CURIST1L1JK HISTORISCH BLAD.
IV0. lo8.
Dinsdag- 10 Juli.
1877.
HET ZUIDEN
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrij dag
end ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden francof 2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
NrrDDEIEBTTRG-.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
ONZE CANDIDA AT.
vx.
Wie had gedacht dat wij nu nog een zesde
•tikel aan onzen Candidaat zouden te wijden
sbben
Als chevalier sanfe peur et sans reproche
idder zonder vrees of blaam) heeft hij zich
3geven naar het district, waarin de meerder-
rid der opgekomen kiezers hem verwierp. Hij
wan: om een boven verwachting groot aantal
rienden de hand te drukken, om zich ook aan
i bespiedende blikken der vijanden te vertoo-
3n zooals hij is, om de door buitengewone
nstandigheden gedunde rei der sprekers voor
3t zendingsfeest aan te vullen.
Vroeger, wij meenen in 1873, sprak hij
een noorderzendingsfeest over de sociale
oestiethans koos hij, met bereidvaardig harte,
•en het verbeterblaadje voor het programma
r perse moestuit eigen beweging het onder-
erp staatkunde en godsdienst.
Wanneer liberale" kamerleden in de kamer
>reken, dan wordt hunne rede in het bijblad
3r Staats-courant opgenomen, nadat zij die
jlf hebben herzien. Van hetgeen onze kamer-
den en candidaten zeggen huiten de kamer
ordt ook in de bladen der <®npartij verslag
ïgeven. Wij kunnen ons niet herinneren dat
3 heeren D. van Eek, G. A. Fokker, J. P.
j. Tak van Poortvliet ooit huiten de kamer
>t het volk het woord hebben gericht, ook
iet op fatsoenlijker plaatsen dan waar de koei-
i loopen. Wij herinneren ons wel dat met
dnachting is gesproken van het preken van
lannen als jhr. J. W. van Loon, jhr. J. L.
3 Jonge, generaal von Wrangel en onzen
Volbers. Wat de bladen der tegenpartij daar
in zeggen is altoos op eigenaardige wijze ge
leurd.
Wanneer onze mannen op een zendingsfeest
ast tal van andere sprekers optreden, dan
Igt daaruit haast van zelf dat de beoordee-
g hunner redevoering door vriend en vijand
igzins vergelijkend is. Meestal worden op
'n dag de sprekers ouderling vergeleken.
deed ook de Middelb. Courant in haar num-
van 6 Juli. Zij prees de rede van Ds.
Graaf en later ook die van generaal von
gel, met het kennelijk doel om die van
eer Wolbers ongunstig te doen uit-
as te voren besloten Wolbers moest
vallen. De Middelb. Courant had voor
"ng zich zoo fatsoenlijk jegens onzen
edragen, als wij met het oog op
riezingen nauwelijks durfden ver-
vaste hand hield zij den
stop op de fiool haars toorns. Maar nu,
nu de heer Wolbers zich op Zeeuwschen bo
dera durfde vertoonen, daar durfde spreken,
nu vloog door den gloed der verontwaardiging,
als de kurk van een flesch hier, die stop haar
uit de hand, en schuimende hatelijkheden
spatten rijkelijk in den inktpot der redactie.
Verbeeld u, lezer, »met de grootste onpar
tijdigheid" heeft de verslaggever of indruk-
ken-ontvanger van de Middelb. Courant den
heer Wolbers aangehoord hij koesterde slechts
een enkelen wensch om iets goeds, iets moois,
van welk standpunt dan ook, te vernemen".
Hoe edel
Had hij Ds. de Graaf onder handen willen
nemenhij zou de uitdrukking, waarbij van den
dood werd gesproken als van het onaangenaam
ste" dat het eerst behoort te worden opgeruimd"
niet hebben toegejuicht, maar er munt uitge
slagen hebben, hij had onze partij die munt
als valsche penningen om de ooren geworpen.
Gpneï-cio.1 vuji Wïaagoi i*, -o» ci™ do heer
Wolbers, bestuurder van den Militairen-Bond,
en is ook dit jaar candidaat voor de Tweede
Kamer geweest voor Amsterdam en Delft.
