HANDELSBERICHTEN. verstaat gij onder geloovigen Ken ik U wel, 5 uw blik niet zoo beperkt, en bet hart niet dat ge, vooral met het oog op de verkiezingen mi, onder geloovigen alleen zoudt willen verstaan die, met U van dezelfde geloofsovertuiging, in gheid des harten hunne knieën voor Koning Jezus gen; of, om eene dagelijks gangbare uitdruk- g te bezigen, alleen de vrome lui. Gij zult ook et willen dat alleen zij, die gereformeerd zijn of it heeten, geloovigen genaamd worden, met volstrekte iitsluiting van anderen, die dien naam niet dragen; ilsof van de gereformeerden, en van hen alleen, het teil van staat, kerk en school te wachten ware. Gij och, zoowel als ik, zult denkbaar erkennen het goede, 'oor en na door de gereformeerden, of, wilt ge, de gereformeerde kerk, tot stand gebracht, en rlirekt en ndirekt onderhouden, maar ook evenmin blind zijn hare vele en groote gebreken. Hare zucht om e hecrschen, daar ze geroepen was te dienen, kunnen ve thans laten rustende tijd toch is, God zij ge tankt, voor goed voorbij, dat eenig kerkgenootschap, eenige godsdienstige richting, in den staat onbe paald over al deszelfs inwoners kan keerscken. Daartoe is de macht der vrije gedachte, van het vrije voord, de vrije drukpers, met één woord van den 'rijen geest te groot. Yoor een korten tijd moge •uw geweld de vrije werking des geestes onderdruk ten, op den duur gaat dit niet meer, Wat nu de jer. kerk in dezen geweest is of nog zou willen zijn, zou kunnen doen, kunnen we met stilzwijgen voor gaan, daar het voor de toekomst van geen betee- is. Maar iets anders is haar verzuim. Of wie niet bij de gedachte aan die millioenen en Heidenen en Mohamedanen, met welke de kerk in onmiddellijke aanraking werd gebracht, wier lot, zoo ook, zij zich toch zoo bijster schraal lantrok? Wie denkt niet aan het zoo schandelijk rerzuimd volksonderwijs, dat zij bijna eeuwen in han- len heeft gehad Wie niet aan de verwaarloozing van ïeel ons volk, op het laatst der voorgaande en in de ;erste helftvan deze eeuw, eene verzameling van godsdienstige onverschilligheid en ruwe bandeloos- ïeid De wOës\e tooneelen onzer jeugd zijn U zoo- n:n vergeten 'alsp de godsdienstige onkunde en onver- waarmede elke nieuwe dominé ontvangen er> werd. 'Dezef'dagen hoorde ik de jubilé-zan- hunne onder de drukl^fcdste slavernij vervaar- ligde liederen zingen. De slavernij, wie kent ze niet de Negerhut- of de geschriften van Dr. van Wie niet die slaven, minder behandeld dan rij- ons het redelooze vee, en op den ladder van godsdienstige en maatschappelijke beschaving weinig ïooger staande dan .het dier? En toch, nauw hooren ;e van Jezus of ze maken een lied. Niet schrijven ie het, dit kunneij, ze niet, maar de een leert het rnn den ander, het kind van He ouders en nu die liedèren, vervaardigd in de slavenhutten, in dc paleizen der koningen, terwijl hun nhoud niet achterstaat bij die van het meest uitne- kerklied. Ik bid u, vergelijk die Negers en gezang met ons volk en ons volkslied, en het laten voorstaan op gereformeerd is ge- Meer dan tweehonderd jaren was ons volk rij, en onder de direkte bearbeiding der ger. kerk, oo. niet onder hare macht, en wat is nu ons volks- ied Ons arbeiders volkje nog, wat maakt het voor en lied Ik schaam mij, gij ook Of ik hier ook onbillijk ben, en den gereformeer- en naam te veel ten laste leg? Mijn vrieud, juist op ien naam heb ik het geladen; op wat daar zweert de canones van