CHRÏSTELiJR-IIISTÖRISCH BLAD. 103. Dinsdag 27 Februari. 1377. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- Uitgever: Prijs der Adyertentiën: avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. AJL<E5Ere,T WEDDING, Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 Prijs per drie maanden franco2,te regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Enkele nommers- 0,07 MIDDBLBURd. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, den 26 Februari 1877. Wekelijksch overzicht van de christelijke pers. Onder den titel „de kracht der Grondwet" leverde de StauulJiard een tweetal artikelen, waaraan wij het volgende voor onze lezers ontleenen. Wat is de Grondwet Zij is eene verzameling van algemeene voorschriften en hoofdbeginselen, die door geen Staatsmacht gewijzigd mogen worden, zonder buiten gewone en uitdrukkelijke raadpleging met de kie zers. Toen de deelneming des volks in het staatsbe stuur toenam, begreep pen dat eeuig waarborgen tegen willekeur niet overbodig zouden zijn. Even goed als de koning of eene andere regeermacht kan een door het volk gekozen parlement misbruik van overmacht maken. Met het oog op die machtsontaarding maakte men toen de grondwet die, dus niets anders zou zijn dan een band, waardoor de regeermachten gebonden zijn. Koning en leden van de Staten-generaal zweren trouw aan de Grondwet. Nu komt de liberale pers zich telkens beroepen op het bindende van de Grond wet. Alsof juist dus het omgekeerde het geval was, alsof niet eerst de menschen en dan de Grondwet moest gehoord worden. Stel u voor, iemand is tegen de wet, en gij zegt welnu verander eerst de wet of .tracht ze te veranderen, dan zullen wij naar u luis teren Iets dergelijks geschiedt thans met ari. 194 der grondwet. Of dit artikel met het wetsontwerp op het lager onderwijs overeenstemt, is eene vraag van wetsuitlegging en tot welker beoor deeling alleen deskundigen bevoegd zijn. Slechts zeer weinigen, zelfs in de kamer staan hoog genoeg om eene wet geheel afgesch iden vaa partijbelang uitteleggen. Men kan er zeker van zijn dat bijkans alle leden van 't Nut in art. 194 der Grondwet het tegendeel zullen lezen van wat de ledeu van christelijk onderwijs er in zouden zien. En toch wordt de uitspraak der afdeeliugen van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen gevraagd in deze zaak. Waarom nieuwe kieswet is ingediend, met het verlan gen dat ze spoedig in behandeling komen, immers de minister wenscht dat ze met Mei e. k. inwerking zal treden. Naar het oordeel door het Wagenaaig;- scSic Weekblad in deze zaak uitgebracht, zal ieder 'die het op prijs stelt dat de natie zooveel mogelijk in hare verschillende schakeeringen vertegenwoordigd worde, de poging van den minister Heemskerk toejuichen. Wat is hatelijker en meer den geest van belangstelling in 's lands zaken uitdoovend, dan dat eene belangrijke minderheid zich van allen invloed op de samenstelling der kamer beroofd ziet, omdat zij in dit öf dat districtis vastgekoppeld aan eene meerderheid die tegenovergestelde beginselen volgt Wie kent niet den strijd in het driedubbel district Sneek, of in het district Arnhem, (of in het heterogene district Middelburg. Eed.) Zoo zouden we tal van districten weten op te noe- nen, waar dezelfde ellendige indeeling de gemoederen verdeelt en verbittert, en waar op genoemde wijze de ïendracht kan hersteld worden. Een ander voordeel aan 't stelsel van den heer leemskerk verbonden, is dit, dat, met uitzondering an: Amsterdam, Botterdam, Den Haag en Utrecht, n al de andere districten de kiezers slechts eenmaal de vie$ jaar een lid voor de Kamer benoemen. Hoewel niet zoo erg bevreesd voor de nadeelige ge- Blgen, aan 't openen der stembus verbonden, zoo mag ^kh niet worden ontkend, dat deze bestaan, en dat ^Kendien het te dikwijls oproepen ter stemming de ^^^stelling