CHRISTEL1JR-HIST0R1SCH BLAD. 113. Donderdag 22 Maart. 1877. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden franco2, Enkele nommers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. De van Deden aftot 1 A-pril a. ver» schiinende nommers, worden gratis gezonden aan. Den die zicD op dit blad wenscDen te aboneeren. Wij zagen, dat de zedelijke grondtrekken van de revolutie volkomen gevonnisd worden, niet alleen door de feiten, waarin zij zich ver persoonlijken en belichamen, maar ook door het noodzakelijk verband, dat er bestaat tus- schen oorzaken en gevolgen. Aan het slot van een vorig artikel merkten wij op, dat de wor tel, waaruit de boom der revolutie opwast, ook in onzen bodem gekweekt wordt, dat het spot ten met God en Zijne geboden waarlijk niet minder aan de orde van den dag is, niet min der onverholen geschiedt dan in den revolutie tijd. Indien dat alzoo is, zullen wij dan recht hebben andere vruchten te zien Zullen wij niet oogsten, wat wij zaaien Doch onze dagen hebben veel meer trekken van overeen komst met de eeuw der omwenteling. We hebben beloofd, er U eenigen te noemen en richten dus beurtelings het oog op de regee ring en de burgers, naar rang en stand ge scheiden. Eilieve, welke macht blijft der over heid? De uitvoerende, dat is, de macht om de wetten, eenmaal vastgesteld, te handhaven, te zorgen, dat zij nageleefd worden. Doch wie Jieeft deze wetten gemaakt? De regeering zelve? Neen. Immers al heeft de regeering het recht, wetten voor te stellen, de vertegen woordiging heeft het recht ze af te stemmen en stemt ze af, indien zij niet met hare eigene zienswijze strooken.' De regeering is dus alleen vrij, zelfstandig, zelfwerkend, waar zij gelijk denkt met de vertegenwoordiging. Geldt het eene zaak van gewicht, een hoofd beginsel, waarvoor mannen van eer liever hun post verlaten, dan tegen hunne overtuiging te handelen, dan heeft de koning de keuze het ontslag zijner ministers te aanvaarden of de vertegenwoordigende kamers naar huis te zen den en den volke vertegenwoordigers te vra gen, met wie hij tot heil des lands werken kan. Dat dergelijke kritieke oogenblikken nog al eens voorkomen, de lange lijst van ver schillende ministeriën, sinds 1S30 onder ons lopgetreden, bewijst het. Het middel van ont binding der kamers blijft echter over, zegt ge, ge hebt recht. Doch aangenomen dat de zijne ministers handhaaft en de kiezers kepen worden, eene nieuwe vertegenwoor- j^e kiezen, wel zij kunnen immers ïanuen herkiezen, of hunne verwanten. Dan heeft de regeering eene zware, eene zedelijke nederlaag geleden. Verwondert het u nu nog, dat, waar de geschiedenis zelve reeds op zulke feiten wijst, men zeer zuinig is met de toepassing dezer maatregel. Daarbij, indien de regeering, overtuigd van de waar heid en het belang zijner pogingen, blijft vol harden, wat dan? Want in ieder geval moet immers de vorst rekening houden met den wensch der natie. Der natie Meent ge dat waarlijk Komt, laat ons eens zien, wat die schoone uitdrukking ten onzent beteekent en gij zult ons toegeven, we hebben niet veel meer rechten overgehouden dan de burgers uit het revolutionaire tijdperk. Wil men eene natie vertegenwoordigen in den rechten zin des woords, naar onze meening komt het er dan minder op aan, hoeveel duizendtallen van burgers ze telt, dan wel uit hoevele eigenaardige standen, rangen en schakeeringen zij bestaat, welker belangen dikwerf zeer uiteenloopen en toch niet ten koste van elkander mogen be hartigd worden. Al verplaatsen wij ons dus voor een oogenblik op het standpunt onzer liberale tegenpartij, al meenen wij met haar, dat onze leden der kamer mannen van kennis en ervaring moeten zijn en dat de eenige maatstaf, om deze te beproeven, het geldelijk vermogen is, dan nog vragen wij indien gij de landsbelangen slechts toevertrouwen wilt aan de vermogenden, zou het dan ook ondoen lijk zijn het getal kiezers uit te breiden, zoodat niet slechts een afgezonderd, een gering deel der natie zijn vertegenwoordiger in de hooge vergadering des lands zond Indien dan alleen de hooge belastingsom de gouden tooverroede is, waarmede men