litrh, Echoot m lending.
L an <1 b o u w.
gerlijk recht en liet oud-vaderlandsche recht en zijn
geschiedenis, prof. O. Pijnacker Hordijk het staats
recht, liet administratief recht en het volkenrecht,
mr. L. 1). Hartog, leer. aan de R. Ii. B. S. te
Utrecht het Mohainmedaansche recht en de overige
volksinstellingen en gebruiken in Neder.-Ind,. de
geschiedenis van Ned.-Ind. en hel staatsrecht en de
inrichting van 's rijks koloniën en overzeesche be
zittingen, mr. J. de Louter, oud-leer. aan het Gijmn.
Willem III te Batavia: dc physiologie en vvecfselleer,
prof. Th. Place de ziektekundige ontleedkunde en
de rechterlijke geneeskunde, dr. C. H. Kuhn LHz.,
lector Ath. III. de ziektsk., de genees, en de ge
neesmiddelleer, prof. B. J. Stokvis de ziektek., de
geneesk. en de phvchiatrie (voorloopig), prof. H.
Hertz de ziektek. en de geneesk., prof. J. L.
Chanfleury van Ysselsteyn de heelk. en de oorheel
kunde prof. C. L. Wurfbain en prof. J. W. R.
Tilanusde verloskunde en de leer der
vrouwenziekten, prof. L. Lehmannde wisk., de
mechanica en dc sterrek., prof. C. J. Matthes de
natuurk-, dr. J. D. van der Waals, dir. II. B. S. te
's Ilagedc botanie en de pharmacognosie, prof.
C. A. J. A. Oudemans de zoölogie, de vergel.
anatomie en physiilogie, prof. W. Berlin de sehei-
kundeprof. J. W". Gunning de Grieksche taal- en
letterk. en de Romeinsche oudheden, de Latijnsche
taal- en letterk. (voorloopig) en de Grieksche oud
heden (voorloopig), prof. S. A. Naber de Ilebreeuwseke
taal- en letterk,, de taal- en letterk. der Semitiesehe
volken, de Israëlitische oudheden en de geschiedenis
van den Israëlitisclien godsdienst, dr. J. C. Matthes,
leeraar R. II. B. S. te Groningen de Nederl. taal en
letterk. dr. P. J. Cosijn, te Leiden; de levende talen
en haar letterk. en de aesthetiek en de kunstgeschie
denis, dr. A. Pierson, laatst aan de universiteit te
Heidelberg de algem. geschiedenis (middel- en
nieuwe), de vaderl. geschiedenis en de staatkundige
geschiedenis, prof. T. T. H. Jorisscn de politieke
aardrijksk. de pliysische aardrijksk. en de land- en
volkenk. van den O. I. Archipel, dr. C. M. Kan,
leeraar aan de R. II. B. S. te Utrecht.
Buitengewone hoogleeraren inde oogheelkunde,
prof. W. M. Gunningde geschiedenis der geneesk.,
dr. A. II. Israels, lector aan het Ath. 111.de paeda-
gogiek, dr. N. J. B. Kappeyne van de Coppello,
rector van het Stedelijk Gymnasium te Amsterdam.
Lectoren in de militaire genees- en heelk. dr. M.
W. C. Gori, priv. docent Ath. 111. de experitnen-
tcele planten-physiologie, dr. 11. de Vries, oud-leeraar
m. o. te Amsterdairt de scheik. dr. J. van 't Hoff,
leeraar veeartsenijk. school te Utrecht, het Sanskriet
de heer J. S. Speijer.
Het wel»ioalwcrp tot herziening van dn
liijera'Bdcrwijswet is fiei «taal van wijzen.
De Commissie van Rapporteurs de heeren Mees,
Kappeyne, Jonckbloet en Messchert v. Volleuhoven,
(de heer Kuyper is afgetreden) heeft haar eind
verslag rmls nu, onder dagteekening van 11 Sept.
vastgesteld.
l)e Commissie is, na kennisneming vau de Memorie
van Antwoord, van oordeel, //dat geen nader onder
zoek der afdeclingen te dezer zake wordt vereischt en
dat door de gewisselde schrifturen de opcubare beraad
slaging over liet voorstel genoegzaam is voorbereid."
