CMlSTILIJK-mSTORISdH I!LU). Zaterdag 17 Maart. 1877. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden franco2, Enkele nommers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1- regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. 13e van heden af tot 1 April a. ver schijnende nommers, worden gratis gezonden aan lien die zich op dit blad wenschen te aboneeren. Middelburg, 16 Maart 18 7.-7. H. UI. de Koningin is, naar liet Dagblad ^gerneemt sedert een paar dagen ongesteld. Het afdeellngsverslag over de schoolwet [is gekomen. De talrijke bulletins zijn door het ver- jslag gevolgd. Veel nieuws (hoe zou het ook mogelijk zijn is er uiet uit te leeren. Het verslag geeft vrij wel de gevoelens der partijen terug, die algemeen .bekend zijn met hunne eischen op schoolgebied. Enkele leden meenden dat de regeering had to ege aan den drang der oppositie, die haar als 't ware het tegenwoordig ontwerp had afgedwongen, an deren beweerden, dat men alvorens herziening te be- proeven, de volledige uitvoering der wet van 1857 had moeten afwachten; de groote meerderheid echter was overtuigd dat de regeering niet langer met eene voordracht tot herziening wachten mocht. In eene afdeeling werd zeer krachtig op de spoedige behan- feding der onderwijswet aangedrongen, vooral met ^ïet oog op de verkiezingen in Juni, waarbij de re- geeringspolitiek van zelve in beoordeeling komt. In Juni 1875 had het zwijgen der regeering over dit groote volksbelang een storenden, drukkenden invloed op de verkiezingen uitgeoefend, nu is wel een ont werp ingediend, maar de wet op het hooger onder wijs heeft geleerd hoeveel verschü er zijn kan tusschen een ontwerp en eene wet, daarom achtte men spoedige behandeling noodig. Hierop volgen de beschouwingen over de vragen welke behoort de verhouding te zijn tusschen openbaar en bijzonder onderwijs en 2e in hoever strekt het thans behandelde wetsontwerp tot oplossing dier vraag in een voor de verschillende meeningen aannemelijken zin. Op de eerste vraag^verd van de eene zijde geantwoord dat de wet van '57 haar hoofd doel had gemist. Roomsch-Katholieken, geloovige protestanten en Israëlieten wenden zich van de gocls- dienstlooze neutrale school af, welke tegenwoordig hare voorstanders uitsluitend vindt onder de aanhan gers der z. g. moderne richting. Men verlieze ook niet uit het oog dat de hooggeroemde neutraliteit niet of zeer onvolkomen bestaat. Men zondigt op allerlei wijze tegen dat beginsel. Bovendieu eischt het onderhoud der openbare school schatten, die lood zwaar op de geraeentefinantiëu drukken en gretig de hand doen uitstrekken naar 's rijks schatkist. De voorstanders van bijzonder onderwijs zijn niet van leerplicht-, zelfs desnoods niet van algemeen kosteloos onderwijs afkeerig, mits vooraf eene wetswijziging tot stand kome, die neutralisten en anti-neutralisten, ze delijk en geldelijk op voet van volkomen gelijkstel ling plaatse. Men verlangde aanneming van het sub sidie-stelsel, desnoods grondwetsherziening. Van grondwetsherziening zoo werd van de an dere zijde geantwoord kan thans geen sprake zijn. Art. 194: behelst eenvoudig dit„de staat mag en >et aan het bijzonder ondenvijs vrijheid laten; niets nder, maar ook niets meer." De geschiedenis der ■ondwetsherziening in 1848 leert dat de kerkelijke ijen jubelend hebben aangenomen wat art. 194 Hoe kan nu rechtschennis en consciëntiedwang toen recht en billijk scheen P ,chten der voorstanders van bijzonder onder- zich daarin op, dat ze tweemaal in htm pten tasten. Zoolang de grondwet ongewij- 3t neutraal karakter vau den staat be- kau daaraan niet tegemoet gekomen het ook dat dit neutraal karakter worden, dan is nog voldoening aan de voorstanders