(1 IS IS11LR-HIST0Si ISI]II BL AD.
Dinsdag 20 Februari.
1877.
HET ZUIDEN,
eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
3ND ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden francoƒ2,
Enkele nominers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
MIDDELBURG.
Prtjs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 19 Februari 1877.
Wekelijksch overzicht van de
christelijke pers.
Men kan merken zegt het kerkelijk Week-
ail dat dr. Kuyper in de kamer is; of hij al ter-
tnd begonnen is met zijn radicalen aard te doen
jken tegenover elk halfslachtig conservatisme, dur
wij niet beslissen, schoon het wel mogelijk is
zijne stem aan de sectie, waarin hij zit, een li-
raal tot president bezorgde. Uit dankbaarheid daar-
or zeggen de conservatieve bladen is dan
k aan dr. Kuyper eene plaats onder de rapporteurs
er de schoolwet gegund. De nota is blijkbaar van
ne hand, althans zijns geestes. Terecht stelt de
ta de staatsrechtelijke gelijkstelling tusschen de
utralisten en niet-neutralisten ak de onafwijsbare
orwaarde ter hnnner medewerking tot het verbete-
a van het onderwijs. Zij de onderteekenaars van
nota verlangen dat het Rijk zich in dezelfde
rhouding plaatse tegenover de bijzondere als tegen-
er de openbare school, in het bijzonder wat salaris
pensioen betreft.
Zij stellen dus voor als late Artikel: „De zorg der
erheid voor het lager onderwijs strekt zich uit tot
de bevordering van de opleiding van het onder
kend personeel; 2o. de uitreiking van verlofacten
t het geven van onderwijs; 3o. de uitbetaling van
ne vaste jaarwedde van Rijkswege aan alle onder
volgens bij deze wet vast te stellen iegelen,
de toekenning van pensioen aan alle onderwijzers,
eneens naar bij deze wet vast te stellen regelen
het houden, door de gemeenten, van scholen, zit-
aatsen opleverend voor alle kinderen, wier ouders
voogden openbaar onderwijs voor hen begeeren; 6
houden van toezicht op het onderwijs."
Er zou dus nog al wat voor rekening van de ge-
of van de particuliere veerkracht blijven,
it is zeer goed gezien. De gelijkstelling tusschen
>enbaar en bijzonder zou wel niet volkomen zijn,
aar men was toch, werd het voorstel aangenomen,
weg, om daartoe te geraken. Overigens, daar het
ons overrompeld heeft, moeten wij ons oor-
opschorten, en zullen wij in allen gevalle dienen
te wachten wat de vrienden, welke er zich niet
eê vereenigen konden, de hh. Bichon van IJssel-
onde, Saaymans Vader en Messcliert van Vollen
wen te berde brengen. Maar het spreekt van
If, dat niemand van hen zich met zulk een concept
zal, of liever, dat hij medewerken zal,
zulk een product aan den lande te schenken. De
miskenning van onze ethische bezwaren is
groot, dat wij tot een algemeen petitionnemeut
Lviseeren moeten, niet om in de taak van den wet-
iver te treden, maar om den conscientiekreet te doen
joren; het zwijgen der natie zou nu gelijk staau met
\re wegcijfering, en het zedelijk rechtsgevoel op on-
wijze verstompen.
In zake de weezen verpleging (zie ons
persoverzicht) verklaart hetzelfde blad, dat de
rculaire niet bedoelt: weezenverpleging gelijk b. v.
