X'. 182. Dinsdag 4 Sep loin her. 1877. BDEf Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden franco Enkele nommers f 2,- - 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBUR( 4. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 3 September 1877. Wekelijkscli overzicht van (ie christelijke pers. De Standard heeft zich in eenige artikelen getiteld //wie we zijn" beklaagd dat men over 't al gemeen nog steeds vreest dat de antirevolutionaire partij eene Calvinistische staatskerk en eene steil- rechtzinnige school wil bouwen; zij de antirevolu tionaire partij. zoo meent men, wil, door middel van den staatsarm, de onvcrvalscht gereformeerde be lijdenis in onze overzeesche gewesten doorvoeren, zij jeischt van ieder een gelijke viering van den Zondag, zij wil allen weeren die op hare belijdenis geen amen zeggen. De Standaard erkent., dat de antirevolutio nairen zelve schuldig zijn aan het postvatten van dit misverstand, zij bleven niet altijd onschuldig aan het verzaken hunner beginselen, de stoffelijke bevoorrcchtiug van staatswege weigerden zij niet altoos. Maar ook de kerkelijke toestanden geven aanleiding tot dit mis Men beweert dat, gelijk de antirevolutio nairen de hand naar kerkzuivering uitstrekken, alzoo ook zuivering van den Staat het einddoel zal zijn. Bovendien en dit wel het meest de tegenstan der neemt zelve het beginsel aan waarvf.;: hij ons beschuldigt. De Staat wordt ten onzent meer en meer een partijstaat. Toongevende bladen meenen dat geen tegenstander met de uitvoering der wetten kan wor den belast die naar liberaal model zijn vervaardigd. Op de vraag dus, wie we zijn zal van den tegen stander een weinig bemoedigend antwoord volgen. Om wat we niet zijn worden we geoordeeld. Voor ons zegt de Standaard een rede te meer om te overwegen wat ons beginsel eischt. Geen poging mag worden verzuimd om anderen tot de erkentenis te brengen dat op den christelijken wortel vrijheid en menschenrecht tiert, dat slechts bij den christen die aan Gods Woord zich bindt de vrijheid veilig is, dat op de vraag wie we zijn het //Steunende op den Bij bel, verdedigen wij de vrijheid" ons beeld naar waar heid schetst. In de ISazuiii wordt door een inzender de vraag beantwoord //Wat is Christelijk Onderwijs Aan het slot van dat artikel worden de eischen besproken aan een Christelijk onderwijzer te stellen. De schrijver legt daarbij o. i. de vinger zoozeer op eene wonde dat we niet aarzelen het slot van dat artikel overte- iiemcn. z/De eischen aan den Christelijken onderwijzer te stellen zijn zeer eenvoudig, maar toch ook zeer ge wichtig. Hij zij een godvreazend man, bekwaam in zijn vak. Dat velen deze eischen niet voldoende vinden, weet |M|^e vragen boven alles eene rechtzinnigen geloofs- ^Bnis, opdat hunne kinderen in de zuivere leer I ^^onder wezen. Maar ge wilt toch van uwe on- j gaan katechiseermeesters of hulppredikanten Het ouderwijs in de eigenlijke geloofsleer I Pv school niet op zijn plaats, 't Ts het werk ties l::eraars. Dit stemt gc toe. Edoch, ge wijst op die u ergeren. Gc wijst mij op onderwijzers, die propaganda maken op hunne school voor deze of. die Kerk, die aan de verkiezingsleer niet geloo- ven, die chiliastische gevoelens aankleven, en die ge voelens hunnen leerlingen inscherpen. Erg genoeg, meent ge. En terecht. Met heel mijn hart veracht ik zulke handelingen. Op de vrije school behoort een hristeudom te huis boven kerkelijke verdeelheid. i geen Hervormde of'Christelijke Gereformeerde mag daar sprake zijn. Zaken als verkiezing en zal geen verstandig man in de kinderwereld i. Maar zult ge nu tot wering van dit pderwijzer roepen voor de vierschaar van ek Wat zal dit baten Zijn