d H U f S TL IJ R-fl IS T 0 RIS C H ft0. 120. Dinsdag 10 April. 1077. HET ZUIDEN, Verschijut elkeii Maandag, Woensdag en Vrijdag- 1 ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden franco f*2,j Bnkele nommers- 0>07 j Uitgever: ALBERT WEDDING, TE MTDDELBURG-. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 6 regels 1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. A Donnés buiten Middelburg wor den DeleetU verzocht <le verschul digde abonnementsgelden over liet afgeloopen kwartaal voor den 15un April a. per postwissel (desverkie zende na aftrek der onkosten) over te maken aan den Uitgever, ALBERT WEDDING. Middelburg, 9 April 1877. Wckeiijkscli overzicht van de christelijke jiers. Wij vragen ook thans eenigc attentie van onze le zers ter voortzetting van het overzicht der opstellen door den lieer Gispen in de B a z u i n, onder den titel Hde ontvvikkelingsstrijd der menschheid, vooral in onze dagen" geschreven. De twee elkander bekampende richtingen in den mensch en de menschheid zijn behoud en vooruitgang, en door deze blijft de ontwikkelingsstrijd voortduren tot we volmaakt zijn, gelijk de Vader in de hemelen volmaakt is. Beter kunnen wc dit nog vatten als we inzien dat twee beginselen geloof en ongeloof diepste of laatste oorzaak van den strijd der mensch heid zijn. Om dit te begrijpen zijn geen uitvoerige of diepzinnige redeneeringen. noodig, neem slechts den Bijbel. Het eerste woord door God na clen val ge sproken was een overwinningswoord. In de twee eerste kinderen van het eerste mensclienpaar zien we al dadelijk de twee beginselen. Vooral in de gods dienstige behoeften en handelingen komt dat uit. Abel offert in bet geloof eii Kaiti niet. Die strijd nu is alle eeuwen door, onder ontelbare namen en vormen, Behoudenis door het geloof, alleen uit genade, of behoudenis door vromegodsdienstige werken, daarover loopt het verschil onder godsdienstige menschen. Door redeneeringen, over onrechtvaardigheid oppermacht Gods, over het dwaze om te hechten bovennatuurlijke diugeu, is het ongeloof er lang toe gekomen om de vooruitgang voor zich in beslag te nemen, zij ontwikkelt slechts wat in de menschelijke natuur aanwezig is. Werktuigkunde en dichtkunst, bouwkunst, sterrekunde en alle kundigheden worden nu beoefend tot ontwik van den mensch. De zondvloed komt en brengt 2jeen wezenlijke verandering aan. Babels toren verrijst, wordt de vader van hen die koninkrijken langzamerhand ontstaan de wereldheerschap Syriërs, Assyriërs, Chaldeën, Meden en Perzen, Grieken en Romeinen, en het is van eeuw tot eeuw lezelfde worsteling, opkomst en verdwijnen van vol van ruwheid tot beschaving en wederom beschaviug tot bestaliteit. De exemplaren ^aan te gronde in de wateren des doods, maar net geslacht blijft altijd volmaakter, ten koste van ïet bestaan der exemplaren. Het bloed der enke is liet zaad der menigte. En nu is de menschheid gevorderd, dat er boeken kunnen geschreven over de geschiedenis der beschaving. Nog laatste, allerlaatste worsteling eti de menschheid gekomen waar zij wezen moet, zij wordt, zij is kennende het goed en het kwaad, tegenover deze lijn, uit het beginsel des ongeloofs, keene andere door de geschiedenis der menschheid. voort uit het geloof, d. i. uit de erkente- let menschelijk onvermogen en uit het ver- 1. Deze ontwikkeling begint met schei- dagen begon men opentlijk den naam •te roepen, en een geslacht van men- in 't openbaar God dienen, dat verbastert. In den zondvloed maar juist dit blijkt de weg tot hooger ontwikkeling van het geloof. Na den zondvloed was Gods openbaring aan de mensehen vollediger dan voor denzelven. Met Abrahams roe ping vangt eene scheiding in de menschheid aan, die groote gevolgen hebben zal. Uit