s heer van 't Lindenhout, maar de Christelijke liefde
l te roepen voor heerlooze onverzorgde kinderen. Zij
il zooveel mogelijk zelfstandige werkzaamheid be
rderen, cn lokale veerkracht, sympathie wekken in
woord. Blijkt het. dat er veel medewerking komt
dus vele kinderen verzorgd moeten worden,
il er ook wel een gesticht moeten komen,
de hand van den correspondent der Rott. cou-
«reekt ook het Wageiiautgscla Weekblad
ijnsel dat in de 2de sectie der Tweede
liberaal tot president is gekozen, hoewel
itond uit 7 liberale en 9 anti-liberale
ner die onder de anti-liberalen geteld
de conservatieven eene kniebuiging
hebben gemaakt. Het blad laat
.dus uit:
Doch iu stede van deze handeling van dr. Kuyper
af te keuren, gelooven wij veeleer dat, zoo wij in zijn
plaats geweest waren, er veel kans zou hebben be
staan om te doen, wat men meent dat hij gedaan
heeft. Niet dat wij met de liberalen en hun eerlijk
heid zoozeer zijn ingenomen. Verre vandaar. Maar
bij de conservatieven of bij de „anti-liberalen" ons
zoo goedschiks te laten iudeelen en met hen één lijn
te trekken, bevalt ons ook niet. Wij heeten anti-
revolutionairen en niet anti-1 ib eralen,
wat een hemelsbreed verschil maakt. Tegen de grond
beginselen der Revolutie en voor 5 t echte libe
ralisme te zijn, sluit niet alleen elkander niet uit,
maar sluit elkander veeleer in. En 't heeft ons leed
genoeg gedaan, dat dc meeste onzer vrienden in de
Kamer dit te weinig lieten uitkomen, maar meestal
met dc anti-liberalen écn lijn trokken, zich bij hen
lieten indeelen.
„Doch de liberalen zijn niet liberaal!"
Toegegeven, althans van de meesten. Maar is deposi
tie die zij tegenover ons hebben ingenomen, niet
althans voor een deel, ook daaraan te wijten, dat
onze kamerleden zich in alles zoo beslist tegen
over hen stelden en met de conservatieven één partij
vormden Wat wij ten deze onlangs schreven in be
trekking tot de positie, toen door onze geestverwanten
in de kamer ingenomen tegenover den minister van
koloniën, stelt dit in 't helderst licht. I)r. Kuyper
zal zich evenmin als wij, door 't zoet gefluit der con
servatieven laten verleiden, om met hen tegenover de
liberalen front te maken.
Of zou onze afkeer van 't illiberalisme door libera
len ons moeten dringen om, van twee kwaden 't
miuste kiezend, de conservatieven te steunen? Maar
dan de geschiedenisDe conservat. organen hebben
voorzeker over de onderwijskwestie in den laatsten
tijd uitnemende artikelen geleverd. Maar zijn deze ook
de uitdrukking van de gevoelens der conservat. Ka
merleden Eu dan de Casembroot's „Bedeston
den, Stomme Honden!" terstond na zijn ver
kiezing ons voor de voeten geworpen. Ook zijn we
nog niet vergeten met welke felheid een coryphee dier
richting, mr. Wintgens, ons steeds in onze hoogste
belangen gekrenkt heeft. Die partij had altijd goede
woorden voor ons veil voor de verkiezingen, om die
na de verkiezingen te vergeten. En wat alles af
doet we staan principieel tegenover het conserva
tisme, niet tegenover het liberalisme. Neigen we nu
en dan tot het eerstgenoemde, het is ondanks onszelf
om der personen wil, die er de dragers van zijn en
onder wie men uitnemende mannen telt, nooit om
de beginselen, waarvan het uitgaat. Het kan niet ge
noeg herhaald worden, dat de echte anti-revolutionair
een man van den vooruitgang is en een vijand van
den ouden sleur, een vijand van den slakkengang dei-
echte conservatieven.
Aangenomen dus, dat dr Kuyper liever een liberaal
dan een conservatief veel doet hier ook af welke
conservatieve grootheid dit was heeft gekozen, dan
heeft hij in deze niets misdaan, is hij getrouw ge
bleven aan zijn beginsel, en heeft hij allerminst ver
diend zoo hatelijk bejegend te worden, als dit door
bedoelden correspondent, is geschiedt.
Yoor korten tijd is door dr. Schaepman ge
zegd dat mr. Groen van Prinsteren, zijne Roomsche
landgenooten over de Moerdijk had willen jagen. Dooi
de Standaard en den heer Gunning is tegenspraak kort
maar krachtig op dat beweeren geleverd. Thans komt ook
dr. A. Kuyper in de Staaadkiai'd den heer Groen te
gen deze beschuldiging verdedigen. Verschillende citaten
uit de werken van den heer Groen van Prin-
sterer worden daartoe aangehaald. In hetzelfde schrij
ven vinden we de belofte van dr. Kuyper om uit Ni
ce, werwaarts liij weder tijdelijk vertrekken zal. eer
lang zijne denkbeelden over de houding, die door den
stand der onderwijskwestie, met de verkiezingen voor
de deur, ons Christenvolk geboden is, te schrijven.