Die anti-revolutionaire generaal heeft in de
oogen der Middelb. Courant geen kwaad ge-
daau. Zijn spreken over een tekst wordt geen
preken genoemdzijn prijzen van den Zuid-
Be velandschen herbergier die dertig jaar ge
leden aan dorstige soldaten op biddag niets
wilde verkoopen, wordt in den krijgsman niet
gelaakt. Wij maken volstrekt geen aanmerking
op hetgeen de hooggeachte generaal zeide, wij
vellen geen ongunstig oordeel over de wijze
waarop hij sprak, maar meenen dat naar den
maatstaf der Middelb. Courant, die generaal
al heel verkeerde dingen moet gezegd hebben,
't Was echter nu niet noodig op hem en zijne
woorden iets af te dingen. Standaard en Wage-
ningsch Weekblad wordeu zelfs in de hoogte
gestoken om vergelijkenderwijze Wolbers te
doen dalen.
Wat vooral merkwaardig is, en de»liberale"
pers in eens leert kennen, is het feit dat de
(oude) Goesche Courant in hetgeen de heer
Wolbers zeide niets af te keuren vond. Zij
heeft haren toorn voor een ander bewaard, en
die krijgt in eens rijkelijk zijn deel ook. Ds.
A. van vSchelven wordt duchtig doorgehaald
over hetgeen hij den avond vóór het feest op
den bidstond zeide, want die dominé heeft nu
weder kwaad gedaan in - het district Goes. Daar
predikt en leert hij zonder onderscheid in ge
meenten, die vakant zijn, of waar ongeloovige
predikanten staan, en ziet, dat hindert de
Goesche Courant. De Middelburgsche heeft
echter van Ds. van Schelven geen hinder, de
Goesche heeft niet getoond dat de heer Wol
bers haar ooit in den weg liep, en daarnaar
wordt de geschiktheid of waarheids liefde dier
mannen afgemeten.
Het lust ons niet van punt tot punt te
wederleggen, wat den heer Wolbers als ver
keerdheid wordt toegerekend. Nagenoeg al wat
hij zeide moet een liberaal" tegen de borst stui
ten, en zoo wordt het dan ook voorgesteld.
Om den schijn zelfs van partijdigheid in dezen
te vermijden, willen wij de wijze van voordracht
van onzen candidaat niet met die van anderen,
die kamerleden zijn, vergelijken, en wachten
daarmede tot liberale heeren ook eens aan de
kiezers, en het volk daar achter, op een feest
laten hooren hoe zij in eene beraadslagende
vergadering spreken,
Kan men voor aanstaande raads- en kamer
leden, voor candidaat-candidaten geen monde
ling en schriftelijk examen invoeren? 't Zou
geheel in den geest des tijds zijn.
Verbaast het ons niet dat de Middelb. Cou
rant geen logischen gedachtengang in ae vvuui-
den van onzen candidaat vond, omdat gods
dienst de draad was, waarmede verscheidene
staatkundige onderwerpen waren aaneengeregen,
en voor onsen godsdienst heeft die courant nu
eenmaal geen gevoel, het verwondert ons
evenmin dat vele vrouwen den veel besproken
man wilden zien1 en nog minder dat er onder
die mannen die hem hooren wilden vele land
bouwers waren. Vele burgers hadden in den
laatsten tijd nog al wat van hem gelezen.
't Verbaast ons ook niet dat sommige hoor
ders zich wat moesten inspannen.
Zonder andere sprekers te na te komen, er
waren er twee, die menig punt van overeen
komst hadden, en wier redevoeringen, om vorm
en inhoud, allen lof verdienen de heeren van
Eek (de zendeling van Bali) en Wolbers.
Eerstgenoemde toonde op welsprekende wijze
aan hoe moeilijk de harten worden gewonnen
van hen, die meenen dat zij het goed voor
hebben, die zeggen wij hebben het reeds bij
ons, wat de zendeling ons brengen wil. Tus-
sc-hen dezen spreker en den heer Wolbers die
zich op een afstand over de zending warm
maakt" is het onderscheid, is de afstand zoo
groot niet. In eene doorwrochte rede toonde
de heer Wolbers aan, dat wij eene christelijke
staatkunde te volgen hebben, en nu zijn wij
er aan gewoon dat staatkunde en christendom
onder de liberale" regeeringen elkander af-
stooten, nu zijn wij er aan gewoon dat de con
servatieven staatkunde en godsdienst streng
apart houden, nu zegt ons volkje ook: wij
hebben staatkunde en (gelukkigook godsdienst
hebben velen daarbij, dus hebben we het