dlRISTELIJK HISTORISCH BLAD. :v. 221 Verschijnt eiken Maandag, \Yo ^dag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op On "is Lelijke feestdagen. Prijs per drie maanden francoƒ2, Enkele nommers- 0,07 P. G. Uitgever W IJ T M A N, MIDDELBURl J. Prijs der Advertentiën Per regel 15 'ets.; Familie-berichten van 1 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 3 December 1877. Wekeiijksch «verzicht van de christelijke pers. De onvermoeide strijder voor de afschaffing van sterken drank, de heer Adama van Schel tenia, wijst als voorbeeld voor Nederland en en als proeve van hetgeen d*1 Volksstem vermag op de in 1851 in werking gekomen Maine-wet. Vroeger was Maine een der meest dronken Staten van Ame rika, sinds het in werking treden der wet tot beteu geling van dit kwaad is het verbruik ongelooflijk sterk verminderd. Demoeraten en republikeinen hebben zich op dit punt vereenigd en zijn met kracht te velde getrokken tegen dezen vijand. Maine's bevolkiug is een schitterend toonbeeld van hetgeen een volk bij ernstïgeu wil en volharding vermag. Bewonderenswaardig was Nederland, toen het zich ten koste van goed eu bloed uau Rome's en Spanje's dwingelandij ontworstelde, maar is het jeneverjuk, dat 's Lauds welvaart en godsdienstzin drukt, minder zwaar, en zou het een kleiner zegepraal zijn,' wanneer wij op Maine's voorbeeld als Natie niets meer met jenever en opium wilden te doen hebben Daartoe moet en zal het komen, maar wan- ueer zal ons de morgen dagen P Eens waren wij de eer sten in den vrijheidsstrijd, en waar nu anderen reeds het veile licht genieten, of zich in een dageraad ver blijden, is hei bij ons nog middernacht. De geschiedenis der Maine-wet kan staathuishoud kundigen en Christenen leeren, waar de schoen wringt. De geschiedenis leert klaar als de dag, dat, waar aan den drankverkoop niet de perken worden gesteld, welke staatswijsheid en godsdienst eischen, het niet is het volk, dat -wordt entzien en gevreesd: maar het volk en vooral de vrouwen en kinderen des volks, de niet of de alleen in naam door wet en politie beschermden, die worden ten offer gebracht aan het geldbePng der schatkist en aan de geldmakers, die te huis door de kroeg eu in deu wereldhaudel door hunne rum- en jenevervloten de menschheid verdier lijken en vergiftigen: De geschiedenis der Maine-wet is een woord Gods eene stemme der profetie, die allen, die niet willen zien en hooren, ondanks henzelven oordeelt. Zij is een spiegel der waarheid, die alle schijnredenen, waarmede men deu drankhandel als volksbelaug en als handelsbelang bepleit, in hare onwaarheid eu ge drochtelijkheid openbaart. De uitslag der verkiezingen in de vorige week, vooral die in het district Zutfen, waar weder als van ouds de drie paVtijen der minderheid op één candi- daat stemden geeft het Wagemsagseli WccSi8ïlasl aanleiding tot eenige besehouwiugeii waaraan wij het volgende 'ontleenen -Ondanks al het spreken over isolement bij de stem bus 'van '77 is de frontverandering slechts ten deele en zeer gebrekkig uitgevoerd. Men wisselt niet van politiek standpunt als van zomer en winterkleediug. Een tal der onzen was aan 't. oude al te zeer verkleefd. Het zag op 't nabij liggend succes. De heer A. en B. waren in hun districten tot Kamerleden gekozen met behulp van mschen en conservatieven. Wees men nu hun hulp dan vielen niet alleen onze vertegenwoordigers, r dan wonnen daardoor tevens de liberalen; en zou iets vreeselijks zijn Nu ja, op godsdieu- gebied staal, men wel vierkant tegen de room- tn over maar zooveel de school betreft willen jen toch tot op zekere hoogte wat wij willen. En conservatieven, ze mogen al aan draaiborden gelijk dienen dan toch als remtoestelzoolang de vatieven aan 't roer blijven, zal de scherpe reso- iet