CnRiSTBLIJR-HISTORISCH RL AD. 115. Dinsdag 27 Maart. 1B77. ZU1DE Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden franco2, Enkele nommers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. De van heden af tot 1 A-pril a. ver schijnende nommers, worden gratis gezonden aan hen die zich op dit blad wenschen te aboneeren. Middelburg, 26 Maart 1877. Wekelijksch «verzicht van de christelijke pers. Er is zoo schrijft de heer Gispen in de Ba zuin een ontwikkelingsstrijd, die de mensch en de menschheid te strijden heeft. Het streven naar ontwikkeling ligt in de menschelijke natuur. Ook nadat de mensch zondaar is geworden vertoont ook hij nog in de sporen der ware natuur van Gods ge slacht te zijn. Welk eeu onderscheid tusschen den mensch zonder kleeding, zonder huis, zonder scho len of boeken, zonder eenige andere weelde dan die de natuur zelve aanbiedt, en den beschaafden staats burger uit de negentiende eeuw Hoe geheel anders zal het toilet van moeder Eva zijn geweest dan dat van onze hedendaagsche vrouwen. Zoo is het met alles, gfcrfwikkeling is de wet van alles wat leeft, in de praktijk moet ieder haar huldigen. Maar de ont wikkeling komt niet van zelf, alle krachten des lichaams en des geestes moeten worden ingespannen om vooruit te komen. Om te komen waar we zijn was eene worsteling van eeuwen noodig en nog zijn we verre van de werkelijkheid der volmaaktheid. Strijd is het leven, ook nu nog geen kroon dan voor hen die wettelijk gestreden hebben; dat woord vindt zijne toepassing op elk levensgebied. Elk mensch heeft een natuurlijke ontwikkelingsstrijd te strijden om uit de kindschheid te komen tot de ont wikkeling van den volwassen man. Hoevele de meeste menschen sterven beneden hun tiende le vensjaar, niet zonder grond wordt immers gesproken van mislukte levens Hoe lang duurt het eer de mensch alle perioden der ontwikkeling heeft doorloo- pen en zich vrij en zelfstandig bewegen kan. Zooals het met den mensch gaat is het ook met de natuur. God heeft den hemel en de aarde ge schapen om te volmaken. De chaos wordt kosmos, de wereldkloot, eene wereld vol schoonheid, vol poëzie en heerlijke vormen, gelijk wij die nu aanschouwen. Wat van de natuur geldt is ook waar voor de mensch heid, de menschheid die haar strijd tot ontwikkeling heeft aangevangen, nadat haar den toegang tot den boom des levens was ontzegd. Zie haar worsteling tot bescherming van het leven tegen de vijandschap der dierenwereld, tegen de overmacht der natuur krachten, tegen het levenverbrijzelend beginsel der zonde in eigen boezem In wat afschuwelijke vormen vereert de mensch zijn God. nadat Godsontkenning door den zondvloed onmogelijk was. Welk een af stand openbaart zich nu weder tusschen de ruwe Gods- vereering van den slang- en vuuraaubidder en den beschaafden Griek, wieus rijke godenleer, vol diepte van gedachte, wiens ideale kunst ons nog wijst ,op het schoone en ware, ons nog verheft en boeit. Wij beleven denzelfden strijd, die alle eeuwen door gestreden, de ontwikkelingsstrijd der menschheid, strijd tusschen behoud en vooruitgaug op elk le- igebied. De twee stroomingen gaan door den mensch de menschheid. Twee partijen bestaan er in den slechts en naarmate een volk ouder wordt, e de neiging sterker worden om het verleden jken. Ook een oud mensch leeft veel meer hij doorleefd heeft, dan in liet tegenwoordige de wereld nu slechter dan in zijn en zegt dat een mensch doorgaans na aar conservatief wordt. De jongeling Alles gaat hem te langzaam vooruit, hij ziet zooveel kwaad dat het hem zeer doet niet tot algemeen