van velen dermate vermindert, dat zij ^Hste daaraan in 't geheel geen deel meer nemen, groote afstand, die menigeen ten platte ^^^af te leggen, het zijne bijdraagt. Enkel- ^Èhten of zulke die slechts één vertegen woordiger verkiezen, bieden ook uit dit oogpunt be langrijke voordeelen aan. Misschien meent men dat wij daarvoor partij trek ken, om alzoo te meer invloed te kunnen uitoefenen. Doch dit is volstrekt niet zeker. In sommige dis tricten zullen we winnen, maar in andere verliezen. Zoo zou er voor ons groote kans zijn om b. v. te Leiden en te Amersfoort het onderspit te delven. Doch wil men eerlijk zijn, dan mogen bij geen der partijen zulke berekeningen gelden, De Grondwet en de natuur van ons Staatsrecht eischen, dat zooveel doenlijk de geheele natie vertegenwoordigd worde. Zal echter dat gevoel van eerlijkheid in de 2de kamer voorzitten bij de behandeling der concept kieswet Onze vrees is sterker dan onze hoop. Toen de onderwijswet werd ingediend, ging er een gejuich op. De bladen haastten zich den indruk eu deze was niet van de beste mee te deelen, dien de wet op hen gemaakt had. Het gold ook een wet waar van men een partij wet gemaakt had, die als oor logswerktuig moest dienen tegen het ministerie. De kieswet wordt echter als nogdood gezwegen. Dat verraadt tactiek. De wet moet in de doofpot. Eerst de onderwijswet in behandeling genomen. En daar met deze het ministerie moet vallen, kan de kieswet blijven rusten, om later aan 't komend liberaal ministerie de gelegenheid te geven een andere in te dienen, waarbij de belangen der partij beter -worden gebaat. Dien weg wordt het op gestuurd. Men kan dit waarnemen uit een artikel in Het Yade r 1., welk blad het stilzwijgen verbreekt en den aanval begint. Het noemt de wet „een groote stap achteruit," reactionair en toch tegelijkertijd revoluti onair. Overal, zoo heet het, is de vrijzinnige partij voor groote districten in de bres gesprongen; en blind voor de ervaring van zoovele jaren, dient de minister een kieswet in, die ons zou terugvoeren tot vóór 1850. De liberalen hebben derhalve berekend, dat zij door de nieuwe indeeling der kiesdistricten verliezen zullen; wellicht loopt zelfs hun meerderheid in de kamer gevaar minderheid te worden. Vandaar dit begin van oppositie. Straks zullen de andere bladen van die kleur op dit aambeeld hameren gaan. En of dan de Grondwet verkracht wordt, die 84, en niet 80, leden der 2de Kamer eischt wat doet dit er toe, zoo 't partijbelang daardoor schade zou kunnen leiden. Het zal derhalve noodig zijn, dat alle organen, die niet in 't liberaal partijgareel loopen, op onverwijlde behandeling der kieswet aandringen. En dan dient een der Kamerleden, die werkelijk voor recht voor allen is, in. de Kamer 't voorstel te doen, om onverwijld ten deze handen aan 't werk te slaan. Men zegge niet, dat wij deze wijze van doen aan bevelen, om daardoor de behandeling der onderwijs wet te verschuiven. Wil de liberale partij haar parti- pris doorzetten, 't zij zoo. Maar dan de behandeling der kieswet. Met eenige voortvarendheid kunnen beide wetten in deze zitting nog afgedaan worden. De <lia XlXe Siècle bevat eenige bijzonderheden aangaande de uitbreiding van het protestantisme te Sevilla. De anglikaausche mis sie heeft drie roomsohe kerken aangekochtdie der Ascension, een grootsch gebouw, het fraaiste, dat de protestanten in Spanje bezitten, waarin tusschen de vijf- en zeshonderd hoorders plaats kunnen vinden en dat in het midden der stad gelegen is. Eerst was het voor den Engelschen eeredienst bestemd, maar het wordt thans voor godsdienstoefeningen in de Spaansche taal ingericht, welke in April aanst. zullen beginnen onder leiding van den predikant Jose Aguirela. Scholen voor kinderen van beiderlei ge slacht zullen in hetzelfde gebouw worden gevestigd. De tweede kerk is die van San Basilio, oud