uitgevaardigd worden. Voeg hierbij 't ge- an politieke onderscheidit.gsgave, en dat onze Kamerleden mede weinig blijk gaven met de triple alliantie te willen breken. En voeg nu bij dit alles nog de vasthoudendheid der conservatieve en roomsche partijen. Zeg honderdmaal dat ge van haar niet gediend zijt, dat ge alleen uw weg gaan wilt, toch zijn ze nog taaier van geduld dan de pakjesdragers aan onze stations. En geen wonder. Ze weten dat de aanhouder wint en dat.er in onze gelederen nog altijd velen zijn, die ten laat ste voor de bekoring van 't succes bezwijken. Onder zulke omstandigheden is 't de taak der pers te zorgen, dat haar bazuin geen onzeker geluid geve. Onze bescheidenheid die. t alle menschen bekend te zijn. Noodeloos iemand te grieven of voor 't hoofd te stooten zou even groote zonde als dwaasheid zijn. Daarbij moet steeds duidelijk uitkomen, dat we èn 't karakter èn de eventueele vroomheid van wien ook geheel en al buiten 't debat, laten. Om de beginselen, niet allereerst om de personen, is het te doen. Doch dit dient dan ook flink uit te komen. We mogen ter wille van niemand, al bestond hij ons zelfs ia den bloede, nalaten te pleiten voor wat ons door hooger belang als p\icht geboden is. Het samengaan met conservatieven en roomsclien had in vervlogen dagen zeker een reden van bestaan. We koesterden toen nog de illusie, dat ons gemeenschappelijk pogen den stroom des ongeloofs, indien al niet keereu, dan toe'u binnen zekere perkeu zcu kunnen houden, dat vooral in zake de schoolquaestie ons althans eeuig redres van bezwaren geworden zou. Doch dit is uit. En al ware het niet uit, dau nog zouden we andere gewichtige belangen geenszins aan dat ëene mogen ten olïer brengen. Ook de eerlijkheid en de zedelijkheid hebben, een woord mee Ie spreken. We zijn dat laveeren, dat hinken op twee gedachten, dat ontzien van partijen, met wie ons verschil nog meer diep gaand is dan met de liberale, moede. We willen ons zelf zijn en anderen zoo noodig daartoe trachten te brengen. Tegen de revolutie, accepteeren we noch tans wat door de revolutie immers niet tegen Gods bestel en in vele opzichten ten rijkeu zegen vooral voor de lagere standen is tot stand geko men. Ook in dit opzicht willen we niet achter maar vooruit. Christelijk-historischgezind te zijn beteekeut, niet op zeker willekeurig gekozeu grens té blijven staan, maar de lijn ie helpen doortrekken, mits altijd met. hel oog op de souvereiniteit van den Christus op elk gebied, dus ook op dat van den Staat Wat ons derhalve te doeu staat is niet twijfelachtig. In ons isolement ligt nü vooral onze kracht. We moeien ons isoleeren van de oudco user vatic ve partij. Ze is herhaaldelijk geoordeeld en op sterven na dood. En vernoemen we haar nog, we doen lipt. niet het oog op 't beginsel dat haar bezielde: de re actie, de behoudszucht, en dat telkens op nieuw iu gewijzigden vorm vasten voet zal trachnm ie ver krijgen. Wij zijn geen contra- maar auii-rèvolutiouiiireii. Doch we moeten ons evenzeer van de roo nsclien isoleeren, van hen vooral. Nooit was het gevaar om met h en ons te vereenigen grooter. Na de liberalen i maken zij de sterkste fractie iu de Kamers uil. Op hun 16 mannen, mannen éénes geestes, in de 2de Kamer zijn zij tr tsch. Zoo er van samengaan der onzen met hen sprake kon zijn, dan gaat ,/R o m e voorop!" eu komen wij als sleepdragers achteraan. Doch dat nooitRome is op 't politiek gebied nog ruim zoo gevaarlijk als op T godsdienstig. We zeg- i gen het De Standaard na Op dit oogeublik bestaat er geen grooter gevaar voor onze vrieuden, dan om het Tegen de radicalen en dus met Rometot devies van hun optreden te kiezen." //Dus aan de radicalen ons aangesloten! Neen. We isoleeren ons ook van hen. Deden we 't. niet, we zouden van