lerli, geboot fit jocndiiM). GEMENGDE BERICHTEN. Het Staatsblad No. 17 bevat een Kon. besluit van den 3dcn Februari 1877, houdende vaststelling van nadere bepalingen tot beteugeling der longziekte onder het rundvee, met intrekking der Koninklijke besluiten van 17 April 1874, Staatsblad No. 59, van 9 October 1874, Staatsblad No. 132 en van 30 Juni 1875, Staatsblad No. 120. Daarbij is liet volgende bepaald Art- "1. Zoodra een stuk rundvee door longziekte is aangetast, is de eigenaar, houder of hoeder ver plicht al het rundvee, hetwelk dientengevolge in ver dachten toestand is geraakt, door een geëxamineerden veearts tc doen inenten, indien de burgemeester dit beveelt. De burgemeester wint, alsvorens dit bevel te geven, het advies van den districts veearts in. Ter voldoening der kosten van door den burge meester bevolen inënting, zal voor elk rund de som van vijftig centen uit 's Rijks-schatkist worden uitbe taald. Indien geen geschikte entstof voorhanden is. ter beoordeeling van den districts-veearts, verleent de bur gemeester uitstel der inënting, totdat die stof aanwe zig is. De districtsveearts voorziet den veearts, met de inënting belast, zoodra mogelijk van goede entstof. Voldoet de eigenaar, houder of hoeder niet aan stonds aan de in dit, artikel hem opgelegde verplich ting, dan geschiedt de inënting door de zorg van den burgemeester, onverminderd de tegen den nalati ge in te stellen strafvervolging. Art. 2. Indien van longziekte verdacht rundvee in de weide niet voldoende kan worden afgezonderd, ter bcoordeeling van den districtsveearts, moet het, onder de op advies van dezen door den burgemeester te bepalen voorzorgen, naar een stal of ander'gebouw worden vervoerd en aldaar afgezonderd blijven tot na den afloop van den termijn, vermeld in art. 5 van liet Kon. besluit van 30 October 1872, St.bl. No. 105. Beroepen tot pred. bij de N. II. G. te: Yerseke Os. Wisse St. Laurens. Montfoort P. C. v. d. Horst Gorinchera. Strijen J. G- Onncl St.. Maartensdijk. Aangen. liet her. tot pred. bij de N. H. G. te: Oostburg K. \Y. Halslijn Vreeswijk. Bed. voor het her. tot. pred. bij de N. li. G. te: Bergschenllek A. E. v. d. Dassen Harmeien. Goes A. W. L. Talma Voorst. Gicssen B. A. «Ie Jong Krimpen a/L. Beroepen tot pred. bij de C. G. G. te: Uithuizermeeden li. u, de Jonge Driesum. Men schrijft ons uit Vlissingen dato 12 Febr.Oe Samarnng is eindelijk aangekomen met verlies van cenige zeilen en een anker. De geruchten, die spra ken van 't. vergaan van bovengenoemd schip, zijn dus, gelukkig voor de familie der bemanning, niet bewaar heid. De „Minister Fransen van de Putte" is in den laatsten tijd niet bijzonder gelukkig geweest. Eerst lieeft liet schip rustig aan de kade te Middelburg liggen wachten tot het. droogdok gereed zou zijn; toen heeft liet cenige weken daarin opgesloten gezeten; daarna is liet te Vlissingen in 't droogdok gerepa reerd. Het zeilde uit, doch was genoodzaakt de reis te staken en terug te kecren om te lossen en weer hersteld te worden. En eindelijk Zondagmorgen dreig le het omver te vallen in het dok alhier, om dat men te weinig lading in 't schip had gelaten. Dadelijk moest men aan het werk om de geloste spoorstaven weer te laden en 't schip voor omvallen te behoeden. Anders hadden zeker de dichtstbijzijnde heerenbuizen grootc schade geleden. Wij, die aan geen toeval kunnen gelooveu, wij zien cenig verband tus- schen het schenden van den Zondag en de tegenspoe den van dit schip, 't Is toch geen kleinigheid te noemen dat een vaartuig van ongeveer 500000 gul den eenige maanden achtereen renteloos ligt. Dat is zoo