CIIRISTlLIJk IIISTOKISCH HL AD.
123.
Zaterdag* 21 April.
11177.
WAT DUNKT U?
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, belialve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden francoƒ2,
Enkele nommers- 0,07!
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
TE
MIDDELBURt x.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1-
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
DE ROTTERDAiMSCHE WATERWEG
Be nieuwe Botterdamsche courant heeft gisteren
aangetoond dat het nieuwe vaarwater van Botterdam
naar zee, na de verondieping welke het in het verle
den voorjaar voor schepen van zekeren diepgang on
gemaakt heeft, in de laatste maanden gere
achteruitgaat. Twee stoomschepen, uit Amerika
komende, hebben nu onlangs binnen weinige dagen
te vergeefs beproefd in den Maasmond binnen te val
en weinig had het gescheeld of een daarvan wa
re daarbij verongelukt. „Als het zoo voortgaat,
zegt het blad, zullen ook de kleinere schepen van
de Engelsche kustvaart spoedig geen water genoeg
vinden."
Het Botterdamsche orgaan heeft het daarom zijn
plicht geacht „op het ernstige en dreigende van den
toestand tc wijzen. Niet alleen dat het een rijkswerk
dat nog zeer ver is van den toestand waarin het
hét naar de wet komen moet, maar het geldt de
groote belangen van handel en scheepvaart, die on-
hersteldbare schade zullen lijden indien niet krachtiger
dan tot dusver en met aanwending tier middelen, die
ervaring en wetenschap aan de hand geven, het werk
wordt voortgezet."
Wat met dit laatste bedoeld wordt, is bekend.
Sinds lang dringen de Botterdamsche handelsstand
en de burgerij aan op baggeren, met buitengewoon
krachtige werktuigen en toestellen, als het middel
om den waterweg te brengen en te houden op de
diepte die hij „naar de wet" (de geschreven wet na
melijk, niet de natuurwet) hebben moet. Van Bot-
terdamsch standpunt gezien is de voltooiing van den
waterweg bijna uitsluileud eene kwestie van geld._
Over die kwestie hebben wij, daar het hier rijks-
geld en dus voor een gedeelte ook ons geld betreft
het recht een woord mede te spreken. Wij wenschen
ons daarbij uitsluitend op het standpunt van het al
gemeen nationaal belang te plaatsen en allen plaat
selijken naijver of kleingeestige tegenwerkiug verre
vaii ons te houden. Van dat standpunt erkennen wij
eene goede gemeenschap onzer groote koopsteden
met de zee voor de welvaart en den vooruitgang onzer
natie onmisbaar is. Wij laten nu buiten beschouwing
men, naar onze overtuiging, den verkeerden weg
opgegaan deor te trachten die gemeenschap te
door het scheppen van kunstmatige water
wegen en daarbij de goecle zeegaten, welke de natuur
de Nederlandsche kust gevormd heeft en in stand
onbenuttigd heeft gelaten. Deze „slechte
zooals wij ze vroeger genoemd hebben,
rijn eenmaal ondernomen, en de vraag is nu slechts
of er kans bestaat dat door de offers, welke opnieuw
de schatkist verlangd worden, het doel dat men
voorstelt bereikt zal morden
Bestaat bij deskundigen de overtuiging dat
loor het reusachtig baggeren dat door Bot
kooplieden, winkeliers en burgers ge-
wordt, de waterweg goed te maken en te
is Een stellig bevestigend antwoord op die
rraag is ons nog niet onder de oogen gekomen.
kan bewezen worden dat zelfs te Bot
twijfelaars aan het succes van Let baggeren
worden. Men zal toestemmen dat dit feit
zeer veel gewicht is. Algemeen toch bestaat in
P,otterdam de meening dat met den waterweg ,,het
der stad staat of valt
Voor eenige jaren kon men geen twijfel op-
;n omtrent het tot stand komen van den waterweg
men werd met een schouder-ophalen beantwoord,
i echter is het blaadje omge-
e e r d
Het was volmaakt onnoodig voor de voltooiing
een rijkswerk geld uit de gemeentekas aan te
den zoo meende de Botterdamsche gemeenteraad.
