f. II li IS T K i. IJ K-HIS1 (HU S (1II li L A D. V. 186. Donderdag- 18 September. 1877. HET ZUIDEli Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrïjdag- roND ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden frcnicof 2, Enkele nommers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, TE MIDDELBURlT. Prijs der Advertentien: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 0 regels 1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Z. M. Middelburg, 12 September 1877. de Koning heeft een bezoek gebracht n de tentoonstelling van bloemen gekweekt door m arbeidersstand te 's Hage. Minzaam onderhield M. zich met het bestuur en prees zeer de ijverige imoeiingen in deze zaak. Heden brengt Z. M. op nieuw een bezoek aan msterdam. Tot notaris Ce Groede is benoemd II. G. Hain- lacher, kand.-not. aldaar. Het zijn voor vele geleerden in ons vaderland ans gulden dageu. De nieuwe wet op het hoo- er onderwijs maakt eene buitengewone verraeer- iring van hoogleeraren noodig. Amsterdam wenscht ne universiteit op te richten die in elk opzicht wed- 'eren kan met de rijks-universiteiten te Leiden, trecht en Groningen. Aan den gemeenteraad van msterdam zijn dan ook 31 beeren voorgedragen om t gewone eu buitengewone hoogleeraren en lectoren noemd te worden. Voor 5 plaatsen is nog geen ordracht gedaan, zoodat het geheele ouderwijzende rsoneel aan de Amsterdamsche uui\ersiteit zal be- lan uit 36 personen. Ouder de voorgedragenen zijn 18 hoogleeraren die ans aan het Athenaeum Illustre verbonden zijn, 5 ^tegenwoordige hoogleeraren zijn om verschillende lenen niet weder voorgedragen. Na de benoeming die weldra gewacht wordt deelen j de namen der titularissen mede. Van rijkswege zijn tot hoogleeraren benoemd Aan de Rijks Universiteit te Utrecht tot hoog- jraar in de godgeleerdheid dr. J. J. Valeton Jr.; de wis- en natuurkunde dr. G. F. W. Baehr en C. M. Francken. Aan de Rijks Universiteit te Leiden tot hoogl. in godgel. dr. C. P. Tiele in de vechtsgel. mr. B. H. Teilegen, mr. S. J. Fockema Andreae en mr. A. van der Lith in de wis- en natuurkunde dr. Mariin en dr. E. A. van der Burgin de teren en wijsbeg. dr. W. J. A. Jonckbloet, dr. J. Veth, dr. J. Pijnappel en A. C. Vreede, en i lector bij dezelfde fakulteit mr. G. J. Grashuis. Aan de Rijks Universiteit te Groningen tot hoogl. de rechtsgel. mr. J. Freseman Viëtor in de ge- esk. dr. J. P. van Braam Houckgeestin de wis- natuurk. dr. H. J. Rinkin de letteren en wijs- v. dr. F. J. Halbertsma. Neemt men nu daarbij in aanmerking dat binnen inige maanden nog de benoeming van zes a acht Ogleeraren door de Ned. Herv. Kerk kan te gemoet kien Worden, dan zal men toestemmen dat ons land korten tijd aanzienlijk met professors is verrijkt. p eene vraag van den Spectator, waar blijft mr. ppeyne van de Cappello toch liet Uilenspiegel Éings mr. Kappeyne antwoordenHier ben ik, wat ge, ik kan toch mr. Heemskerk niet bij de kraag ken en de deur uitgoo'en. tiet onstuiraigeu aandrang heeft de liberale partij, ral sinds, na afloop der verkiezingen, voor baar de op middaghoogte is gaan schijnen, de aftreding .scht van het tegenwoordige kabinet, dat zich on- cheidt door groote talenten, en verregaande be- osheid. Zal de liberale partij den moed heb- het tegenwoordige ministerie tot aftreden te zelve het bewind in handen te nemen ragen we bij het lezen van het gewone jaarlijk- richt dat op Maandag 17 September de ope- de vergadering der Staten-Generaal zal bben. hen, die de parlementaire geschiedenis met elling gadeslaan, is het duidelijk dat de con- partij, gelijk we die zoo langen tijd gekend verdwijnt, maar in den boezem der liberale partij zelve ontstaat eene gematigde liberale