ongeveer f 150 per dag en dan nog de reparatie. Moge de les worden begrepen door belanghebbenden, opdat, wat op andere dagen kan gedaan worden, niet weer op Zondag geschiede Nadat op de jongste Nuts-vergadering te Zie- rikzee door ds. C. Snellen de beginselen van het Multapatior-bond ter sprake waren gebracht en de wensclielijkheid was uitgesproken van het houdeo ee- ner openbare samenkomst van belangstellenden, ten einde deze zaak meer in bijzonderheden te bespreken, heeft zich een commissie gevormd, waarin, behalve ds. C. Snellen, ook de lieeren dr. W. K. J. Schoor, mr. B. C. Cau, J. H. C. Heijse, alsmede drie werk bazen en twee landbouwers zit ring hebben genomen, en had Vrijdag avond in de concertzaal alhier de bedoelde openbare samenkomst plaats. Naar den toe loop te oordeelen, was er vrij wat belangstelling; men zag in de zaal ook vele werklieden, zoodal de verga dering niet uitsluitend bestoud uit menschen, die den medicijnmeester niet van noode hebben. De vergade ring werd geleid door ds. C. Snellen, die nogmaals met warmte liet streven van het Multapatiorbond in het licht stelde. Achtereenvolgens werden nu eenige vragen in overweging gegeveu en besproken, o. a.: Wat kunnen werkbazen doen om het drankgebruik der werklieden tegen te gaan Zou het bier volksdrank kunnen worden Kan er ook iets gedaan worden door volksvoordrachten, verspreiding van geschriften en der gelijke middelen? Zou het wenschelijk ziju dat hier een afdeeling van den Multapatior-bond gesticht werd; of wellicht een zelfstandige plaatselijke vereeniging in den geest van Multapatior Over deze punten werden onderscheidene min of meer belangrijke meeniugen uitgesproken, en ten slotte werden vier commissiën benoemd, om over deze vragen rapport en advies uit te brengen in eene daartoe bijeen te roepen volgende vergadering. Zaterdag deelde bet N. v. d. D. nadere bijzon derheden mede omtrent den diefstal ten nadeele der Kanaalmaatschappij. „Het is thans uitgemaakt zegt bet blad dat er 170 aandeelen van f 1000 uit de brandkast der Maatschappij zijn genomen en verkocht door den secretaris. Een 150tal dezer aan deelen behoorden aan de Maatschappij. Deze waren o. a. door haar aangekocht, niet tot conversie maar als geldbelegging. De 30 overige aandeelen wa- en door directeuren daar gedeponeerd. De diefstal moet over eenige jareu loopen. Sedert wanneer, zal het gerechtelijk onderzoek eerst kunnen bewijzen. De beweegreden schijnt zucht tot weelde te zijn. „De directeuren, wier onbeperkt vertrouwen gevestigd was op den secretaris, merkten wel zijn weelderige levens manier op, doch waren door kem in de meening ge bracht, dat hij buiten zijn beduidend inkomen boven dien vermogend was. Dit is dan ook oorzaak geweest, dat het pakket aandeelen in de brandkast nooit dan oppervlakkig .werd nagezien De boven.opliggende nom- mers waren ter loops geverifieerd en deze waren al tijd in orde. De diefstal had altijd plaats uit de onderste laag van den stapel. Daar de gearresteerde niet in 't bezit was van den sleutel van de brandkast moet het wegnemen hebben plaats gehad op bet oogen- blik dat hem de sleutel werd toevertrouwd om uit die kast papieren of bescheiden te nemen of te ber gen. De laatste maal dat dit geschied is moet dit hebben plaats gehad op een oogenblik, dat een paar bestuursleden der Maatschappij bij het raam stonden te praten, met den rug gekeerd naar de plaats waar de kast stoud. „Een toeval beeft tot de ontdekking geleid. Wegens een familiefeest, dat de gearresteerde te Parijs was gaan vieren, werd liet secretariaat tijde lijk waargenomen. „In de directie-vergadering