CHRISTELIJR-lllSTÖRISCH ELI!). Schooi eo Catechisatie. 64. Zaterdag* 23 November. 1676. HET ZUIDEN, Verschijnt elkeu Maandag, Woensdag en Vrijdag- Uitgever: Prijs der Adveutentiën avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. ALBERT WEDDING, Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1—6 Prijs per drie maanden franco2,— ie regels ƒ1,— Iedere regel meer 15 cents. Enkele nommers- 0,07 MTDDELBUBA:*. j Liefdegaven 10 cents per regel. AGENTEN: de heeren P. G. de Vey Mestdagii te Vlissingen, M. de Jonge Jz. te Goes, J. van der Peul te Neuzen. in. Daarin juist ligt het zwaartepunt van ons verschil, tiet is den christelijken opvoeder te doen oin geloot bij zijne kweekelingen, en oui daartoe op te wekken is hem het woord Gods, als het fondament der kennis, waarop het geloof berust, een eerste middel. Doch het gehoor" is niet het eenige middel en zoo het op zich- zelve en alleen blijft, doet het geen nut, ja, het schaadt, zoo God het niet verhoedt. Wat God nu toelaten ot verhoeden wil, dat ligt bui ten ons gebied. Wij zijn aansprakelijk voor hetgeen wij doen, en zoo wij afbreken, zondig is de berekening, dat God daaruit wel op bouwen kan; zoo wij het kwade doen, zondig is de berekening, dat er tocli iets goeds uit worden kan. Boven elke christelijke school moet zichtbaar, doch niet met menschenhanden ge beiteld, de leuze te lezen staan: »In Christus leven wij, bewegen wij ons en zijn wij!" In dien mijn geweten mij zegt, dat leer en leven één wezen moet, dan mag ik niet door mijn voorbeeld prediken, dat het leven wel wegblij ven kan en men aan de leer genoeg heeft. In dien mijn hart mij gebiedt, mijne levenskracht uit Christus te putten, en iedere levensuiting aan Christus te wijden, dan heeft mijn verstand geen recht, daaraan deze verklaring te geven: d. i. ik zal Christen zijn, ook voor mijne kin deren des Zondags en twee uren 's weeks, Maandags en Donderdags bij de catechisatie of één uur per dag bij het onderwijs in de bij- belsche geschiedenis, of ook .bij de huiselijke godsdienst. Neen, geen uur, geen oogenblik mijns levens mag tegen mijne christelijke over tuiging vloeken en zoo het dit doet, het wekt bij mijne kinderen de vraag op, of het mij gemeend is niet dat Christendom, en of zij ook evenals ik dat Christendom mogen om hangen als een feestgewaad bij plechtige ge legenheden, of, zij leeren een christendom, dat, erger dan het heidendom zelve, tot ge- loofleuze voert: zooals de wind waait, enz." Struikelt gij dan niet dagelijks in velen?" vraagt gij, en ons eenig antwoord isneen, niet dagelijks, maar ieder uur kent zijne feilen, kent zijn eigen strijd. Welnu dan? Doch voelt gij niet, dat er gansch geene gemeenschap voor de menschen is tusschen hem, die in vervoering van drift of door onvoorzichtigheid, zijn buur man een slag toebrengt, welke deze met den dood bekoopt en den rooden Jakobijn, wiens Itaer is, dat het geluk der menschen boven op ^^^schavot der menschheid ligt. Gevoelt gij niet, ^^^en groot verschil is tusschen dat vaak ^mkl zondigen tegen een beginsel, mits ^^wiberouw en terugkeere en, B^^iet begiusel zelve? Tusschen ^^^fc^ybelijdt, dikwijls onge- stelselmatig Hoeveel te meer springt dit in het oog, wan neer wij ons nu ten enkel oogenblik plaatsen op het standpunt, dat onze tegenstanders inne men. Hoe nu? Jaren lang, een kwart eeuw heeft men ons beschuldigd, dat wij onzen gods dienst verwarren met vormelijkheid en thans? Voor den vorm laat men predikant en pastoor binnen de heilige hallen, waar men den geest van allen godsdienst onderwees, binnen de zoo hardnekkig verdedigde wallen van dat christendom boven geloofsverdeeldheid der open bare school? Toen heette het, wij leerden onze kinderen allerlei onbegrepen en onbegrijpelijke phrasen en wij verstompten de jeugdige herse nen, daarom mocht de Staat onze bezwaren niet eerbiedigen, daarom waren wij buiten eenig recht op ons aandeel in de gemeenschappelijke belasting, daarom werd kortweg restitutie ge weigerd, daarom was het al uiterste lankmoe digheid zoo onze scholen nog leven mochten. Dat hadden wij alleen daaraan te danken, dat onze liberalen, niet allen even consequent waren als het N. v. d. D. En thans? Ja, waarlijk, nu zullen diezelfde phrasen gehoord, diezelfde her senen verstompt worden onder goedkeuring, neen, dat juist wel uietmaar dan toch onder bescherming en medewerking onzer li berale a Vreemd niet waar? Misschien zullen wij neg