f. IIHIS T L IJ k-IIIS T O It IS CII BLAD. N°. 66. 1876. DE SYNODE VAN 1870. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- j avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. I Prijs per drie maanden franco2, Enkele nominers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. AGENTEN: de heeren P. G. de Vey Mestdagh te VlissingenM. de Jonge Jz. te Goes, J. van der Peijl te Weiden. Doch heeft men geen recht tot protest, tot opstand, tot een non possumus van moderne zijde? Is er geen reden \oor de klachte, dat vrijheid des gewetens, dat het beginsel der Hervorming door de daad der Synode van 1876 is aangerand? Dreigtimze Protestantsche Kerk niet in eene Roomsche te ontaarden? Hebben wij niet, naast onze tegenstanders, naar de wapenen te grijpen tot verdediging van een algemeen geliefd kleinood Zoo vroeg ik in het vorig nonimer dezer courant, en zoo vraag ik op nieuw. Is onze Kerk geen gebied, waar plaats moet zijn voor allen, van welke overtuiging ook? Moet niet elke meening, elk gevoelen in de Ned. Herv. Kerk worden geduld eu toegelaten, indien het maar wordt uitgesproken door eerlijke mannen, die het goed met Christendom en godsdi?nst meenen, en zoo hunne zienswijze maar niet in strijd is met de algemeen erkende beginselen der zedelijkheid? En indien men hierop met een non possumus! antwoordt, kan men dan nog langer op den naam van vrijzinnig aanspraak ma ken Met één woord mag de vrije ontwikke ling van denkbeelden in de Kerk op eenigerlei wijze worden tegengegaan Velen beweren op zeer hoogen toon van neenen ik stem toe dat dit reeds zoo dik werf en met zooveel gezag is uitgesproken, dat wij al een heel eind op weg zijn om het voor een axioma te zien verklaren. Voordat dit geschiedt, wil ik er evenwel nog eerst protest tegen aanteekenen. Men zal toch wel niet wil len of kunnen beweeren dat de Christelijke Kerk eene vereeniging is zonder grenzen, of wel zulk eene waarvan men de grenzen tot in het oneindige kan verplaatsen. De idealist, dat is in dit geval iemand die hersenschimmen kweekt, moge zulk eene kerk zich droomen, waar al lerlei gevoelens, ook de meest vreemde, geduld kunnen worden, de werkelijkheid maakt dit onmogelijk. De kerk onzer droombeelden vervalt in werkelijkheid altijd tot een zeker kerkgenootschap. En een kerkgenootschap hoe ook verschillend naar verschil van volken, tijden, ontwikkelingstoestanden, individuen, onderstelt een genootsckappelijken band in zekere eenheid des geloofs en der belijdenis, tot welk minimum ook teruggebracht. Het trekt grenzen en moet dat ook doen. Zulke grenzen trekt ook de Ned. Herv. Kerk, belijdenisschriften, in hare reglementen; ilpet dat voor elk, die tot hare gemeenschap de eerste der drie vragen, die nnemelingen moeten worden gedaan. vrijheid niet in gevaar? Is gewetensdwang? Wordt de (uitsluitend)? woöïden" is ^schrik mede gezet nadenken tot zulke voorstellingen komt. Ik wensch volkomene vrijheid voor een ieder, om die overtuiging te hebben, tot welke hij zegt te zijn gekomen. Maar ik zou bijna vragen: wie, die niet roomsch-katholiek is, misgunt dit aan zijn naaste? Althans wie onder de ortho doxen? Welke onder de protestantsche kerken legt iemands vrijheid iets in den weg? Dwingt eene enkele iemand tot haar lidmaatschap Is het toetreden tot eenige kerk geen vrijwillige daad, en heeft daarbij een kerk geen recht in stemming met hare belijdenis te vragen En als bij nader onderzoek, of bij veranderde over tuiging, iemand met de belijdenis dier kerk niet meer meegaat, wie heeft dan ooit gehoord van eene kerk, die haren leden verbieden zou van heen te gaan? Of zou het dan de ver plichting worden van eene kerk, om der wille van hen, die hare belijdenis niet meer aan nemen, die belijdenis af te schaffen en aldus op te houden te bestaan? Dat is aan eene kerk den eisch te stellen, om haar eigen doodvonnis te onderteekenen. En daartoe lieett niemand het recht, allerminst eene Synode der Ned. Herv. Kerk, tot wier roeping, vol gens art. 11 van het algemeen reglement, ook behoortde handluiving har er leer. Naar mijne innigste overtuiging heeft de Synode, door het karakter onzer kerk gebonden, niet anders kunnen of mogen handelen, dan zij gedaan heeft. Zij heeft de leervrijbeid, al bestaat die in onze Kerk, niettegenstaande hare reglemen ten feitelijkniet wettelijk mogen maken. Laat