dlBISTlLIJK-HISTORISCH BLAD. P BELASTING. ÏV\ 34. Donderdag 2 November. 15*76. HET ZUIDEN Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden franco2,— Enkele nommers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBURG. Prijs der Advertenties Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. AGENTEN: de heeren P. G. de Vf.y Mestdagh te Vlissingen, M. de Jonge Jz. te Goes, J. van der Peul te Wenden. II. Wij vestigen allereerst het oog op de perso nele belasting. Deze toch drukt het zwaarst en het grootste aantal is aan haar onderworpen. Overwegen wij of met de wijze, waarop deze belasting geheven wordt, het beoogde doel be reikt wordt. Dit doel is, onzes inziens, ieder naar zijn vermogen te doen bijdragen tot onder hond en bezorging der gemeenschappelijke be langen van rijk, provincie en gemeente. Wat wij echter tegen bet middel hebben, is, dat men, in vele gevallen, juist bet doel misloopt, ja, dat het euvel gaat aan veel hardheid en onbillijkheid, in den vorm van recht. Ziet, de Revolutie heeft onze wetgevers geleerd, alles zooveel mogelijk glad en vlak te maken, zij heeft vele hoogten gelijk gemaakt met den grond en vele dalen gevuld, die toch door na tuurlijke of historische ontwikkeling zich ge vormd haddeu. Zij heeft alles willen berekenen doch daar dit nog al tijd vereischt, heeft ze alles in ééne som afgewerkt. Zien we, wat er van isOm ieder naar zijn vermogen te be lasten, moest men dat vermogen kennen. Hoe dit na te gaan? Wel, naarmate men vermogen heeft, verteert men. MisgezienHoevelen ver teren niet boven hun vermogen, gedrongen door allerlei omstandigheden! Hoevelen gebruiken niet veel minder, dan het kapitaal, dat zij jaar lijks ter hunner beschikking hebbenEen ge leerde en een werkbaas kunnen heiden hetzelfde jaarlijksche inkomen hebben, zouden zij beiden tot dezelfde uitgaven gedwongen zijn en zou dus, alles samengevat, de vertering een ware maatstaf voor het vermogen zijn? Doch, nog sterker zal de onjuistheid van dezen maatstaf in het oog springen, wanneer wij nagaan, hoe dan bij de personele belasting de vertering berekend wordt. Wij hebben een aanslag- billet voor ons en lezen: le. grondslag, wegens de huurwaarde. Men heeft hier tot algemeene stelling aangenomen, dat de rijke een grooter huis bewoont dan de minder gegoede. Hierop ^ijn echter zeer vele uitzonderingen'en waarlijk, zouden er nog meerderen gevonden wor den andere omstandigheden, ook de niet verhinderden. Eilieve, ^dat een huisgezin met zes jiuizing noodig heeft at, zoo het een rentenier, nog daargelaten de rang en stand in de maatschappij, die menigeen ver plicht kostbaarder woning te kiezen, dan naar evenredigheid met anderen, door zijn vermo gen bepaald wordt? Doch, zien wij verder! Tot tweeden grondslag dienen de deuren en vensters, waartegen nagenoeg dezelfde bezwa ren zijn. Immers behalve tot het ontvangen van licht en tot het uitzicht naar buiten, be hoeft een winkelier of neringdoende zijne ven sters tot het uitstallen van waren. Is het nu rechtmatig zijn vermogen gelijk te schatten met zijn buurman, die echter zijn gelijk aantal vensters behoeft, om er een paar kamers van weelde mede te verlichten Of billijk, hem voor deuren hooger aan te slaan dan zijn overbuur, die zijne ruime woning alleen in beslag neemt, terwijl hij door een a twee zijdeuren van buiten aan te brengen en zijn bovenhuis te verhuren, zich de dage lij ksche lasten zorgvol tracht te verminderen Kan dit belasting naar vermogen beeten, nog daargelaten, dat de bouw der wo ning en hare ligging vaak meer vensters ver- eischen kunnen, dan in gunstiger geval noodig zijn zou. Het zal onnoodig zijn, dezelfde om standigheden te vermelden, wat den volgenden grondslag, de haardsteden betreft. Maar terecht vraagt men of dan uit het bewonen van een ruimer huis niet tegelijk een grooter aantal deuren, vensters en haardsteden volgt en de onbillijkheid niet vergroot wordt, waar men allereerst