HANDELSBERICHTEN. bet krachtigste mid tel om de overeenstem ming te herstellen tusschen de onderscheidene open bare machten VVij zullen zelf de republikeinsche kon- stitutie, wier heerschappij wij erkennen, eerbiedigen en haar doen eerbiedigen zij zal ongeschonden uit onze haiuleu overgaan in die van onze opvolgers, wanneer de president het oogenblik gekomen acht, het bewind toe te vertrouwen, aan ministers uit het parlement gekozen. In afwachting daarvan zullen wij alle pogingen aanwenden om de orde en den vrede te bewaren. De president van de republiek vraagt u, ons daariu te helpen hij rekent daarbij op uwe vaderlandsliefde. De rechterzijde juichte deze verklaring toe de linkerzijde bleef zwijgen. Op hetzelfde oogenblik werd door de Regeering in de Kamer dezelfde verklaring als in den Senaat voorgelezen. De minister Welclie ver klaarde vervolgens, dat de Regeering ter beschikking van de Kamer was, waarop de heer Mar- cere de Regeering interpelleerde. Hij beweerde, dat, aangezien het ministerie geen partij in het parlement vertegenwoordigde, het slechts de vertegenwoordiger was van het persoonlijk gezag. Het verzet tegen den wil des lands duurt reeds sedert zeven mauuden. Het eenige middel, aan het land de rnst weder te geven, is terug te keeren binnen de perken van het parlementaire recht. Dspreker bezwoer het minis terie, den Maarschalk de waarheid te doen hooren en alzoo het land nieuwe crisissen te besparen. De min. Welche antwoordde eu verdedigde het konsiitutioneel recht vau den President, eeu ministe rie te kiezen buiten het parlement. Hij is niet ge komen om het vorige ministerie te verdedigen. De nieuwe regeer'ng wil bevrediging der gemoederen en verzoening. Tot deze taak is zij vast besloten. Die taak te vervullen brengt niet mede tegen iemand, wie ook, oorlog te voeren. Het gouvernement is de dienaar vau de wet en zal haar doen eerbiedigen. Eeu der leden van de linkerzijde veroordeelde het ministerie, hetwelk noch de gemoederen tot rust kan brengen, noch de zaken weder op kan vatten. Uit naam der partijen van de linkerzijde stelde daarop de heer Ferry de volgende motie van orde voor 7/ De Kauicr, van oordeel zijnde dat het. ministerie van 23 November door zijne samenstelling en zijne organisatie eene miskenning is van de rechteu der natie en van de parlementaire rechten, en slechts de krisis, die sedert 16 Mei zoo zwaar op de zaken drukt, kan verergeren, verklaart, dat zij met dat ministerie niet in betrekking kan treden, en gaat over tot de orde van den dag." Een voorstel, eenvoudig tot de orde van den dag over te gaan, werd verworpen, de Kamer nam met 323 tegen 208 stemmen de bovenstaande motie van den heer Ferry aan. Wat zal het einde zijn vraagt rneri zich aderwege af. Keizerrijk, dictatorschap, burgeroorlog, ontslag' van Mac-Mahon Wie zegt wat Frankrijk weldra bele ven zal P Van het oorlogstooneel is heden geen nieuws van eenig belang \aja%rs-g;edachtcn. li. Hoe ik zoo aan „voorzienigheden" kom Of ik mij dan nu verbeelden ga, sentimenteel genoeg, dat men plan heeft, mij „dood te drukken" en te „vertreden Er is waarlijk mist en nevel genoeg, om een eenvoudig mensch als mij somber te stemmen en allerlei schrikbeelden voor den geest te halen. Ditmaal lijd ik echter noch aan den invloed vau het trieste weder, noch aan de grillen eener ontstelde fantasie. Neen, ter wij1 daar de dorre blaren over den weg voortzweepen en, door den wind