nit drie en een half milli- oen menschen de mannen licht, die bekwaam zijn de belangen der natie te behartigen, zou dan toch ons tegenwoordig kiesstelsel met zijne vaak willekeurige verdeeling van het land in districten niet elke wezenlijke vertegenwoordi ging in den weg staan Wij hopen aan ver laging van census en verandering van kiesstel sel een volgend artikel te wijden. Aangenomen echter, dat de kiezers waarlijk het volk vertegenwoordigen, zooals zij dit thans slechts hoogst onvolkomen doen, dan spreekt het volk slechts in zooverre zijne wenschen uit, dat het zijn vertegenwoordiger kiest en daarmede is de uiting van den volkswil geschied. Het volk houdt op zijnen invloed uit te oefenen en zelf werkend wezen te zijn, het valt terug in den kring des gewonen levens en, hoe dat leven zijn zal het hangt af van den vertegenwoor diger, die van nu aan zijne meening als de meening des volks uitspreken zal. De regeering heeft dus voortaan niet te luisteren naar den wensch des volks, niet te rekenen met dien der kiezers, doch alleen naar de meening der vertegenwoordigers te vernemen. Ook deze echter moet niet wanen, de stem der natie te zijn. Heeft hij het geluk, in zienswijze over een te stemmen met de meerderheid der overige vertegenwoordigers, dan worden zijne voor stellen aangenomen, omdat de meerderheid hetzelfde wenscht; wint hij slechts weinigen voor zijne overtuiging, of vindt deze onder de vertegenwoordiging weinig aanhangers, zijne wenschen blijven onvervuld. Zijn wil, aller wil gaat dus op of onder in den wil der partij, die het sterkst is in de kamer der vertegen woordigers, en de gansche regeering wordt eene machinerie eener fractie, aan wie het door allerlei middelen gelukken kan, hare mannen in de kamer te brengen en te houden. De overheid is dus niets meer dan de uitvoerder d;r hevelen van een betrekkelijk gering deel des volks en hoe gij dan ook zwak of sterk geworden zijt, alleen het recht van den sterkste geldt, ookom den zwakke te vertreden Middelburg, 21 Maart 1877. Uit goede bron kunnen wij mededeelen dat gister een schrijven van prof. Cravatk is ontvangen met be richt, dat de JiaSiilee-Zaaigers den 20 April naar Engeland terugkeeren en hunne overeenkomsten in Holland zoo talrijk zijn, dat zij vóór hun vertrek naar Engeland onmogjlijk Middelburg kunnen bezoeken. In de laatste helft van Juni evenwel gaan zij van Engeland naar België en hopen alsdan op hunne route van Londen naar Antwerpen ook Middelburg- te kunnen bezoeken. Prof. Cravath zou evenwel, als de plannen meer geregeld waren, nader daarover schrijven. Een eigenanrdige, een gepaste, een volkomen ge slaagde hulde werd Maandag avond gebracht aan de nagedachtenis van Anrëosa BicaiBSiJU'cB F«2k, wiens geboortedag in 1777, in het lokaal Odéon werd her dacht. De commissie, die zich belast had met de organisatie van dit huldeblijk, heeft zich op uitste kende wijze, den man waardig dien zij wenschte te herdenken, van haar taak gekweten. Het programma beloofde eene muziekale uitvoering en eene redevoering. Voor het eerste was de medewerking verzekerd van een goed bezet orchest, samengesteld uit de beste elementen, die te Amsterdam zoo ruimschoots aan wezig zijn, en een gemengd koor, mede vertegen woordigende de beste krachten der verschillende zanggezelschaypen. Dat door deze samenwerking, onder leiding van den heer G. A. Heinze, met con- posities van Mendelsohn, Verhulst en Handel, een voortreffelijk kunstgenot werd aangeboden, behoeft geen betoog. Een paar solo's door eene talentvolle dame onberispelijk voorgedragen, verhoogde het mu- ziekvol genot van den avond. In hare keuze van den redenaar mocht de com missie niet minder gelukkig slagen. Dr. Theod Jorissen, hoogleeraar aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, vervulde zijn taak met, talent, met warmte en blijkbare voorliefde. Hij schetste Ealck in zijne eerste levensperiode als jongeling, als man, hoe hij reeds in 1801 aan het hoofd der rnuni- cipaliteit stond en wat hij hier tot stand bracht het groote aandeel dat hij in 1813 nam in de be-

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1