De 60ste verjaardag van Z. tëïï. desa Meaisag
werd heden te Middelburg op de gebruikelijke wijze
gevierd. De parade werd niet gehouden door het on
gunstige weder. De leden der socicteit uit het kader
der dd. schutterij ouder de zinspreuk „door wapens
vrienden" zonden een telegram van gelukwenschiug
aan Z. M. In de abdij voerde het muziekcorps dei-
schutterij eenige stukken uit. Wij vernemen verder
dat de militaire vereeniging heden avond haar jaar
feest viert, en de sociëteit uit het kader der schutterij
zich aan een souper vereenigen zal.
Uit Z. Beveland meldt men ons het volgende:
Voor een ruim bezette zaal belangstellenden trad
de heer Marlet Vrijdag avond te 's &rayeiap®3d!eï*
op, om aldaar eene voordracht te houden hoofdzake
lijk over het vee. Bij de opvoeding der dieren goed
boek te houden was volgens den heer Marlet een
eerste behoefte, men moet niet altijd vragen wat een
dier direct kost, maar wat het kost gedurende zrju
leven; daardoor wordt het soms onthouden wat het
zoo noodig heeft: een goed stikstoflioudend voedsel;
in het breede sprak de lieer Marlet hierover en waar
schuwde tevens om ook op te passen dat de dieren
vooral ook niet te veel krijgendat te veel komt
op den mestput, en heeft hoogstens de helft of Va
van de waarde meer als mest.
Een goede behandeling is even als voor het
land voor een dier hoogst noodig eene ruwe be
handeling, daar kan het dier niet tegen, onverschillig
of men er diensten van heeft of niet, vooral het kalf
moet het soms duur bekoopen, spy. noemde dat on-
raenschelijk, hoogst afkeurenswaardig. Zeelands ligging,
zoo kort bij Engeland, was het, waar de heer Marlet
op wees voor de veefokkerij, wanneer de boer zorgt
dat hij goed behandeld vee heeft, dan kan hij daar
mede op de wereldmarkt concurreercn. De landbouw
behoeft niet ongerust te wezen dat de aanvoer uit
Amerika daar invloed op zal uitoefenen; het Ameri-
kaansche vleesch zal gemakkelijk genoeg van de markt
verdwijnen even als het zoogenaamde buffelspek.
Een goede, zuivere stalling, daar vestigde de heer
Marlet vervolgens de aandacht op, zoo mogelijk, be
schoten daken zijn zeer aan te. bevelen, frissche lucht
daarin is eene eerste vereischte, racn moet echter met
het luchten zeer voorzichtig te werk gaan, stallen
waar het zeer broeierig is mag men niet op eens ge
heel openzetten. Vooral drong spreker er op aan «lat
de pachtheeren zorgen voor goede stallen, zij kunnen
daarvan ook even goed als van hun land renteu vorderen.
De huid goed zuiver houden, kammen, borstelen
en ware het mogelijk ook wasschen, is ook een aller
eerste behoefte voor het dier, daar vooral ook heeft
de landbouwer op te letten.
Het dier is eene machine, daar krijgt men vleesch,
spek, wol enz. van en zal men nu zulk een machine
bederven? het dier is in alles afhankelijk en hij, zeide
spy. ook nog onder meer, die het best met het ver-
teeringsvermogen bekend is, die zal het beste voede
ren, het-dier is geen kunst-product, het is een pro
duct der natuur en daarom is iedere verkeerde be
handeling van één enkel deel uadeelig voor het ge-
heele dier.
De rede geheel terug te geven zou moeilijk gaan,
de redactie zou dan verplicht wezen haar gelieele blad
er voor in te ruimen, daarom heb ik hier de voor
naamste punten daarvan aangestipt, mogelijk kunnen
die een of ander van dienst wezen. Ten slotlc kan
ik ieder aanbevelen de lezingen van den heer Marlet
bij te]] won en, men zal bij genoemden lieer niet aan
treffen, wat men bij den beer van Oijen zoo hatelijk
begint te noemen.
Tot wering der veepest aan dc noordelijke gren
zen des lands zijn detachementen militairen (infante
risten en huzaren) ter beschikking gesteld van den
Commissaris des Konings in Groningen.