en tame lijk schoon, waarin sinds zes jaren reeds door een gewezen pastoor, Palomarès, in het Spaansch het Evangelie verkondigd wordt. In de kapel De los Marineres eindelijk, in de voorstad Triana, geschiedt zulks eveneens sedert verscheidene jaren. Men telt in de protestantsche gemeente eenige honderden avond- maalgangers, personen, die beschouwd kunnen worden als ernstige aanhangers der hervormde leer. (Sevilla is eene stad van meer dan 118,000 inwoners.) Bui tendien hoopt men eerlang in twee andere wijken kerkgebouwen te kunnen openen, benevens verscheidene nieuwe scholen. De reeds bestaande worden reeds door meer dan duizend kinderen bezocht. Dc regee- ring, of de roomsche kerkelijke autoriteit, welke vroe ge:.- niet aan het stichten van scholen dacht, heeft nu dadelijk het voorbeeld der protestanten gevolgd, doch over het algemeen staan hare inrichtingen onder zoo slechte leiding, dat vele ouders na opgedane onder vinding aan de protestantsche de voorkeur geven. Door dezelfde Engelsche zendings-vereemgmg zal eene kweekschool voor onderwijzers te Sevilla worden ge opend. In het jongste nummer van het maandschrift dc Vei je Kerk is een schrijven opgenomen, van een ongenoemde, die zelf vrijmetselaar zijnde, meent verraad plegen aan de zaak van Christus, welke hij thans is toegedaan, door langer te zwijgen over het doel eener corporatie, die in het duister werkt, liet oude refrein „Gij zult als God wezen" kenmerkt du vrijmetselaars- orde. Het doel der orde is niet geheim, het is om schreven in deze woorden overgenomen uit den Gids voor den leerling vrijmetselaar: „het menschdom te verbeteren en gelukkig te ma ken, op te klimmen in volmaaktheid, en naar het doel onzer bestemming te streven. „De middelen, die zij (de Orde) aanwendt om dit groot en edel doel te bereiken, zijn de volgende: voortplanting van ware verlichting en beschaving; strijd tegen vooroordeel, sectengeest, eigenwaan, onge loof, dweeperij en bijgeloof; uitoefening van weldadig heid en menschenliefde door stoffelijke, maar bovenal door geestelijke middelen; inspanning tot het verkrij gen van zedelijke vrijheid." Humaniteit dus, opklimmen in volmaaktheid, is de geest die de orde bezielt. Van verlossing en val, van Evangelie en Christus wordt nergens gesproken. De vrijmetselaar is volgens het officieële leerboek een mensch, die vrij zijne gevoelens durft zeggen, een be minnaar van zijn vaderland, trouw aan het gezag, vriend van alle deugdzame menschen, zonder rang en stand in aanmerking te nemen; indien de vrijmetse laar een dogma heeft, het is dit, men kan met elk kerkgeloof een goed burger, een braaf huisvader, een nuttig lid der maatschappij zijn. De vrijmetselarij kent een opperbouwmeester des heelals, de vrijmetse laar behoeft geen Deist (godloochenaar) te zijn, hoor slechts „De naam van mensch is een eereuaam: het leven ons gegeven, een onwaardeerbare schat; dc roeping ons gesteld, een heilige roeping. De geest, die in ons leeft, is een geest der eeuwigheid, die geen oogen- blikkeu kent en geen individueelen toestand erkent. Het is een heilige eenheid, die in het wijde uit spansel heerscht en gebiedt, het is een roeping, ecu plicht, een God! „Een God, wij dus God, verstaan wij dit goed? 1 )e mensch is van Gods geslacht; de geest des menschen is de geest Gods, is ondeelbaar. Wij menschen vormen te samen, geestelijk gesproken, met het groote Wezen één geheel. De sagen, de mythen, het sombere volks geloof het zal alles eens wegvallen voor dat bewust zijn Wij zijn God!" Zij is erger dan godsdienstloos, zij is Godslasterend. Hetzij ons vergund aan het artikel in de vrije kerk deze opmerking te voegen Ook bij de vrijmetselaars- orde openbaart zich, gelijk bij heel den strijd onzer dagen, dit verschijnsel: De liberalen en orthodoxen,

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1