hen wordt een bijzon der volk geboren, dat als Gods uitverkoren volk eene bijzondere en heerlijke roeping voor de menschheid heeft. Doch niet op een oogenblik is, wat worden moet. Eerst een zwervend herdersvolk, gruwel in het oog der beschaafde wereld van dien tijd; daarna zelf een beschaafd volk, drager en verbreider van de open baring, kennis en dienst van God. De weg om tot die hooge roeping te komen is vaak moeilijk. De beschaving in Egypte - waar het eene vaste woon plaats krijgt is voor Israel het middel tot hooger ontwikkeling. Door harde slavernij wordt het tot zelf standigheid gevormd, en itt de verdrukking wordt het aan de verschillend^ maatschappelijke verhoudingen, de beschaafde samenleviug gewon, tot Israel zich bewust wordt, dat het een Jehova heeft, Wien ie dienen zijn roeping is en zijn voorrecht. Mozes wordt geleerde en regent, onderwezen in de wijsheid der Egyptenaren, en nu gaat Israël steeds vooruit. Krijgs- en bouwkunst, toonkunst en letter kunde, verschillende vormen van staatsbestuur dal alles vinden wij bij het eens verachte herdersvolk, de slaven uit Egypte. In Salomos dagen was de heerlijkheid zelfs zoo groot dat vreemde Vorsten kwamen om in den Koning Israël te eeren. Hetzelfde verschijnsel dat bij andere volken gezien wordt toont ons ook Israël, op het tijdperk van bloei en grootheid volgt verval en vernedering, maar in die vernedering zelve is vooruitgang. Door den afval van het koningschap als zichtbare Godsregeering komt het profetisme tot volle ontwikkeling, in Ba- bels paleizen blijkt dè wereldoverwinnende kracht van het geloofde tweede tempel hoewel minder in heerlijkheid dan de eerste, zal nochtans met grooter heerlijkheid worden vervuld, omdat Hij er in komen zal, die het beeld is van den onzienlijken God. Eu zoo gaat het voort, voor den Zoon" Gods is lijden de weg tot heerlijkheid, en uit de kaken des doods komt het leven, het eeuwig leven. Het heengaan des Heeren is voorwaarde tot hooger voorrecht en kracht. De verjaging der discipelen uit Jeruzalem wordt oorzaak tot uitbreiding der gemeente, en Jeruzalems verwoesting het teeken van den nieuwen tijd. Krachtig breekt het geloof in de beschaafde en oubeschaafde wereld door. Grieken en barbaren aanbidden bij het kruis en de ontwikkeling uit het ongeloof moet zwichten voor den vooruitgang uit het nieuwe begin sel, dat als een zuurdeeg krachtig werkt in het hart en het leven der volken. Na eene worsteling van eeuwen is de menschheid, die de kracht van het geloof ondervonden heeft, tot eene hoogte van weten schappelijke en zedelijke ontwikkeling gekomen, die in de oude wereld onbekend was. Ook nu weder komt. hetzelfde verschijnsel afval en versteening na leven en bloei. Nog eens wordt he' licht, de 16e eeuw verbrak eene valsche eenheid, het wezen van het Godsrijk werd heerlijker gezien, de volken namen eene hoogere vlucht dan ooit te voren. En zoo zal ook de ont wikkelingsstrijd onzer dagen tot heerlijker openbaring der waarheid leiden; het koninkrijk Gads zal komen altijd met meer kracht en heerlijkheid. Als de vol ken zich ontworsteld zullen hebben aan de heerschappij van 't geloof en weer vrij zullen zijn in den geest van den vader der leugenen; als door ongeloof en overbeschaving de nu beschaafde Christelijke wereld, weer wereldrijk zal zijn en zich even als de volken der oude wereld met eigen band het graf zal gedolven hebben, dan zal God over Chams nakroost en over wie nu barbaren geacht worden, den Heiligen Geest uitgieten in milde stroomen, opdat alle vleesch dc heerlijkheid Gods zie. Het ZoiBflagsblad vaudCEa Standaard vestigt de aandacht op een belangrijk teeken des lijda. Den 19en Maart is rechtspersoonlijkheid verleend aan bet Neder- landsch