Nog in deze zitliug zoo beloofde de minister
van oorlog zal een wetsontwerp op militie
en schutterijen worden ingediend.
Morgen is /,deze" zitting der staten-generaal af-
geloopen.
Maar naar wij vernemen zijn die ontwerpen van
wet tot nadere regeling der militie en der schutterijen
bij welke ontwerpen als toelichting o. a. het con
cept eener nieuwe legerorganisatie is gevoegd
gisteren dan ook bij de Tweede Kamer ingekomen.
De opbrengst van SSijjkfttaaiidiiclcu over de
maand Augustus 1877 was weder f 760,000 minder
en die over de acht eerste maanden van dit jaar
slechts f 133 500 meer dan over dezelfde tijdvakken
van 1876. Mcu heeft hierbij te letten op lo. de
vermindering van het tarief der in- en uitgaande
rechten 2o. de vervroegde maar in Juli en Aug.
dan ook lagere veraccijnsiugcn van hoeveelheden
gedestilleerd vóór de met lo. Juli ingegaffa verhoo-
ging van den accijns 3o. de gestadige lage opbrengst
van het successierecht.
Over de eerste acht maanden van 1877 hebben
minder opgebracht dan in 1876
In- en uitgaande rechten f 15-0 000
Recht van successie-1 420 000
maar daarentegen meer
Directe belastingen- 310 000
Accijns gedestilleerd- 850 000
Registratierechten- 278 000
dientengevolge is het totaal-generaal van 1877 nog
f 123 500 hooger dan over 1876.
De achteruitgang over de maand" Augustus geeft
grond tot vrees, dal dit voordeel in de maand Sep
tember zal opgewogeii worden door een vermindering,
die wel nog geen invloed zou hebben op de raming
van 1877, maar toch deu toestand van voorspoed
zal benadeeien, omdat ook op de toenemende opbrengst
van de directe belastingen niet valt te rekenen, die
meerendeels uit vervroegde betaling van nog niet
verschenen termijnen ontstaat. Dagblad
Bij de voortzetting der behandeling voor het ge
rechtshof te 's-Hage van de zaak van J. dc Decker,
werd Woensdag, nadat nog door de getuigen Nakuy^
en Nicaise op eenige vragen van den verdediger was ge
antwoord, overgegaan tot verhoor van den scheepska
pitein Alberts uit Middelburg, die verklaarde dat hij
iudertijd, naar aanleiding van een stuk in de Nieuwe
Rotterdamsche Courant, er bij tegenwoordig was dat
in een gesprek kapitein Nicaise den beklaagde als zijn
I gevoelen had te kennen geven, dat indien de rechter
in de Oceanus zaak zou gemoeid worden, wel eens
eene veroordeeling van den bekl. zou kunnen volgen.
Overigens bevestigde zijne verklaring- de opgaven van
den getuige Nicaise.
Hierna zou tot het verhoor vau mevrouw Alberts
worden overgegaan, maar bij hare verschijning voor
het Hof geraakte zij in zoodauigen zeuuwachtigen toe
stand, dat het Hof vau hare ondervraging afzag.
Vervolgens werd nogmaals gehoord de getuige Ni
caise, naar aanleiding van vragen zoowel door den
president als door den verdediger tot. hem gericht
hij bleef bij zijne reeds afgelegde verklaring.
De president sprak daarna met den bekl. nog over
verschillende punten, waaromtrent de bekl. eene be
kentenis had afgelegd.
De beklaagde hield vol dat kapitein Nicaise de
schuld had van het ongeval den Oceanus overkomen,
en trachtte aan te toonen dat de kapitein er tegen
opzag met dat schip zee te bouwen en dat deze be
lang had bij zijne inhechtenisneming en zijue veroo-
deeling. Wijders trachtte bekl. de uit het getuigen
verhoor gebleken bezwaren tegen hem op te lossen
en het tijdsverloop van drie jaren als oorzaak van de
z. i. minder juiste verklaringen der getuigen zoowel
als van zijne aanvankelijke opgavete doen aanmerken.
Zijne goede trouw moest boven allen twijfel wor
den verheven.
