flüRISmiJHiSMIStll KL1II.
11)2.
Donderdag' 27 September.
11577
ZUIDE
VersclSit eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per diile maanden francoƒ2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
tb
MIDDELBUR(
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Painiiie-bericliten van 1 6
regels 1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 26 September 1877.
Het Dagblad vaan Ziiad-Holland cai 's
Graveuhage bevat heden de volgende mededeeling
Op grond van praatjes, welke reeds sedert eenigen
tijd ten onrechte de belangstelling van het Nederland-
sche volk hebben bezig gehouden, en op het voorbeeld
van buitenlandsche couranten, heeft een Nederlandsch
dagblad, De Standaard melding gemaakt van een
sensatie-gerucht, dat, hoe ongelooflijk het ook door
de meesten werd geacht, niet kon nalaten de pijnlijk
ste bezorgdheid bij de natie op te wekken.
Er werd daarbij toch gesproken van een onheil,
waardoor, zoo heette het, Nederland zou worden be
dreigd en dat de waardigheid van het geliefd Vorsten
huis en de eeuwenoude banden tusschen dat Huis en
de Natie diep zou schokken.
Door het Handelsblad werd hetgeen bovengenoemd
dagblad had bedoeld, nader gepreciseerd het gewaag
de van huwelijksplannen van het Hoofd van den Slaat,
waardoor het algemeen belang schade zou kunnen
lijden eti die het prestige zouden kunnen verminderen,
dat de Kroon moet blijven omgeven.
Wij betreuren het zeer, dat ernstige Nederlandsche
dagbladen zich tot echo hebben gemaakt van geruch
ten, waaromtrent te meer de grootste omzichtigheid
had behooren te worden in acht genomen, naarmate
het aangeroerde onderwerp te kiescher was en men
weten kon, dat de gevoeligste snaren er op de pijn
lijkste wijze door aan het trillen zouden worden ge
bracht.
Maar ten slotte moeten wij er ons toch ten zeerste
over verheugen, dat de lichtvaardigheid, waarmee tot
de verbreiding van de bedoelde geruchten door een
Nederlandsch dagblad is medegewerkt, de aanleiding
is geworden om ons in de gelegenheid te stellen, aan
de loopeiule praatjes een einde te maken.
Met de meeste stelligheid kunnen wij toch verze
keren, dat de bedoelde h u w e 1 ij k s p 1 a n-
nen niet bestaan.
Wij achten ons gelukkig onze landgenooten met
deze heugelijke mededeeling te kunnen verblijden.
Zoo is dan het lot van het uiiaiistcrie Heems
kerk beslist. Met 44 tegen 28 steramen is een
votum van wantrouwen aangenomen.
Maar laat ons geregeld mededeelcn wat er sedert
Maaudag gebeurd is.
De millioenen-speech, nu zeer eigenaardig de t e
kor ten- speech genoemd, werd Maandag na
middag door den minister van finantiën uitgesproken.
Uit deze rede blijkt (we zullen ze zoo kort en zoo
duidelijk mogelijk, slechts in hoofdzaak, vermelden")
da* de diensten 1874 en 1875 zich goed gehouden
hebben. De gestadige klimming van onze inkomsten
was oorzaak dat van IS74 f 5,917,281 overbleef
,en van 1875 f 926,325. In 1876 brachten de gewone
middelen f 10,119,366 meer op dan men had durven
ramen, bij gevolg zou een belangrijk overschot ver
kregen zijn, indien Indic ons niet parten had gespeeld.
Atchin verslond millioenen en daarvan was dan ook
het natuurlijk gevolg dat de bijdrage uit Indie die
volgens raming ruim tien millioen zou moeten be
dragen slechts vier millioen halen kon. Dus in plaats
van een voordeelig. saldo sluit 1876 met een te kort
van t 3,716,552.
En nu 1877.
De minister vermoed dat in het thans loopeiule
jaar zal moeten uitgegeven worden p. m. 119 milli -
"sen en ontvangen 112l/a millioen zoodat 1877 ons
Veder een tekort van 6lA millioen brengen zal.
de begrooting voor 1878 worden de gezamen-
uitgaven geraamd op f 121,102,341 zijnde
,220,800 meer dan het loopende jaar. Er wordt
dat de inkomsten f 113,791,730, zullen be-
jen zoodat er ook dan weder een vermoedelijk te
f 7,310,611 zal, zijn.