hervormer aangesteld te zijn. Zoo de wereld ongelukkig is, het is haar schuld; als ze luisteren wilde naar zijn wijzen raad, zou ze spoedig van dien treurigen slenter verlost zijn. Gansch anders is het met de man van jaren en ondervinding. Wat angst en bezorgdheid beklemt hem als hij door die dollemanspolitiek alles ziet onderst boven halen. Verstand en geweten zeggen hem dat hij 't onzinnig drijven der jongeren moet te keer gaan. Ziedaar de strijd in huisgezin en maatschappij, in Kerk en Staat, de ontwikkelingsstrijd der mensch heid. De bespreekt de kieswet en herin nert daarbij dat de antirevolutionaire partij sedert jaren censusverlaging heeft gevraagd, en dat zij in de kamer schier elk voorstel tot verlaging heeft gesteund. Ook aan het thans ingediende voorstel behoort ze onder conditie dien steun te verleeuen. Toejuiching verdient dit voorstel omdat het eene kleine schrede voorwaarts is, maar toejuiching, die niet onverdeeld kan zijn, omdat ook bij deze censusverlaging geijverd wordt voor het geven van stem aan de capaciteiten en het geven van meer stem aan de intellectueel hoo- ger staande standen. Verstandelijke boven zedelijke ont wikkeling was steeds eiscli der liberalen, en omge- kee.d was steeds onze eisch. Onzerzijds is steeds inkrimping van staatsbemoeiing en niet uitbreiding verlangd, indien men alles wat de zedelijke volksont wikkeling raakt vrijelijk aan het volk overliet, dus ook de opvoeding der jeugd, dan kou de regeeriugs- taak geheel en uitsluitend ter beoordeeling van des kundigen blijven, men zou dan eer op verhooging dan op verlaging kunnen bedacht zijn nu echter de arm der overheid ook in de rechten van den eenvou- digen burger ingrijpt, dieut recht van meespreken ge- eischt eu liept aan heel het volk stem in het kapit tel te worden gegund. In bizonderheden toont de Standaard verder aan dat de ontworpen kiestabel niet door ons mag ge steund worden, omdat door het stelsel van enkelvou dige kiesdistricten het zedelijke in de politiek te loor gaat. Niet in kleinere, maar alleen door vorming van groute kiesdistricten kan, zoolang de Grondwet onver anderd blijft, aan het zedelijk belang, waarvoor wij strijden ook op kiesterrein voldoening worden ge schonken. Het Wageuiiigsch Weekblad heeft (zie ons vorig overzicht) betoogd, dat er om des ministeries wil voor onze partij geen reden bestaat ons met an deren te vereenigen. Ook zoo beweert het blad de schrik voor de heerschappij van Kappeyne en de zijnen niet, want samenwerking kan niet tot het ver langde doel leiden. Ook zelfs verbonden zuilen de drie partijen, wier coalitie begeerd wordt, tegen de liberale partij niets vermogen. Tegen den feilen stroom kunnen wij niet oproeien. Maar dat is de reden niet alleen. Het godsdienstig verschil is nog meer over- heerscheude dan het politieke, en daarom kunnen we niet met de roomschen verbroederen, evenmin als met de conservatieven. Vriendelijk en vleiend voor elke verkiezing, laat ze ons daarna aan ons lot over. Waar tusschen liberalen en ons gekozen moest worden, wer den wij steeds verloochend. Ter zuivering van eigen partij, en tot bevordering van zelfstandigheid moeten we dus in isolement nieuwe kracht zoeken. Niet zoo groot zou de ramp te achten zijn, indien het tal on zer volksvertegenwoordigers tot op de helft inkromp, mits we dan dezulken overhielden of bekwamen, die den antirevolutionairen Standaard met eere omhoog hielden. Ned. Indische leger in de vele gevechten op Atjeh- schen bodem hebben Z. M. geleid tot het betuigen van H. D. tevredenheid aan dat bataljon en