't de discussie bleek echter dat niemand de ge
durfde vastknoopen aan de onzekere
het welslagen van het werk. Men wilde
mogelijk bij de regeering aandringen,
beurs durfde men er niet aan te wagen.
Wordt vervolgd.)
CI1 DE IVIIDDELBLRGSCBIE COLRAAT.
De liberale cou-ranl heeft, aangetoond dat de
staatsschool in den laatsten tijd achteruit ga?t. De
Haagsclie schoolstatistiek heeft onlangs bewezen dat
de bijzondere school veel meer toeneemt dan de open
bare. „Als dat zoo voorgaat, zegt het blad,
zal spoedig "overal de staatsschool te niet gaan."
Het liberale orgaan heeft het daarom zijn
plicht geacht „op het ernstige en dreigende van den
toestand te wijzen. Niet alleen dat het eene rijks
zaak is, die nog zeer ver is van den toestand waarin
zij naar de wet komen moet, maar het geldt de
groote belangen van verlichting en beschaving, die
onherstelbare schade zullen lijden, indien niet krach
tiger dan tot dusver en met aanwending der midde
len, die ervaring en wetenschap aan de hand geven,
het werk wordt voortgezet."
„Wat met dit laatste bedoeld wordt is bekend.
Sinds lang dringen de liberalen aan op tractements-
verhooging en het bouwen van kostbare scholen als
het middel om de staatsschool te brengen en te hou
den op het standpunt dat zij naar de wet" (de ge-,
schreven wet naar liberale uitlegging, niet de wet der
rechtvaardigheid) moet inneitien. Van liberaal stand
punt gezien is de schoolstrijd bijna uitsluitend eene
kwestie van geld.
Over die kwestie hebben wij, daar het hier rijks-
geld en clus voor een gedeelte ook ons geld betreft,
het recht een woord mede te spreken. Wij wenschen
ons daarbij uitsluitend op het standpunt van het al
gemeen nationaal belang te plaatsen en alle ijverzucht
op het gebied des geestes of kleingeestige tegenwer
king verre van ons.' te houden. Van dit standpunt
erkennen wij dat goed ouderwijs onder alle standen
voor de welvaart en den vooruitgang onzer natie on
misbaar is. Wij laten nn buiten beschouwing dat
men, naar onze overtuiging, den verkeerden weg is
opgegaan door te trachten dien vooruitgang te ver
krijgen door de regeering te doen schoolmeesteren, en
daarbij de beschikbare vrije krachten en scholen bui
ten rekening te laten. Deze „slechte speculafiën" (bijv.
te Wons) zooals wij ze vroeger genoemd hebben, zijn
eenmaal ondernomen, de vraag is nu slechts of er
kans bestaat dat door de offers welke opnieuw van
de schatkist verlangd worden het alge in e e n be
lang bevorderd zal Avordon.
Bestaat er bij deskundigen de overtuiging dat door
de veel verhoogde uitgaven die door libcralisten, mo
dernen en neutralisten gceischt worden het onderwijs,
ook maar van de staatsschool alleen, goed te maken
en tc houden is Een stellig bevestigend antwoord
is niet te verwachten als men let op de vroeger tot
vervelens herhaalde verzekeringdat de schoolwet
van 1857 het toppunt vau volkomenheid had be
reikt. Er kan bewezen worden dat men van onder
wijzers, niet door de practijk, maar alleen op kweek
scholen gevormd, van tractementen en pensioenen,
ook aan neutralistïsche zijde niet alle heil verwacht.
Algemeen wordt door de liberale partij de meening
gedeeld dat met de staatsschool „het belang van het
liberalisme staat of valt."
„Voor eenige jaren kon men geen twijfel opperen
omtrent de deugdelijkheid der staatsschool of men
werd met een schouderophalen beantwoord. N u
echter is het blaadje omgekeerd"
Het was volmaakt onnoodig voor de
de school geldt uit de particuliere beurzeu aan-te bie
den, zoo dacht de sclie gemeenteraad. Uit
de discussie aldaar bleek dat niemand zijn eigen
beurs durfde vastknoopen aan de o n z e k e e
kans van het welslagen der staatschool. Men wilde
zoo sterk mogelijk bij de regeering aandringen, doch
de eigen beurs durfde men er niet aan wagen.
