CHRISTEL IJ R-HISTOMSIIH HL I Zaterdag 7 Juli. 3 «177. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden francoƒ2, Enkele uonuners- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDLNG, te MIDDELBUR( x. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. De felle salamander voerde jl. Woensdag morgen wel niet bevolkingen of legers in zijn staart, maar toch, het was wel te zien dat er dien dag op Zeeuw- schen bodem één groot vereenigingspunt was, waar heen de trein tal van feest-tijgangers voerde. Onder een lieflijken hemel, van tijd tot tijd zwaar bewolkt, onder het suizen van oen zacht windje waardoor de hitte werd getemperd, ontplooide zich een land schap, vol natuurschoon, voor ous oog. Nauwelijks waren we een deel van het landschap dat bij uitnemendheid de aandacht der feestgenooten tot zich trok, de kersenboomgaardeu, doorgespoord of de trein hield stil bij wachtpost 41 bij den straatweg GoesKloetiuge. Hoe schilderachtig was hier het gezicht, de weg was bezaaid met wandelaars, en voer tuigen van allerlei soort. De treinen brachten na elkander scharen van bezoekers aan, die allen, waar onder velen beladen met behoeften voor den komenden dag, zich begaven naar het aan de bezoekers van het eerste Zuider-zer,dingsfeest zoo welbekende terrein, waar de geur van het frisscbe groen en het hoog geboomte, met de eenzaamheid der ligging zoo uit stekend samenwerken om een feest in de openlucht wel te doen slagen. De twee prachtige lanen, door liet lominerijk ge boomte overschaduwd, boden den bezoekers heerlijke gezichten aan. Staande bij spreekplaats No. 1 aan het ein de van een dier schoone lanen, vertoonen zich in de verte huizen en toren van het dorpje Kattendijke, aan uw linkerhand de torenspits van Goes, welke plaats zelve in het hoog geboomte is verscholen. Spreek plaats No. 2, was midden op het terrein gelegen, ter wijl No. 3 kort bij den ingang van het terrein, als ter sluiks een kijkje gunde op eenige daken van ICloe- tinge, welks zware dorpstoren even van tussehen de hoornen u herinnert aan de plaats waar ge toeft. Denk u ronjlom dit terrein zoover het oog reikt velden waar het hooi, pas gemaaid, op inzameling wacht, waar in uwe onmiddelijke nabijheid het vee in de weide graast, en waar het rijpende koren, door den wind zachtkens bewogen, u van lieflijken vrede spreekt en ge hebt althans eeuigermate eene be schrijving van de plaats, waar op 4 Juli 1877 het vijfde Zuider-zendingsfeest werd gevierd. Op 4 Juli zoo sprak de voorzitter van de hoofd commissie, ds. J. P. Nochebel, na zijn welkoms- groet aan de bezoekers te hebben gebracht zijn we. 20 Juni, de eerst bestemde feestdag, nog niet [vergeten. Dien dag kon en mocht geen feestdag zijn, ns hart ging mede toen op 20 Juni het stoffelijk verschot onzer Koningin naar Delft werd gevoerd, woord van hulde bracht den spreker aan hare ;edachtenis. Zij, de edele vrouw, de diepbetreurde de gevierde in gansch Europa, de patrones kunst en wetenschappen liet zich op haar sterf- gelijkenis van den tollenaar voorlezen, voor ;elijk voor ons, was de bedeO God wees genadig levensbehoefte, ds. Nonhebei ^rna een woord van dank aan ds. de Graaff, bestuur door de verschikking in inoeilijk- was, dadelijk tol helpen bereid was. Ds. de Graaff verklaarde ditmaal geen feestredenaar te zullen zijn, met een feestelijk hart wenschte hij een hartelijk woord te spreken. Ook hij maakte zijne rede vast aan het gesprokene van zoo even. Door den dood der Koningin zijn we vóór 14 dagen niet sa mengekomen. God had ons wat te zeggen. Dat klokgebrom in gansch Nederland verkondigdeons dat er een mensch is gegaan naar zijn eeuwig huis. Als een eenvoudig burger sterft, gij of ik, dan weten het de buren of misschien de buren van de buren, maar als er een Koning of Kouingin sterft dan wordt het luide verkondigd, dan wil de Heer dat allen het weten zullen. Dan wordt ons de dood verkon digd. Spreker wilde hierin niet verder treden. Hij althans wenschte niet doortedringeu tot het Heilige dei- Heiligen van Gods beproevingen, het rouwfloers, dat het huis van Oranje bedekt, zij ons heilig. In een doorluchtig huis telt men de tranen, bespiedt men de zuchten, vermeldt men de woorden, spreker dankt God in eenvoudiger huis geboren te zijn. Maar naast den dood verrijst ook het leven. Cohen Stuart wij laten, in navolging van den redenaar, de titels maar weg had hier moeten spreken. Toch, zijne verhindering was een kwestie niet van dood, maar van leven. Hij was verhinderd omdat in Edinburg eene bijeenkomst van afgevaardigden van verschillende kerkgenootschappen uit Enropa, Af rika en Amerika gehouden werd, om daar gemeen schap der heiligen te oefenen. Hetzelfde doen onze broeders op dit oogenblik te Middacliten, en hetzelfde doen wij althans te Amsterdam des Zondags in onze kerken. Wij vieren zoo vervolgde spre ker den dood des