Donderdag 2d Januari. 1877. KENNIS IS MACHT. jrschijiit eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- Uitgever: Prijs der Advertentiën: d ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. a.lger-t wjedoiivg^, Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1—6 ■ijs per drie maanden franco2,te regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. ikele nommers- 0,07 MIDDELBURG. Liefdegaven 10 cents per regel. elijk nog korten tijd geleden de zalf en n van Holloway geacht werden goed voor kwalen en ziekten des lichaams te zijn, is nu de kennisop te doen door onder natuurlijk, het universeele geneesmiddel den geest. Kennis is machtdat is de ►te dooddoener, waartegen niemand iets te heeft, dat is het groote blok, dat de van vooruitgang u voor de voeten werpt, t ge een staat met een model-bevolking, Len een klein aantal jaren? Als ge maai den bouwtWilt ge de gevangenissen op- ïen en de rechters op wachtgeld gesteld Als ge maar scholen genoeg bouwtWilt len oorlog onmogelijk maken? Maakt de ischen dan zoo wijs dat ze voor geen itengril meer gaan vechten, en dat zul- ze worden, als ge maar scholen bouwt! t ge de jeneverpest uitroeien? o neen, dat iog niet gezegd. Zooveel macht schijnt het erwijs niet te hebben. En spreek mij nu tegen dat Kennis Macht is\ zeg nu niet dat onderwijs al heel wat is opgevoerd in de ste kwart eeuw, en dat dan nu toch wel 5 een klein begin mocht gezien worden van heerlijke geluksstaat. Dat komt eenvoudig lat de kennis nog geen macht genoeg ge- den is. Daar zijn nog veel te weinig scho- daar is nog zooveel schoolverzuim. Is kwaal in uwe streek misschien onbekend le school groot genoeg en worden alle kin- m onderwezen, dan ligt het zeker aan den erwijzerde man kan het ook voor zoo'n je geld niet goed doen. Is dat soms ook geval niet, dan deugt het schoollokaal niet; 'de kinderen er voor den geest winnen, iezen ze aan hun lichaam, en zoodoende en ze ook weder niet vooruit. Als het ook al niet scheelt, dan mankeert het aan gemeenteraad, den schoolopziener of de re- Die kennis heeft ook zooveel te overwin- eer ze een macht is. n als we nu het blaadje eens omkeeren, als ju eens vragen hoe het komt dat ondanks Hr onderwps tegenwoordig geschoten wordt Brupp-kanonnen, van welke elk schot f 300 Kis we nu de fameuse sommen eens nare- die de uitbreiding en instandhouding Haande legers kost; als we nu de 1000 ^■enever eens rekenen, die dagelijks in het ^fcn»volksonderwijs" worden uitgedronken; eens vragen of de heeren Emerique Hnart geen cijferkunst genoeg hebben nu< eens nagaan hoe menig ont- ^■^^Kiis^aden komt, waartoe hij Heling in staat is, hoe menig uitstekend leerling door kennis en bekwaam heid een vloek is geworden voor zijn land; als we nu de statistiek eens nagaan, die ons met onbedriegelijke cijfers de misdaden opsomt zullen we dan nog het eenige middel in kennis zoeken? Zullen we dan niet tot de erkentenis komen dat kennis een macht is, die zonder de vrteze Gods niet zelden alleen ten kwade wordt aangewend? Zullen we dan niet erkennen dat, zeker ook aan kennis, maar bovenal aan Christe lijk geloof en goede zeden, aan oprechtheid van gemoed, reinheid des harten, eerbied voor wat edel en goed is, eene natie behoefte heeft? Middelburg, 24 Januari 1877. Het stoffelijk overschot van den overleden Prins IIci*m<iua von Wied zal morgen-ochtend per trein van 7.45 langs den Rhijuspoor naar Neuwied ver voerd worden. De overbrenging van het Huis de Paauw naar het station zal in allen eenvoud plaats hebben. Z. K. H. Prins von Wied van Limburg Stirura, hofmaarschalk van Z. K. H. Prins Frederlk, zullen het lijkje vergezellen. De loting voor de untioualc militie zal, in de provincie Zeeland plaats bebben te Middelbnrg 9 Februari; Ylissingen 10 Febr.; Veere 12 Febr.; Kort- gene 14 Febr.; Zierikzee 16 Febr., Brouwershaven 17 Febr.; Tholen 19 Febr.; Goes 21 en 22 Febr.; Kap- pelle 23 Febr.; Hulst 26 Febr.; Axel 27 Febr.; IJzen- dijke 1 Maart en Sluis 3 Maart. De commissaris des konings in Zeeland heeft aan de burgemeesters in deze provincie eene cfpciilairc gericht, bevattende bepalingen in acht te nemen bij de onteigening en afmaking van longziek of van long ziekte verdacht vee. De hoofdinhoud van deze cir- cnlaire is reeds in ons vorig nummer vermeld. Onder dagteekening van 23 dezer is alle in- en doorvoer van vee, als schapen, bokken, geiten en van huiden, versch en gezouten vleesch, vet, mest, wol, haar, klauwen, hoornen en afval van genoemde dieren door de regeering verboden. Door de Duitsche rijkskanselarij is in den Reichs- Anzeiger bekend gemaakt, dat in den avond van den 18, de veepest te Berlijn in de stallen voor slacht vee geconstateerd is bij een rund, hetwelk op de beestenmarkt in aanraking geweest