CHRISTELIJK HISTORISCH BLO.
.V. 207.
Donderdag 1 November.
1077.
^edfirlitiTit-lerDorminfl-leiltfie Schrift.
ZUIDE
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden francof 2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever
P Gr. W IJ T M A TV,
te
MIDDELBIJRl K
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1-
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Op nieuw lichtte de morgen van den, altijd
gedenkwaardigen, laatsten dag van Wijnmaand.
Wie zou, in dagen als waarin wij leven, gaarne
dezen 31en October vergeten Niet ééns, maar
ontelbare malen werden we gewezen op de
geboorte- ol sterfdagen van hen die boven an
deren hebben uitgemunt. Allen die de »Hol-
landselie natie" tot glorie hebben verstrekt
worden ons beurtelings herinnerd. Hun leven
en liuune werken worden ons tot in kleine bijzon
derheden verhaald. Nu viert men feest voor
een uitnemend schilder als Rubens, dan her
denkt men het geboortejaar van Vader Cats.
Nu pleit men, in naam van Harentz, voor ont-
-dekldngstochten aan de Pool, dan verzamelt
men bijdragen voor een standbeeld van Spi
noza. Met bewondering roemt men den hel
denmoed, de volharding, de lijdzaamheid van
Kie stichters van ons gemeenebest, en wij zul
len van dien roem niet het minste afdoen,
integendeel we eerbiedigen die mannen, voor zoo
ver ze ons land en volk ten goede zijn geweest, en
we erkennen in hun bezit Gods gave.
Maar wat ons recht en onze plicht is op
dezen dag, het isop die bijna verge
ten breede schare van helden te wijzen die
door hun lijden onze vrijheid hebben gevestigd
en door hun bloed het bestaansrecht onzer
belijdenis hebben verworven.
Een herinnering aan die, misschien vergeten,
feiten zal toch voor het nageslacht der Puri
teinen, voor de geloofsgenooten der martelaren,
niet geheel overbodig zijn. De Fransche ker
ken onder 't kruis hadden zich ten zinnebeeld
het wonderbosch van Mozes gekozeu, brandende
maar niet verteerend. Kent gij schooner de
vies? Wordt in dit enkele beeld ook niet onze
Hervormings-geschiedenis op onvergelijkelijk
juiste wijze geteekeud? Ruim drie eeuwen zijn
over die gebeurtenissen heengegaan en de tijd
heeft allengs ook de herinneringen daaraan
doen afslijten.
Toch als we er aan gedenken dat de ge
boorte-ure van ons volksbestaan gepaard ging met
de opkomst der nieuwe leer, waardoor ons
volksleven van het" Evangelie werd doordron-
geadeld en vernieuwd als we den
n October 1517 als den dag herdenken waar
voor het eerst na langen tijd on-
aardelijke onderwerping aan God en Zijn
werd geleerd dan gedenken we tevens
dankbaarheid aan die geloofsgetuigen, voor
het leven Christus en het sterven gewin
aan de Evangeliebelijders op den brand-
aan de Calvinisten en Puriteinen,
aan wier geloofskracht en geloofsmoed Ne
derland en Nederland niet alleen zijn
vrijheid dank weet. We gedenken dan in één
woord de martelaren en bloedgetuigen uit den
Hervormingstijd en herinneren ons wat we
aan hen verschuldigd zijn.
Holland opende zijn poorten voor de duizen
den en duizenden vluchtelingen (réfugiés) wier
geslachten reeds voor lang door de Fransche
dragonderklingen zouden afgesneden zijn, indien
de herberg van Gods kinderen in Holland niet
haar poorte had geopend. Leven en vrijheid
danken zij dus aan onzen Hervormings-tijd en
strijd. Maar ook Nederland dat door die uitge
wekenen zooveel zegen heeft genoten, en Neder
landers wier moed door dien strijd is gestaald
en wier geestkracht is geoefend gedenken aan
die dagen met vreugde en dankbaarheid, want
door de Hervorming ging het licht (Gods ge
tuigenis) op voor het volk dat in duisternis
wandelde en dat woonde in een land der
schaduwen des doods.
Toch, als we met dankbaarheid dezen dag
hebben herdacht deden we niet genoeg. Indien
we ons volk beminnen en ons Vaderland lief
hebben, laat het dan onze bede zijn: Neder
land, Hervorming, Heilige Schrift, dat
drievoudig snoer worde nooit verbroken! Uit
deze bron vloeide ons eenmaal rijke zegen
toe, zij worde of blijve het anker onzer hoop,
de rots waarop wij bouwen.
Middelburg, 31 October 1877.
Z. K. H. prins Blcïïtlrak der Nederlanden vertrok
heden naar Luxemburg om daar geruimeu tijd te ver
blijven.
Hoe druk hebben liet dezer dagen de Haagsche
correspondenten. Zij leveren week aan week vervaar
lijke lappen copi'e, waarin zij raden, veronderstellen,
gissen, voorspellen, opmaken, weten enz. Hun wordt
veel verzekerd, veel met juistheid bericht. Zij gaan
dagelijks om met hoofdambtenaren die hun inlichten.