Dordt, zonder die te kennen in vruchtbaarheid voor het practisch geestelijk Op eene richtiug die den naam wil hebhen an te leven, terwijl ze dood is, die zich „h e t o 1 k" noemt, en al wat niet tot haar behoort als onden en bokken beschouwt en verdoemt. Een olk, fel gebeten op Rome, en Rome volkomen gelijk. Maar, hoor ik u zeggen, het christ. onderwijs dan, Dndagscholen, zeudingsvereenigingen, beteugeling van ;erken drank drinken, die alle, en zooveel meer, aar hebben die dan hunnen oorsprong en steun? Tiet bij hen, die zich bij uitnemendheid gereformeerd oemen. Ga bij die lieden, hetzij ze tot de Ned. of tot de chr. gerf. of ot welke kerk ook behooren, vraag ze naar de rechtzinnigheid, van straks ge- inrichtingen, hare stichters en voorstanders, wel, wat meer afdoet, vraag hunne ondersteuning die zaken, en als iemand, die op dat gebied ervaring heeft, verzeker ik u, dat ge aan een ïrkeerd huis zijt gekomen. Lastering van wat heilig kunt ge hooren, in ylaats van zedelijke en geldelijke ^ersteuning bekomen. Of al dit verzuim, verge- v a n, zoo niet geboren u i t, geestelijken hoog te wijten is aan eene verkeerde opvatting van der ger. kerk, en alzoo aan onkunde en waan- wel aan onverschilligheid voor eigen zielenheil, zoo niet aan boosheid des har- ik niet, maar waag me aan de verklaring hartelijke instemming met de be- der oude ger. kerk, ik, met liet oog hen die zich bij uitnemend heid ger. noemen verzuimd is, huiverig ben den naam Gereformeerd als éénig vereenigingspunt, de banier van ons leger, de voorwaarde voor toekomstige welvaart te stellen. Daartoe heeft die naam mij te IV e i n i g gedaan. Gij zegt, maar wanneer eens de belijdenis der gereformeerde kerk, in overeenstem ming met haar ontstaan, waarachtig leven werd bij al de leden dier kerk, wat dan ja, vriend, dan zou den gij en ik gereformeerden schrijven, in plaats van geloovigen, en was nadere uitdui ding niet noodig. Maar voor dit geschiedt is Juni 1877 allang voorbij. Wij hebben met het, n u het heden te rekenen, vergeet dit niet. Doch om op uwe vraag terug te komen. Misschien j wordt het ons duidelijker wie we, in verband tot den aanstaanden verkiezingsstrijd, als geloovigen heb ben te beschouwen, wanneer we het oog vestigen op onze tegenpartij, en dat we als zoodanig hebben aan te merken allen, die aan een God en eene bovenna tuurlijke orde van zaken vasthouden. B. v. de inwo ners van Jericho, dien het harte ontzonk op het ge rucht van wat Israels God gedaan had; de Filistijnen die de arke Gods namen en weer wegbrachten, ver gezeld van een schuldoffer de Ninevieten die zich bekeerden op de prediking van Jona. Maar ook de Boedhisten en Fetischdienaren, die hunne kinderen den goden offeren, en voorzeker ook de Mahomeda- nen. Gij lacht, en meent dat mij dit geen ernst is. Vollen ernst, mijn vriend; in tegenstelling met den modernen tijdgeest, die nog niet eens een Heiden- sche is, zijn al de opgenoemden, en nog veel meer, allen die aan een bovennatuurlijk wezen als God gelooven, en hetzelve vereeren, geloovigen, en hebben ze met ons den strijd tegen wat de mensch- heid terugvoert tot den toestand der eerste wereld, toen er, buiten Noach en de zijnen, bij niemand eenige kennis of bewustheid van God meer bestond men at en dronk, trouwde en gaf ten huwelijk, het zelfde wat het socialisme, kind van het modernisme, ook nu reeds luide predikt. Doordien de school de kampplaats voor den strijd is