kwam de aanleiding tot dit feest ter sprake, en als bewijs hoe weinig wantrouwen er toen bestond, ook de vraag of men den secretaris niet gezamenlijk een geschenk zou aanbieden. „Al pratende kwam men er zoo toe naar de aandeelen te zien. Zij waren als al tijd oogenscliijnlijk in orde. „Een der directeuren drong er den volgenden dag op aan, de stukken eens na te tellen. Dit geschiedde en toen bleek het treurige feit." De volgende etirieuse aanvraag om kwijtschelding van plaatselijke directe belasting is bij den raad te Leiden ingekomen: „Ik ondergeteekende, wed. „Neem bij deze de vrijheid tot UEdel Achtbaren lieeren te wenden met beleefd verzoek om vrij te zijn van de lasten die geheven worden van stadswege. Daar ik mijn brood moet verdienen onder de menschen om uit werken te gaan en een ziekelijke dochter ten mijne laste, is het mij onmogelijk om het een of ander voor de stad op te brengen, daar ik op kamers woon en van oude afgedankte meubelen of anderszins, die ik hier en daar in mijne werkhuizen krijg, mijne kamers mede opschik dat altijd bij mij in gezeten heeft om zooveel mogelijk te blijven die ik ben en niet mijne arme verdiensten maar weggooi of verspil, daar ik ook in het vorige jaar geteisterd ben geweest om eene belasting te betalen van circa f 12 en waar ik niet aan voldoen kon maar wat is daar de uitkomst van geweest, dat ik vijf dagen een agent van politie iu huis gehad heb, lot bewaring van mijn arm nederig boeltje wat ik hier en daar gekregen heb, waarop mij toen ten antwoord werd gegeven door den deurwaar der G., dat en dat is nog wat van waarde, dus ik zoude alles en alles hebben kunnen verkoopen om tot bedrag te komen, maar gelukkigerwijs ben ik gehol pen waar ik nog dagelijks voor boeten moet. „Dus Edel Achtbaren Heeren uwe hulp inroepende om in dit geval te voorzien dat ik niet zoo geteisterd wordt als verleden jaar." „Verblijf met achting, enz." De betrokken persoon is over 1876 aangeslagen voor een som van f 3.69, omdat de schatters baar mobilair op een waarde van meer dan f 50 stelden en zij dus niet in de termen van vrijstelling viel. Het Vad. zegt, dat eerlang het algemeen depot van discipline van Naarden naar Medenblik verplaatst zal worden. Een liefhebber van de ooft'.eelt beeft de volgende waarschuwing gegeven. Eveu> voorjaren breekt ook nu de rijd weer aan, met vrucht jacht kan maken op de eiernes ringrups, die gewoonlijk onze appel- en peereb teistert. Het wijfje van den vlinder, die zich u poppen dezer rups ontwikkelt, kleeft de eieren ono jarige loten der hoornen iu een ringvorm waai7 reeds tegen het einde van April de rupsen kunn voortkomen, die gezellig langen tijd in nesten leve/' en ook als zoodanig gemakkelijk vernietigd kunnet worden. J. Twee wijnkooperskneclits waren te Arnhem bezL met het vervoeren per handkar van twee vaten wijnh Op den hoek van de Koningsstraat gekomen, trok een van hen beiden in eene verkeerde richting aan het touw van den wagen, waardoor de andere knecht de hoornen der kar tegeu het lichaam kreeg en viel de beide vaten rolden hem op het hoofd. Na er on der uit getrokken te ziju, bleek het, dat het vleescb van het voorhoofd, een der oogleden en de bovenlip was opengescheurd, terwijl de neus van onder tot boven was opengespleten. Na in de politiewacht op de Bovenbeek gebracht te zijn, werd hem de eerste geneeskundige hulp door den heer dr. van Santen en chirurgijns van der Linden en van Nievelt verleend, waarna de patient naar zijne woning is vervoerd. Volgens de Maasb. maakte eene dame, mevr. de M, te Rotterdam zich zoo boos over het gedrag van haar