Wordt misschien vervolgd
De Middelb. Cour. van 17 April zegt
„Hoe treurig het met de aiiti-rcvolsstiouaia'e
Partij gesteld is, verkondigt, na een reeks van
beschouwingen, de Standaard met aandoenlijke open
hartigheid, enz."
Gewis, wij treuren, want wij lijden. En nu zoudt
gij vau een liberaal, van een edelaardig
tegenstander immers wachten, dat hij uw lijden eer
biedigde. Dat hij, raeenende uit uwe verliezen winste
te trekken, zijne vreugde (schadenfreude) voor uwe
droefheid verborg Of meent de M. C. het met dat
„aandoelijke openhartigheid" Wij lijden en vinden
noodig, dit openlijk onzen vrienden te zeggen, daarom
rest ons de .tijd niet den nog treuriger toestand van
andere partijen te malen, die gewoon zijn hun
1 ij d e n v o o r hunne vrienden e n v o o r
zich zelve n te ve r'b e rge n. Wij lijden;
doch moesten eerbied afdwingen, immers van 1857
1877 bewezen we, wat we lijdende vermochten?
Bloeit de liberale partij, eilicve, wijs ons de vruchten,
anders dan in groote woorden, anders dan in het
doen bezoldigen door anderen van inrichtingen voor
het eigen beginselWij lijden, doch de M. C.
verheuge zioh niet te vroeg Daar komt een oogenblik
dat de lijdende de assclie afwerpt, het hoofd zalft en
zich aangordt. Zij bereide zich voor, met den lijdende
te kampen op leven en dood
Eu later, waar de Standaard aanwijst, bij onze
kandidaten als hoofdvraag te stellen niet welk figuur
zij in de kamer maken kunnen, noch, of zij aan
conservatieven welgevallig en voor Boomschen aan
nemelijk zouden zijn, noch ook of zij staatsman; maar
alleen en eeniglijk, of zij een zuiver vertegenwoor
diger onzes beginselen zijn zullen, zegt -ze
„Op .het intellect!!cele gehalte van den candidaat
zal dus minder worden gelet Dan zal het de anti
revolutionairen althans niet aan candidaten behoeven
te ontbreken."
De M. Ct. was waarschijnlijk door de vreugde
over zulk een vondst verblind Zij las dat „hoofd"
bij het woord „hoofdvraag" geheel voorbij en sprake
loos van verrassing vergeet zij een hal ven zin te co-
pieeren, De Standaard wil, dat er op het i n-
t e 11 e e t u e e 1 e gehalte minder g_e 1 e t.
zal w o r d n dan op het beginsel de
M. C. legt haar in den mond
er zal op het intellectueêle ge-
ha 1 t e minder gelet worde n.
Als dus de M. C. eens schrijft
op goeden toon zal b ij een dag
blad minder gelet worden dan op
waarheid.
dan hebben wij recht te lezen
op goede t o o n z a 1 bij een dagblad
minder gelet worden!
Aaiigcnomen voor alle mogelijke gevallen F
Overigens stelle de M. C. zich gerustOnze kan
didaten bleken in den regel wat intellectueel gehalte
betreft, op te wegen tegen de liberalen en wij
zullen kiese h keu rig optreden. Eerst als de
mannen van beginsel en verstand uitgeput zijn, ko
men de alleen beginselvaste op de lijst. Tot zoolan°*
hebbe zij geduld
Middelburg, den 20 April 1877.
De afdeclingen van de ÉweeiBe kasnerder staten»
generaal zijn Woensdag bijeengekomen en hebben
onderzocht de volgende wetsontwerpen, als wijzigino*
der Indische begrooting voor 1877, (havenwerken te
Batavia credieten ten laste derzelfde begroot in o-
verstrekkingen door het departement van Marine,
dienst 1877 verhooging van hoofdstuk IV der
staatsbegrooting voor 1877 (hulpmarcchaussce;) be
schikbaarstelling van gelden wegens door het depar
tement van oorlog gedane verstrekkingen; bekrachtiging
van den onderhandsohen verkoop van twee tot bet
!*t i