grooter wonderen beleven, misschien betalen onze liberalen over nog eenmaal vijf en twintig jaar voor eiken protestantschen leerling der staatsschool een Heidelbergschen Catechismus uit de staatskas, maar blijven vechten tegen de Christelijke school. Gij schertst", roept gij, »en uwe scherts is bitter Wij schertsen niet, herhalen wij, men schertst met ons en met u, en het verblijdt ons, zoo gij het gevoelt, opdat uw gansche gemoed zich tegen nieuwe kunstgrepen wapene. Doch ter zake. Wij wenschen dus eene school, christe lijk van het begin van den schooltijd tot aan het einde, met een onderwijzer, wiens gansche leven en onderwijs met den zuurdeesem des christelijken levens doortrokken zij. Zijn gansche onderwijs! Voor onze kinderen moet het bij de beoefening der geschiedenis geen twijfel overlaten, of een blind noodlot, dan wel de hand der hoogste Liefde en Wijs heid de volkeren leidt en de vorsten bestuurt. Ot Willem de Zwijger een verwaten oproer maker, dan wel een Vader des Vaderlands en een vroom Christen was, en of Luther een on ruststoker en kettersche scheurmaker, dan wel van God gezonden Apostel der Hervorming geweest is: zie, dat moet hun geene vraag meer blijven, waarop dominé of pastoor straks het antwoord wel geven zal. Evenzoo wil len wij voor onze kinderen weten, wat men hun leeren zal, het moordzuchtige lied der revolutie, van vrijheid en gelijkheid te zingen, dan Gode te geven wat Godes en den Kei zer, wat des Keizers is. Bij hunne natuur beschouwing zullen zij met zekerheid moeten vernemen, of Mozes recht] heeft dan Darwin, i i iinnr f-rofl^hp.p.lfl crpschanen en de krachten der natuur uit God zijn en deken nis der natuur hen eenmaal alleen zal doen staan in de ledige ruimte, zonder God, zonder hart, te midden van elementen, die het voortdurend op hun ondergang gemunt hebben. Hunne doch waartoe meer? Vatten wij liever alles samen. De zedelijke opvoeding moet vervat zijn in het bewustzijn en de ontwikke ling van deze drie zakendat zij zondaren zijn, dat Christus voor de zondaren is gestorven, dat hun gansche leven Hem wederliefde moet be wijzen, zoo zij gelukkig willen zijn voor tijd en eeuwigheid. Thans hebben wij ons luide genoeg uitge sproken, wat wij door Christelijk onderwijs ver staan en waarom wij het nimmer of nooit op eene openbare school zullen zoeken, zoolang de wet den openbaren onderwijzer beveelt, »op te leiden tot alle christelijke en maatschappelijke deugden, zonder de gevoelens van andersdenken den te kwetsenWij zullen het daar niet vin den, ook al beschermt de openbare school de catechisatie, ook al zet men er ooit of te immer de bijbelsche geschiedenis op de tafel van werk zaamheden. Ook daarmede verblindt men onze oogen niet. Waarop het gelijkt? Toen Cam- byses, de Persische koning, eenmaal de hoofd stad der Egyptenaren belegerde, maar door ge weld onneembaar achtte, nam hij list te baat. Hij liet, zoo zegt de overlevering, een leger kat ten samenbrengen, die door de Egyptenaren als heilig vereerd werden. De belegerden, door eerbied gedreven, openden hunne poorten voor de heilige dieren en de Perzen, hunne vijanden, stormden met hen binnen. Zie, hei lig is ons dat boek, te heilig dan dat we het niet zouden herkennen ook in de hand onzer tegenpartij. En uit die hand gloeit ons met vurig schrift de waarschuwing tegen, dat »het kwaad zich soms vertoont als een engel des lichts". Hebben wij verkeerd gezien, wij zul len de eersten zijn om het te bekennen en met verheuging des harten, onzen God daarvoor te danken. Doch, niet genoeg kunnen wij onzen lezers raden, zich wèi op de hoogte der zaken te stellen en hare diepten te peilen. Het geldt meer dan uw geld, het geldt uw kind, uwe hope en die van Neêrlands toekomst. Laat ons Jan waken. De strijd zal steeds h ftiger worden Eerst waar men de gevolgen van de overwin ning en de nederlaag heeft berekend, kan men bepalen, hoeveel opoffering men zich in den strijd getroosten wil. Nog meerderen zullen ons verlaten, door onbedachtzaamheid verblind, door gemis aan standvastige liefde medegesleept. Meer dan ooit zullen wij alleen staan, doch i geene vrees verlamme onze kracht! Onze God is met ons, en dandan ligt onze I kracht in ons isolement Middelburg, 24 November 1876. Zoo men zegt zal de zaak van den hoofdonderwij zer te 's Gravenpolder (wegens niet toepassing der vaccinewet) v\^^^^^Jiooger bero

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 1