op zichzelve een heldenstuk. Gedeeltelijk met zijn inlandsch gevolg en toen dit te Rantau Ikir den moed tot verder doordringen opgaf, met lieden, aangeworven onder de bevolkingen, waar hij doortrok, later in een prauw, vergezeld van den Vorst van Soengei Pagoe, die als Hadji of priester hem onder de bescherming van den Islam plaatste, volbracht hij den tocht tot Djambi, waar hij een trouwen bediende, ziek van den aanhoudenden arbeid, inspanning en onrust door den tocht langs de rivier Batang Hari, moest achterlaten. De heer Schouw Sandvoort echter was onvermoeid. Hij had zich voorgenomen den 8en April per mailboot vau Palem bang naar Batavia te vertrekken en ging dus den SOsten Maart des morgens te 6 uren weder op marsch daarheen, onderwijl de Koeboe's eti Lalang-rivier opnemende. De laatste 27 palen dezer reis waren uiterst ver moeiend, daar hij zoowel als zijne lieden door de vroegere marschen in de zware en woeste bergterrei- nen zeer aan wonden leden, hun door heirlegers mieren en muskieten in de vaartuigen op de rivieren toegebracht. Hhikende werden die laatste palen af gelegd. Te Batavia werd de heer Sandvoort den laatsten April met ingenomenheid, zoowel door de regeering als door de bevolking, ontvangen. Onmiddelijk toog hij nier aan het werk, om de stoombarkas gereed te maken en met haar personeel naar Palembang te doen overvoeren. Met dit vaartuig wilde de heer Sandvoort van Djambi uit in Juli de rivier Batang Hari opstooraen, die hij kort te voren met zooveel levensgevaar was afgezakt, en het eigenlijke rivieronderzoek aanvangen. Op dit vaartuig zouden hem de machinist Hermans en de stuurman Makkink vergezellen. Reeds den 26en Juni stoomde de barkas van Djambi naar Moera Kornpek om steenkolen in te nemen Aangezien echter voor den eigenlijken tocht moest gewacht worden op de komst van den stuurman Mak- kink met iiitrustings-artikeleu van Batavia, welke komst niet voor Augustus kon plaats hebben, maakte de werkzame reiziger van dezen tusschentijd gebruik, om de noodige gegevens te verzamelen, teneinde de bestaande kaarten van de rivier Moera Kompeh te verbeteren eu naar Dopsoen Tengah te stoomen, om Z. II. den Sultan zijne opwachting te maken, en daar eene nauwkeurige opneming van de Batang Hari aan te vangen. Latere rapporIen van den heer Sandvoort melden, dat hij daar zeer goed ontvangen werd, en met den schoonzoon des Sultans, genaamd Raden Hassan, de nabijgelegen meren bezocht en in kaart bracht. Met ophef maken verscheidene bladen melding van een onlangs in den Haag gewerd naciitelijjk feest, waarbij fabelachtige pracht werd ten toon gespreid Eene zaal, die 2600 bezoekers kan bevatten, was ver sierd met groote spiegels, groen, draperieën, ja aan, het einde in een tuin he-schapen met vijvers, waarin zwanen, ganzen en eenden zwommen. Wat die domme vogels wel gedacht zullen hebben toen zij daar in het gebouw voor Kunsten en Weten schappen honderden dansende paren aanschouwden, zich badende in een zee van licht en kleuren, pron kende in de grilligste kleeding, met zivartfluweelen en andere maskers op 't gelaat, zelfs in couranten gehuld, rondfladderend als bonte vlinders Men verbaalt dat nergens grooter castengeest heerscht dan in den Haag. Daar heeft de maatschap pelijke ladder veel meer sporten dan elders. Er zijn daar natuurlijk veel hooge heeren, maar wie onder de ambtenaarswereld iets hooger meent te staan dan een ander, ziet ook op dien ander met ongeveinsden trots neer. Op dat feest echter waren al le standen vertegen woordigd, het masker bedekte alle onderscheid bij de groote verscheidenheid van dwazen tooi. Er zijn dan ook wel enkele heertjes, die een enkele maal willen dansen aan den poezelen arm der dochter van hun kleermaker of barbier. Er zijn dan ook wel gravinnen en baronessen, die eene flinke grenadiersgestalte niet altoos uit de verte willen bewonderen. Zelfs de vle- dertnuisjes, die 's avonds zoo lief rond sociëteit en koffiehuis kunnen fladderen, waren ook in feestdos op gekomen ten reiendans. Dat alles verbaast ons niet. Wat ons verbaast Dat men in eene stad, waar zooveel wijze en vroede mannen samenwonen, waar het brandpunt is der verlichting, vanwaar alle plan nen tot veredeling der natie uitgaau, dat men daar met liet. opdrijven van zingenot tot zelfs boven het peil van Brussel is gekomen. Wat ons verbaast Dut zoo iets plaats heeft in eene stad, waar het krielt van ambtenaars, die door eigen hulp moeten trachten hun droevig lot te verbetereu, eu hun best, doen om op cichorei en stijfsel een paar centen uit te winnen. Wat ons ergert en smart Dat ineu zulk een feest lot op Z o n l a gmorgen drie eren voortzet, om daarna in wilde drooinen de sabbatsrust te genieten. Pleit daar in den Haag geen profetenstem voor adel in rang e n hart Het is zegt uien voor den lijder een troost een deelgenoot in zijn lijden te ontmoeten. Indien dat zoo is, willen we onzen lezers ook de schrale troost niet onthouden hun te zeggen dal men in Pruisen met de openbare seaisejigde seüiooi ongeveer van de zelfde conditie is als wij. Menig adres is reeds aan den Pruisische» minister van onderwijs, dr. Falck, gezonden, maar op die adressen is een weinig gerust stellend antwoord ontvangen. Als ge paedagogische (opvoedkundige) of financieels bezwaren hebt, zegt de minister, dan kunt ge komen. De openbare gemengde school zal gehandhaafd worden en zooveel mogelijk zal er gezorgd worden voor hei godsdienst-onderricht aan alle kinderen eu voor het benoemen van onder wijzers zonder onderscheid vau godsdienstige belijdenis- 't Was dus ook hier aan 's doovenmans deur geklopt Men schrijft aan de H. Ct. De betonfabriek te Velzeu, sedert e wording van het Noordzee-kanaal werkzaam, waarheen in den loop van een tiental jaren duizenden bezoekers hun schreJeu richtten, om te zien op welke wijze de groote vierkante steenen werden vervaardigd en op wagens geladen en. door een locomotief getrokken, naar zee werden gebracht, om daar gestort te worden, ten einde de hoofden te vormen, die fabriek heeft opgehouden te werken want in weerwil van de grootste moeielijkheden, waar- mede men te kampen had, zijn de hoofden voltooid en geen steenen meer noodig. Thans wordt nog b~'

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1