dHRISTELIJ R-HISI0RISC1H
Eee teekee des fijds.
Donderdag* 18 Januari.
1877.
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
pond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden francoƒ2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
TE
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
AGENTEN: de heeren P. G. de Vey Mestdagh te Vlissingen, M. de Jonge Jz. te GoesJ. van der Peijl te Neuzen
VOORUIT" is een weekblad, voor school
n huis geschreven onder aanvoering en ver-
utwoordelijkheid van den hoofdopsteller G. A.
jorsterman van Oijen, onderwijzer aan de open-
are school te Aardenburg. Dat weekblad,
oor zeventien maanden gestaakt, is nu weder
herrezen". In het eerste artikel, dat no. 118
evat, spreekt de heer Vorsterman van Oijen
ijne geloofsbelijdenis uit omtrent de wijze,
raar op hij meent dat de thans bestaande on-
erwijskwestie tot oplossing zou kunnen worden
ebracht. Die geloofsbelijdenis bevat een veer-
lental punten, die door hem achtereenvolgens
allen worden behandeld, en toegelicht.
Die heer heeft daartoe niet alleen recht,
ïaar ook roeping als man van ervaring en
-aar hij zich opmaakt om zijne overtuiging
it te spreken, willen ook wij ons gaarne on-
ir zijne hoorders scharen, al is het nu en dan
ider protest tegen hetgeen, waarmee wij ons
et kunnen vereenigen. Wij moeten er vrede
ede hebben en willen dat ook gaarne, waar
ons onder zijne tegenstanders rangschikt,
ig meer. Wij waardeeren de beslistheid van
m en de vastheid van beginsel, waarmede
zijne overtuiging tegenover de onze stelt,
at wij waarlijk liefhebben laten wij ons niet
it ontrooven en daarvoor trekken wij het
aard, al is dat soms wel eens wat woest en
noodig. Daar is geen strijd ooit gevoerd,
arin men van weerszijden niet wel eens te
i is gegaan.
kat alles kan worden voorbijgezien en ver-
Ben, omdat men, bij ernstigen inkeer tot zich
I, zooveel verkeerds en onheiligs heeft te
Bjden. Maar er blijven toch grenzen, waar-
Ben de strijd een onedele wordt en het eenige
B, niet om te winnen door overwinnen,
Br om neêr te sabelen wat ons in den weg
door welke middelen of wapenen dan ook.
K een wandalisme, waartegen wij moeten op-
niet alleen in naam der christelijkheid,
^Breeds in dien der humaniteit. Dat leidt
^B&s, dan tot het hoogste onrecht en zal
^Beker wrekend terugkeeren tot hem, die
Kegt.
^B spijt ons het te moeten, zeggen maar
^Büi het laatste gedeelte van het hoofd-
^Bherrezen" spreekt een geest en klinkt
^B een hoofdonderwijzer aan een onzer
^Ben man van heilige overtuiging ten
^■onwaardig. Het is een stuk, er op
Bom door onware voorstellingen en
^^^an andersdenkenden, hei giftige
zaad van minachting en haat uit te strooien.
Dat is een strijd in het leven roepen en gaande
houden, door blinde hartstocht aangeblazen.
Wilt gij bewijs, lezer?
Welnu, de man, die op den Klokkenberg,
onder de leiding van den waardigen Gerrit
sen tot onderwijzer is gevormd de man,
die weten kan, welke roeping de christelijke
onderwijzer zich voorstelt de man, die ze
kentonderwijzers als van Lummel, van wien
eene aanbeveling van vaderlandscbe historiepla
ten in datzelfde nommer van Vooruit" werd
opgenomen de man, die den strijd der
diepste en heiligste overtuiging van nabij heeft
aanschouwd, die op het gebied van christelijk
onderwijs wordt gestreden diezelfde man
durft het volgende te schrijven
Er zijn in ons land velerlei wijzen om volgens de
regels van de kunst zalig te wordeu maar de voor
standers van iedere richting in 't bijzonder, houden
de regels hunner richting voor de eenig ware zoo
ze de belijders van eene andere richting al niet recht,
streeks leeren kennen als verdoemelingen, dan zijn zij
er toch van overtuigd, dat het voor die beklagens
waardige landersdenkenden een zwaar gangetje zal
gaan om in den hemel te komen Bij de zacht-
aardigsten ontwaakt het medelijden, bij de meesten
afkeer en minachting. Ziet men nu dat zoo'n
verafschuwd voorwerp later een grooten invloed krijgt,
dat het hem buitengewoon voorspoedig gaat, dan
ontstaat er nijd en haat, die ofsehoon zij lang bedekt
kunnen blijven, zeker eeuinaal tot uitbarsting moeten
komen.