De gedragingen van Sire en andere Vorstelijke per
sonen hebben voor hen geen geheimen. Kamerheeren
en ordonnance-officieren loopen hun stoep plat öm
hen alles mede te deelen. Kortom men wordt met
bewondering vervuld voor de vele inposaute mannen
die den roem onzer residentie verhoogen.
Maar ter zake.
Het zal onzen lezers wel gaan als ons. Met be
langstelling zien we uit naar de mededeeling dat het
uiiaiisgci'ic benoemd is. Minstens acht dagen
zochten we of de naam van mr. Kappeyne niet hier
of daai met groote letters prijkte. Maar even zoo
lang zagen we ons teleurgesteld. Zou het ook hier
als bij den beruchten Amsterdamscken muur
blijken dat afbreken zooveel makkelijker is dan op
bouwen Door onderscheidene dagbladen wordt thans
de mededeeling gedaan, dat het plaatsnemen van het
nieuwe kabinet voor het oogenblik onmogelijk is door
ziekte van een der toekomstige leden. De heer Fran
sen van de Putte, beurtelings als minister van buiten-
la ndsche zaken en koloniën iu het nieuwe kabinet
genoemd, is zoozeer lijdende dat op advies van den
dokter het deel uitmaken -van dit kabinet wordt ont
raden.
Men noemt ook thans nog verschillende namen die
als vertegenwoordigers van de kroon zullen fungee-
rcn. Namen die we niet zullen herhalen omdat ze
gewoonlijk even spoedig van het tooneel verdwijnen
als ze opgekomen zijn.
Spoedig wachten we meer zekerheid.
Heden bevat het Dagblad ten minste het bericht
dat de heer Kappeyne klaar" is.
Koe staat het toch met de nationale hulde aan de
nagedachtenis van wijlen H. $5. SiouiiigiaB Sophia
te brengen.
Niet gemakkelijk is het op deze vraag eeiy ant
woord te geven. Het eerste plan was tot het op
richten van een standbeeld. Een standbeeld en
dat voor een vrouw zoo degelijk, zoo wars van alle
openbaar vertoon als wijlen onze koningin Neen,
men begreep daar kon niets van komen.
Een commissie zette het plar. tot oprichten van een
Kinderziekenhuis op. Maar nu komen de bedenkin
gen. Zal dat voor allen zonder onderscheid zijjn
Zal het in den Haag gevestigd worden Waarom
niet.te Utrecht? Rotterdan bezit zoodanige stich
ting, steeds door Hr. Ms. liefde bedacht. Waarom
dan niet zijn gaven daarheen gezonden Waarom
niet meerdere kinderziekenhuizen over het geheele
land verdeeld Zou het niet meer in den geest der
overledene zijn een stichting voor onderwijs, voor meis
jes te vestigen
Ziedaar, een proefje, verre van volledig, van het
geen zooal gezegd wordt over liet te wachten natio
naal huldeblijk.
Moge uit dien chaos maar een goede, voor ons
vaderland nuttige stichting verrijzen
Met innige deelneming zullen onze lezers kennis
hebben genomen van het onheil, €aei*acao op den
23 Sept. overkomen, toen een orkaan een deel van
't eiland en de stad verwoestte en een aantal slacht
offers maakte. Het relaas er van kwam in ons blad
van Maandag voor. De schade is enorm en men ma"-
zeker in de kolonie rekenen op de hulp, die tot le
niging uit het vaderland zal komen.
De Regeering, heeft per telegram machtiging ver
leend tot het doen der uitgaven, gevorderd om, op
de eilanden Groot en Klein Curacao en Bonaire, de
door den storm van 23 Sept.. jl. aangerichte schade
aanvankelijk eenigermate te herstellen en noodlijden
den te ondersteunen.
Intusschen blijft een ruim veld geopend voor de
particuliere weldadigheid, zoowel ginds als hier te
lande.
De Minister van. Koloniën moet ten hoogste waar-
deeren de pogingen, hier te lande reeds van particu
lieren, tot leniging van deu nood in de thans zoo
zwaar geteisterde Nederlaiidsch West-Indische eilanden
uitgegaan en heeft met genoegen het bericht ontvan
gen van de vestiging hier ter stede, met hetzelfde
doel, van een centraal comité, waarvan, onder de lei
ding van den oud-Minister van Koloniën mr. W.
baron van Golstein, o. a. onderscheiden oud-Gouver
neurs en gezaghebbers of andere hoofdambtenaren
van de genoemde West-Indische eilanden deel uit
maken.
Voor spoedige overmaking van de gelden welke
worden ingezameld zal het Dep. van Koloniën, wan
neer dit verlangd wordt, gaarne zorg dragen.
Van de door zijn tusschenkomst over te brengen
giften zal achtervolgens in de Staats-courant melding
worden gemaakt. (St.-Ct.)