fillRIST! LIJ HISTORISCH BLAD.
v. iaa.
Donderdag 6 September.
ANTIEK
HET ZUIDEN
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
xvond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden francof 2,
Enkele nommers- 0>07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
MIDDBLBURl 4.
Prijs der Advkrtentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
1-6
Welk oene droevige ontnuchtering veroor
zaakte, enkele weken geleden, het bericht dat
:1e verzameling schilderijen toebehoorende aan
le familie van Loon te Amsterdam weldra ons
verlaten zou. Hoewel de meeste dagbladen
dat het niet opging voor een land
met zoo dringende en talrijke behoeften als
onze, op te bieden tegen den Cresus van
tijd, hoewel allen erkenden dat de
som li millioen de prijs waar
deze bezitting het eigendom werd van
len vermogenden baron Rotschild te Parijs,
voor eene zaak van weelde door ons land
betaald worden toch, ondanks deze
was het niettemin duidelijk dat
over 't algemeen met leedwezen die schat
ten zag vertrekken naar het Babel onzer
f rijteen wonder, men koopt en verzamelt liever
neerdere oudheden. Het bezitten vau oudheden
reldt in onze dagen als bewijs van goeden
imaak, het is voor velen een modezaak. Wat
tulpenhandel eens was, schijnt nu
veldra het oudheid-koopen te zullen worden,
men geen ruïnes heeft bouwt men ze, als
nen geene antieke meubelen, erfstukken der
'amilie heeft, koopt men ze van anderen. Het
gezegde dat de kunstenaar eerst na
;ijn dood gevierd wordt geldt bovenal voor de
der 15de en 16de eeuw in onze
Toch, ook deze zaak is vatbaar van twee
ijden bezien te worden. Hij, wiens wenschen
icli eenigszins verder uitstrekken dan totiets
geeft" ziet in die producten der kunst den
rbeid en het leven onzer vaderen. Hy, die
ns land en volk bemint zal met geen onver-
chillig oog de schatten van ons Trippen- of
fauritshuis voorbijgaan. De Schuttersmaaltijd
n de Nachtwacht, de Anatomische les en de
van Potter beRooren tot onze geschiede-
is. Ary Scheffer en Ruysdael, van de Velde
n Jan Steen nemen eene plaats in naast onze
rijheids-helden en dichters, zij behöoren tot
en zijne geschiedenis.
En die steeneu monumenten van kunst, die
edenkteekenen van het geloof en de hope
nzer vaderen, zij zijn ons niet minder een
etuigenis van Neêrlands grootheid en lijden.
stond ooit op het Binnenhof te 's Hage,
ie daar niet gevoelde meer Nederlander te zijn
ooitwie bezocht ooit de kerken te Delft
Gouda zonder dat het gezicht op dat
die kunstwerken indrukken achterliet
t ook Dordt of Loevenstein zonder dat.
herinneringen aan het verleden voor een oogen-
blik elke andere gedachte verdrongen. We zou
den op die wijze kunnen voortgaan maar waartoe?
Wij willen slechts even doen zien dat de lust
voor het oude nog wel wat anders waard is
dan een voornaam glimlachen of een verach
telijk schouderophalen. Die oude gedenkteekenen
hetzij dan in steen of op doek behouden wij
gaarne, want zij hebben ons veel fe zeggen.
Zij spreken uit de dagen toen er weinig andere
hulpmiddelen waren om zich tot aan het verre
nageslacht, bekend te maken. Die ruïne is een
graiteeken waaronder een geslacht rust, dat
j wij niet kenden en dat ons niet kende, maar
dat toch in deze bouwvallen een gedenkteeken
van zijn doortocht heeft achtergelaten, dat
ons iets van zijn bestaan vermelden kan. Die
schilderij, dwingt u niet enkel om de uit
voering bewondering af, neen veeleer omdat
zich daarop het openhaar en huiselijk leven
onzer vaderen afspiegelt. Op de verschillende
trappen van hare ontwikkeling heeft de mensch-
heid gedenkteekenen opgericht waardoor wij
kunnen opgewekt worden om stil te staan en
om te zien.
En als we stilstaan en om zien tot datgene
wat voor ons was dan ontwaren wij de on
zichtbare macht, de geest van wien gezegd
is gij hoort zijn gelui f maai gij weet niet
van waar hij komt of waar hij henen gaat
Te midden van - de in puin gestorte ridderhallen,
waar de struik in de nissen groeit kunnen we
leeren dat er een Geest is, een God, die niet
terug maar voort doet gaan. We herinneren-
ons daar dat de volkeren geleid zijn op onbe
kende wegen om te voldoen aan het bevel
Vermenigvuldigt u en bevolkt de aarde'. Of
het een Abram is die uit ür der Chaldeën
optrekt naar het land dat God hem wijzen
zalof het patriarchen zijn, die naar Egypte
trekken of Israëlieten door zee en woestijn naar
Kanaan gaandeof tallooze horden van den
Ural nederdalende om Europa te overstroomen,
dan wel kruisvaarders die Jeruzalem willen ver
overen, of Europeanen die de nieuwe wereld
gaan bevolken, gij ziet in alle dezen de on
zichtbare macht die naar het bekende gezegde
van een oud kerkvader gegeven heeft wat Hij
beval.