van bijzonder onderwijs onmoge lijk. Eene confessioneele staatsschool is onmogelijk. De staat is gehouden tot het instellen, aaukweeken, ■aanbevelen en beschermen van de neutrale school, omdat de grondwet die gewild heeft. Men verlangt nu, dat de staat de christelijke school, die de neu trale ondermijnt, zal subsidieeren. Indien in '48 zoo danige uitkomst voorzien was, dan ware de vrijheid van onderwijs geweigerd. Door het ontzeggen van neutraliteit aan de openbare school, ondermijnt men ze opzettelijk. De gemengde school is wel degelijk bruikbaar voor allen, geen andere is in den neutralen staat mogelijk, maar de wet van 57 eischt verande ring, door gewijzigde omstandigheden. De slotsom der meerderheid in de afdeelingen was, dat indien aan het gebod der grondwet voldaan worde, geen bijdragen uit de openbare kas, verstrekt mogen wor den ter ondersteuning van scholen, wier bestemming is ouderwijs in den godsdienst te geven; dit laatste moet geheel aan de kerkgenootschappen of particulie ren worden overgelaten. Op de vraag in hoeverre dit te behandelen ontwerp strekte tot oplossing der verhouding in een voor de verschillende nicciiingen aannemelijken zin, werd ge antwoord door de voorstanders van het bijzonder onderwijs dat zij geen woorden konden vinden sterk genoeg om hunne teleurstelling uit te drukken. Alles is in het wetsontwerp gedaan voor het openbaar, niets voor het bijzonder onderwijs, nietiegen- staande het getal der tegenstanders van het openbaar onderwijs dagelijks toeneemt. De billijkheid is tegenover het bijzonder onderwijs geheel uit het oog- verloren, de ondervinding, sedert twintig jaren opge daan, miskend. De voorstanders van het openbaar onderwijs ver klaarden zich mede zeer onbevredigd. Het ontwerp voldoet weinig aan den eisch eener hervorming het belang van het openbaar onderwijs wordt er slecht door behartigd. In de artikelen 12, 16, 42 enz. worden concessies gedaan die met de grondwet niet overeen te brengen zijn en tot welke zij, die het openbaar onderwijs niet door het bijzonder willen ver dringen, niet kunnen medewerken. Vooral verzette men zich tegen art. 16. In vergelijking met de wet van 1857 zal het openbaar onderwijs door aannemiug van dit wetsontwerp niet weinig geschaad, zoowel qualitatief als quantitatief zal het ingekrompen wor den. Sommigen noemden het ontwerp zelfs een valstrik voor het openbaar onderwijs, niet alleen wegens het geen daarin gemist, maar vooral om hetgeen er in gevonden wordt. Als voorbeelden werden genoemd de weglating der akte-examens, de diep ingrijpende verandering in de wijze van benoeming der openbare onderwijzers, de leemten betreffende de werking van het schooltoezicht enz. Bij aanneming van dit ont werp zou de strijd om de school heftiger dan ooit ontbranden. Het ontwerp heeft alleen, de verdienste van de geheele herziening der wet: van 1857 aan de orde te stellen. De kamer kan nu hare inzichten om trent de wenschelijke paedagogische verbeteringen mededeelen. Ware dit" het geval niet, dan zou men ook van deze zijde het ontwerp liefst zonder breede discussie ter zijde stellen. Enkele leden betoogden -dat alleen de sterke op zweeping der hartstochten het fier regeeriug onmogelijk gemaakt had de beide uiterste partijen te verzoenen. De grondwet gedoogt geen gelijkstelling en ook geen gelijke ondersteuning van staatswege aan het bijzonder onderwijs. Wanneer men van de andere zijde vrede wenscht, moet men niet de minste toe nadering als eene schennis dér grondwet beschouwen. De overdreven aanval op art. 1G van het wetsont werp is. een blijk van wantrouwen in dien geest, terwijl het ontwerp overigens veel goeds bevat. De openbare' raeening, die billijker is dan de