partij, de nieuwe conservatieve partij der toekomst. Zij zal versterkt als bij de laatste verkiezingen, weldra eene kracht in onze Tweede Kamer zijn. Naar alles wat ons iu den laatsten tijd is bekend geworden, valt het toch niet te denken dat de heeren Roëll, Schagen Van Leeuwen, de Beaufort cu andere van éénen geest met de heereu van Houten, Kappeyne, Tak zullen zijn. Hierin juist schuilt het bezwaar voor de vorming van een nieuw, krachtig kabinet uit de liberale partij. Zal de heer Fransen van de Putte hoofd van bet. kabinet zijn of mr. Kappeyne zal het mr. Tak of de Roo van Alderwerelt zijn In elk geval zal tegenover het stoken van den een, (om het beeld, door mr. Heemskerk gebruikt, te kiezen) het remmen van den ander slaau. Maar neem voor het oogenblik eens aan dat mr. Kappeyne, bekend als de toekomstige dooddrukker der min derheden, eene plaats aan de groene tafel zal innemen, zal dan de verandering zoo groot zijn De richting die aan het bewind komt zal hare eischen matigen en eenigszins naderen tot de mannen die nu aan het bewind zijn. Wij hebben al zoo dik wijls den vurigen spreker van de oppositiebankeu als regeeringsman de eischen zien matigen, dat de schrik voor een bewind als datgene, wat wellicht eerlang komt ons niet meer zooveel vrees aanjaagt. Het voordeel, door de anti-revolutionaire partij van een bevriend ministerie genoten, bestond iot nu toe nooit dan in de verwachting. De onderwijs-wet en de benoemingen, door het tegenwoordige ministerie gedaan, hebben aan alle verwachtingen der anti-revo lutionairen voor goed den bodem ingeslagen. Eene wisseling van regeerings-personen kan aan de anti-revolutionaire partij zoomin nadeelig als voor- deelig zijn. Zonder veel te verwachten of te vreezen hopen we met belangstelling de gebeurtenissen te vol gen, die zich weldra zullen ontwikkelen, vertrouwende op de eindelijke zegepraal van waarheid en recht. Men herinnert zich ongetwijfeld dat, vooral door de werkzaamheid van den luitenant Koolemans Bev- nen, eenige maanden geleden, zich eene algemeene belangstelling in de Noordpool openbaarde. Men wilde het werd door daden getoond die zeeën vol ijsbergen kennen, de vrecselijke gevaren die de Nederlandschs zeelieden van vroeger eeuwen hadden ervaren zouden ook in de negentiende eeuw worden getrotseerd. Noch de koude die de huid doel barsten, noch de ijsbeeren die het scheepsvolk bespringen, noch de ijsbergen, die wentelend en kantelend voort drijven, noch de ijsvelden die de schepen insluiteu en ineendrukken, noch zelfs de eenzame eilanden, bezaaid met de lijken der schepelingen, mot wrakken van schepen, met graven in ijs gedolven en met ijs bedekt waren in staat de algemeece belangstelling in de Noordpool-tochten te doen verkoelen. De plannen zijn thans in zooverre tot rijpheid ge komen dat door luitenant Weypreeht en de heer Wilczek weldra een expeditie zal worden ondernomen met het doel om stations in de Noordpoolstreksn opterichten. Op het uoordelijk gedeelte van Nova- Zembla zou zoo is het voornemen een meteo rologisch observatorium opgericht worden. Verder zouden op de kusten van Spitsbergen en Groenland mede eenige van die stations worden opgericht en ten slotte zouden alle stations in één iu Finmarken uitloopen, waar van daan men dan in onmiddelijke verbinding met het Europeesche vastland zou staan. Een ander wereldhervormend reuzenplan werd dezer dagen ook weder opnieuw besproken. Het is het maken van de Sahara, Afrika's zandzee, tot een binnenmeer. Men heeft berekend dat de spiegel der zee hooger ligt dan deze zandwoestijn en dat het alzoo mogelijk zou zijn daarheen het water te leiden. De mogelijkheid van het totstandkomen van dit werk werd door