zui- en u dan een waarborg voor waarach tig Christendom. Kunnen, mogen ze u dat zijn Ik geloof het niet. De ondervinding leert, dat er veel ongeloovige rechzinnigeu zijn. L'we school daarente gen eischt een geloovig man. Hebt ge dien gevonden, dankt er uw God voor. Stemt hij misschien -met u niet overeen in ondergeschikte leerbegrippen, och, laat hem zijne vrijheid Of spoort hem aan, opdat hij meer licht moge vragen van den Heer. Zijt ge bevreesd, dat hij die leerbegrippen uwen kinderen in prent, vraagt dan van hem de belofte, dat hij ze bui ten de schoolmuren zal houden. Maar daagt hem niet voor eene geloofsrechtbnnk. Na de werkstaking bij de spoorwegen in Amerika besproken te hebben, zegt dr. Cohen Stuart in de Zaaica* Een heilzaam en in zijn gevolgen verkwikkend uit barsten in den met eleciriciteit bezwangerden damp kring, hoe zouden wij dat soms wenschen in ons eigen vaderland! De dampkringslucht aan onzen siatakundigen, maatschappelijke!], kerkelijkeu hemel is in den tegenwoordigen tijd veelal niet ongelijk aan die, welke wij in deze Augustusmaand hebben gevoeld, niet zelden een zware, drukkende, zwoele atmosfeer, «c 1 o s e," zooals de Engelschen zeggen, die benauwend, beklemmend en ontzenuwend werkt, en kan doen snakken naar een onweder, dat de lucht van haar electriciteit ontlast, den dampkring zuivert en de aarde verfrischt. Ook het scheepke van onzen staat bevindt zich door dien èigcuaardigen ba rometerstand in een misschien niet zoo gevaarlijk schij tienden, in waarheid veel meer beilenkelijken toestand. Er is geen storm, er is windstil!3. Als de storm loeit en gierend door het touwwerk fluit, als de romp trilt en de masten zwiepeu, clan sidderen misschien de passagiers, doch dc bevaren zeeman beefi niet, wanneer hij die holle zee bouwt met een kloeke zeevaardige kiel, die golfslag eu windstoot kan bra- veeren. Maar als, bij kalm weer en effen, onbewogen zee, een dichte mist het vaartuig omhult, als zeil en tuig slap en zwaar neerhangt, dan denkt de reiziger misschien aan geen gevaar, doch de bevaren zeeman siddert bij cle gedachte aan mogelijke aanzeiling, aan bank en klip door zijn oog niet te zien. Iets derge lijks is er "nu in onzen staatkundigen toestand. Het stormt niet; maar 't mist. Die dichte, drukkende, benauwende mist, het gevolg vau een verslapten, godemoraliseerdeti staat, verbiedt ons te zien waar wij heengaan en blinde klippen te mijden. Wij snakken naar een windvlaag, die de dikke nevels wegvaagt en het helder zonlicht weer doet schijnen. Misschien kan de troonrede van half September of het te wachten antwoord op het onbetamelijk voor- loopig verslag der kamer in zake het lager onderwijs den -dienst van zulkcn windslroom vervullen. Hoe 't zij we hunkeren naar waarheid en klaarheid. Samalangan, een kuststreek in het noorden van AicSiia wil ons gezag niet erkennen. Op vrij ruwe wijze bestookten de inwoners ons. Er werd besloten dat eene tuchtiging zou toegediend worden. Twee malen reeds berichtte dc gouverneur generaal dat ons leger aanvallen had gedaan. Een derde telegram van 30 Augustus meldt dat een Kampong (dorp) waarin vier sterke beatings met voorwerken werden genomen. Deze overwinning kostte ons 10 militairen, de eerste luitenant der infanterie F. W. Broker en de len lui tenant der artillerie Granpré Molière. Neemt men nu in aanmerking dat Samalangan ons leger in 14 dagen 30 man aan dooden en 50 man aan gewonden heeft gekost, dan is dit bewijs gen eg dat de tegenstand der Atchineezen tegen ons bestuur nog niet verflauwd is. Thans wordt aan het Hbl. //met volkomen zeker heid" uit den Haag gemeld, dat op dit oogenblik de zeer uitvoerige memorie van beantwoording op het