partijen, erkent dat hetgeen verkeerde gevolgen hebben kan weggenomen, en dat hetgeen tot den bloei van het onderwijs kan strekken in de wet gebracht kan worden. Bij dit verslag zijn drie nota's gevoegd nl. die van de antirevolutionairen, eene andere van den heer Bichon van IJsselmonde, en een derde van den heer Bastert om art. 16 gewijzigd aan te nemen. Op deze notas en de beschouwingen in het verslag over de onderdeelen der wet komen we nog met een enkel wr^rd in ons volgend nummer terug. Dat ontwikkeling nog altijd geen waarborg is voor zachtheid Tan zeden bewees de zitting van het kantongerecht te Zierikzee op 14 Maart. Dr. P. S. leeraar aan de hoogere burgerschool aldaar, stond terecht, beklaagd van het mishandelen van zijn hondje, dat hij op het erf achter zijne woning had opgehangen met een touw om den hals en in dien toestand drie uren had laten hangen. De beklaagde ontkende het feit, door drie getuigen bevestigd. Het openbaar ministerie eischte een geldboete van f 25 of, bij wanbetaling, 5 dagen gevangenisstraf. De uitspraak is bepaald op 21 Maart. Voor eenige dagen werd de opmerking gemaakt dat er aan ons gevaBBgeanSssteisei wel iets schijnt te haperen, want dat personen die pas de cel verlaten hebben, door Toisclrijf zioh opnieuw een plaats trach ten te verzekeren binnen de wanden der gevangenis. Yan die ellendigcn zullen er altijd wel zijn, die bui ten de gevangenis niets te eten hebben, als ze niet stelen of bedelen, en in de gevangenis kan men de menschen toch niet laten doodhongeren, heeft het Weekblad van het Recht daarop geantwoord. Zeker niet, maar tusschen doodhongeren van de gevangenen en het verschaffen van eene huisvesting, die, zoowel wat voedsel als andere zaken betreft, een toestand van weelde kan heeten, in vergelijking van dien waar in velen in vrijheid leven, bestaat nog wel een mid delweg. Het denkbeeld is niet van ons, veeleer wordt het eene gemeenplaats, maar die daarom niet minder juist is, dat de soldaat wat woning en zorg voor het licliaamlijk welzijn betreft, het veel minder heeft dan de slechtste boeven. De nieuwe prachtige gevangenis te Middelburg wordt in den regel door 8 i\ 10 ge vangenen bewoond, de soldalen daarentegen moeten verblijf houden in eene akelige, door ongedierte be smette kazerne, en moeten in den zomer, als de lo- telingen onder de wapenen zijn, als koopwaar opge stapeld worden. Een Zeeuwseh blad deelde voor eenige dagen mede dat iedere Middelburgsche gevan gene f 12Ö0 's jaars kost. Wat dunkt u, zou er ook iets aan ons strafstelsel haperen Zou ziekelijke phi- lantropie niet de pas ontslagen gevangene terugdrij ven binnen de muren, waar hij het zoo goed had Dat een geasaoetSsfeezwaarde zijne bezwaren u voorzingt is op zich zelf al iets nieuws; gewoonlijk stelt men zich iemand, die in zoodanige positie leeft als klagende en zuchtende voor. Vandaar dat de titel van een kleiu boekje ons toegezonden „Flitsen, gedichten van een gemoedsbezwaarde" zeer onze aan dacht trok. Maar, hoe groot werd onze verbazing toen we 38 bladzijden vol gedichten over de school kwestie voor ons zagen. Wie had ooit gedacht dat er zooveel poëzie in die niet altijd frissche en opge wekte kwestie zat? En wat eene aanbeveling voor dit kleine boekje is, is wel dat vele der gedichtjes natuurlijk en ongekunsteld zijn, de kwestie is er niet met de haren bijgesleept, men wordt bij het le zen dezer gedichtjes telkens herinnerd aan Bronsvelds rijmpjes. Onze onbekende dichter heeft gerijmd op /liberale zelfvoldoening, onredelijke ouders, liet voor stel Moens en de bijzondere school, de natie heeft de openbare school lief, op het liberale paard aan de

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1