opgejaagd, tegen Ide ruiten kletteren, denk ik aan eeu lente, waarin Iz'ch geen storiu meer verheffen, waarin geen enkele lievensbark meer schipbreuk lijden zal. En toch, Li verheug ik mij bij die gedachte, die blijdschap Leeft iets eigenaardigs. Ze is eene schitterende roos. Beschilderd op een donkeren grond, om haar te meer doen uitkomen. I Zóó flonkert de avondster helderder, naarmate de livond meer valt. Zóó stijgt de verrukking vau den op vrijheid ho renden gevangene, als hij aan den dag denkt, waarop lijne ketens verbroken zullen worden, naarmate hem Ie boeien meer knellen. Gewis, ik ben een vreem- L^jj|i hier en tehuis is het heerlijk, naarmate de Htaaadje moeilijke.- wordt, groeit het heimwee ^■het. einde van allé moeiten. is alleszins natuurlijk, niet waar? Waar is dan ^Bonkere grond, wanneer viel de avond, welke draagt ge? zoo vraagt men mij en ik zou ■antwoorden kunnen geven doch Het zwaard jBimoeles lag voor mij gewet, lang te voren ^B het opgehangen aan den zijden draad boven ^Bfd Ai mij Ik zal leven en niet ster- ^■olang het mijn Vader daarboven goeddunkt. ^Bnaanden geleden. Een man stoud in de kamer der volksvertegenwoordiging en sprak. Hij stond daar als ware zijne hand tegen allen en de hand van allen j tegen hem. Hij sprak, aangegord met den moed der overtuiging, steunende op de kracht van een beginsel en bepleitte de belangen van de „minderheid dei- natie. Hij werd weersproken. Eea ander man richtte zich in zijne volle lengte en macht als een kolossus op en antwoordde bedaard en afgemeten j „dan moeten de minderheden onderdrukt worden. De strijder voor de minderheid, voor niemand ter wereld j genoodzaakt te buigen, boog sinds voor God eu trok i zich terug tot heden in de stilte van het ziekvertrek I De audere, wiens wil slechts de kracht der omstan- j dighedeu miste, om zich in feiten te openbaren, heeft j zich die kracht bezorgd. De wetgever ontving de uit- voerende macht. Het kamerlid aanvaardde d ministe- ricele portefeuille. Zal nu liet woord tot daad worden? Zal de ministerhand uitvoeren, wat de mond les ver- tegeutvooriigers sprak? Of Doch ik althans j zou recht hebben, bezorgd te zijn Onderdrukking, ze is mij sinds iang beloofd. En hij, die ze mij be loofde, is machtiger dan ooit, ik ontveins het mij nietSteunende op een meerderheid van geestver wanten in de vertegenwoordiging, zou hij hel talent liebbeu, zijne vijanden tegen elkauder te verdeelen, indien ze niet reeds verdeeld waren Ja, hij heeft eeu hechter steunpuut gevonden in de oeiioefte der natie aan rust, na zooveel wisselingen, aan iets blijvends, na zooveel kortstondigs. Waarlijk men zal veei in hem overzien en dragen ter vermij ding van eene nieuwe, steeds ernstiger crisis. Siout en energiek zal hii voor niets terugdeinzen en door niets tot wijken gebracht worden indien maar niet voor de logica zijner begiuselen, indien maat niet door het zelfbewustzijn, van het individu. Ik wil n niet voor de duizendste maal uitleggen, welke zaak het geldt't 7erveelt u en 't gaat ook mij ver velen. Ouderwijs en nog eens onderwijs, en 't woord wordt bijna een najaarsbui ook aan uw heldersteu hemel. Ik vraagde mijzelve alleen drie dingen af eu ik wil ze u ten beste geven Is het onderdrukken der minderheden historisch gewettigd Is, ook al hadden we geene historie achter ons, het onderdruk ken der minderheden stelselmatig goed Is er voor de minderheid reden, voor vernietiging beducht