fiIIRISTLIJk-llISTRISCH BL.1I
Zaterdag 2«i «luni.
1H77.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdao- Uitgever: Prijs der Advertenties
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. AX.BEBT WEDDING, Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 1>
Prijs per drie maanden franco. f 2,— te regels ƒ1,—; Iedere regel meer 15 cents.
Enkele nommers- 0,07 inDDBLBDBU. Liefdegaven 10 cents per regel.
Voor zal mededeeling worden gedaan omtrent de
genomen koninklijke besluiten en zullen eenige ver
slagen worden uitgebracht.
Op nieuw werd j. 1. Woensdag het Mansoleum der
3ranjes ontsloten. In het Godshuis der oude Prin-
ïenstad, in welks koor eenmaal door een dankbaar
Volk, den vader des vaderlands een praalgraf werd
en waar sedert-het familiegraf der Oranje
op de plek waar ieder rechtgerard Nederlander
zijn dank aan God, zijn hulde aan ons Vor
Stamhuis brengt, tusschen de schimmen van
verleden die ons prediken van grootheid en ver
van lijden en heerlijkheid, werd ook
thans het stoffelijk overschot bijgezet van Haar die
in zoo ruime mate heeft gedeeld in de liefde van
haar volk, omdat zij zelve een hart had dat van
liefde klopte.
Ds. G. Molenkamp, de oudste predikant der Ne-
derdurtsche Hervormde gemeente te Delft was wel de
tolk van hetgeen in Nederland gedacht en gesproken
werd toen hij, staande naast de lijkbaar, tot Z. M.
den Koning de volgende woorden richtte
^Geëerbiedigde Koning
«Met diepen weemoed staan wij aan deze plaats.
Het graf is ontsloten, waarin het stof bewaard wordt
van zoo velen, op wien het voor- en nageslacht roem
draagt. Het is geopend voor het stoffelijk overblijfsel
der waardige Vorstin, welke het Vaderland nu achten
twintig jaren als onze Koningin met een dankbaar
hart eerde.
z/Hoevel goeds mocht Zij hier stichten Door God
met. edele gaven begiftigd bij Hare hooge waar-
idigheid met liefde bezield was Zij sieraad van
het Koninklijk Huis, voor hulpbehoevenden tot
troost en steun, voor ontwikkelden tot aanmoe
diging en opwekking, voor velen ten zegen.
z/Met reden betreurt de Natie Haar verlies. Maar
wij slaan hier de blikken naar boven, tot Hem die
alle dingen naar Zijnen raad leidt en dien ook Zij
door het Evangelie van Christus als onzen God en
Vader erkende en beleed en wij zegenen Hare nage
dachtenis met de bede, dat Zij ook hierdoor tot ons
nog spreke, nadat zij gestorven is.
„Sire De God aller ontferming vertrooste U. Hij
sterke U door Zijne kracht om het Vaderland zoo
;nog te zegenen, dat Gij hierdoor bereid wordt ook
voor eene hoogere Kroon, dan welke de aarde U
kou.
„Zijne goedertierenheid beraoedige Uwe geliefde
Zonen en geve Hun in dankbaar aaudenken den in
vloed van het beeld der Ontslapene te toonen. Zij
rerheffe al de Uwen, ook bij het klimmen der jaren,
>m Haar gemis gelaten te dragen.
„Zijn Geest beziele U en hen en ons allen,
het ons bij alles, in leven en in sterven, wel zij.
„Heer onze God ja, hoor onze bede, dat wij door
geloof in Christus U zoo ter eere leven, dat wij
dooden U toevertrouwen, en bereid zijn, als
de jongste ure ook voor ons slaat. Amen."
zullen den rouwstoet niet beschrijven, in plaat
hrift werd die ons reeds allerwege getoond,
nzer vorige nommers gaven wij boven-
rogramma, dat getrouw gevolgd is.
echts te vermelden dat duizenden toe
schouwers van heinde en verre waren samengestroomd
om de uitvaart bijtewonen van Koningin Sophia, en
dat eene pleehtige, indrukwekkende stilte heerschte.
De heraut Nederland kondigde, staande naast de
deuren van het graf, met luider stemme aan dat de
plechtige ter aarde bestelling van H. M. Sophia Fre-
derika Mathilda, Koningin der Nederlanden, geboren
prinses van Wurtemberg, volbracht was; zóó sprak de
de heraut van wapenen, en op hetzelfde oogenblik
schreef de Engel der historie in de geschiedrol van
Nederland en Oranje ter nederZij, wier uitvaart
hier de vclke werd verkondigd, was eene Koningin,
wier herinnering voort leven zal onder zoovelen die
haar lief hadden en eerden, voortleven zoolang Ne
derland en Oranje ésn zijn, want
Oranjebloem, te vroeg ontblaarde
Als Neerland bij Uw uitvaart schreit,
't Is niet, wijl alle heerlijkheid
Der aarde eens wegzinkt onder de aarde
De Koning en de bedelaar
Zijn opgeschrevenen ten doode,
En, onder 't marmer of de zoode.
Zij slapen eenmaal naast elkaar.
Maat wat U w dood ons doet beweenen.
't Is, dat Ge een ed'le ziel bezat,
Dat Gij uw volk hebt lief gehad,
En zeegnend neêr boogt tot zijn kleenen
Dat ge onze taal 'niet enkel spraakt,
Maar de Englentaal van 't medelijden
Dat dan 't geluk U mocht verblijden,
Als Gij gelukkig hebt gemaakt 1)
1) Ten Kate
Middelburg, den 22 Juui 1877.