tot het versieren van het vaaudcl met het teeken der Mili taire Willemsorde, en met de Atjeb-mcdaille. De vcrkieziaig voor een lid van de Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Amsterdam en die in het hoofdkiesdistrict Ti el zullen geschieden op Dins dag 17 April e. k. herstemming zoo noodig, zal plaats hebben op Dinsdag 1 Mei. Voor K'ckcEiiBBg van Biet Departement Tan Dorlog kunnen aan 's Kijks Veeartsenijschool te Utrecht twee kweekelingen worden geplaatst ter op leiding tot paardenarts bij het leger, benevens, voor rekening van het Departement van Koloniën, twee voor N.-Indië. Ouders of voogden moeten zich daar toe uiterlijk vóór 15 Juni n. aanmelden. Te beginnen van heden zal het rajkstclegraaf- kaaatoor te Middelburg geopend blijven tot des avonds 10 ure. Zaterdag brachten de heeren dr. Horst uit Utrecht en dr. Hoek, uit Leiden, een bezoek aan Vlissingen, om een geschikt punt aan de kust tc vindeu eu verdere voorloopige maatregelen te nemen voor de vestiging binnen die gemeente, gedurende de zomer maanden, van het zoölogascSi siatiou der Diea»- kundige Vcpccuigiiig. II. M. de SAonsaaigKii neemt, naar het D. v. Z.-H. verneemt, langzamerhand in beterschap toe. De roemrijke daden van het 3de bataljon van het Het bestuur der visscfiaea'ijeaa op «fle Selaelde eu Zccaawscliie sia'oosueaa, gevestigd te Tholen, brengt ter kennis van belanghebbenden, en in het bijzonder van deu visschersstand, dat eerstdaags in het openbaar verpacht zal worden, het Oostelijk deel der Ooster-schelde en een deel van de Eendracht, nabij Oud-Vossemeer, voor de kweeking en teelt van oesters eu mossels en de visscherij met weeren, ter wijl 'de visscherij met drijfwant ook uitsluitend aan de pachters behoort dat blijkens de ondervinding, onder anderen in vroeger jaren met de toen nog voor de publieke visscherij geopende Yersche oesterbank, en in het vorige jaar met de oesterbank bij Bergen- op-Zoom, de natuurlijke mossel- en oesterbanken door de openstelling voor de publieke visscherij ge heel ontvolkt en voor de toekomst vernield zouden worden, hetgeen dan ook eene gewichtige reden is voor de piaats gehad hebbende verpachting der Yersche oesterbank, en voor de hierboven vermelde verpachting dat die verpachting steunt op de on loochenbare waarheid, dat eene natuurlijke bank eerst dan zooveel als noodig is gespaard wordt eu in voortbrengingsvermogen toeneemt, wanneer degeen, die er zijn geld en tijd aan le koste legt, zeker is ook de vruchten van zijn arbeid en kapitaal te pluk ken, terwijl bij liet opens.ellen van rijke banken voor de publieke visscherij, ieder visscher zooveel mogelijk voor zich zelf ziet te verkrijgen, uit vrees, dat het anders de buit van een ander wordt, zonder er zich aan te storen, of de bank er voor liet vervolg al dan niet door benadeeld wordt, en zonder er zich eenige moeite voor te geven, dat dc bank in vruchtbaarheid toeneemtdat bij de ophanden zijnde verpachting van oester- en mosselbauken in de Oosterschelde ook vele kleine perceelen te pacht zullen worden aange boden dat de met de kor te bevissclien groote perceelen in het diep, getuigen de pachtsommen van liet in groote perceelen verpachte lage deel der Yersche bank, wel niet buiten het bereik zullen zijn van vis- scliers, die schoon weinig gegoed, stipt in geldzaken zijn dat bovendien de pachtvoorwaarden, door de pachters voor slechts een jaar te bindeu, zoodanig zijn ingericht, dat de mededinging ook voor de visschers, die orde op hunne zaken stellen en daar-

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1