Op
De minister meent, dat de Nederlandsche finantiën
nog geen groote zorg behoeven te baren en vraagt daarom
slechts machtiging tot de uitgifte van jschatkistbilletten
eerst later zou voor spoorweg- en vestingbouw eene
leening moeten gesloten worden. Vooral de oorlog in
Atchin zal, hoopt den minister, weldra minder uitgaven
vorderen en als die'zinkpnt zal gestopt zijn, zal dat
kost ons dien oorlog een en een half millioen
per maand minder moeten uitgegeven worden.
Aan het slot van die rede verklaarde de minister
dat de regeeriug meent te moeten voortgaan met
voorstellen tot verbetering van verschillende belastin
gen. Eene geheele herziening van personeel'; en
patent belastingen wordt gereed gemaakt.
En de kamer lachte bij deze mededeeling.
Zij wist wel dat er van herziening van bela«ting-
wetten door dit ministerie geen spraak meer zou zijn.
Het adres van antwoord op de troonrede samenge
steld door de Heer Gevers Devnoot. van Heukelom,
van der Loeft', de Roo van Alderwerelt en Kappeyne
was in de afdeelingen behandeld. Het luidde als volgt:
Sire
1. De Tweede Kamer der Staten-Generaal is er
kentelijk voor den welkomstgroet., door Uwe Majesteit
aan de Vertegenvvoordigsrs van het Nederlandsche
volk, bij de hervatting hunner werkzaamheden, gericht.
2. De algemeene deelneming in deu rouw vun
Uwe Majesteit en van het Vorstelijk Huis over den
dood ran Nederlands geliefde Koningin, bewees op
nieuw de verknochtheid der natie aan het regeerend
Vorstengeslacht en tevens hoezeer zij koninklijke deug
den weet te waardeeren.
3. Aangenaam was ons de verzekering, dat de be
trekkingen met de vreemde Mogendheden niets te
wensclieu overlaten en dat de oorlog in het Oosten
daarin geen stoornis brengt.
4. Mogen niet alle takken van volksbestaan in
den kaatsten tijd even welig bloeien, de toestand des
Vaderlands biedt toch menig lichtpunt aan. Ook wij
koesteren de hoop, dat de voltooiing van het in het
vorig jaar geopend Noordzeekanaal, de verbetering
der haven te Harlingen en het krachtig voortzetten
der werken aan den nieuwen Maasmond aan handel
en scheepvaart nieuw leven zullen schenken.
5. Wij lieten niet onopgemerkt, dat de toestand
der geldmiddelen door Uwe Majesteit bevredigend
wordt geuoemd.
6. Terwijl wij van de getuigenis van getrouwe
plichtsbetrachting, door Uwe Majesteit aan de zee-
en landmacht gegeven, met genoegen kennis nemen,
volgen wij aanhoudend met den meesten aandacht de
verrichtingen van beide in het noorden van Sumatra.
Onze strijders aldaar hebben alle aanspraak op lof en
dank, en ook wij deelen in de hoop dat hunne in-
spanniug spoedig tot het gewenschte doel moge leiden.
7. Al betgeen tot bevordering der volkswelvaart
in Nederlandsch Indie kan strekken, en dus uok de
aanleg van nuttige openbare werken op Java, wekt
en verdient onze belangstelling.
8. Evenzoo zou het ons eene voldoening zijn maat
regelen te kunnen helpen beramen om Suriname uit
zij non kwijnenden toestand op te beuren.
9. Op onze bereidwilligheid om nuttige en noo-
dige verbeteringen in onze wetgeving te helpen tot
stand brengen kan ten alle tijde worden gerekend.
Aan zoodanige verbetering echter heeft vóór alles de
wet op het lager onderwijs behoefte. Dat een zoo
gewichtig volksbelang schade lijdt door het gemis aan
overeenstemming tusschen Regeering en Vertegenwoor
diging wekt algemeenc en diep gevoelde teleurstel
ling op.
10. Moge in het ingetreden zittingjaar, onder
Hoogeren zegen, onze arbeid strekken tot bevordering
van het welzijn van het dierbaar Vaderland
9 was de zinsnede in kwestie. l)e Kamer zegt daar
Wij zijn bereid verbeteringen in onze wetgeving te
helpen tot stand brengen, maar vóór alles heeft de
wet op het lager onderwijs aan die verbetering be
hoefte. Het wekt algemeene en diepgevoelde teleur
stelling op dat een zoo gewichtig volksbelang schade
lijdt door het. gemis aan overeenstemming tusschen
regeeriug en volksvertegenwoordiging.