In de zomervergadering der provinciale staten
van Zeeland die 8 Juli a. geopend wordt komen
o. a. de volgende onderwerpen aan de orde
Benoeming van een lid van de eerste kamer der
staten-generaal, ten gevolge der periodieke aftreding
van mr. C. J. Pické.
Benoeming van vier leden der gedeputeerde staten
en een buitengewoon lid der staten. Aan de beurt
van aftreding zijn de heeren mr. J. C. R. van der
Bilt, rar. G. A. Fokker. J. P. I. Buteux, en mr.
N. J. C. Snouck Hurgronje.
Tot wijziging van eenige provinciale begrootingen,
en tot wijziging van het bijzonder reglement voor
het beheer der waterkeering van de calamiteuze pol
ders Marharetha, kleine Huissens en Eendracht.
Verzoek van de directeur der Zeeuwsche spoorboot-
maatschappij, om ontheffing van de verplichting tot
het aanleggen aan den steiger te Wolfaartsdijk.
Voorstellen omtrent den verkoop van grond aan
den weg van Schooudijke naar IJzeudijke en het op
nieuw verleenen van rentelooze voorschotten, uit de
provinciale fondsen voor de verbetering van wegen.
Verzoek van de gemeentebesturen te Stavenisse,
St. Annaland, St. Maartensdijk en Scherpenisse tot
aanleg van een steiger in de gemeente Stavenisse, met
een adres van de kamer van koophandel te Zierikzee
tot ondersteuning van dit verzoek.
Voorstel om het gebouw, vroeger bij het provinciaal
gerechtshof in gebruik af te staan aan den staat, ten
behoeve, van de arrondissements-rechtbank en het
kantongerecht.
In het kiesdistrict Delft zal a. Dinsdag moeten
herstemd worden voor een zetel in de Staten-Generaal.
Eene zoo zonderlinge; verkiezing wat de candidaten be
treft, had zelden plaats. Tusechen de heeren Schagen van
Leeuwen en Gille Heringa zal moeten gekozen wor
den, en nu doet zich het zonderlinge geval voor, dat
eerstgenoemde die candidaat der liberalen is, die voor
ditmaal in hun vaandel hadden geschreven „voor de
openbare school en de openbare school vooruit"
lid is van de vereeniging voor Christelijk
nationaal ouderwijs. Dezelfde beginselloosheid,
(ja zelfs nog erger,) als onlangs bij de verkiezing van
rar. de Beaufort, te Tiel, plaats had openbaart zich ook
weder nu. Het is ook nu slechts weder de vraag,
wie heeft de meeste kans. En toch zijn het juist de
liberalen die aan de conservatieven het liefst en het
meest hunne zucht tot winst en hunne beginseloos-
heid verwijten.
De heer Gille Heringa, oud-schoolopziener, lid van
de vereeniging Volksonderwijs en protestant werd
door de Rooraschen candidaat gesteld en bracht het
tot herstemming. Deze vreemdsoortige samenkoppe-
peliug gaf tot allerlei gissingen aanleiding waaraan
thans door dien heer zelve een eiude is gemaakt
door in de Delftsche courant te schrijven, dat hij,
hoewel lid van Volksonderwijs, niet met het streven
der vereeniging eens is, ja zelfs bereid zou zijn de
nota der antirevolutionairen te onderleekenen. Men
zal dus Dingsdag in Delft te kiezen hebben tusschen
twee mannen beide voorstanders vau de vrije school,
de een met het woord, de andere met de daad.
De Tijd spoort aan tot stemmen op den heer Gille
Heringa en juist daarom waarschuwt de Standaard
daar tegen. De Standaard meent dat het stellen van
dezen candidaat met nevenbedoelingen is geschied.
Men ziet dat een Roomsche het niet halen kan en
heeft eerst steun bij de conservatievenge zocht; dat ging
niet meer, en kwam toen tot de antirevolutionairen.
Deze scheidden zich wat hardhandig af en nu wil men
het eens met een eigen protestantschen candidaat. be
proeven, om als dit gelukt ook in andere gemengde
districten dat kunstje te beproeven. De onhankelijk-
heid der leden zou zoo meent de Standaard
daardoor niet vei meerderen.
De drie eerste particuliere gebouwen van het jonge
IJmulclcu staan onder den kap en voldoen, wat
den vorm betreft, zeer goed aan het oog vooral
het koffijhuis, tevens logement, achter het post- en
telegraafbureau, munt uit door zijn statige vormen
Men is ook met den bouw begonnen van nog andere
huizen. Jammer mag het echter heeteu. dat zich niet
eeu commissie of vereeniging vormt tot het bouwen
ook van burgerwoonhuizen zulke woningen zouden
hier bepaald aftrek viuden talrijk zijn de aanvragen
van kleinhandelaars en ambachtslieden, aan wie het
bouwen voor eigen reekening te zwaar valt. naar
een kleine woning, ten 'einde te trachten zich Ie
vestigen ook zouden boots- en vletterlieden en an
deren, waarvan sommigen zich in schuithuizen be
helpen, gaarne tegen matigen prijs een woning huren,
om dan hun gezin over te brengen, waarvan zij nu
gescheiden leven. Plannen tot het bouwen van groote
woon- en winkelhuizeu zijn er vele, waarvan er nog
eenige zullen worden uitgevoerd gedurende dit jaar.
Ook als visscherijhaven zou IJ muiden, indien het
een spoorwegverbinding had, uitmuntend kunnen
dienen, getuigen de masss vischschepen die tegen^
woordig hier binnenvallen en van hier vertrekken.
Voor eenige dagen kwam een vloot van 60 a 70 dier
schepen tegelijk voor de sluizen om naar buiten te
gaan ook vertrokken de haringschepen Amsterdam