werklieden-verbond Patrimonium (Vaderlijk erf deel) zij wil eene christelijke vereeniging van werklieden zijn, zij koos de Werkmansvriend tot haar orgaan, wil een middelpunt zijn tot vereeniging van arbeiders, den origebuwden werkman een tehuis in christelijke omgeving aanbieden, uitgangspunt worden van de ver schillende werkzaamheden, waardoor zij de werklieden en hunne kinderen tracht te bearbeiden, en in hun stoffelijk, zedelijk en geestelijk belang werkzaam zijn. Het is een teeken des tijds, onze christelijke werklieden willen organisatie tegen organisatie stellen, zij begrijpen dat bet niet aangaat als eenlingen tegen den stroom iu te gaan, want er zijn invloeden, ver borgene, machtige invloeden, waardoor het volk aan den godsdienst, orde en tucht wordt ontwend. Het socialisme wint veld. Ons volk als volk is arbeid zaam, eenvoudig, sober, gehecht aan het bestaande omdat en zoolang het aan God en de openbaring vasthoudt. Mogen wij niet achterlijk zijn ook op dat gebied te arbeiden, opdat het ons niet verga als de bewoners der villa's in de nabijheid van de Etna en de Vesuvius, die hunne woningen eerst verlaten als de dwarrelende rookwolken en het dof gerommel uit den krater de ophanden zijnde verwoesting aankondigen. In de zitting van den gemeenteraad van IfSïdclcI- &mbh'£ jl. Vrijdag gehouden, werd, na het goedkeuren van de rekening van den schuttersraad en mededeeling van ingekomen stukken de reclamestegen het kohier der plaatselijke belastingen behandeld, en besloten dat de percentage voor het loopende jaar iets hooger dan het vorige zal zijn. Eenige aanvragen om aankoop van gronden worden aangehouden evenals het verzoek om kwijtschelding van de opgelegde boete aan den aannemer der Dokbrug. Eene som van f 1000 werd met 9 tegen 8 stemmen toegestaan als subsidie aan de commissie tot oprichting van eene bad- en zwem inrichting. Mededeeling werd gedaan dat de gemeente het proces contra Jeronimus lieeft verloren, en be sloten niet in cassatie te voorzien. Van den heer B. A. Fokker is een voorstel ingekomen tot het vermin deren van den duur der jaarmarkt of kermis tot ëéne week. Eenige aandeden cener geldleening werden uitgeloot, en aan de hulponderwijzers P. A. Hubregtse en P. J. J. Dormaar is eervol ontslag verleend. Iu de zitting van den gemeenteraad van Middel burg jl. Vrijdag gehouden, is van den heer B. A. Fokker een voorstel ingekomen, strekkende om art. 1 der verordenining op het markt wezen ten aanzien van den duur der jhima-EaaaiE'lktf, te wijzigen en deze te SaesKJE'JiCBa ccsee week en vast te stellen dat de aanvang zal plaats hebben op den laatsten Maandag der maand Juli of op den eersten Maandag- der maand Augustus door burgemeester en wethouders te bepalen iu verband met naburige jaarmarkten, en eindigen zal op deïi eerst komenden Zaterdag. In zijne bij dit voorstel gevoegde, memorie, zegt de lieer Fokker liet volgendeliet is niemand onbekend, dat vele ingezetenen van dc kermis overlast onder vinden dat sommigen afschaffing wensclien, anderen bekorting van den thans 1-1 dagen langen duur. De afschaffing kan wellicht voor groote gemeenten, als b. v. Amsterdam, worden goedgekeurd voor onze gemeente kan hij zich in de beweging tot afschaffing niet vinden. Daar wordt dagelijks aangeboden wat schoons, wat nieuws, wat vreemds, wat mals der kermis. Niet zoo alhier. Het is den mensch goed en nnttig, ontspanning Ie genieten na inspanning Wie met de zijnen eens kennis nemen kan om niet of om weinig gelds van wat anders buiten zijne aan dacht blijft, of zich eens eenig ander gepast genot of vermaak verschaffen kan, of zelfs maar eens hartelijk lachen kan om kermisnietighedeu hij doet ook alzoo

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1