geworden, blijven we wel eens wat te veel alleen in hare omtrekken, en wordt de vraag, zijt ge voor of tegen te uitsluitend gedaan op haar gebied. Onze tegenpartij verklaart voor het hare wat voor de staatsschool is, en wij meenen dikwijls, geen andere medestanders te hebben dan die voor christelijk onderwijs zijn. Of hier bij onze tegenstanders kwade trouw is, misbruik wordt gemaakt van de zucht der natie tot de school waar aan ze gehecht is, en met die school zelve gegoocheld wórdt door ze, al naar gelang van omstandigheden, een gereformeerde, roomsch-catholieke of moderne kleur te geven, gelijk eene op dat punt elastieke wet toelaat, dit onderstel ik niet. Maar wel stel ik vast, dat ze, door hunne leuze, „voor de staatsschool", menig soldaat werven, die in onze gelederen te hu;s behoort. En evenzoo, wij verliezen er velen door niets meer te noemen dan de school. Het is waar, en evengoed, misschien beter dan wij, begrijpt onze tegenpartij de waarheid, geef mij de jeugd en ik ben meester van de toekomst, en daarom is het goed zich om de school dood te vechten. Maar toch, en om de raenschen te doen zien wat de moderne, neutrale of godsdienstlooze school geven zal voor het godsdien stige en maatschappelijk leven, moeten wij onze blik ken slaan op den modernen tijdgeest en wat hij werkt op elk levensgebied. Ik weet het, in bijzonderheden zijn de modernen het ook niet eens. Maar wel in de hoofdzaak, d a t e r geen God is, in den zin tot nu toe dooi; de menschheid in het algemeen aan dat denkbeeld gehecht. Geen God, als een persoon lijk wezen, die alles uit niet geschapen heeft en on derhoudt, geen God die zich geopenbaard heeft en wonderen doet, maar bloot een afgetrokken begrip, dat met ons n et en waarmee wij ook niet te maken hebben, en waartegen dus geene zonde kan gepleegd worden noch loon en straf vrn gewacht. Eeii denk beeld dat ge, al naar het valt, een naam kunt geven, hetzij van wetenschap, humaniteit, deugd of self- help, maar bij het volk het best aan den man wil, onder den naam van God. Wat er onder hunne handen, bij het schandelijk behouden van namen, van Mozes en de Profeten wordt, en evenzoo van de Apostolische geschriften, is, helaas, maar al te goed neen, bij lange na nog niet genoeg bekend. Onlangs nog las ik in een dagblad, welks hoofdredacteur een moderne domine is, dat Mozes het geheele scheppingsverhaal verzonnen had, ten einde aan een zevenden d a g te komeu, dien hij noodig had om, althans één dag in de week, het volk t.e hebben onder de onbe paalde heerschappij der priesters. De schrijver raadde dan ook aan, den Zondag beter te besteden dan met naar de Kerk te gaan. Het lust mij niet dit schan daal met tal van anderen te vermeerderen. Ik heb ook meer dan genoeg om voor elk, die niet blind is, duidelijk te doen zien, dat het met elke Godsveree- ring als zoodanig, hetzij die in de christelijke kerk, de synagoge of de moskee plaats heeft, zoodra de moderne tijdgeest de overhand krijgt, gedaan is, en i dat elk die nog aan een God, in eenvoudigeti zin de3 woords, gelooft, met ons dien gec9t moet bestrij den. Nu reeds zijn er duizenden bij duizenden in ons vaderland, die om eene godsdienstoefening nooit meer in een bedehuis komen, en den Zondag misbrui ken uitsluitend voor vleeschelijk genot. Neem de moei ie eens in den zomer een dag in den Haag en te Scheveilingen te vertoeven. Gij kunt dan wel i n de kerk gaan, en tevens zien koevelen er niet in