te zijn De historie achter mij Zestig eeuwen samen vormen een bont wereldtooueel en gedachtig aan het „er is niets nieuws onder de zou", waag ik mij vaak, liet verleden als een spiegel voor het heden te ge- bruikeu. WeLuu, sla hare rollen op en oordeel, of niet alle nakomelingen juist aan de minderheden, aan de weinigen, aan de enkelen den palm toekennen boven de mnssuas, boven de velen. Nu is het So crates tot den giftbeker veroordeeld eu toch hel nageslacht vereert zijne nagedachtenis, dan Jezus Christus gekruisigd eu toch wie vraagt het, het goed recht zijner vijanden te huldigen, straks Gali lei, in den kerker en toch wij prijzen hem vrij boven de bekrompenen van die hem omringden. Hier een Columbus, giuds een Luther en daar een Willem de Zwijger doch waartoe meer. in stede van zich voor te nemen, de minderheden te onderdrukken, deed men, mijns inziens, beter den wijzen raad van een wijs man (immers ook Gamaliel was een pleitbezorger der minderheid en raadde der vertegenwoordiging zijns v .'ks, bestaande uit vele wijze eu geletterden, omzichtig- ie zijn met twee arme visschers): „Indien dit werk uil. menschen is, zoo zal het gebroken worden, maar indien het uit God is, zoo kunt gij dat niet breken, opdat gij niet mis schien bevonden wordt, ook tegen God te strijden." Niet al, wat eene minderheid begon, was goed, doch het goede werd steeds door enkelen, aanvaard, de en kelen werden tot eene meerderheid van geestverwan ten en de millioenen belijders en vereerders werden onder barensvveëen geboren, onder lijden en dood. N iet het goede is een toetssteen der meerderheid, doch de minderheid is een toetssteen van het het goede. Zonder de tranen, zmder het bloed der minderheden niets edels op deze aarde. Kruis, kerker en schavot het waren de bbedige spannen grouds, waar ook het maatschappelijk heil ontkiemde en wies. Nog roept liet heden wrake over het bloed en de tranen van lien die den moed hadden, in het verleden eene minderheid te zijn, om allen, te dienen. Zóó moge elke minderheid onderdrukking en vertreding beschoren zijn, daarmede is een vonnis over de meer derheid geveld, het vonnis der historie, die óéue j zonnestraal de overwinning boven millioeneu dwaal- 1 lichten! is er reeds uitgemaakt, wie zijn licht aan de zon van het volksgeluk ontstolen heeft mede 50 els. minder. De prijzen der overige artikelen bleven dezelfde. l'rij/.e» van effecten. Amsterdam, 24 November 1877. Nftderl. Oertific. Werkelijke schuld. 21/2 pet. öl1/^ dito dito dito 3 77 dito dito dito 4 100 Loten stad Rotterdam 3 102 li to dito Amsterdam 3 1013/4 Rusland, Ooligatiën 1708/1816 5 939/16 Gertitk. Inset*. 5 serie5 58 Col. Hope Co.1355 lie serie 5 7P/+ dito f 1000 1864 5 853/, dito L. 100 18725 777/i« dito L. 100 18735 785/|6 Loteu 1864 5 132l/4 Loten I860 5 128 Öbligatiën 1867—09. 4; 68ia/i« Aand. Spoorvv. Gr. 'Jaatsch. 5 105 Oblig. dito4 867s Aand. Kiew-Brest 5 46'/s dito Baltische spoorweg3 44 Oblig. spoorweg Poii-Tidis. 5 81l/a dito dito Jelez Orel 5 811/» dito dito Cliarkov/ Azow. 5 Polen. Aand. Warschau-Brotnberg. 4 dito dito Weenen. 5 48'7s Oo3tem. Oblig.metal, inzilv.Jau./Juli. 5 557/ie dito dito Aprii/Oet. 5 55s/a dito in papier llai/Nov. 5 53l/s dito dito Fe l>r./Aug. 5 Italië. Oulig. Z.-Ital. spoorweg. 3 41 Spatiie. Obligation BuitenI 1 12a/4 dito Biunenlandsche 1 12l/i s Portugal. Öbligatiën 3 Turkije. Inschrijving Alg. schuld 5 83/4 öbligatiën 13696 9 Egypte, dito 1868 7 dito 1873 7 Amerik. 