Rismui- Zaterdag 27 Januari. 1877. schijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen, js per drie maanden ft'dllCO2, kele nomtners- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, TE MIDDELBURG Prijs der Advertenties: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Ware liberaliteit is waardeering. Göthe. i ooit het liberalisme er toe komt om op wijze een gewijden canon tegenover onzen te plaatsen, dan zal Göthes naam in laden wel niet worden gemist. Men houdt hem. Maar of zijn woord dat we aan tioofd van dit opstel schreven ook een ?je krijgen zal, dat is niet zoo ze il van tweeën, of Göthe heeft het niet ten, (iets wat ik niet gaarne zeggen zou ioo'n groot man) of onze liberalen kennen t de les van hun meester. Waardeering lijkt er wat na, als we een stukje lezen et weekblad Vooruit" of een ingezonden als in ons jongste nommer verscheen, een liberaal van het zuiverste water. aardeeringuit louter waardeering wil men godsdienst en staatkunde als door een eêsclien muur gescheiden houdenwerkelijk s louter uit waardeering, dat men de pre- ït opsluiten wil in de Kerk, dat men eene •pe grenslijn trekken wil tusschen Christen urger. ït is misschien in het oog der bemin- van Göthe waardeeringdat men steeds tegenstanders onverdraagzaam noemt, dat ^en caricatuur teekent van de belijders het christendom, waarbij men hen voor als de mannen van ruwe vormen, zonder niet in staat om voor zich zeiven te en; en hunne voorgangers als levende koste van die groote domperige menigte, ^ïen slechts te vleien heeft. (t waardeering wordt niet zelden over de gesproken, waar men toch altijd hetzelfde zingt, of waar men er toch ook niets eet, of niets van meent, ir het genot van beierscli bier kunt ge 'ege de ongebaarde produkten onzer hoo- rgerscholen van hunne liberaliteit hooren S", en daarin den maatstaf vinden voor waardeering. een beetje meer eerbied voor den mees- in zich niet zoo gemakkelijk tooien met die in de mode is, was misschien wel Nu krijgt het zoo al den schijn n,al zijn niet anders beteekent dan: ast tegen de bekrompenheid, die men wel gelieft toe te dichten, dus al- negatiefs, en Göthe bedoelde iets Het mahonyliouten kistje op vier zilveren voetjes en voorzien van zilveren hengsels, dat het stoffelijk over schot van het ontslapen kind bevatte, weid vervoerd in een eenvoudigen lijkwagen. Aan het station werd het door zes dragers overgenomen en in den afzon derlijken wagon geplaatst in tegenwoordigheid van Z. D. H. Prins von Wied, den Hofmaarschalk van Z. K. H. Prins Ffederik. graaf van Limburg Slirum, dc adjudanten van den Prins, baron Taets van Ame- rongen en kolonel Roosmale Nepveu, den Burgemees ter der residentie in ambtsgewaad en eenige andere autoriteiten. Een zilveren plaat op de lijkkist duidt naam, datum en plaats van geboorte en van overlijden aan, doch was onzichtbaar door de kransen en bloemen, waa .mede het kistje als overdekt was. Prins von Wied en de Hofmaarschalk, graaf van Limburg Stirum, ziju met dezelfden trein als waar mede de afgestorvene vervoerd werd, naar Neuwied vertrokken, ten einde tegenwoo .dig te zijn bij het bij zetten in het familiegraf. De Tweede Kamer der Staten-Generanl is tot hervatting harer werkzaamheden bijeen geroepen op Dinsdag 5 Februari a. Indien het Vaderland goed ingelicht is zal de Kamer zich, behalve met de wet op het lager onderwijs, ook met liet ontwerp van eene nieuwe kieswet kunnen verheugen. Behalve de twee vaste leeraars, wier benoeming wij reeds hebben gemeld, zijn dezer dagen nog tot tijde lijke leeraars aan de rijkskweekschool voor onderwij zers te Middelburg benoemd de heeren: II. J. Kirrwald in muziek en zang, M. Vlamings in liet teekenen en G. Keyzer in de gymnastiek. Voorts is tot concierge aangesteld J. Buijs. Ten gevolge van het in de vorige week te Breda gehouden vergelijkend examen, waartoe 39 van de 43 sollicitanten waren opgekomen, zijn als kweekelingen bij de gemelde kweekschool geplaatst: M. Lindhout te Tholen, A. Domensine te Wamel, A. J. P. dc Beste te Goes, L. van Oevèren te Colijnsplaat, C. Brakman Jz. te Groede, L. P. Akkersdijk te Heinenoord, H. L. E. Dormaar te Middelburg, J. van der Schenk te Dirksland, P. den Engelsen te Emmikhoven, G. van de Putte te Oost- en West-Souburg, F. Kooijraan te Blciswijk, J. Kuit te Steenwijkerwold, W. C. de Graaff te Oud-Vosmeer, A. M. van Driel te Serooskerke (Schouwen), H. Spruitenburg te Nieuw-Vennep, M. M. Blankert te Cadzand, M. van Broeckhuijzen te Winsen, J. H. van den Bel te Kruiningen, D. Kot tier te Borssele en F. W. Buijze te Neuzen. Volgens de Standaard wenscht de heer vu sa Kmp- Rsarcl, lid van de tweede Kamer der Staten-Generaal voor liet kiesdistrikt Tiel bij dc aanstaande verkiezing- in Juni niet ineer iti aanmerking te komen. De Oostenrijksche gezant te 's Hage, vrijheer Vosa Haymerte, is benoemd tot ambassadeur bij het hof van Italië, en reeds daarheen vertrokken. Middelburg, 26 Januari 1877. daarom niet minder plechtig, •lijkje van den jeugdigen naar bet Rhijnspoor- Volgens de uitgewerkte en toelichtende staten, ge voegd bij het thans ook door de Eerste Kamer aan genomen Vllle hoofdstuk der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1877, zullen in den loop van dit jaar ter opkosu^tt ass wcrfeelijkesa dacausê worden opgeroepen de milicien-verlofgangers, behoorende tot de navolgende korpsen. 