Hoe onheilig is die toon en hoe onwaar
die voorstelling. Toch is dit niet het ergste.
Hij geeft een bewijs hoe de christelijke onder
wijzer een kind tot een machien, maar niet
tot een mensch maakt in hetgeen wij nu laten
volgen
Nauwelijks is een kind zoo ver in 't praten, dat
het zich verstaanbaar uit kan drukken, of het leert
op de bewaarschool, nl. op de christelijke, en dat
wordt verder op de chr. scholen voortgezet, het Onze
Vader prevelen, het Geloof en de Tien geboden.
Van alle drie begrijpt het. weinig, maar dat daar
gelaten. Veronderstel, dat men onder de kinderen,
die daar gedresseerd moeten worden, een zeven- of
achtjarigen krullebol heeft, die gewoon is te vragen
als hem iets niet duidelijk is
Wat wil dat zeggen mijnheer Ontvangen van den
heiligen geest
Wat is eene maagd Wat beteekent geboren uit
de maagd Maria
Wat is echtbreken P Waarom mag men niet be-
geeren zijns naasten vrouw P
Kan dat aan een kind verklaard worden Neen,
niet waarDerhalve stopwoorden. Maar de kleinen
zijn in de eerste tijden der verstompings-periode daar
mede nog niet tevreden wat meesters en ouders niet
willen zeggen, vragen zij aan andere jongens, net zoo
lang tot hunne weet- of nieuwsgierigheid bevredigd is.
Waarlijk, Mynheerals onze bewaar- en
christelijke scholen waren, gelijk gij ze teekent,
dan stonden wij als hare tegenstanders aan
uwe zijde. Doch alweder wij zeggengij las
tert, wat gij beter weet en het leeren minach
ten en haten", wat gij anderen toedicht, komt
voor uwe rekening.
En nu eindigt gij aldus
Verder zie ik volstrekt niet in, dat er chr. scholen
noodig zijn. Er zijn dominés, pastoors, kapelaans enz.
Als die nu in plaats van zoo wat niets te doen, ie-
deren dag in overeenstemming met de school dat
is dus de ontwikkeling als grondslag genomen,
den kinderen een uur godsdienst-onderwijs gaven,
maar dan onderwijs, dat iets beteekende en niet. op
papegaaien-dressuur geleek, dan zouden de kinderen
vrij wat meer weten van hunne godsdienstige ver
plichtingen dan tegenwoordig.
Maar veel van die heeren zijn een beetje heel
gemakkelijk uitgevallen en daarom hebben ze 't arti
kel gemoedsbezwaren uitgevonden. Nadat ze die een
maal in 't leven hadden geroepen, viel het niet
moeilijk om een aantal luidjes op hun kant te krij
gen en die saamgebraehte menigte, de vaan der
gemoedsbezwaren hoog omhoog houdende, hebbeD,
ijverende voor de chr. bijzondere school de openbare
school den dood gezworen.
Voor zoodanige gemoedsbezwaren heb ik weinige
eerbied, evenmin als voor de gemoedsbezwaren van
hen, die hunne kinderen niet willen laten vaccineeren.
Mij zou het een gemoedsbezwaar zijn hunne domheid
en hunne gemakzucht niet aau den kaak te stellen.
Met zulk schrijven oordeelt gij alleen U zei
ven en niet eerwaardige mannen, die hun leven
en krachten wijden aan het heil van anderen
Moeten zij lui, dom, leugenaars en bedriegers
zijn, omdat zij eene andere overtuiging hebben,
dan gij Hebt gij alleen eene overtuiging
Neen niet Vooruit op dezen weg, Vorsterman
van OyenDat is een onheilige, een verkeerde
weg. Spreek uwe overtuiging uit. Doe dat kras,
doe dat duidelijk, doe dat warm maar laster
niet het karakter en de overtuiging van ande
ren. bat is het opzweepen van een menigte,
die niet beter weet en op uw gezag gelooft
wat gij van uwe tegenpartij belieft te vertellen.
Als die menigte beter zal zijn ingelicht, zal zij
zich tegen U keeren. Gij doet uw stand en
betrekking oneer aan en wordt aldus, in plaats
van tot zegen, tot een vloek der maatschappij.
Middelburg, 17 Januari 1877.
Gisteren is het tweede zoontje van den prins en de
prinses vobj weed aan de gevolgen van eene long
ontsteking overleden. Ook de twee andere kinderen a
van het vorstelijk echtpaar zijn door dezelfde ziekte