mij het hierboven beweerde in een spre kend voorbeeld duidelijk maken. Wat zou een afschaffer zeggen, als gij hem dwingen wildet om de grenzen zijner vereeniging zoover uit te zetten, of zijn hoofdartikel zóó te veranderen, dat daarin ook voor de bestrij ders der onthouding van spiritualia plaats zou zijn Mij dunkt, dat hij in zijn volle recht zou wezen, als hij u antwoordde: Mijnheer! ik gun u volkomen vrijheid van overtuiging. Richt, zoo gij wilt, ook voor uwe overtuiging eene vereeniging op. Maar in de onze kunnen wij u geen plaats gunnen of inruimen. Onze vereeniging sluit u buiten. Zij doet dat niet omdat zij uwe vrijheid aan banden wil leggen ofom dat zij gewetensdwang wil uitoefenen, maar omdat zij daarmede zou ophouden te be staan1. Mij dunkt de beweging, die het gevolg is van het besluit der Synode, dat onze Kerk niet heeft gebonden aan een belijdenis, maar eenvou dig gezegd heeft: dat de bestaande belijdenis zou blijvenheeft ons veel te leeren. Zij zegt ons door daden, luider dan immer te voren door woorden, dat eene vereeniging van geloofsover tuigingen, die lijnrecht tegenover elkander staan, op den duur onmogelijk is. De modernen spreken, als die vragen blijven, hun: non pos sumus uit. Wij moeten ons non possumus uit spreken, indien de moderneg hun zin krijgen. Eu nu -zegge men niet, dht wij de onruststo- HLiWillem ïnul MlrfHkju'lr rlpr vnnrlAi*.. behouden, hetgeen was zij de Kerk vervor men tot eene vereeniging, zonder belijdenis. Daaraan heeft men ieeds jaren gearbeid. Op gezag en onder bescherming der kerk heeft men reeds jaren leeringen verkondigd en der Kerke opgedrongen als overeenkomstig met haar geest en beginsel, waarover zij zelf in hare be lijdenisschriften het anathema der veroordeeling heeft uitgesproken. Men is van het een tot het ander gekomen. Men wierp eerst dit, dan we der dat over boord als onnoodigen ballast en niet geheel in overeenstemming met den geest en de beginselen van de leer der Ned. Herv. Kerk. De geloofsleer werd een overbodige vorm. Men ^weerde allengs dat, waar het christendom geest en leven is, aan een ieder zijn vorm moet worden vrijgelaten. Men moest niet aan de schaal, maar aan de pit, niet aan de schelp, maar aan de parel hechten. Niet slechts in den christen, maar ook in den Jood, ook in den Mohammedaan, ook in den Boedbist kon iets christelijks zijn. Dus. die allen moesten niet uit de Ned. Herv. Kerk worden geweerd, zij moesten in die Kerk worden op genomen en geduld. Begin dan maar het woord Chnstelijk voor Kerk weg te laten. Dat wordt niet alleen een zeer overbodig, maar daarenboven een zeer leugenachtig predicaat. In naam van gezond verstand, van waarheid en eerlijkheid kom ik tegen dergelijke redeneeringen op. Voorzeker vrijheid voor elke overtuiging, maar alleen daar waar er plaats voor is. Geen Jood, geen Ma- homedaan, geen Boedhist in de Ned. Herv. Kerk, zoolang deze nog eene Christelijke geliee- ten wordt. Evenmin als bestrijders der afschaf fing in het afschaffings-genootschap. Wenscht men eene kerkvereeniging zonder grenzen, of eene kerk zóó uitgezet naar het woord van de Genestet, dat elke overtuiging, of beter, elke zienswijze daarbinnen valle, men richte haar opDat zou waar en eerlijk zijn. Daartoe heeft men vol komen recht, maar niet tot de beweeringdat de Ned. Herv. Kerk de deur moet openen voor elke zienswijze of overtuiging. Middelburg, 28 Nov. 76. J. P. NONHEBEL. Middelburg, 29 November 1876. BI. ÜB. 40e HLouiasgiiB zal, naar het Dbl. meldt,. heden Dinsdag, naar Parijs terugkeeren en daar ver toeven tot den *2den of deu 3den December. H. M. zal in het Hotel Bristol haar intrek nemen. Volgens het Vadeii. heeft de gezondheid der Vor stin die te Biarritz te wenschen overliet, zich volko men hersteld. Het onlangs door Keuter vermelde bericht van een reis van H. M. door Spanje is ge bleken onjuist te zijn geweest die reis is niet ge schied, er is zelfs geen sprake vau geweest. Allerlei geruchten hebben sedert eenige dagen ge- loopen omtrent ongeregeldheden voorgevallen aan boord van het naar Indië op reis zijnde stoomschip Pfl*ici§e3 Amelia. Nu eens werden deze berichten erkend, dan weder ontkend. Ziehier de mededeeliug van het gebeurde docr een ooggetuige aan de Amst. Ct. gedaan. De commandant van het^aan boord

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 1