1. Tot het bijwonen van her- halings- en najaarsoefeningen Bij liet regiment gre- j nadiers en jagers 1450 miliciens voor 35 dagen, bij i elk der 8 overige regimenten infanterie 1585 miliciens I voor 25 dagen, bij elk 2 kompagnieën hospitaalsolda- ten 20 miliciens voor 35 dagen, bij elk der 4 regi- inenten huzaren 105 miliciens voor 30 dagen, voor elk der beide regimenten veldartillerie 220 miliciens voor 40 dagen, bij het regiment rijdende art. 70 mi liciens voor 40 dagen, bij elk der 3 regimenten ves tingartillerie 300 miliciens voor 30 dagen en 500 mi liciens voor 40 dagen, bij het korps pontonniers 100 miliciens voor 40 dagen en bij het bataljon mineurs en sappeurs 460 miliciens voor 40 dagen. 2. Tot samenstelling van het der militie, bedoeld bij art. 123 der militicwetBij elk der 3 regimenten ves ting-artillerie 320 miliciens van de lichting van 1875 voor 61 dagen. Voorts zullen de miliciens der lichting van 1876, tot samenstelling van het '/7 der militie, bedoeld bij art. 123 der railitiewet, in werkelijken dienst worden gehouden bij het regiment grenadiers en jagers, bij de overige regiin. inf. en bij het bataljon min. en sapp. gedurende 5 maanden en bij de overige korp sen van het leger gedurende het geheele loopende jaar. In een Maandag avond te Amsterdam gehouden verga dering van Burgerplicht is het 0234»ei'wi|s-we5sosal- w©s*p voor de vierschaar verschenen en veroordeeld. „Wat moet Burgerplicht denken van een voorstel, dat ons (de liberalen) achteruit voert?" zoo luidde het thema, waar de discussion verder op brodeerden. Het bewijst liet streven naar bevrediging van lin ker- en rechterzijde, maar het hinkt juist daardoor op twee gedachten, zoodat het ons met onwil vervult zeide de heer de Veer. Het is ongrondwettig, een revo lutionaire greep, de ondergang van ons nationaal schoolonderwijs, als men „ter beoordeeliug van dc behoefte aan openbaar onderwijs gelet wil zien op hetgeen het bijzonder onderwijs doet, en aanvullen wat dit niet voldoende aanbiedt." Een onderwijs dat, als niet neutraal, niet voor ieder toegankelijk is, is onvoldoende in den zin der Grond wet. De Staat heeft daarmede op zich zelf geen reke ning te houden. Het wetsontwerp kou, volgens spre ker, wegens verschil op hoofdbeginselen niet door amendementen aannemelijk worden gemaakt, want het strijdt tegen het karakter van den Minister, op het punt van de richting van het onderwerp rekkelijk te zijn en die prijs te geven. Het is hier nog een geheel andere zaak dan bij het hooger onderwijs. Zou zulk een verloochening van beginselen bovendien wensche- lijk zijn met het oog op de politieke moraliteit? Mr. J. A. Levy betreurde, dat van de heilige onderwijszaak een politieke kwestie werd gemaakt, alsook de wijze, waarop het ontwerp werd bestreden, en stelde de volgende conclusie voor „De kiesvereeniging Burgerplicht, hoezeer betreu rende „dat het volksonderwijs te onzent is gewordcu een politiek vraagstuk, erkent en waardeert ten volle, dat de Regeering iu het aanhangig wetsontwerp tot herziening dee wet van 14 Aug. 1857 (Staatsblad no. 103)lo. de geldelijke eischen der kerkelijke partijen afgewezen 2o. het hoofdbeginsel der wet van Augus tus 1857 onaangeroerd gelaten heeft. Uit dien hoofde is de kiesvereeniging Burgerplicht van oordeel, dat de Regeering een hernieuwd blijk zou geven van gezind heid tot gemeen overleg, indien zij goedvinden kon meer bijzonder, lo. aan art. 1 van het ontwerp toe te voegende allereerste beginselen der staat huishoudkunde 2o. art. 16 alinea 2 van het wetsont werp te doen vervalleu3o. de schoolgeld helling niet verplichtend te stellen." Van alle zijden bestreden de Burgerpliehters echter die motie, die zelfs „een courtoisie aan (den heer) Heemskerk" werd genoemd en dan ook werd verwor pen met 36 stemmen tegen ecu, die van den lieer Levy. En daarop werd de volgende conclusie met 26 tegen 12 stemmen aangenomen: „De Kiesver eniging, kennis genomen hebbende van het wetsontwerp op het lager onderwijs, is van oordeel dat het geen waarborgen verleent-, dat naar den eisch der Grondwet overal in het Rijk voldoende openbaar lager onderwijs zal worden gegeven."

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1