komen. En meent ge, dat bij de onbestredene heer schappij van den modernen tijdgeest, de persoonlijke en huiselijke godsdienst, als men zegt, geen schade lijden zal? Hoe hij over het gebed denkt, redeneert en daarmede spot, heeft een zijner door den staat bezoldigde ambtenaren, een schoolmeester nog wel, u onlangs geleerd in eene dusgenaamde landbouwkun dige lezing. Denk u in uw huis, aan uw tafel, een spotter met wat u heilig is, en beproef hoe u dan het gebed lijkt. Dan wordt de keel u dicht genepen. Ik ken een huisgezin op Walcheren, waarvan voor eenige jaren de oudste zoon modern werd, en ook de ellende die dit over dat huisgezin bracht. Nog eens, elk die prijs stelt op den dienst van God, het zij in huis of in de kerk, hij moet als geloovige wor den aangemerkt, en is geroepen te strijden tegen den algemeenen vijand. Wordt vervolgd.) Burgerlijke stand van Goes. 16—23 Maart. Getroud Maririus Rijerse 35 j. jm. met Stoffelina Brandt, 23 j. jd. Bevallen: W. P. Schrijver geb. Bal z; M. J. Dodmond geb. van Ranst d. K. C. Hageman geb. Baden z M. H. Minnaar geb. Bruggeman d S. M. de Thouars geb. Ie Due zA. F. Berks geb. van Ranst z S. Oosterdag geb. Weesepoel d. OverledenMaarten Blinhout 67 j. gehuwd met Tannetje van de Visse Aagje Sinkc jd. 18 j. Graanmarkten enz. Rotterdam 26 Maart (per telegr.) Tarwe 10 ets. liooger; rogge 10 ets. hooger, zomer- en wintergerst 10 ets. lager, erwten en canarièzaad slap overigens onveranderd. De aanvoer was klein, de kooplust le vendiger. Amsterdam 26 Maart. Kaapolie op zes weken f TO'/s- Lijnolie 29. Prijzen vuil effecten. (PER TELEGRAAF.) Arasterdam, 26 Maart 1877. Nederl. Oertilic. Werkelijke schuld. 2l/s pet. 64'/4 dito dito dito 3 761/2 dito dito dito 4 101 Loten stad Rotterdam 3 dito dito Amsterdam 3 102 Rusland Obligatiëu 1798/1816 5 97'/4 Certitie. Ins er. 5 serie5 Obl. Hope Co.1855 6e serie 5 Szs/s dito f 1000 1864 5 91- dito L. 100 1S725 S3V8 dito L. 100 1S735 825/s Loten 1864 5 140',,. Loten 1S665 138 Inser. Stieglitz Co. 2e a 4 L. 4 Obligatiëu 1S6769. 4 735/s Aand. Spoorw. Gr. Alaatseh. 5 105 dito dito4 Aand. Kiew-Brest 5 34l/i* dito Baltisehe spoorweg3 48 Va Oblig. spoorweg Poti-Tiüis. 5 dito dito Jelez-Griasi 5 S7 dito dito Jeiez Orel 5 SS'/j dito dito Charkow Azow5 Sl'/s Polen. Aand. Warschau-Bromberg. 4 56 dito dito Weenen. 5 533/4 Oostenr. Oblig.metal. in zilv.Jan./Juli. 5 54s/is dito dito Aprii/Oct. 5 53]/i dito in papier Mei/No5 5072 dito dito Febr./Aug. 5 Italië. Oblig. Z.-Ital. spoorweg3 41 Spanje. Obligatiëu Buitenl 1 ll9/i# dito Binncnlandsche 1 109/1S Portugal Obligatiën3 52'/s Turkije. Inschrijving Alg. schuld 5 lD/is Obligatiën ÏSG'J 6 9-/» Egypte, dito 1S6S 7 50 dito. 1S737 „47 Amerik. Obl. Vereenigdc Staten 1904. 5 1041/: dito dito dito 1SS5. 0 99'/3 Brazilië. Oblig. 1S634l/« dito 1865 5 95l/4 EVajze» vaan coMjppSB». Amsterdam, 26 Maart.Metall f 20,20; dito zilver f 22,2772; Div. Eng. per ff f 11,82725 Eng. Portugal per ff tSpaansche piasters f,61; Amerikaansche dol lars (in goud) 1' 2,45. Amsterdam, 24 Maart. Metall. t 20.25; dito zilver ƒ22,15 Div. Eng. per ff f 11,82725 Eng. Kussen per ff ƒ11,9772; Eng. Portugal per ff Frans 47,55; Belg. 47,55; Pruis ƒ58,45; Hamb. Russen 1,427a; Rus sen in Z. R. 1,45 Poolsclie per 11 Poolsche ner Z. R. 1 365/85 Spaansche piasters 61; Spaansche binnen- landsche f.53; Amerikaansche dollars 2.45 papier f 2,31.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 3