Heeren, van dien Heer die is nedergedaald, de gestaltenis eens dienstknechts aange nomen hebbende, en waarheen opteklimmen onze roe ping is. Christus is van uit de hoogte neergedaald om zich weder te verheffen, wij moeten, na" door Christus in de diepte opgezocht te zijn, na uit dien ruischenden kuil opgetrokken te zijn, ons omhoog verheffen, om daarna weder tot heil van anderen die ook van Godsgeslacht zijn, in de diepte af te dalen. Spreker ma kte hier de opmerking dat men wel eens eerder aan Darwin's theorie omtrent de geslachten, dan aan die verheven opkomst zou gelooven. Des christens leven moet zijn van doocl tot leven, die beiden zijn vereenigd en bieden de heerlijkste roeping, de schoonste bestemming aan. Deze geestige, en toch zoo ernstige en stichtelijke rede werd door de breede.se ha re, die zich rondom spreekplaats No. 1 verzameld had, met schier adetn- looze stilte aangehoord. Elk'gevoelde hier blijkbaar dat een snaar werd aangeroerd, die in ieder gemoed tonen trillen deed. Die oogenblikken wij zeggen het met zoo vel en die ons medegetuigeuis gaven, waren schoon, indrukwekkend en hartverheffend. Het spreekt wel van zelve dat voor ons, na het hooren van dc openingsrede, de heer J. Wolbers, bo ven de heer Smeding van Haarlem de voorkeur had. Zijne candidatuur in het kiesdistrict Middelburg deed ons met belangstelling hooren naar de aangekondigde rede van dezen heer over staatkunde en godsdienst. Spreker gevoelde zelf dat de overgang van het in nemende woord van zooeven tot het, bij het volk zoo weinig beminde onderwerp staatkunde, een schier al te forsche greep was. Staatkunde wekt bij velen eene gedachte aan min-edele zaken, met staatkunde bedoelt men niet zelden iets gluiperigs. Toch dit is de staatkunde niet. Kennis van den staat, door God ingesteld, is noodig, kennis welker grond te vinden is in het //gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natiën." Een bloeiende staat, een staat waarin welvaart heerscht, de rijk dom vermeerdert, is daarom nog >niet altijd de meest gewenschte. Eenmaal bloeiden ook Tyrus, Ni- nivê en Babyion, en behoorden niet Macedonië, Per- zië en het Romeinsche rijk tot de grootste rij ken Miaar oordeelen wij andere staten niet. Gode zij het oordeel Zien wij slechts op ons eigen land en' zijne geschiedenis. De godsdienst was en zal blijven de hechtste band der staatkunde. Geen heerscheude kerk, maar de godsdienst, ook de staat kunde heiligende en besturende. De staat zorge voor 's volks tijdelijke belangen, de godsdienst voor de geestelijke belangen des volks. Spreker wees daarna in 't kort de eischen aan door de anti-revolutionaire partij sinds jaren voor liet bestuur van Nederland en Indie gedaan, en wees ten slotte op bet belang van staatkunde en zending voor onze bezittingen in an dere werelddeelen. Een der belangrijkste sprekers op ous zendingsfeest was ongetwijfeld generaal von Wrangel. Een man die zoo hooge plaats in ons leger inneemt, die zijn leven in de militaire kringen heeft doorgebracht, heeft meer dan anderen het recht om te spreken over der militairen belangen. Gij zijt duur gekocht, was het woord, dat hij alle ouders op het hart boud. Gij, maar ook uwe zonen, die den lande weldra dienen zullen. In eenige uit liet leven gegrepen schetsen teekeiule spreker de verleiding die het kazerne leven medebrengt, de vele verwachtingen die worden teleurgesteld, de rampzalige gevolgen van den eersten stap van den goeden weg af. Hij prees den militairen- bond, die aan dc miliciens een ,/te huis" wil aanbie den, zijnen hoorders aan. Inmiddels was het pauze geworden. Ruimschoots was thans gelegenheid om het uitgestrekte terrein met zijne talrijke bezoekers te bezien. Wal verscheidenheid in afkomst en levenstaak, in kleedingen stand! Naast het juffertje uit het laatste kwart der negentiende eeuw, ziet ge daar de vrouw uit hel voormalig 5de district vau Zeeland, driemaal zoo dik als de dames van onzen tijd. Naast den grooten platten hoed van den Zuid-Bevolandschen landbouwer ziet ge den randeloozen dito van den boer uit Walcheren of Axel; hier is een vrouwenhoofd aan weerszijden getooid met een soort kurkentrekker, daar met een kogel, waar onder een plat schild, alles van goud natuurlijkhier dekt eene zedige puriteinsclió muts het gansche hoofd zoodat 't bestaan van het natuurlijk hoofdtooisel, het haar, slechts kan vermoed worden, daar wordt de muts tot bovenmatige lengte uitgebreid, zoodat ze niet alleen hoofd, maar ook de. schouders en een groot deel van den rug bedekt. Een hoofddeksel dat ik in de laatste jaren telkens minder opmerkte zocht ik nu te vergeefs. Geen enkele eerwaarde kruin was meer door een steek gedekt. Zoo heeft dan dacht ik de eenvormigheid ook de laatste driekant uit ons kerkeliji -conservatief Zeeland doen verdwijnen. Zoo

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1