061. Vereenigde Staten 1904. 5 104,3/i6 dito dito dito 1S85. 6 743/4 Brazilië. Oblig. 1863 41/. dito 1865 5 SVijxesi v=ïaa cosip»»^. AMvrxnPAOt, 24 Nov. aïetall I' 21,121'..dito zilver f 22,50; L)iv. Eng. per h; i 11,S?1/»; Eng. Portugal per u t dpaansch'i piasters. 1',71Amenkaansciie dol lars (in goud) f 2/17- Amsterdam, 23 Nov. Metal 1. r 21,10; dito zilver 1'22,50; Div. Eng. per tt: f 11,87"-; Eng. Russen per f12,021/: Eng. Portugal per ik Frans f 47,80; Belg. I 47,80 Pruis /*58,80 Haiao. Russen /T.191// Rus- een iu Z. R. i' 1,1$ Puolsche per fl. Poolsche oer Z. R. i - 8 o. nas Aio piasters''wLSjiauinehc binnen landseiie I' --,65 Amerikuansche dollars 2,47 panier f 2,39. f \T 1 '1 l.V r BZONDKN STUKKEN. Uraa n markten enz. Rotterdam, 26 November. De aanvoer was middel matig. De prijzen der jarige en nieuwe tarwe bleven heden onveranderd. Afwijkende soorten gingen 25 ets. lager van de hand. Voor paardenboonen werd 10 a 2u ets. minder betaald, voor bruine booneu 50 cis. minder en voor afwijkende soorten. Witte boouen /Jog i-cns nerloslutndige hulp „buiten." Met genoegen zag ik dat de Middelburgsche Cou rant van 20 iNovember kennis nam van mijn schrijven over verloskundige hulp „buiten." In een der vol gende nommêrs kreeg ik van een inzender, X., eeu terecht wijziging hier op neer komende.- 1. Ik had den naam des geneesheers niet genoemd, 2. Ik had moeten aandringen op wetsverandering en niet op een mildere toepassing der wet, omdat een mildere toepassing tot plichtverzuim en hatelijke willekeur leidt. Ik blijf bij bet gezegde M. d. R. kieschheidshalve noem ik den naam niet, mijn naam is des noods ook voor het publiek waarborg voor de waarheid. Ik dank den schrijver voor zijn terechtwijzing, maar meende steeds dat liet bij de rechtbanken in ons land gewoonte was, onder den naam van „ver zachtende omstandigheden" niet altijd volkomen de letter van de wet toe te passen, maar rekening met de omstandigheden te houden, volgens X. te modderen. Er zijn oo'- nog wel andere middelen, dan hel door de vingers zien, waarop X schijnt te doelen om de toepassing van een wetsartikel te verzachten. Iu En geland b. v. meende een jury, voor korten tijd, dat de wet moest gehoorzaamd worden, het vuilnis werd uitgesproken en staande de vergadering werd een collecte ïol betaling der boete onder de rechters ge houden. Een wei., zoo dacht ik altijd, moet misbruiken tegengaan, kwaadwilligen straü'en, maar, in ernst, is dat een misbruik of kwaadwilligheid indien een vrouw hulp verleent, daar waar andere noodzakelijke hulp niet te verkrijgen is Ik blijf dus ook mijn wensch naar een mildere toepassing handhaven, want eer wetsverandering Komt kunnen er nog onderscheidene tafereel en als bet doo mij medegedeelde voorvallen. M. d. R. met veel meer vrijmoedigheid dring ik nu nogmaals op milde toepassing aan, nu de schrijver die mij deze terecht wijzing toediende zelve erkent dat op ongelooflijke milde wijze met andere wetten (b. v. de Zondagswet) wordt, gehandeld. Ik ben geen rechtsgeleerde, en acht mijn moeite ruimschoots beloond door de aandacht van tiet publiek op. somtijds al te onbekende, toe standen gevestigd te hebben. Het verblijve nu verder aan de heeren hoe te handelen. He! woord van dr. Hazenberg in den geneeskun digen raad vau Zeeland, zal daartoe, hoo-p ik, mede het zijne bijdragen. C.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 3