Hierna erlangde adv.-gen., mr. Van der Hoeven, het
woord. ZEGA. ving aan met de opmerking, dat een
der oudere juristen heeft gezegd dat een verzekerde
feiten mag verzwijgen die hem bekend zijn, want
feiten «aan hem alleen bekend verhinderd niet den
risico. Wanneer de leer van dien jurist den naam
van doctrine scandaleuse verdiende,
vraagt de advocaat-generaal welke naam moet dan
wel aan de handelingen worden gegeven, die beklaag
de heeft gepleegd. Hij herli.aalde het heeft gepleegd,
want dat was z. i. zonneklaar bewezen. Hij ging
vervolgens over tot het behandelen van de hoofd
vraag in dit proces was bek)., toen de assurantie
van f 40,000 werd gesloten, bekend met het telegram
van 13 October, meldende de stranding van de Oce
anus Was het hem op dat oogenblik: niet bekeud,
dan geloofde hij, zou er geen reden geweest zijn om
hem te veroordeelen, dan zou er geen strafbare be
handeling geweest zijn. Wel zou hij dan niet fair
hebben gehandeld, maar in den handel kijkt men
dikwerf zoo nauw niet. Wanneer beklaagde op 14
October niet bekend was geweest met een telegram
van 13 October, dan zou het mogelijk zijn, dat hij
op slinkschc wijze heeft getracht zich van polis mees
ter te maken, dan zou mogelijk de assurantie zijn
geweigerd, maar dan ware er geen delict gepleegd,
dan zou er geen événement chimérique
z'jn ontstaan, dan zou bekl. niet vervolgbaar zijn ge
weest wegens het trachten zich meester te maken van
gelden, die hein niet toekwamen. Verder onderzoe
kende of bekl. op 14 October met het telegram van
13 October bekend was, meende adv.-gen. dat iu
liet proces zulk eeu vloed van aanwijzingen is te ont
dekken, dat daaruit wel degelijk kan worden afgeleid
dat dit het geval was. Daartoe wees spreker o. a.
op de buiten gerechtelijke bekentenis door bekl. aan
de getuige Nicaise afgelegd, wiens verklaringen boven
«allen twijfel moeten gesteld worden en die naar zijn
oordeel den stempel der waarheid dagen. De houding
van dien getuige verder besprekende, toonde adv.-
gen. aan, dat de beschuldiging van den bekl., alsof
tie kapitein de schuld van de stranding zou zijn, als
geheel valsch kan worden aangemerkt.
Nagaande de onderscheidene punten van het pro
ces en die zeer uitvoerig relcveerende, was naar zijne
meening de kwade trouw van bekl. ten duidelijkste
in het licht gesteld. De verdachtmaking van den ge
tuige Nicaise en van den getuige Nahuijs, die den
bekl. gedurende 17 jaren trouw heeft gediend en nooit
reden tot klagen heeft gegeven, la.akte «adv-gen. zeer
en was zijns inziens eene houding, die slechts de
i onwaarheid van bekl's, opgave konde aantoonen. Ook
de stukken, indertijd iu de Nieuwe Rotterdamsche
Courant opgenomen, afkomstig zoowel van assuradeu
den bekl., bracht adv-gen. ter sprake en 1
ren als van ucm., uiaum nuv-gou. icr sprase en f
nam daaruit eveneens aanleiding de goede trouw vanV*
laatstbedoelde in twijfel te trekken. i-
Om nu te gelooven dat bekl. van de gcheele as9u-
rautiegeschiedenis niets heeft geweten, dat zou voor
den man, die zich door zijne zaken op een hoog stand-
punt heeft weten te plaatsen, zeer zeker beleedigend
zijn. Maar het is ongeloofelijk en bovendien onaanne
melijk. Adv.-gen. gelooft dat de getuigen, die door
bekl. als leugenaars worden beschouwd, veel te hoog
staan, dan dat hij hunne waarheidsliefde nog nader
zoude behoeven aautetoonen.
Aan het slot van zijn feitelijk betoog was spreker
van oordeel, op grond van het gevoelen van de in dit
proces gehoorde deskundigen, dat eene vermindering
van assuranliepenningen, als in deze heeft plaats ge
had, wel iets kan te denken geven.