Bij de discussie over dit adres van antwoord kwam
eerst de algemeene strekking ter sprake. De heer
Wintgens meende dat dit adres eene doorgaande ver
klaring van wantrouwen in dit kabinet bevatte. Z. i.
was dit wantrouwen, ontijdig, ongegrond en onrecht
vaardig. Er bestaat veeleer gebrek aan overeenstem
ming tusschen de regeering en de rechterzijde dan
tusschen de regeering en de meerderheid. Het blijk
van wantrouwen was, vooral met het oog op de po
litieke omstandigheden in Europa, ontijdig. De heer
Kappeyne meent dat het ontwerp niet een algemeene
geest van wantrouwen uitdrukt, integendeel kan door
gewichtige debatten meer klaarheid wordeu gebracht.
De algemeene strekking werd aangenomen met 53
tegen 15 stemmen.
De verdere discussiën bewogen zich hoofdzakelijk
om 9. Om het belangrijke van deze discussie geven
we daarvan een meer uitvoerig verslag.
De heer Heijdenrijk had voorgesteld de twee laatste
zinsneden van deze 9 te doen vervallen omdat deze
bfM.de een© portiaonto oorlogo vciklurijlg tegeil liet
kabinet bevatten. Nu de onderwijswet in staat van
wijzen is moet men de Regeeriug deze niet zeer
aangename woorden niet toevoegen. Spreker verklaart
niet te zullen medewerken tot vorming van een libe
raal kabinet, die eene onderwijswet in haar geest in
dienen zal. Van gemis aan overeenstemming is zoo
meent spreker tol nu toe niet gebleken. De oor
logsverklaring is niet op waarheid gegrond en onbillijk.
De heer van Wassenaer Calwijck herinnert er aan
dat hij steeds getrouw is gebleven aan hetgeen hij
in de zaak van het onderwijs heeft verlangd. Hij
blijft ook nu zijn eischen handhaven, maar dit neemt
niet weg dat het niet waar is wat in het ontwerp
gezegd is, n. 1. dat er gemis aan overeenstemming
tusschen de regeering en de meerderheid der ver
tegenwoordiging bestaat, daarvan is niets gebleken.
Spreker betreurt het dat de minister Heemskerk geéne
oplossing heeft weten te vinden voor de bezwaren
van hen die aan de zijde des gcloofs staan en sielt
voor de 3de alinea van 9 aldus te lezen
ii Dat iu een zoo gewichtig volksbelang nog geen
//Oplossing gevonden is, waarbij de bezwaren eener
„niet onaanzienlijke minderheid worden opgeheven en
z/veel en goed volksonderwijs wordt verzekerd, wekt
z/diep gevoelde teleurstelling op."
De heer Basten wil diezelfde alinea aldus gelezen zien:
,/Aan zoodanige verbetering echter heeft vóór alles
de wet op het lager onderwijs behoefte en zulle.i wij
de herziening der wet op het lager onderwijs zo dra
mogelijk ter hand nemen."
De stelling der commissie gebrek aan overeen
stemming is z. i. onbewezen en onbewijsbaar.
Ook van de teleurstelling daarover is niet veel te
zien, dat kan ook niet, want er bestaat geen liberaal
programma. Z. i. beteekent deze zinsnede een votum
van wantrouwen in de regeering en omdat eerst bij
de beraadslaging over de schoolwet van de beweerde
niet overeenstemming zal kunnen blijken, stelt spreker
een amendement voor, waarbij de kamer zich tot die
beraadslaging bereid verklaart.
De heer van der Hoeven, hoewel erkennende dat
de politieke verhoudingen het aanblijven der regee
ring niet toelaten, keurt het gedrag der liberale partij
af. Men vergt, van ons zegt spreker dat wij
zeggen zullen het ontwerp is niet liberaal genoeg.
Wel verre dat er gebrek aan overeenstemming is,
is zijn bezwaar juist, dat er te veel overeenstemming
met de meerderheid bestaat.
De heer Heemskerk, minister van binnenlandsche