af delingsverslag der Tweede Kamer over de ©aader- wijswet ter landsdrukerij is en in den loop der volgende week zal worden rondgedeeld. Volgens de N. R. Ct. is het antwoord der regeering op het verloopig verslag ovet dc onderwijswet, Vrijdag bij de Kamer ingekomen. Duidelijk is het dat niet vele Nederlanders het gevoelen deelen van den Londenscheii correspondent van het Vaderland. Dien man was het is nog maar enkele weken geleden opgetogen over het zeldzaam schouwspel dat hij tc Londen zag. Ver beeld u tien duizend (zegge 10.000) jongens hielden een monsterparade in Regeutspark. De orde, dril en militairengeest was verkwikkelijk om te zien, zegt de correspondent. De Londeusche schooljongen beweegt zich als een oud-gediende. Het kommando op school bepaalt zich van 16. Als de meester één roept rijst de klasse als met een tooverslag op, bij „twee" zetten zij zich neder, //drie" beteekent aanslaan enz. Het verlaten der klasse en school geschiedt op mili taire wijze. Afgezonderd van den dril op school, worden dc jongens op gezette uren naar eene ruime speelplaats gezonden om daar verder gedrild, en in het marcheeren geoefend te worden. De kolonel, liil der schoolcommissie, inspecteerde dit soldaatje-spelende legertje, dat altijd volgens genoemden correspon dent, iets grootsch voor de toekomst belooft, en daar om van harte door hem toegejuicht werd. In ons land is men met die toejuichingen aan de 2&itlitaircai minder mild, daarentegen hoort men afkeuringen over het militairisme te over. Als jaarlijks eene som van 30 a 40 milioen op de begrooting voor het budget var: oorlog wordt aange vraagd hoort men dikwijls in bedekte termen, op dat men niet voor onvaderlandslievend gehouden wor den zal klachten over zoo 'groofe, weinig nut aanbrengende uitgaven. Dc provinciale Staten van Groningen vonden het, 8 jaren geleden, reeds noodig de aandacht der volksvertegenwoordiging op de buitengewone uitzetting' van het cijfer voor oorlogsbehoeften te wijzen, en die Staten spraken slechts uit, wat in verschillende kringen werd gezegd. Toen voor eenige dagen de circulatie over den Dam te Amsterdam belet was, omdat eene miliiaire parade daar gehouden werd ontvingen de Amster- damsche Couranten eerst, in den vorin van ingezon den stukken, de opmerking dat hel maar beter zou zijn die dingen op eene plaats af te doen, die meer afgelegeu is en daardoor minder hinder zon veroor zaken aan de nijvere bevolking van Amstel 's koop stad; daarna ontvingen dc Amsterdamschebladen nog eens een ingezonden stuk van den commissaris van politie, om zijn gedrag te verdedigen. Als het garnizoen te Vbssingen na 10 uren 's avonds binnen komt, cu door het gedruis van trommels enz. dc rust der burgers stoort, dan verzoekt men, in publieke geschriften, dal voortaan die rustver stoorders de politie-verordeningen beter zullen eer biedigen. De heer G. J. van den Bosch, hoofd der grootste landbouw-onderueming in Zeeland, den Wilhelmina- polder, beklaagt er zich over dat jaarlijks de dienst plichtigen van vroegere lichtingen, gedurende den oogsttijd worden opgeroepen en alzoo de beste krach ten aan den landbouw worden onttrokken. De heer van 'den Bosch wenscht dat bij de aanslaande behan deling van de begrooting van oorlog deze zaak op het tapijt zal gebracht worden, opdat dc groofe veld- manoevres, gelijk in het buiten land, eerst in Soptem- tember aanvangen. Het spreekt van zelf dat deze opmerkingen door het leger niet onbeantwoord gelaten worden. Men heeft dc kooplieden in Amsterdam herinnerd aan' dc bescherming door liet leger verleend, waardoor c handel zich heeft kunnen ontwikkelen men 1

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1