Nadat het Hof had gepauseerd, kwam adv.-gen. tot
het juridiek zijner rede. Dit betoog was naar zijn
oordeel het belangrijkste, waarbij het vooral de vraag
gold of de z. i. bewezen zijnde handelingen onder
het bereik der strafwet zije te brengen, of zij straf
bare handelingen daarstellen. Hij stelde de praemi9se,
d«at hier niet wordt behandeld een assurantie-proces,
maar een aauklacht van bedriegelijke oplichting, en
clus was het niet de vrrag heeft I). door manoeuvre
frauduleuse eene assurantie gesloten, maar de eenige
vraag was, of beklaagde dooi bedreigelijke middelen
heeft getacht zich .van eens anders bezittingen mees
ter te maken. Hij verzwijgt bij assuradeuren de ont
vangen tijding, wel wetende dat op dat oogenblik
assurantie kan worden gesloten. Al de handelingen
van bekl. waren naar zijne meening bedreigelijke
middelen, om later te komen tot de afgifte van het
geld door assuradeuren. De geheele coroedie door
bekl. gespeeld, en die hij door zijn bediende te goe-
dertrouw heeft doen spelen, stelt daar manoeuvre
frauduleuse. Het samenweefsel van leugen en
bedrog, door beklaagde zoo fijn gesponnen, was alles
zins dienstig om assuradeuren te verschalken, en dat
zoodanig samenweefsel niet zou vallen in de
termen der strafwet, kan wel niet worden
verondersteld. Ten slotte behandelde adv.-gen.
nog eene vnuag, de qualificatie betreffende: Moet ten
deze gedacht worden aan eene poging lot oplichting,
ja dan neen Op verschillende gronden was hij van
oordeel, dat het delict was geconsorameerd en kon er
geen sprake zijn van poging. Hij geloofde echter
niet, dat wanneer deze beschouwing werd aangenomen,
dit tot vernietiging van het vonnis des eersten rech
ters zou moeten leiden, en eindigde met te requiree-
ren de bevestiging van het vcroordeelend
vonnis, wat de straf betreft, echter met wijziging van
enkele daarin voorkomende motieven.
Het pleidooi van den advocaat des bekla.agdeu dee-
len we in ons volgend nommer mede.
Ber. tot pred. bij de N. II. G. te
Vlissingen W. Vlicgenllinrl Enschede.
Baambrugge M. J. Bouwman Hoogland.
Berkel C. van Dorssen Loksmond.
Grootelind (1 J. Antink Zegveld.
Bed. voor het ber. tot pred. bij de N. H. G. te
Souburg (1. van Dorssen Leksmond.
Einkum J. Dommisse Rottevalle.
Balk N. A. G. Forlman Elder.
Ber. tot pred. bij de C. G. G. te
Donkerbroek J.-öfl'ringa Candidaat.
Midwolda A. v. (i. Veen Candidaat.
Aangen. het ber. tot pred. bij de N. H. G.
Kwadijk van Dam Pingjum.
Bed. voor het ber. tot pred. bij de C. G. G. te
Ambt-Vollenhove 1'. J. de Grool Baambrugge.
Woensdag avond, 5 Sept., is te Goes is eene
Godsdienstoefening aan den Molendijk, ouder leiding
van ds. Van Dijke te St. Pliilipsland, de nieuwe Ge
meente onder 't Kruis, behooreude tot de oud gerefor
meerden, gesticht en het gekozen bestuur in de opge
dragen funciën bevestigd. G. C.
te
Omtrent de verschillende uitkomsten van den
oog9t in liet Westelijk gedeelte vau Ziiid-Bevela';d.
kan gemeld worden, dat deze de verwachting geeiu.
zins hebben overtroffen; integendeel, over het algemeen
heeft inen minder stroo dan in vorige jaren cn valt
het beschot bij het dorschen tegen. De gedurige
regenvlagen in den tijd van inzameling hebben bij
sommige landbouwers het nog op het veld in schoven
staande graan doen schieten, waardoor de kwaliteitPo/
zeer in waarde is verminderd. De tarwe had hier lic#'.2f
meest Ie lijden; rogge minder, doordien deze vroegjf^'r
in de schuren kon. gehaald worden. Erwten zijn
de meeste plaatsen zelfs beneden het middelmatig"u
maar daarentegen zijn de verschillende soorteD v
boonen goed te noemen.