Charybdis op Scylla vervallen. Niet wijl er in 't radicalisme niet veel is dat ons aantrekt, maar inzonderheid wiil het thans heerschend radicalisme gebroken heeft met den levenden God. We trekken de radicalen niet voor boven conservatie ven en roomschen, doch het omgekeerde nog veel minder. z/Maar door zoo'n standpunt in te nemen onder schrijft gij met eigen hand uw politiek doodvonnis!" Geenszins. In de 2de Kamer, ja, kon ons reeds zoo klein getal wellicht tot twee inslinken. Zou dat zoo erg zijn? Maar we opereeren thans niet in regee- ringskringen. Niet in 't stemmencijfer, maar in de zedelijkheid en 't ware van ons beginsel ligt onze kracht Juist de overmaat onzer vernedering zou oorzaak zijn, dat de oogen open gingen voor 't onrecht dat op politiek gebied ons wordt aangedaan. De tijden zijn voorbij dat een partij nagenoeg alleen in de volksvertegenwoordiging haar bestaan kon open baren. We blijven leven in de pers, in onze vergade ringen, in 't harte van het volk, dat, kon het slechts zich uitspreken, aan onze zijde staat. Houd er u van overtuigd niet altijd zal de thaus heerschende geest de Staatsmachine in beweging zetten. De mensch kan op den duur niet bij brood (en spelen) alleen leven. Men kan Christus kruisigen, maar na drie dagen verrijst Hij uit het graf. Men kan Paulus afvallen en eenzaam laten sterven, maar nog na 18 eeuwen beheerscht zijn geest de christelijke kerk. De beginselen van recht, en waarheid, in de Schrift neer gelegd, zijn onverdelgbaar, ecuwig. De heeft er opgewezen dat het. z/Rome voorop" reeds werkelijkheid is geworden. Iu de Tijd is reeds het programma verschenen voor een centrum-partij, een programma met zorg gesteld. De Standaard verheugt zich in het optreden van Rome met opeu vizier, onder beding slechts dat men van ons niet verge dat we mede zullen gaan. Het offer onzer overtuiging mag niet worden gevraagd. Met Rome bestrijden wij de volks-souvereiniteit, maar weigeren de souvereiniteit van den Paus te erkennen. Me: Rome verfoeien wij de staatsalmacht, maar rui len die voor de almacht an den Clerus niet. Onze plaats in dit centrum zullen we niet innemen. Naar aanleiding van hei onlangs in de ÏWMile gesprokene omtrent de bevordering van het Christendom in onze O. I. beziidngen, en het ver schil dienaangaande over de handelwijze onzer voor vaderen tusschen den minister van koloniën en den hem' Tediug van Berkhout, herinneren wij onze lezers aan hetgeen in het tweede deel der Geschiedenis van Java l >or J. Wolbers, over dat onderwerp wordt mede gedeeld. Wij lazen daar bladz. 119 /ouder alle de ge wichtige redeni waanloor d» Staten-Generaal (ook als zo >d u.ig de S ;iK<iivin<ui van Neêrlunds Oost- Iudië) v.igen '.in tot het vftrleeuen van octrooi aan de Oost-Ind sch iun;vnrn e is ook de voortplanting van de Christelijke Religie. z/Het oogmerk van Hun Hoogmogeudeu was om laags dien weg het welzijn der Maatschappij te be hartigen. Verzekerd zijhde, dat het ie vergeefs is vroeg op te staan, en dat het den zegen des Heeren is, die rijk maakt, wilden zij de hoop van een ge- wenschten handel in de Oostcrsche gewesten, niet alleen op dapperheid, kundigheid, vlijt en ineusehelijk beleid, maar vooral ook op den Christelijken gods dienst gevestigd hebben. Zij begrepen zeer wel, dai wanneer liet de Compagnie gelukken mocht een vast~ voet iu Iudië te zetten, de Christelijke Godsdiei haar tot muren en voorschansen zou verstrekk Gelijk de geschiedenissen en jaarboeken der ou hun geleerd hadden, dat veroverde landen nooit I behouden worden dan door het invoer en en veraa* geuamen van den Godsdienst der overwinnaars wisten zij, bij eigen ervarenheid, dat de Christelijk godsdienst de ziel van een burgerstaat is."

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1