was met een uit Opper-Silezie aangevoerd transport ossen. Terstoud zijn de vereischte maatregelen genomen, om de ver dere verspreiding der ziekte te verhoeden. Hetzelfde blad bericht, dat een landeigenaar in Opper-Silezie, die, niettegenstaande het verbod van invoer van vee, een aantal runderen over de grenzen had weten te krijgen, in hechtenis genomen is en gerechtelijk vervolgd zal worden. Donderdag middag hield de heer Marlet eene land bouwkundige voorlezing, thans te Biezelinge, over de aapcljappeïtcelt. De stampvolle zaal, zoodat vele hoorders zich met staanplaatsen moesten vergenoegen, toonde genoegzaam aan, hoe de belangstelling in zijne lezingen steeds toeneemt. En geen wonderde bevattelijke, de beknopt heldere wijze van voorstelling, boeide ook thans weer geheel zijne hoorders. Eerst toonde hij aan wat de aardappel is. zoowel voor voeding als voor handelsproduct. Bevat de aard appel als voedsel slechts weinig vet en stikstof, de hoeveelheid zetmeel is vrij groot, welk zetmeel door vereeniging met ander stikstofhoudend voedsel, goede resultaten kan leveren voor voedsel aan te mesten vee, zooals b. v. varkens zeer vet worden van aard appelen met karnemelk. Als handelsproduct zal de aardappel, steeds belang rijk blijven zoolang er voordeel blijft bestaan in de vervaardiging van aardappelmeel, aardappelsyroop en aardappeljenever voor welke drie producten in Duitsch- land vooral, groote hoeveelheden aardappelen verbruikt worden. Daarna toonde hij aan, hoe de aardappel, mits goed behandeld, ook een voordeelige vrucht is en boven dien eene goede vruchtwisseling aanbiedt, en eindelijk gelegenheid geeft om gronden goed van onkruid te zuiveren. In deze streken wordt echter aan de aardappelteelt niet de eereplaats gegeven, die haar toekomt. Waar de landbouwer bij de verbouwing van granen er steeds op uit is, zich nieuwe zaaigrannen te verschaffen, houdt hij zich bij de aardappelteelt veel te veel aan de oude soort; en toch is juist bij de aardappelteelt het vernieuwen van soort een uitmuntende zaak, waar bij echter zooveel mogelijk moet gelet worden om poten te krijgen van een oogst die weinig aan de ziekte geleden heeft. Tegenover de //ziekte" staat de wetenschap echter nog steeds hulpeloos. Veel is er over gesproken eu geschreven, doch alle aangewende pogingüinwaren iur hiertoe vruohtclowa. Vooral houde men echter in het oog, dat de aard appel een goed bewerkten, lossen, muilen grond ver- eischteen grond in het. najaar goed diep bewerkt en goed bemest; bij voorkeur met stalmest. Daarbij lette men vooral op eene goede afwatering. Als poters gebruike men liefst een aardappel van middelbare grootte, en wil men daarvoor groote aard appelen gebruiken, die men door moet snijden, dan zorge men vooral deze door tc snijden in de lengte, omdat in den regel alleen in den kop de kiemen zit ten voor Me loten; van onder daarentegen weinig of geen. Men plant ze ook op een goeden juisten af stand; niet te dicht maar ook niet te wijd, zoodanig dat elke plant zich goed kan ontwikkelen zonder de daarnaast staande te hinderen, doch ook niet verder van elkander. Daarbij legge men den poter ook op de juiste diepte, zoodat zij zonder te veel vocht te hebben toch ook niet geheel daarvan verstoken is en ook de warme lucht tot den knol kan doordringen. Door op dit laatste goed te letten, kan men dikwijls het doorschieten der aardappels voorkomen. Eindelijk lette men op den juisten tijd voor het rooien der aardappelen. Door dit niet op het goede tijdstip te doen, eu door ze ie lang in den grond te laten, worden aardappelen, die uit zich zelf zeer goed zouden zijn glazerig en hard en verliezen ze geheel den goeden smaak. De aardappelen moeten gerooid worden evenals de granen moeten gesnede n worden zoodra ze rijp zijn. Niet vroeger en nipt later. De rijpheid kan men onderscheiden wanneer de opperste huid of schil gebarsten is, en de daaronder liggende huid gemakkelijk met den duim verschoven kan worden. Wel is er dus op veel te letten bij de aardappel teelt, doch doet men dit, dan is het ook een dank bare vrucht. Voor landen als in deze streek is een opbrengst van 20 duizend kilo'- per hectare niet overdreven. Rekent men den prijs tegen f 2,50 de henderd kiio, dan geeft dit een opbrengst van f 500 per hectare(V. G. Cl.) De ÏIoM.ibicIscIbp vsiti LnsacS- ïi©aaw looft uit: a. haar Gouden Medalje voor een volledige beschrijving van de teelt van griend- en teenhout in Nederland en het naburige Vlaanderen, in al haar onderdeden en bijzonderheden, b. haar Gouden Medalje en f 100 voor een beknopte be schrijving van den Akker- en Tuinbouw in al zijn deelen, geschikt voor een lees- en leerboek op d«

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1877 | | pagina 1