hooger aangeslagen wordt, omdat men een ruimer hnis bewoont, en dan nog eens meer betalen moet, wijl in die ruimere woning natuurlijk meer vensters, deuren en haardsteden gebruikt moeten worden. Ofschoon bet stelsel om het vermogen te schatten naar de gemeu bileerde luoning ook eigenaardige uitzonderingen zou moeten lijden, om billijk te beeten, zouden wij bet toch den voorkeur kunnen geven boven het tegenwoordige, dat na het huis met zijne onderdeelen belast te hebben, tot vierden grond slag het mobilair kiest. Immers of het mobi lair is geëvenredigd aan de woning en uien beeft één overbodigen grondslag, of het mobi lair is kostbaarder of minder kostbaar dan de woning recht geeft te veronderstellen en daar uit blijkt dan duidelijk het onbillijke der schatting van bet vermogen naar de huur waarde der woning. Nog rijst hierbij een ander bezwaar. Sommigen besteden een groot deel van bun vermogen 0111 hun huis weel derig in te richten, terwijl anderen dat geld paren en zich met een zeiy^envoudig ameuble- german ingericht heeft, terwijl verschillende omstandigheden mij noodzaken, of ook slechts wijl ik lust heb, het geld aan huisraad te be steden, dat hij in effecten of leeningen steekt? Zoo zouden wij kunnen voortgaan en ook de beide overige grondslagen kunnen bezien en bekeuren, doch indien onze lezers deze beschou wingen slechts met een weinig aandacht volg den, zullen zij zei ven bij hetgeen op hun aan- slagbillet nog overblijft, tot dezelfde uitkomst geraken. Wij meenen thans genoeg gezegd te hebben en bewaren onze grondbelasting tot een volgend artikel, terwijl wij voorshands tot het besluit komen, dat »al wat gelijk is, daarom nog niet in 't gelijk is!" Middelburg, 1 November 1876.. De Eerste Ka uier der Hiaten-Generaal is, tot hervatting harer werkzaamheden samengeroepen tegen Maandag 7 November. Uit Luxemburg wordt aan het Vad. gemeld, dat daar Maandag op hoogst plechtige wijze volgens het programma het monument is onthuld, ter eere van wijlen praiases Bieudrikgemalin van den Prins- Stadhouder, opgericht. Te een uur vergaderden de corporatiën en depu- tatiën uit het Groothertogdom op het Willemsplein en begaven zich in optocht met de banieren aan 't hoofd, naar het monument. Een uur later verkon digde 't geschut de komst van HH. KK. HH. prins Hendrik en prins Alexander, die door de hoofclkora- missie werden ontvangen en met 't „Wien Neerlandsch bloed" verwelkomd. Nadat de prins met HD. gevolg en genoodigden ter linker-, het zangkoor ter rechterzijde van de op gelichte tribune, de leden der feestkommissie en van den Gemeenteraad aan den voet van 't monument, de deputatiën enz. aan de achlerzijde daarvan hadden plaats genomen, bogon de uitvoering van -den /,Ama- lia-marsch" van L. Menager, door de maatschappij „Concordia" en de korpsen uit Grunden Pfaffental. Daarop volgde de overdracht van het monument aan de stad en de feestrede van den president der commissie, afgewisseld door een cantate (woorden van J. Neuman, muziek vau A. Zinnen) uitgevoerd door corporatiën uit de hoofdstad en omliggende gemeen ten. Onder het zingen van de cantate werd het beeld onder luide toejuichingen onthuld en werden d ooi- een aantal meisjes op den voet van het monument kransen nedergelegd. De prins was bij 't aanschou wen dezer hulde aan de nagedachtenis zijuer onver getelijke gade blijkbaar diep bewogen. Vervolgeus aanvaardde de burgemeester namens de- hoofdstad het gedenkteeken, waarna de plechtigheid wei'd besloten met de uitvoering eener Hymme van Lentz, op de melodie van „Wion Neerlandsch Bloed",, gevolgd door de „Marche des Chevaliers", van A. Zinnen, een onthullingslied van Rodauge en de z/Marche soleranelle Guillaume III" van Ph. Dekker. deze laatste uitgevoerd door de Luxemburgschc jagers. Na de plechtigheid had een concert plaats op het plein bij het monument en de Place d'Arines. Gister

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 1