dienstbode, dat zij krankzinnig werd en naar Delft is vervoerd. Naar wij vernemen hebben de ministers van bin- nenlandsche zaken, van buitenlandscke zaken en van finantiën jl. Woensdag en Donderdag langdurige con- ferentiën gehouden met den directeur der Exploitatie maatschappij, waarin naar men vermoedt de vername van het Nederlandsch gedeelte van den Grand Central Beige zou zijii besproken. D, v. Z. H. Aan bet strand nabij 't Eierland is een lijk aangespoeld, dat reeds in vergevorderden staat ran ontbinding verkeerde. Ook zijn aldaar een paar scha pen aangespoeld, benevens eenige balker. en wrakhout. Uit de stoomboot Iceland is, naar men zegt, bij de jongste stormen 't gebeele dek geslagen. Aangaande het vergaan van het stoomschip Ulys9es verneemt liet Handelsblad van bevoegde zijde nog eenige belangwekkende bijzonderheden. Na op verschillende plaatsen in de Middellandsche Zee lading te hebben ingenomen, hoofdzakelijk be staande uit wijn, olijfolie, sinaasappelen en lood-erts, verliet liet stoomschip Ulysses den 22sten Januari jï. Cadix, met bestemming naar IJmuiden. Bij Dunge- ness werd een loods aan boord genomen en koers gezet naar bedoelde havenmond. Gaandeweg evenwel werd liet weder zóó stormachtig dat noch kapitein noch loods het raadzaam achtten op de Noordzee hoofden aan te houden, en derhalve werd besloten dóór te gaan naar bet Nieuwediep. Bij het naderen van den Hollandschen wal op de hoogte van Egmond en Petten werd bet „gezicht" evenwel zóó slecht en kwam de storm thans uit bet N.W. met zulk eene woede opzetten, dat kapitein en loods overlegden niet verder dóór te loopen, doch liever op zee te blijven. Men stroomde dus tegen wind en zee op om de West. Hoezeer de storm nog voortdurend scheen toe te ne men, bleven schip en machine zich goed houden eri werd nog steeds eenige vooruitgaug bespeurd. Ten ongeveer 9 uur des avonds yan den 30sten bleek echter op eenmaal, dat bet stuurgerei onklaar was geraakt. Onmiddellijk werden de gereedliggende stuurtalies ingeboekt (het acliterstuurrad was reeds vroeger door eene zee weggeslagen) en daarmede werd, na schier bovenmenscbelijke poging, het schip, dat dwars-zee'sch was gevallen, zoo goed mogelijk weder met den kop om de West gebracht. Het is in dien tijd, terwijl bet schip stuurloos lag, dat de gezagvoerder met een stuk der reeling, waaraan hij zich vasthield, door eene stortzee die tevens nog eene sloep medenam over boord werd geslagen. Vroegere stortzeeën hadden ook reeds logieskappen en machinekap ingeslagen en gedeelten der reeling medegenomen. Omstreeks 12 uur des nachts was liet roer met de stuurtalies niet meer te regeeren en was „stranding" alzoo slechts een kwestie van tijd geworden; duidelijk zag men de vuren van Egmond dan ook meer en meer naderen. Omtrent het tijdstip zelv^, waarop de stranding heeft' plaats gevonden, loopen de inlichtingen nog al uit-g een; vermoedelijk heeft fu t schip ten pl. ra. 1 ure a I3 uur 30 m voor het eerst gestooten. Tot dat oogen-C blik toe schijnt de machine nog te hebben gedraaid! daarna heeft het personeel de machinekamer verlatenj en, met de overige bemanning, eene schuilplaats gej zocht op dek achter de dekhuizen en later in het tulji Het schip brak weldra met een zwaren slag in t en. Bij liet aanbreken van den dag werd hetj^^Ê van den wal gezien, en, nadat eerst nog vergjH pogingen waren aangewend om eene lijn^j^f schip heen te 'schieten, de reddingboot tej|fl bracht en daarmede de bemanning, bestrJ^H personen en de loods, gered. De l^flfl machinist, de 2de stuurman, bciu^^H

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 2