Die gedenkteeken hebben ons iets te zeggen
en daarom, eerbiedwaardig zijn de mouumeuten
van weleer
Middelburg, 5 September 1877.
Bij kon. besluit van 3 Sept. is bepaald, dat de te
genwoordige vergadering van de Staèesa-GeH€B»<i.iI
zal worden gesloten op Zaterdag 15 September 1877,
des namiddags ten twee ure. De Minister van Bin-
nenlandsche Zaken i3 gemachtigd om zich, op het be
paalde tijdstip, te begeven in de vergadering der Sta-
ten-Generaal, ten einde in vereenigde zitting der
der beide Kemers de vergadering in naam des Konings
te sluiten.
Heden middag is ons het antwoord der regeering
op het afdeelingsverslag der Tweede Kamer betreffende
het wetsontwerp op liet lager onderwijs
terhancl gekomen. Wij stellen ons voor in een vol
gend noinmer daaromtrent een en ander in 't midden ie
brengen, onder voorwaarde evenwel dat het zoo kort
mogelijk zal geschieden, opdat wij en onze lezers bij
die eeuwige kwestie niet alle geur en fleur zouden
verliezen.
In de zitting van den gemeenteraad vaa
Middelburg van gisteren, werd de gemeenterekening
over 1876 goedgekeurd en de gemeentebegrooting
voor 1878 overgelegd, bedragende in ontvang en
uitgaaf f 274,092,11. Medegedeeld werd dat de ver
pachting van grenden in den Mortierepolder op 20
September zal plaats hebben, en besloten werd 20
centiaren grond, gelegen bij de voormalige Koepoort
a f 1,per centiare af te staan. De herkozen leden
werden geïnstalleerd en alle aftredende leden der vaste
comraissiën herbenoemd.
Iu hoofdzaak bevestigde gisteren de Goesche Cou
rant Je inededeeling betreffende de Oaidc kast iu
ons nomiuer van Vrijdag gedaan. De kast is wer
kelijk door het gemeentebestuur voor f 600 verkocht,
evenwel niet aan den heer Boasberg te Amsterdam,
maar aan den heer Prins, hofleverancier aldaar. De
kast schijnt later in handen van eerstgenoemde t3
zijn overgegaan die over den verkoop onderhandeld of
reeds verkocht heeft..
De kast is verkocht zonder dat het publiek of zelfs
den archivaris er iets van wist, en de Goesche cou
rant meent dat deze kast als deel vati ameublement
van het oude schuttersgilde op het stadhuis bewaard
werd, tegen bewijs dat het op nader overeentekomen
tijd zal teruggegeven worden, in elk geval de f 600
zullen geen verbetering brengeu in den financieelen
toestand, maar onopgemerkt in de dagelijksche uit
gaven verdwijnen en daarom, betreurt de Goesche
courant den verkoop.
Er gaat bijna geen jaar voorbij, in het tijdvak dat
we thans beleven, waarin niet een driehonderdste ge
denkdag gevierd wordt. De inneming van den Briel
en de victorie van Alkmaar hebben we gehad, de
pacificatie van Gent en de stichting der Leidsche
hoogeschool vierden we. De Uaiae van Utrecht
is thans aan de beurt. Dezen gedenkdag zal
daarvoor staan ons de namen der aauzienlijke Neder
landers borg, die tie taak op zich namen eene voor-
loopige comm'ssie te vormen, op waardige wijze
gevierd worden.
De Unie van Utrecht is wel waardig herdacht te
worden. Meer dan twee eeuwen bleef deze Unie de
historische grondwet van het Gemecnebest. Vroegere
verdragen, z. a. de pacificatie van Gent, de eerste
en tweede Unie van Brussel hadden hare kracht
verlorennieuwe verdeeldheden stonden te komen,
reeds dreigde de overeenkomst van Atrecht den grond te
leggen voor een nieuw verbond dat Spanjes gebied
uitbreiden zou, toen graaf Jan van'Nassau het plan
eener nieuwe vereeniging ontwierp, die voor landen
tijd de band van eenheid legde. De Unie werd ge-
teekend door den Graaf, Holland, Zeeland, Utrecht
de Groningsche Ommelanden en de Ridderschap van
Gelderland, en behelsde eene nadere vereeniging ten
eeuwigen dage als waren zij ééne provincie, tot on-
derlingen bijstand met lijf, goed en bloed tegen alle