den heer de Lesseps dezelfde die met de uitvoering van het Suez-kanaal is belast geweest in de laatste bijeenkomst van de Fransche acade mie van wetenschappen met nadruk bepleit. De Stoompost herinnert, dat in 1838 het eerste plan voor een haven te Scheveilingen werd gemaakt, met annex plan tot verbetering der waterrerversching van 's Gravenhage. Z. M. Koning Willem I stennde toen dat onderwerp. In 1853 besloot de Raad, aan dat plan alsnog uitvoering te geven. Doch er was toen geen geld voor Delfland trok zijn subsidie van f 5000 'sjaars over 28 jarën in. Toen besloot de Raad in 1859 alleen de grachten te verbeteren en de haven te laten rus ten. Daarvoor kwamen nu nieuwe plannen, ditmaal ver bonden met spoorweg-projecten, en in Dec. 1859 ad viseerde het Kon. Instiuut van Ingenieurs niet on gunstig, van o Tdeel dat het havenplan technisch zeer wel uitvoerbaar was. Daarop volgde in 1863 het plan Swaan-v. Heijningen, met een spoorweg en een paket- vaart op Harwich dat plan zou f 3898121 kosten er werden van Rijk, Gemeente en Provincie subsidiën van f250,000 en f100,000 gevraagd. De heeren in genieurs v. d. Kun en Beijerinck achtten dit plan echter niet gaaf uitvoerbaar. Het vond evenwel fiuan- tieel bij gemeente en Provincie een goed onthaal, en intusschen kwam een nader ontwerp met groot spoorwegnet iu. Twee andere aanvragen werden daar op afgekeurd, en de concessie-Swaan in 1865 verleend. Maar de concessionarissen slaagden er niet in, het ka pitaal bijeen te brengen, zoodat hun concessie in 1868 werd ingetrokken. De firma P. J. Landry te 's Hage en de heer P. F. W. Mouton, lid der kamer van koophandel, daartoe aangezocht, hebben nu een vernieuwde poging beproefd. Hunne eerste stappen strekken om zich te verzekeren van het noodige kapitaal tot het oprichten en uitrusten eener haven, niet hinderlijk aan het badplaatsverkeer ea verzoeken daartoe van den Staat een subsidie van 1 millioen gulden, en eene tegemoet koming van f 20,000 in de kosten van voorberei dende werkzaamheden, zijnde het hun voornemen om, bij eventueele gunstige beschikking der regeering, een subsidie van f 20,000 van de gemeente en f 10,000 van de provincie te vragen. Dit nieuwe havenplan is thans bij den gemeenteraad door den minister van binnenlandsche zaken aanhangig gemaakt. Met het oog op den door gedeputeerde staten aan bevolen spoed in deze, mag men weldra het advies van het gemeentebestuur t°gemoet zien. De menig vuldige, vooral Haagsche en Scheveningsche belangen, bij het stichten cener haven aldaar betrokken en de wijze hoe de zaak casu fjuo zal worden tot stand gebracht worden zakelijk ontvouwd in eene finantieel rapport betreffende dit onderwerp. Vooral wordt daar in gewezen op de verkorte gemeenschap tusschen noor delijk Europa en Engeland. Ook de verkrijging van een vluchthaven tusschen de Maas en Ymuiden eu van een rechtstreekschen aanvoer van de grondstoffen voor de fabrieken in en nabij dan Haag enz. worden als zoovele voordeelen aan de stichting eener haven verbonden, opgenoemd. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft gisteren iu appél behandeld de bekende zaak van .H. dc Deo kci* Gzn. Een groot aantal belangstellenden namen den ge reserveerde plaatsen in de rechtzaal in. Door deu raadsheer jhr. mr. Van Panhuijs werd, nadat de gebruikelijke vragen aan den beklaagde waren gedaan, een zeer uitvoerig rapport uitgebracht. Een vijftal getuigen werden vervolgens onder eede gehoord. Het waren de heerenNicaise, gewezen kapitein van het schip Oceanus, Nahuys, kantoorbe diende van beklaagde, J. L. Van Leeuwen, lid der firma Van Zeylen en Decker sedert l Januari 1875,

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1